Christiane zet me vanmorgen af in Le Menoux.
Na enkele honderden meters over de steenweg daal ik naar rechts af
om over de oever van de rivier, de Creuse, te lopen.
Ik heb voor deze mogelijkheid gekozen omdat ik geen kilometers
over de drukke D48 wil lopen. Ik stap verder langs de rivier tot aan
de stuwdam "de la Roche Bat l'Aigle" die in 1905, als eerste, gebouwd
werd op de Creuse. Vandaar wordt het een fantastische trip omhoog.
Eerst 30 m omhoog klimmen om daarna terug af te dalen naar
een bergriviertje dat in de Creuse zal uitmonden. Om dan terug te
stijgen, samen met het bergriviertje links van mij. Het wandelpad
of liever klauterweg, want het is klauteren van de ene boomwortel
naar de andere, stijgt wel veel sneller dan het riviertje. Waardoor
het riviertje al gauw vijftien tot twintig meter lager komt te liggen,
enkele meters naast het wandelpad.
Ik moet er mezelf enkele keren aan herinneren om géén risico's
te nemen. Dan draait het pad een beetje weg van 't riviertje en
wordt het een stijgende tunnel onder groen. Om uiteindelijk
boven op het plateau in Chatillon uit te komen. Van daar over
straten verder naar Gargilesse, waar ik op het "Office du Tourisme"
een stempel vraag.
In het gehucht "Les Chérons" moet ik schuilen voor een regenbui.
Wanneer ik in Cuzion, drie kwartier later, aan het eten ben,
een tweede regenbui. En juist voorbij de "Pont des Piles",
een brug over de Creuse moet ik een derde keer gaan schuilen
voor alweer een fikse bui.
Op weg naar Eguzon, word ik voorbij gefietst door vier jongeren,
Belgen, want ééntje heeft de Belgische vlag mee. Een ander,
uit Hasselt, blijft naast mij fietsen en wil van alles weten over
mijn tocht, waar ik slaap, hoeveel km per dag, enz
In Eguzon aan de kerk hebben de jongens een tussenstop
genomen. Ik vraag of ik een foto mag nemen, maar ik wil
eerst naar het bureau van Toerisme voor een stempel.
Als de jongens de stempel zien gaan ze er eerst ook een halen.
Daarna poseren (v.l.n.r. op de foto) Joseph (Rixensart),
Maximilien (Namur), Michaël (Hasselt) en Grégoire (Geldenaken)
voor een foto.
Michaël en Joseph fietsen tot Biarritz voorbij Bayonne en keren
dan terug naar huis. Maximilien en Grégoire fietsen nog verder naar
Compostela en keren op 2 augustus met het vliegtuig terug
naar België.
Dag jongens, nog een goede reis
Dag opa Willy, zegt er ééntje, nog een fijne tocht.
Ik verder via stijgen en dalen en weer stijgen naar de kerk van
Crozant.
Daar staat Christiane mij op te wachten.
De camping ligt nog 300m verder.
Maandag 7 juli 2014 - Yvernaud - Le Menoux (moulin Lasnier) 22,2 Km
Met de camping van Argenton-sur-Creuse hebben we zo'n beetje
voor een tussenoplossing gekozen. Niet op het einde van een dagetappe,
maar tussen begin- en eindpunt. Afspraak: Christiane voert mij naar
het beginpunt in Yvernaud. En ik zorg dat ik terug op de camping
in Argenton kan geraken.
Ik start in Yvernaud om 9u15. Er zijn nog wat wolken, maar zeker
geen dreigende regenwolken. Ik voel duidelijk dat het gisteren
een rustdag was. Méér dan 10 km gestapt in twee uur. Ik ben langs
de domeinen van drie kastelen gestapt. Eérst kasteel "de la Chaise
Saint-Eloi" dat nu een museum is. Dan het kasteel van Mazières, dat mooi gerestaureerd is en waar je recepties en seminaries kunt
reserveren. En dan het ommuurde kasteel van Sallerons.
Ik stap verder over en onder de toegangswegen naar Argenton.
Om via het voorliggend stadje, Saint-Marcel, dat al in 1456 genoemd
werd als liggend op de weg van Vézelay naar Santiago.
Rond 11u45 passeer ik op 300 m van de camping om zo verder naar
het centrum van Argenton te gaan.
Aan de kerk in Argenton is er een muzikant die een Elvis-pose
aanneemt, als hij ziet dat ik hem op de gevoelige plaat wil
vastleggen.
