Liefde
schoon he
.Het zou een mooie openingszin zijn voor één of andere monoloog in een cultureel centrum. Ik zie het zo voor mij.Het is een monoloog van een vrouw, een knappe, grote blonde, pittige dame met een rode jas. Liefde
schoon he
je weet gewoon dat er heel veel sarcasme schuilt in die schoon he. Ik weet niet of je het beeld op je netvlies kan halen, maar probeer het gewoon even, die pittige blik, die grimmige, spottende lach
schoon he
En dan denk ik, ja! En tegelijkertijd lijk ik te beseffen dat we over twee verschillende liefdes aan het praten zijn. Ik ken er nu maar één meer, maar besef dat de tweede ook nog ergens bestaat. Ze werd me al eens opgedrongen, ik heb er zelfs al van geproefd. Ik ben er al achteraangehold, omdat ik echt dacht dat dat het meest verstandige was. De deur was hard, de muur nog harder, wonden werden geheeld en tranen vulden de overvolle emmer. Het waren onzinnige ritjes op een molen die nergens toe leidde. Het waren ritjes die ik zelf betaalde. Ik betaalde mijn eigen ongeluk. Ik voedde en ondersteunde mezelf in de onzinnigheid van rationele liefde.
Heb ik er spijt van? Nee begot, ik ben blij dat ik ze heb ondergaan. Ik ben dankbaar dat ik niet beter wist, want ik had anders nooit geweten hoe gewoon doodgraag zien kan zijn.
|