Het eerste deel van het examen staat op 130 punten.
A. 20 punten staan op de woordjes
(10 van die punten bestaan uit 10 woordjes die ik op de gewone manier van iedere dag opvraag, de andere 10 punten zijn andere woordjesvragen, bijvoorbeeld: tot welke klasse hoort een woordje? geef de aanvullende gegevens van de woordjes (= de tweede en de derde kolom), wat is het model van een werkwoord? amare, monere, audire, ire of esse? geef het noemwoord van een bepaalde vorm van een woord. Welk Latijns woord herken je in de Nederlandse woordjes bijv. murus --> muur)
B. 20 punten theorie
C. 90 punten oefeningen
Let goed op: voor die oefeningen moet je natuurlijk ook de theorie en de woordjes kennen! Zorg dat je weet wat er gevraagd wordt als de dominant van een woord gevraagd wordt, of het noemwoord of het genus of ... (alle andere moeilijke nieuwe termen die je leerde).
Nog belangrijke tips voor het examen:
- Schrijf niet te groot (anders heb je geen plaats genoeg en wordt het hele examen een boeltje). - Als je iets niet weet, laat het over. Verlies niet teveel tijd aan één vraag (anders kan je misschien vragen die je wel weet niet meer invullen omdat je tijd tekort hebt). - Herlees alles goed zodat je geen domme foutjes maakt!
1. Stel je vragen bij het vragenblokje (2 hieronder).
2. Verbeter alles op tijd tegen maandag.
3. Maandag dien je het toetsen- en huistakenmapje in. Belangrijk is dat je misschien fotokopies maakt van je huistaken... Of dat je je fouten opschrijft op een apart blad. Want hoe kan je anders die oefeningen hermaken voor het examen? Huistaakoefeningen zijn meestal wel belangrijke oefeningen...
4. Steun elkaar in de stresserige examenperiode. Toonde iemand bijvoorbeeld aan Joyce hun blokschema?
5. Joyce, ik kreeg je laatste huistaak nog niet... (Die oplossingen staan dus nog niet op de site.)
6. Bereid de tekst van 5.5 wat voor in het weekend (HB p.70). Je moet het niet opschrijven per se, maar gewoon al eens in je hoofd proberen te vertalen en kijken of je alle woordjes wel kent.
7. We moeten volgende week nog tot HB p.76 geraken... Dus we zullen goed moeten doordoen, maar het lukt ons wel!
8. Houd je Latijn goed bij, zorg dat je niet de dag voor het examen alles nog moet beginnen leren!!!!!!
Ik plaats hier de vertalingen nog van de laatste 3 huistaken:
4.4 f Ik woon daar, maar waar wonen jullie? Linus heeft niets, maar weet veel. De meester en de meesteres voelen overal gevaren. Als de moeder een slavin is, zijn de zonen ook slaven. We vrezen nooit. Je verbiedt me weg te gaan. Ik ga toch weg. Marcus moet thuis blijven, maar wij kunnen weggaan. Slaven horen veel, maar vertellen niets. Jullie allen moeten goed luisteren. Lucia en Marcus maken het goed/zijn gezond.
4.5 c Hij vertelt niets aan jullie. Verwachten jullie me? We waarschuwen jullie. Ze geven niets aan jou. Ik ga nu weg. Ze vrezen ons. Jullie luisteren wel goed. Jij bent ook klein. Ik bemin jou. Hij geeft (aan) mij een teken. Ook wij keren terug. We zien jullie. We moeten jullie niets. Hoor je me? Ook wij zijn aanwezig.
5.3 Oefeningen bij het NWD van het gezegde en het bijg.adj. B
5. Hij geeft mij goede raad.
bonum: bijg.adj. bij dominant consilium consilium: LV bij dat mihi: MV dat: pv
6. Mijn goud is goed verborgen.
aurum: onderwerp bij latet meum: bezittelijk voornaamwoord bij dominant aurum (of bijgesteld adjectief)
7. We beminnen de meesteres, omdat ze vriendelijk is.
dominam: LV bij amamus (Wie beminnen we?) Kijk eerst wat het onderwerp in je zin in! Vertaal het werkwoord en stel je de vraag of je in het Nederlands nog een LV verwacht. We beminnen/houden van ... er komt hier altijd nog iets na!