Dan verder naar Le Menoux. Via het kerkplein raak ik terug op de D48.
Hopend dat hier een bus passeert richting Argenton.
De eerste waar ik het aan vraag is een stukadoor, die de buitengevel
van een woning aan het pleisteren is. Hij weet het niet.
Enkele huizen verder is een man in zijn bloementuintje aan het
snoeien. Ik stel hem de vraag, maar hij zegt onmiddellijk
dat hij geen Frans spreekt, maar Engels.
Ok! Dan maar in het Engels gevraagd of hier een bus passeert.
Hij weet het ook niet en vraagt waar ik naartoe wil.
Naar het station in Argenton, zeg ik hem.
Wil je dat ik je naar het station voer met mijn wagen,
stelt de man voor.
Dit moet je mij geen twee keer vragen.
Als je dat wil, ja graag. En enkele seconden later rijdt hij zijn
blauwe VW-golf uit de garage. Ik mag instappen aan de
linkerkant want het stuur staat rechts!
De man noemt Bill en woont al vijf jaar samen met zijn vrouw
in Frankrijk. Hij is gepensionneerd op 56 jaar. Van Compostela
weet hij dat het in het Westen van Spanje ligt.
Hij kent de stad Argenton zeer goed en weet waar het station is.
Moet je aan het station zijn, vraagt hij. Ik zeg dat ik op de
camping moet zijn omdat mijn vrouw me daar opwacht in de
mobilhome. De camping weet hij niet maar ik loodst hem
er naartoe. Het is niet zo moeilijk, op een Y-splitsing aan het
station nog 300 m naar links.
Hij zet me af aan de ingang van de straat waar de camping ligt.
Ik bedank de man heel vriendelijk en neem afscheid.
De man op het pleintje voor het stadhuis van Charost, had
het voorspeld donderdagmorgen: zondag gaat het de ganse
dag regenen
Zijn voorspelling zou wel eens kunnen uitkomen
Het regent dat het giet, pijpestelen, oude wijven
Bij het ontbijt neem ik de beslissing om vandaag niet te stappen,
wegens het barslechte weer.
Na het eten rijden we naar de camping van Gargilesse, deze
was voorzien in onze planning.
De camping ligt op de oever
van de Creuse, een rivier waarvan het debiet vrij snel kan
stijgen. Dat staat zo op de waarschuwingsborden te lezen!
Na een koffietje beslissen we om deze overnachtingsplaats
te schrappen wegens "te gevaarlijk" en naar Argenton-sur-Creuse te rijden, dat 10 km terug ligt op de weg
waar we vandaan komen.
En het blijft maar regenen
Na een tussenstop op een camperplaats zonder water,
elektriciteit of losplaatsen bereiken we de camping van
Argenton-sur-Creuse. Deze is hoger gelegen en dus
bruikbaar voor één overnachting. Nee, het zullen twee
overnachtingen worden want de etappes van morgen
en overmorgen ga ik een beetje aanpassen om terug op schema
te geraken.
Vandaag wordt géén extra rustdag, maar de voorziene rustdag
van dinsdag in Crozant wordt twee dagen vooruit geschoven.
Morgen: Yvernaud - Le Menoux (moulin Lasnier) 22,2 Km
Zaterdag 5 juli 2014 - Châteauroux - Yvernaud 24,5 Km
Ik vertrek vanaf de camping onder dreigende wolken. Nu ja, ze hebben drie
dagen regen voorspeld.
Maar goed, ik op weg naar het centrum van
Chateauroux, nog 1,5 km verder.
Een mooie stad waar het markt is vandaag. Ik wandel over het parktplein
richting station. De toeristische dienst ligt tegenover het station.
Dan moet ik de brug over de spoorweg over om de stad uit te komen.
Ik volg de Avenue Verdun over een afstand van meer dan 2 km
tot aan een zoning met verschillende winkels en magazijnen.
Reeds van bij het vertrek vanmorgen tot hier aan de voetgangerstunnel
onder de rondweg zuid van Chateauroux (aan de zoning) is er om
de 80 à
100 m een bronzen schelp geplaatst op de grond om de pelgrims
de weg te wijzen. Deze schelpen zijn het embleem van "de Voie de
Vézelay". Ze werden in 2007 geplaatst door de stad Chateauroux
op initiatief van de "Amis et Pèlerins de Saint-Jacques de la voie
de Vézelay".
