In overleg met de andere collega's zijn we tot de overeenkomst gekomen dat jullie het onderstaande leerstofoverzicht moeten volgen. Wat wil dit concreet zeggen?
1. je moet heel veel aandacht besteden aan de reflexieve voornaamwoorden van vorige trimester (maar je werd hoe dan ook verondersteld dit nog te kennen voor de vertalingen en de oefeningen, maar hier kunnen dus ook nog theorievragen over gesteld worden, dus bestudeer de kadertjes nog eens goed!!!!)
2. je moet het vragend voornaamwoord enkel theoretisch kennen --> geen oefeningen !!!
3. bekijk ook goed welke woorden uit de woordenlijst je moet leren, sommige zullen bij jullie al ver in het achterhoofd zitten (vergeet bij de zelfstandige naamwoorden niet na te denken over onthoudtrucjes)
4. voor cultuur moet je enkel de Romeinse woning en de Griekse cultuur kennen (inleiding groene boekje + blaadjes)
5. gebruik de kladblaadjes goed op het examen voor verbuiging- en vervoegingsschema's op te schrijven (het examen is maar 6 pagina's)
Maandag 7de lesuur: De adjectieven van de tweede klasse + oefeningen Vest. 14.1 (HB p.221-223)
Dinsdag 6de + 7de lesuur: Vest. 14.1: Oefeningen bij de adjectieven van de tweede klasse. De derde klasse HB p.254: theorie. TOETSEN- EN HUISTAKENMAPJES INDIENEN
Donderdag 3de lesuur: De derde klasse (HB p.254): theorie + oefeningen.
Via de volgende link vind je voorbeeldvragen in verband met het onderdeel Grieks. Andere voorbeeldvragen vind je in het blokje hieronder... In totaal staat die herhalingstoets op 75 punten.
Dit kunnen jullie thuis maken als voorbereiding op het examen. Je kan mij de antwoorden mailen of afgeven in de les en dan verbeter ik dat met plezier voor jullie! (De theorie en de woordenschat kan je trouwens ook zelf verbeteren.)
Gelieve wat stiller te zijn in de les en wat beter op te letten. Het is niet omdat één iemand een vraag stelt dat de rest mag babbelen. Die antwoorden zijn ook interessant voor jullie en het is heel lastig voor mij om op die manier les te geven. Als jullie zo babbelig blijven zal ik genoodzaakt zijn om niet meer op vragen te antwoorden tijdens de lessen en dat zou jammer zijn natuurlijk! Zorg dat je ook al het nodige materiaal bij je hebt. Donderdag doen we weer voor de helft van de les wat Grieks. Ik zou graag hebben dat iedereen tegen dan in zijn boekje de dingen ingevuld heeft die moesten ingevuld zijn.
Ik wil er echt samen voor gaan met jullie om jullie de best mogelijke voorbereiding en tips te geven voor het examen. Vragen mag je trouwens ook altijd via de site stellen. Ik wil desnoods de hele theorie van bepaalde delen nog eens extra uitleggen!
Vriendelijke groeten Mevrouw Carels
P.S.: Begin op tijd met het herhalen van de woorden (vooral de werkwoorden zijn moeilijk en gemakkelijk te verwisselen).
Alle woorden kennen tot en met 636 (behalve 541-613)!
Noemwoord
/ model / klasse / aanvullende gegevens / alle mogelijke vertalingen kunnen
geven
TAAL (= 1ste
examen) : theorie en oefeningen
De theorie vind je altijd
in de kadertjes; dit is je vertrekpunt. Controleer jezelf door daarnaast altijd
verschillende oefeningen (zoveel mogelijk!) te hermaken.
> Nieuwe
leerstof van het 3de trimester:
-Het persoonlijk
voornaamwoord van de 3de persoon (R: se / NR: is)
p.149-153
-Het bezittelijk
voornaamwoord van de 3de persoon (R: suus / NR: ejus, eorum &
earum)
p.155-160
-De 3de
vervoeging volgens tegere (kunnen
vervoegen)
p.168-170
-De 5de
vervoeging volgens capere (kunnen
vervoegen)
p.168+173
-De onregelmatige
werkwoorden velle, nolle, malle
(herkennen en vertalen)
p.174-175
-De substantieven van de
2de klasse (modellen dux
(voor m. en vr. subst.) en corpus
(voor onz. subst.))
p.207-209 + 212-213 +
215-216
-De adjectieven van de 2de
klasse (model fortis)
p.221-224
-De 3de
klasse: enkel substantieven (modellen fructus
en dies)
p.254-256
> Natuurlijk
moet de leerstof (taal) van de vorige trimesters herhaald worden!
Zie HB: kadertjes (zie ook
leerstofoverzichten van de vorige trimesters)
TEKST (=2de examen)
De
teksten die we klassikaal gelezen en de andere teksten waarvan je de vertaling
gekregen hebt, kan je gebruiken als oefening op het examen begrijpend lezen.
