Bang! Vetcool, vetslap, keineig, teun, onnozele teun, das wel genen mottige broemer, muilen, das kei rauw
Tja, ik kan me bij sommige woorden, mits de nodige verbeelding wel iets voorstellen, maar ik denk dat ik me lekker voor schut zou zetten, moest ik ze effectief gaan gebruiken in een conversatie met de jeugd van tegenwoordig. Ik merk het al bij mijn eigen dochter. Zinnen, die veel weg hebben van het algemeen Nederlands, maar die gespekt en gesausd worden met woorden die de weg naar het groene boekje nog niet hebben gevonden. En weet je wat? Ik zou me kunnen ergeren, mijn kind kunnen wijzen op het feit dat het gebruik van juiste woorden echt wel nuttig is en belangrijk voor haar toekomst. Maar ik doe het niet, want eigenlijk vind ik het vetcool ja dat woordje begrijp ik nog, zelfs zonder enige fantasie.
Het is fantastisch dat ze zelf woorden beginnen uit te vinden en er in slagen ze redelijk globaal te verspreiden. Een geheimtaal is toch iets van alle tijden. Vroeger spraken onze ouders een andere taal wanneer ze het over ons hadden, of even wilden bespreken wat papa Sinterklaas zou brengen die nacht. Nu worden we op speelse wijze de loef afgestoken door onze kinderen en zie je hen genieten wanneer je gezicht de mimiek van ik wil dit wel heel graag begrijpen niet langer kan verstoppen. En daar komt vaak de ergernis naar boven. Wat we niet meer verstaan, wordt een lastig gegeven. En als we onze kinderen niet meer verstaan wordt het vaak wantrouwen. Wij gingen ons vroeger verstoppen in de velden achter ons huis, staken de greppel in brand en aten de ajuinen van een kleine boer zijn veld op. Waren we beter? Avontuurlijker? Ik denk het niet, we waren anders, net zoals onze ouders anders waren en ons ook niet helemaal begrepen. Af en toe moet je leren loslaten en niet alles willen begrijpen. Een kind heeft zijn geheimen af en toe heel hard nodig.
|