Het blijft voorlopig nog droog maar ik raak niet vooruit. Ik denk dat
de regen van gisteren nog in mijn knoken zit.
Ondertussen heb ik
van mijn oudste zus een berichtje gekregen dat onze pa onze tocht
op de voet volgt.
De zon komt erdoor en mijn snelheid loopt op.
Ik wandel nu meer dan 6 km door het bos van Chateauroux,
op rechte paden, van de rotonde Bertrand naar de rotonde des Druides.
En zo verder naar Velles, waar Christiane voor de kerk staat te wachten.
Maar mijn etappe zit er nog niet op voor vandaag. Eventjes dag
zeggen en dan verder naar Yvernaud, tussen velden en langs
enkele vijvers.
Aangezien Yvernaud slechts een gehucht is met enkele huizen
en er geen parking is om onze mobilhome voor één nacht
te plaatsen bel ik Christiane om me te komen halen.
We overnachten in Velles.
Vrijdag 4 juli 2014 - Thizay - Châteauroux 24,9 Km
Er is voor vandaag regen voorspeld. Het regent al als we wakker worden.
Ik vertrek vóór 9u00 en dan is er een korte onderbreking wat de regen betreft.
Maar niet voor lang. De druppels vormen belletjes op de plassen.
Maar de lucht die ik inadem is zo puur.
Ai, ik ben mijn fototoestel vergeten, dus geen foto's van deze etappe. Jammer!
Het eerste dorpje waar ik vandaag doorstap is Sainte-Fauste. Het ligt er zo vredig
bij alsof iedereen nog slaapt.
De kinderen in deze regio (of in heel Frankrijk) hebben vandaag
hun laatste schooldag. Vanaf morgen is het vakantie tot 2 september.
Als ik aan het kasteel van Diors passeer ben ik doornat, en het blijft maar regenen.
In Fourches is de mairie open
En dan nog 10 km tot Déols, door de velden, zonder beschutting.
Op 2 km van Déols stopt het met regenen.
Als ik in de laatste rechte lijn naar het centrum zit, word ik aangesproken door
een man, een vijftiger. Bent U pelgrim, vraagt hij en komt de straat overgestoken.
Hij geeft mij een stevige handdruk: Ik krijg niet alle dagen de kans om een pelgrim
de hand te schudden, zegt hij. Het is echt gemeend.
Hij moet het hele verhaal weten en ik vertel hem dan ook alles.
Als afscheid wenst hij me veel moed en sterkte.
Dit raakt me, wildvreemd en toch,
In het gemeentehuis van Déols zegt de bediende dat ik een stempel moet
halen op de toeristische dienst.
En dan verder naar de camping die vlak aan de rivier de Indre ligt.
De centra van Déols en Châteauroux liggen slechts 2,5 km van mekaar.
Nadat we gegeten hebben gaan we de afwas doen in de afwasbakken van de
camping die slechts 30 m van onze mobilhome verwijderd zijn. Maar als
de afwas bijna gedaan is worden we verrast door een regenbui die meer dan
een half uur duurt. Wij staan weliswaar droog onder een afdak. Maar een half
uur wachten tot het voorbij is, dat kan lang duren.
Weersvoorspelling: vandaag 31° - snikheet
Ik ben, naar mijn normen, al vroeg de baan op.
Vóór 8u30 al aan het stappen.
Maar het zal nodig zijn want ik voel de hitte al in mijn nek.
Na 2,5 km ben ik al in St-Georges-sur-Arnon (Arnon is een rivier).
Het gemeentehuis is nog niet open en ik ga niet wachten.
Na driehonderd meters verlaat ik de asfaltweg en de huizen waar nog wat
schaduw is en trek ik tussen de graan- en zonnebloemvelden door.
Negen kilometers lang onder een zon die met het uur een grotere hitte
uitstraalt.
Wanneer ik het industrieterrein van Issoudun oversteek, waar het centrum
van Pepsi gevestigd is, kan ik eindelijk wat schaduw vinden onder de jonge
boompjes die op de parkings van de bedrijven staan.
Het is bijna 11u30. Ik heb regelmatig gedronken, maar het wordt tijd dat
ik ga eten want de kracht vermindert.
Maar eerst naar de kerk of gemeente
voor een stempel.
Ik ga de kerk binnen. Er zit een man die de wacht doet. Ik kijk even rond
en vraag dan aan de man of ik een stempel kan krijgen. Jazeker, en terwijl
we naar de sacristie wandelen vertel ik hem mijn verhaal.