Je
moet de nieuwe tekst kunnen vertalen, inhoudsopdrachten oplossen en
grammaticale vragen beantwoorden.
CULTUUR & GRIEKS (=2de
examen)
-AC : De Romeinse woning
Vest. p.162-167 +
kopies (met afbeeldingen)
-Het Griekse alfabet:
alle kleine en hoofdletters bij naam kennen en kunnen schrijven
Alphabètos p.12 +
oefenblaadjes
-De spiritus asper
en lenis: weten wat het is+wanneer en waar dit geschreven wordt
p.15
-De tweeklanken
kunnen lezen
p.18
-De lidwoorden en uitgangen
van de nom. enk.
p.26
-Vocabularium:
woorden van 1.3 1.4 - 1.5e
p.46
Tot slot enkele tips uit Leerbeest:
Als
je een lijst woorden herhaalt, test dan eerst jezelf en duid aan wat je al
kent. Herneem alleen de woorden uit de lijst die je nog niet kende.
Bespaar energie! (p.21)
Als
je een lijst Latijnse werkwoorden moet leren, gebruik je 5 kleuren: voor
elk model een andere kleur. (p.43)
Besteed
liever 3 keer 5 minuten aan je woordenschat dan 1 keer 15 minuten. (p.21)
Herhalen
is de boodschap. Als je echt iets uit het hoofd wil leren (vb.
verbuigingen, vervoegingen), begin je daarmee zeker niet de dag voor de
toets. (p.21)
12.1Oefeningen bij het vragend voornaamwoord (Vest.p.181-183)
a.
Het vragend
voornaamwoord wordt in deze oefening bijvoeglijk gebruikt. Het vervult dan de
functie van een bijgesteld adjectief. Zo kun je dus de naamval, het geslacht en
het getal bepalen.
Ik wil jullie een knipoogje geven omdat jullie echt een fijne klas zijn om aan les te geven. Jullie zijn allemaal toffe aparte individuen met elk unieke kwaliteiten: sommigen kunnen goed luisteren, anderen kunnen goed vertellen, nog anderen zijn heel creatief of vrolijk of rustgevend of heel behulpzaam of vriendschappelijk of attent of ... ! Ik hoop dat de knipoogjes voor de drie leerlingen ook goed gaan en dat iedereen er (zoals afgesproken) niet superveel (betekenisloze :-s) krijgt, maar wel alledrie evenveel... Hebben jullie een telsysteem bedacht? Jullie moeten als klas samenwerken hé! Ik verlang al om het resultaat maandag te zien. Als je wil mag je deze site gebruiken om te weten te komen hoeveel je er al gestuurd hebt en naar wie, of je kan ook hier een tactiek bespreken.
Heel belangrijk: herhaling van het vorig trimester Latijn om nu verder te kunnen volgen in het derde trimester. Geen nood, ik maakte vijf invulblaadjes voor jullie die je het best maandag of dinsdag 's avonds thuis vlug probeert in te vullen (en te kijken of je alles wel nog kent). Jullie hebben dan nog geen schoolwerk, dus het is ideaal om dan Latijn wat te herhalen. Het zal jullie zeker helpen. Veel succes ermee!
oefeningen reflexief en niet-reflexief bezittelijk voornaamwoord
10.5 d
1.Mijn meester houdt niet van
de vriendinnen van Plinia, van zijn dochter.
Gen.vr.enk.: reflexief bez.vnw. 3de
pers. enk. met als bezitter ond. dominus, bijg. adj. bij dominant filiae
(gen.vr.enk.)
2.Zijn dochter durft haar
vriendinnen niet meer bij haar uitnodigen.
Acc.vr.mv.: reflexief bez.vnw. 3de
pers. enk. met als bezitter ond. filia, bijg. adj. bij dominant amicas
(acc.vr.mv.)
3.Daarom komen haar
vriendinnen niet meer bijhaar.
gen.vr.enk.:
niet-reflexief bez.vnw. 3de
pers. enk.
met als bezitter filia uit
de vorige
zin, bijg. adj. bij dominant
amicae
4.Maar hun moeders nodigen
Plinia dikwijls bijhen uit.
gen.vr.mv.: niet-reflexief bez.vnw. 3de
pers.mv. met als bezitter amicae uit vorige zin, bijg. adj. bij dominant matres
5.Want iedereen ziet Plinia
graag, maar niemand houdt van haar vader.
Gen.vr.enk.: niet-reflexief bez.vnw. 3de
pers.enk. met als bezitter Pliniam uit eerste deel van de zin, bijg. adj. bij
dominant patrem
6.Ook Herman en zijn broers
zijn bang van Quintus Plinius.
Gen.m.enk.: niet-reflexief (want zelf deel van
het ond.) bez.vnw. 3de pers.enk. met als bezitter Arminius, bijg.
adj. bij dominant fratres
7.Zelfs hun vader en hun
moeder zijn bang voor zijn woede.