humana: NWD van gezegde bij est (ond.+KWW)
8. Lucia is gelukkig, want ze heeft vele vriendinnen.
felix: NWD van gezegde bij Lucia (ond.) en est (KWW) multas: bijgesteld adjectief bij dominant amicas amicas: LV bij habet
9. Mijn goud is thuis niet veilig.
Hier moet je vertalen om te weten of aurum onderwerp of LV is! aurum: onderwerp bij est. meum: bez.vnw. bij dominant aurum domi: BWB van plaats (waar? thuis) tutum: NWD van gezegde bij aurum meum (ond.) + est (KWW)
10. Mijn vreugde is groot, want Lucia bemint me.
magnum: NWD van gezegde bij gaudium meum (ond.) + est (KWW) me: LV bij amat
11. Romeinse tempels zijn hoog en mooi.
pulchra: NWD van gezegde bij templa Romana (ond.) + sunt (KWW)
12. Lucia bezit noch goud noch zilver noch andere bezittingen.
Vragen kan je hier kwijt, dan staan ze niet overal verspreid bij de verschillende blokjes (bij de reacties).
Oh ja, helpt iemand Lowie Duyvejonck? Hij raakt een beetje achter omdat hij niets kan openen van op de site... Kan iemand dingen voor hem afdrukken of zoiets? Of hem helpen om toch op de blogsite te geraken?
Onthoud goed dat naast de woordjes, je ook zo nu en dan de theorie vlug moet herhalen 's avonds.
Vijf minuutjes lezen kan al voldoende zijn om de leerstof in je langetermijngeheugen te krijgen!
Veel succes in ieder geval met de toets morgen en ook met het leren voor de aankomende examens!
TWAALF STEMPELS! Er is dus weer goede hoop... Wie weet halen we het nog dit semester! Er zijn nog twee woordjesoverhoringen: morgen en donderdag... (telkens op tien punten) Toi toi toi!
Heel belangrijk detail : ik telde de fouten in de tweede kolom deze keer niet mee, maar die moet je wel verbeteren!
Helpen jullie hen met opvragen of met hulp aanbieden of ... ?
Trouwens: Ik heb nog enkele punten tekort in mijn puntenboekje voor de huistaken. Zijn die nog niet ingediend? Alex: huistaak 6+7 Lowie: huistaak 3+4 Joyce: huistaak 4
Dit zijn heel belangrijke oefeningen om de theorie in het handboek p.57+67 te begrijpen. Je mag die bladzijden wil bij je nemen bij het maken/verbeteren van de oefeningen. Diegene die het niet vanavond doen, krijgen morgen in de les nog tijd (maar zullen dan minder oefeningen wellicht kunnen maken...).
Succes!
1. - andere naamval, geslacht en getal - vorm/uitgang - nom.m.mv. - onderstreep '(de)...-en' in een kleurtje - Velen houden van rozen. - de armen de goeden de dwazen de gelukkigen
2. ander geslacht! - uitgang/vorm - acc.onz.mv. - onderstreep 'dingen' in een kleurtje - Linus vertelt nieuwe dingen/nieuwigheden. - kleine dingen kleinheden oude dingen antiek alle dingen alles dwaze dingen dwaasheden
5.4 A. 1. - KWW - gezegde - NWD van gezegde - Centiem - onderwerp
2. Aurelia Morosa is een dwaas meisje. - nom. - ond. - KWW - NWD van gezegde - nom. - dezelfde ond. Naast de laatste zin zet je een uitroepteken!
B. 1. - Marseille is een stad - nom. ond. - nom. NWD van gezegde (onderstreep in kleur het woord 'naamval') ond. - vr. oz. (onderstreep in kleur het woord 'substantief') geslacht
2. - Aurelia Morosa is dwaas. - NWD van gezegde - Ond. - nom. - NWD van gezegde (of gewoon gezegde) is bij ond.'Aurelia Morosa' en KWW 'est' - het neemt naamval, geslacht en getal over van ond. + het gaat over Aurelia Morosa - geslacht en getal ond.
3. Rozen zijn mooie geschenken - NWD van gezegde -nom. -bijgesteld dona
Zet naast het besluit-kadertje ook twee grote uitroeptekens in kleur!