In de sacristie zoekt de man tevergeefs achter de stempel van de kerk.
Hij vindt wel een rechthoekig stempeltje waar het woord ISSOUDUN op staat.
De man vraagt of hij daar een afdruk mag mee zetten?
Ik ben een beetje ontgoocheld en vraag of ze op de toeristische dienst,
vlak naast de kerk een stempel hebben. Neen, zegt de man. Hij zet
een afdruk van deze stempel in mijn boekje. Hij begrijpt blijkbaar
mijn ontgoocheling en neemt mij mee naar de linker zijbeuk.
Halverwege de kerk opent hij een deur waar "onthaal" op staat.
Wij gaan er naar binnen en de man zet zich achter de bureau.
Hij opent zoekend een paar schuiven en dan, triomfantelijk,
toont hij me de stempel van de parochie Saint-Cyr. Ik krijg van deze stempel
ook een afdruk. Ik bedank de man voor de inspanning.
Nu eerst eten en dan nog 9 km tot Thizay. Dit deel van het traject valt mee
omdat ik regelmatig onder bomen loop die schaduw bieden.
Nog 3 km
langs velden en daar zie ik de eerste huizen van Thizay al staan.
Christiane staat op het kerkplein, onder de bomen. Schaduw!
Ik vertrek vanaf de camping in Bourges, volg Boulevard de l'Industrie tot op
de kruising met de boulevard die van de kathedraal komt en ik zit op
het traject van vandaag.
Na 5 km een bord dat vermeld dat deze weg "een historische weg" is van
Namur (bij ons in België) naar Ostabat (in het zuiden van Frankrijk).
Nog 1 km verder staat er een betonnen paaltje naast de weg. Op het eerste
gezicht niets ongewoon. Maar als ik nader, zie ik dat er op de bovenkant
een koperen plaat is in verwerkt. Het blijkt het merkteken te zijn van
"La méridienne verte". De meridiaan die denkbeeldig getrokken is vanuit
Parijs naar het noorden en het zuiden, van Dunkerque naar Barcelona.
Dit is een project van architect Paul Chemetov, gerealiseerd
ter gelegenheid van de ceremonies van het jaar 2000.
Ik loop veel over asfaltwegen en de zon brandt. Probeer zoveel mogelijk
de schaduw van bomen en huizen op te zoeken maar dat lukt niet altijd.
In la-Chapelle-Saint-Ursin is het gemeentehuis open en krijg ik een stempel. Mooi!
Dan verder asfalt, een industrieterrein over, een nieuwe wijk in Morthomiers,
om dan 2 km door het bos te lopen.
Dan door Villeneuve-sur-Cher (Cher is een rivier) waar ik achter de kerk,
in de schaduw, mijn boterham opeet.
Van hier tot Charost, nog 10 km, volledig over asfaltwegen, drukke wegen,
dus ook opletten voor het opkomend verkeer.
In Charost heeft Christiane de mobilhome geparkeerd op het pleintje voor
het stadhuis.
Dit pleintje is enkel toegankelijk voor plaatselijk verkeer,
dus het zal hier rustig worden vannacht.
Gisteren was ik al vroeg op de camping en daarmee hebben we gisteren en vandaag
kunnen genieten van het mooie weer hier in Bourges.
In de namiddag trekken we toch naar het centrum.
De kathedraal binnengegaan voor een stil moment. Daarna nog eens rondgekeken
naar de mooie, grote glasramen.
Daarna ga ik naar de stand waar men kaarten, boekjes, e.d. over de kathedraal
verkoopt, in één van de zijbeuken. Christiane heeft zich ondertussen, wat verderop
neergezet op een bank.
Er staan twee vrouwen achter de balie, een jonge en een oudere, zowat onze
leeftijd.
De oudere vrouw ziet mij vanop afstand afkomen en fluistert al lachend
iets tegen de jongere, die waarschijnlijk in opleiding is.
Ik kom aan de balie en de oudere vrouw zegt: "Goeiendag meneer, zegt u het maar!"
met de bedoeling dat ik voor de jongere vrouw mijn volledige vraag moet stellen.
"Ik ben pelgrim en op weg naar Compostela. Mag ik a.u.b. van u een stempel
in mijn stempelboekje?" vraag ik dan.
De oudere vrouw neemt mijn boekje en toont het uitvoerig aan de jongere en
geeft de volledige uitleg van wat er dan moet gebeuren.