Eorum: gen.m.mv.:
niet-reflexief bez.vnw. 3de pers.mv. met als bezitter ond. vorige
zin (Arminius quoque et fratres
ejus), bijg. adj. bij dominant pater
materque
Ejus:
gen.m.enk.: niet-reflex.bez.vnw.3e pers.enk. met als bezitter Quintum Plinium uit
vorige zin, bijg.adj. bij iram
8.Quintus Plinius scheldt
immers dikwijls zijn slaven uit.
Acc.m.mv.: reflexief bez.vnw. 3de
pers. mv. met als bezitter het ond. Plinius, bijg. adj. bij dominant servos
(acc.m.mv.)
9.Nooit looft hun meester hen.
Acc.m.mv.: niet-reflexief bez.vnw. 3de
pers.mv. met als bezitter servos uit de vorige zin, bijg. adj. bij dominant dominus
10.De slaven houden niet van
hun meester en zijn vrouw.
Suum: Acc.m.enk.:
reflexief bez.vnw. 3de pers. enk. met als bezitter ond. servi,
bijg. adj. bij dominant dominum (acc.m.enk.)
Ejus:
gen.m.enk.: niet-reflex.bez.vnw. 3de pers.enk. met als bezitter dominum
(LV dat al vermeld is in de zin), bijg.adj. bij dominant uxorem
10.5e
1.Zijn/Haar vader vertelt aan ons weinig over haar.
(bez.vnw. deel van het
onderwerp, dus altijd niet-reflex.!!)
2.Hun vrienden bevallen mij
allerminst.
3.Ze geven alles aan hen en ze
bewaren niets voor zichzelf.
4.Hun meesteres roept hen bij
zich.
5.Mijn dochter nodigt haar
vriendinnen en hun moeders uit naar een avondmaal.
6.Jullie dokter wacht op
jullie in zijn kamer.
7.Hij vertelt aan ons veel
over zichzelf en over zijn familie.
8.De meester haast zich met
ons naar zijn/haar kamertje.
9.Hun vriend verschijnt nooit.
10.Waarom maakt zijn/haar
meester hem/haar niet alles bekend?
10.5 g
1.Plinius roept alle slaven
bij zich.
Acc.m.mv.: reflexief bez.vnw.3de pers.mv. met
als bezitter Plinius en als dominant servos
2.Herman en zijn zus gaan
dadelijk naar de meester.
Gen.m.enk.: niet- reflexief bez.vnw.3de
pers.enk. met als bezitter Arminius (ook deel
van het ond.) en als dominant soror
3.De meester vertelt aan hen
over de vlucht van hun vriend.
Gen.m.mv.: niet- reflexief bez.vnw.3de
pers.mv. met als bezitter Arminius et soror ejus
en als dominant amici
4.Ook over de diefstal van
zijn goud ondervraagt hij lange tijd zijn slaven.
Gen.o.enk. +acc.m.mv.: reflexief bez.vnw.3de pers.enk.+mv.
met als bezitter hij of de meester en als dominant auri (gen.o.enk.) en
servos (acc.m.mv.)
5.Ewald is heel erg verdacht
door zijn vlucht.
Abl.vr.enk.: reflexief bez.vnw.3de pers.enk. met
als bezitter Evaldus en als dominant fuga
6.Ook voor Olbius staat zijn
schuld vast.
7.Herman durft aan de meester
niets bekend te maken, maar is medeplichtig aan de diefstal door zijn stilte.
1. verwijzend voornaamwoord eam rosam, ejus rosae (die roos, van die roos) --> voornaamwoord is bijvoeglijk bij dominant en komt ermee overeen in naamval, geslacht en getal
2. niet-reflexief persoonlijk voornaamwoord van de derde persoon (enk. of mv.) eum (hem) eam (haar) ei (aan hem/haar) --> voornaamwoord staat zelfstandig, er is geen dominant
3. niet-reflexief bezittelijk voornaamwoord van de derde persoon (enk. of mv.) de genitiefvormen van is: ejus aurum, eorum aurum en earum aurum (zijn goud, haar goud, hun goud) --> voornaamwoord heeft dominant, maar komt er niet mee overeen in naamval, geslacht en getal
se
reflexief persoonlijk voornaamwoord derde persoon (zelfstandig) --> verwijst naar het onderwerp
suum
reflexief bezittelijk voornaamwoord, maar opgelet: in vorm komt het overeen met zijn dominant (naamval, geslacht en getal), maar voor de vertaling moet je kijken of het onderwerp (reflexief): mannelijk of vrouwelijk + enkelvoud of meervoud is!
bv. Lucia suum patrem videt. = Lucia ziet HAAR vader. (hoewel suum acc.M.enk. is)
Het is tijd om te beginnen herhalen en te studeren dit weekend... Al een studeerplanning gemaakt? Hoe ga je zorgen dat je alles twee keer minstens leert? Begin vóór de herhalingsweek al met herhalen, oefeningen te hermaken of de theorie te schematiseren! Het werkt echt! Plus dan kan je je vragen op tijd stellen aan de leerkrachten. Als ik kan helpen, laat het mij weten!