9.5 a
1. dat.m.enk.:
aan die slaaf
Acc.vr.mv.: die poorten
Nom./acc.o.enk.: dat bevel/rijk
Acc.m.enk.: die rivier
Abl.m.enk.: op die manier
Gen.vr.enk.: van die overwinning
Nom./acc.o.mv.: die hoofdstukken/hoofden
2. abl.o.mv.: door/met dezelfde woorden
Acc.vr.enk.: dezelfde deur
Dat.m.enk.: aan/voor dezelfde jongen
Gen.o.enk.: van hetzelfde geneesmiddel
Gen.m.mv.: van dezelfde vrienden
3. dat.m.enk.: aan/voor god zelf
Gen.m.enk.: van de vriend zelf
Acc.m.enk.: de vader zelf
Acc.vr.mv.: de vrouwen zelf
Nom./acc.o.mv.: de voorbeelden zelf
Acc.m.mv.: de mensen zelf
03-03-2009 om 20:40
geschreven door R.Carels 
|