Na de uitleg neemt de jongere vrouw de stempel en zet een afdruk. Oei! De stempel
staat ondersteboven in mijn boekje.
De jonge vrouw is er van onder de indruk,
maar ik zeg dat het niet erg is en vraag om de datum dan ook ondersteboven te zetten.
Als dat gebeurd is blijft de oudere vrouw toch aandringen om ook een stempel
in de goede richting te mogen zetten. Ik geef uiteindelijk toe.
De jongere vrouw moet ook nu de stempel zetten.
Haar lachje verraadt haar zenuwachtigheid.
Ah, da's mooi, de datum er nog bij en ik dank de dames voor hun werk.
Wij kuieren nog wat door de stad en gaan daarna iets eten.
Ik ben waarschijnlijk één van de weinige pelgrims die twéé stempels
van de kathedraal van Bourges in zijn boekje heeft staan!
Wij vertrekken gelijk aan de kerk van Brécy. Maar vooraleer ik aan de bakker ben,
50 m verder, is Christiane al uit mijn gezichtsveld verdwenen.
Ik ga aan de
overkant van de plaats nog binnen bij Claudette voor een stempel.
Claudette heeft niet alleen een restaurant maar ook café, dagbladhandel,
tabak verkoop, loterij verkoop, een postfiliaal en de bank.
Dan op weg naar Sainte-Solange. Zes kilometers over asfalt en de zon
is al vroeg van de partij.
Voor ik dit dorp binnenstap is er rechts van de weg een kleine rustplaats
voor pelgrims. Er staat een tafel en een twee bankjes onder twee bomen die
voor een wijngaard staan. De eigenares van deze wijngaard schrijft in
een brief, die op de boom hangt, dat haar grootvader in 1945 deze wijngaard
heeft aangeplant. En dat er vroeger meerdere wijngaarden waren tussen
hier en Sainte-Solange. Maar nu zijn er enkel graanvelden
Ik stap verder langs de weg en daar vind ik in het gras een washandje,
nat, maar proper. Ik raap het op, want het zou van één van de andere
pelgrims kunnen zijn. In de hoop dat ik hen nog terugzie?...
Het is maandag. Het gemeentehuis van Sainte-Solange is open.
Binnen word ik hartelijk ontvangen door een jonge vrouw. Ik vraag beleefd
of ik een stempel kan krijgen. De jonge vrouw neemt mijn boekje en
bladert erin. Zij zegt dat ik al véle stempels heb en dat er schone bij zijn, wijzend naar deze van Nîmes. Als ze de data bij de stempels van
Herne ziet, 26 mei, is ze één en al verwondering. Zijt gij al zolang
onderweg, vraagt ze. Als ik vertel dat ik naar Compostela wil, valt
haar mond nog verder open van verbazing.
Dan krijg ik een stempel, verwondering bij mij, de kleinste stempel
die ik tot nu toe kreeg
Verder naar de kathedraal stap ik over de rivier de Voiselle. Daar ligt
een bootje met de toepasselijke naam "Santiago".
De kathedraal Saint-Etienne, die werelderfgoed is, met zijn twee torens
en zijn vijf portalen en boven het centrale portaal het beroemde
"Laatste Oordeel", in - druk - wek - kend ! ! ! Van al dat moois word ik stil!
Het is 13u30 en de verantwoordelijke komt terug om 14u15.
Ik naar de camping, ongeveer 1 km verder, dus heel dicht bij het centrum.
Het is zondagmorgen. Vers brood? Ik hoop dat het winkeltje aan de kerk
"bij Solange" ook brood verkoopt.
Ik ga naar het centrum, 400 m, maar
alles is zo dood als een Ik draai wat rond op het kerkplein maar er schijnt geen beweging in te komen.
Dan maar terug naar de parkeerplaats. Of toch, een oudere man met een wandelstok
is net de straat opgestapt en gaat om de hoek de luiken voor de vensters
van zijn huis openzetten. Ik vraag hem of de winkel van Solange opengaat vandaag.
Jaja, zegt hij, maar later dan in de week, zo rond 8u00 - 8u30.
Hoe laat is het nu, vraagt hij. 7u40, zeg ik. Verkoopt Solange ook brood,
wil ik weten. Ah ja, zegt hij, alsof het de normaalste zaak van de wereld is.
Ik ken Solange nog niet!
Ik terug naar de mobilhome en zeg tegen Christiane dat ik nog eens moet
terugkeren voor brood. Dus nog eventjes geduld
Rond 8u10 doe ik de trip nog eens over. De winkel is open. Bonjour, en vraag
twee stokbroden. Het brood is nog niet geleverd, zegt Solange. Wordt het
nog geleverd? Ja, binnen tien à vijftien minuten. Het is 8u15.
Mag ik hier wachten, vraag ik. Geen probleem.
Ondertussen doet Solange haar boekhouding van de broden, de kranten,
de tabak (hier in Frankrijk kan je enkel tabak/sigaretten kopen in zulke
winkeltjes die daar een vergunning voor hebben), leest tussendoor in
de krant. Het wordt 8u30..
Ze verkoopt een koffie en enkele krasloten aan een klant die net is
binnengekomen. Dan zet ze de deur naast de toog open want dat is
de toegang tot haar kruidenierswinkeltje. Maar ze verkoopt ook snoep,
jeansbroeken, stylo's, geschenken, Het is 8u45 Geduld is
Er komt nog een klant binnen, duidelijk óók voor brood. Solange zegt
dat de bakker nu wel zal komen. En inderdaad, enkele minuten later
stopt er een renault-kangoo voor de deur en de bakker rijdt de korven
met vers geurend brood de zaak binnen.
Solange wil mij als eerste bedienen en verontschuldigd zich dat ik
zo lang heb moeten wachten. Geen probleem.
Bedankt Solange, het was de moeite waard om te wachten.
Het is 9u45 wanneer ik vertrek.
Het eerste dorp dat ik vandaag tegenkom is Baugy. Ik ben onderweg
al eens moeten gaan schuilen voor een regenbui en in Baugy moet ik
het opnieuw doen. Er is een grote rommelmarkt in dit dorp. Ik loop tussen
de standen door en maak enkele foto's.
Ik ontmoet ook Roland, Gaby en Annick. Zij hebben overnacht in Sévry,
op 2 km van Couy.
Ik stap verder via Villabon naar Brécy, waar we vandaag de nacht doorbrengen.
Rond 19u15 trekken we naar Restaurant "Chez Claudette" om een warme
pelgrimsmaaltijd te nuttigen.
Roze zalm op een bedje van koude patatjes met erwten en garnaaltjes
geserveerd in een Sint-Jacobsschelp - gebraad met champignons - een portie
platte kaas - gebak met vanillesaus - een karaf witte wijn en een karaf water.
Er zit nog iemand in het restaurant die op tocht is, maar niet naar Compostela.
Hervé is op 15 juni in de buurt van Châlons-en-Champagne vertrokken
voor een tocht van 100 dagen in Frankrijk. Hij heeft géén dagplanning maar
volgt de weg van Saint-Jacques naar het zuiden. Hij wil naar Bayonne
en van daaruit de Duitse route in omgekeerde richting. Hij stapt iedere dag
20 à 25 km en ziet dan waar hij uitkomt, soms in een dorp, soms midden tussen
de graanvelden of aan de rand van een bos. Maar hij vertelt mij ook dat hij
al eens 41 km gestapt heeft. Hervé heeft in het verleden al meerdere keren
voor enkele dagen in de bergen gestapt, maar dit is zijn eerste tocht voor
honderd dagen.
Hervé is een vijftiger die werkzaam is bij de Franse post. Hij hoopt in september
nieuws te krijgen omtrent zijn pensioen, volgend jaar.
Na een foto nemen we afscheid, maar misschien zien we elkaar nog de
volgende dagen want Hervé neemt dinsdag ook een rustdag in Bourges.
Zaterdag 28 juni 2014 La Charité-sur-Loire - Couy 20,0 Km
Of je je nu haast of langzaam gaat,
de weg voor je blijft altijd dezelfde
Op de camping in La Charité zijn gisterenavond nog een groot aantal
campingcars (zoals de Fransen een mobilhome noemen) toegekomen.
Maar ook een aantal mensen met een tent, waaronder een koppel
Belgen met twee kinderen.
Er zijn 85 plaatsen beschikbaar op deze camping.
Wij hebben goed geslapen, ondanks de regen en het regent vanmorgen
nog steeds.
Rond 7u30, als ik brood ga halen is het nog wat aan het druppelen.
En rond 9u00 klaart het helemaal op.
Ik vertrek enkele minuten vóór Christiane, zo kan ik op de tweede
brug over de zijarm van de Loire een actiefoto maken.
In het gehucht Les Thureaux staat er een eik die beschermd en
geklasseerd is als een uitzonderlijke boom in Frankrijk.
Saint-Martin des Champs en Sancergues liggen zo dicht bij mekaar
(afstand tussen de dorpskernen is 800 m) dat je bijna niet merkt dat
het twee dorpen zijn.
Voorbij het gemeentebord van Sancergues groet ik een dame
aan de overkant van de straat. Zij vraagt of ik op pelgrimstocht
ben. Ik antwoord ja! Ondanks het drukke verkeer komt de vrouw
de weg over. Zij noemt Marie-Thérèse en zegt dat de
parochiekerk van Sancergues is toegewijd aan Saint-Jacques.
Zij vraagt mij om eens binnen te gaan in de kerk, omdat deze
mooi versierd is met bloemen voor een viering deze namiddag.
En ook dat ik vooral moet letten op het houten beeld van Sint-Jacob
de pelgrim, dat gemaakt is door een oudere inwoonster van de gemeente.
Marie-Thérèse wenst me een goede pelgrimstocht en zegt
"Trouvez que vous cherchez".
Ik ga binnen in de kerk en kan alleen vaststellen hetgeen
Marie-Thérèse heeft verteld.
Verlaat dit dorp en stap tussen hele grote graanvelden door
naar Charentonnay, waar ik een boterham ga eten.
Terwijl ik aan het eten ben, op een zitbank, op het pleintje
voor de kerk, komt Annick voorbij. Annick is de vrouw uit
Normandië die al enkele dagen met Gaby en Roland op stap is en die
blijkbaar niet Saint Germain als einddoel heeft, maar die richting
Bayonne stapt, aan de voet van de Pyreneeën.
Annick heeft vanmorgen haar wandelstok in de refuge van
La Charité vergeten. Ze heeft de sleutel van de refuge in de
brievenbus gestoken en moest tot 9u30 wachten, tot de toeristische
dienst opende. Want die zijn verantwoordelijk voor de refuge.
Ze stapt verder want Roland wacht op haar voorbij Charentonnay.
Na het eten stap ik ook verder en zie, op weg naar Couy, Roland
en Annick enkele honderden meters voor mij wandelen.
Het duurt tot in Couy voor ik hen terugzie. Gaby is daar ook al.
Ik neem afscheid want zij moeten nog overnachting zoeken.
Vrijdag 27 juni 2014 Arbourse - La Charité-sur-Loire 20,6 Km
Voor brood rijden we vanmorgen naar Chateauneuf de Val , 4,5 Km noordwaarts.
En Christiane zet me terug af aan de Mairie van Arbourse. Het is 8u50.
Na enkele honderden meters sta ik hoger dan de kerktoren van Arbourse
en het stijgt nog steeds.
Het bos in om er 3 km verder weer uit te komen.
De gehuchten Mauvrain en Murlin zijn zo vredig stil dat waarschijnlijk
niemand heeft opgemerkt dat ik gepasseerd ben.
Om in Raveau te geraken moet ik nog 4,5 km over een lange, rechte weg,
men noemt deze weg "La Réserve", door het bos. Op de eerste klim kom
ik bij Gaby, die al stappend in gedachten verzonken is, dat ze zich verschiet
als ze mij opmerkt.
Toch een korte babbel en een foto.
Gaby zegt dat Roland niet zo ver voorop loopt. Ik stap verder en op de
top van deze klim zie ik Roland in de verte.
Na ongeveer 300 m dalen is er een weg die La Réserve kruist. Roland
wacht daar op Gaby en eet ondertussen een boterham. Ik neem enkele
foto's en stap verder over La Réserve naar Raveau.
De weg naar La Charité loopt tussen de graanvelden door, enkele honderden
meters langs een autoweg (N7) om er dan onderdoor te gaan.
Verder naar het centrum, dat drie kerken omvat binnen een straal van
vijfhonderd meter.
Ik stap binnen in het gemeentehuis om een stempel te vragen. De bediende
neemt de stempel, maar vooraleer ze een afdruk in mijn boekje zet, zegt ze
dat de stempel van de toeristische dienst mooier is. Ik zeg dat ik dan naar
de toeristische dienst ga, maar die is gesloten tot 14u30.
De camping van La Charité-sur-Loire ligt tussen de Loire (1 ste brug)
en de zijarm van de Loire (2de brug), op een eiland dus.
Ik kom op de camping toe om 14u00.
Rond 17u00 gaan we samen, Christiane en ik, naar het centrum om
op de toeristische dienst een stempel te vragen. Inderdaad, mooi!
Om iets te eten in een restaurantje is het nog wat vroeg.
De eetgelegenheden openen hier maar vanaf 19u00.
Dus dan maar eerst een aperitiefje.
Ik vertrek vanmorgen langs dezelfde weg als ik gisteren het dorp ben
binnengekomen.
Christiane heeft me afgezet op de D151 want ik heb vanmorgen
de afstand camping ---> centrum en terug al te voet afgelegd om vers brood
te halen. In het centrum is het markt vandaag, geen grote, maar toch een
tiental kramen.
Ik ga voorbij de kerk en de wasplaats en zit zo op mijn traject.
Na goed 2 Km, in het bos, staat de "Kapel van Saint Lazare de Varzy",
gebouwd rond 1200 en gerestaureerd tussen 1978 en 1982, was vroeger
omringd door eenvoudige houten gebouwen waar melaatsen uit Varzy
en de naburige dorpen werden afgezonderd en verzorgd.
Na 5 km is er een mogelijkheid om een alternatieve route te nemen,
want de gids volgt de rijwegen D155 tot in Champlemy en dan verder D127.
Ik kies het alternatief, tussen velden en door bossen.
Ik doorkruis
het gehucht Bourras-la-Grange om uit te komen aan Bourras l'Abbaye.
Tijd voor een boterham.
Dan via de lange privé weg van de abdij naar het bos "des Rouesses".
Hier blijf ik meer dan 4 km over lange, rechte bospaden lopen om dan via
enkele velden in het gehucht l'Hopitôt aan te komen.
Twee kilometer verder in Arbourse ligt het eindpunt vandaag.
Wanneer ik rond 18u00 nog een wandelingske ga maken door dit dorpje,
stopt er vlak voor de Mairie een auto, met een vrouw aan het stuur,
naast mij. De vrouw vraagt of ik gebeld heb voor de refuge? (pelgrimsverblijf)
Ik antwoord "neen" maar zeg haar dat ik iemand zoek die mij een stempel
kan bezorgen.
Ik kan dat, zegt zij. Het blijkt de vrouw van de Burgemeester te zijn, die
verantwoordelijk is voor de refuge.
Volg me maar, zegt ze.
En ze rijdt langs de zijkant van het gemeentehuis, waar achteraan
een pelgrimsverblijf is.
Daar tref ik ook Gaby en Roland opnieuw, het koppel dat ik gisteren
aan de kerk van Varzy heb ontmoet.
Het is 6u20! Christiane hoort geritsel op de parking. Paulette is al uit
de veren en komt kijken of wij ook wakker zijn.
Wij volgen ons ochtendritueel
Rond 8u00 beginnen we alles in te pakken en vast te zetten.
Paulette volgt alles van op heel korte afstand. Ze wil niet binnenkomen
en koffie drinkt ze ook niet, dat is slecht voor haar maag.
Christiane wil als eerste vertrekken omdat ze Paulette niet wil omver rijden,
want ze is zo dichtbij, salut Paulette, bedankt voor alles
Als Christiane weg is, kan ik ook vertrekken, op weg naar
St-Germain-des-Bois.
Ik ben nauwelijks 2 km vertrokken
als ik in Le Petit Moutot, in een bocht naar rechts, het bos uitkom.
Wat zie ik daar recht voor mij, een vos, die zijn aandacht gericht heeft
op een prooi die in het korenveld zit.
Ik neem een foto, een tweede kan niet
meer want hij is al weg.
Fantastisch, kippevelmoment, nog nooit een vos
in het wild, van zo dichtbij gezien.
Mijn dag kan niet meer stuk!
St-Germain-des-Bois, nog zo'n rustig dorpje.
In Thurigny bezoek ik de wasplaats en neem een kijkje achter de
wasplaats, waar de rivier de Beuvron voorbij loopt.
Rechts van mij,
30 meter verder staat er een personenwagen in de rivier. Plotseling
zie ik iemand uit de hogergelegen weide komen en in de auto stappen.
Hij komt achterwaarts naar mij toe gereden, het is de boer die zijn
beesten is gaan voederen in de weide, via de rivier.
Ook in Cuncy-les-Varzy lijkt alles rustig.
Wanneer ik de rijweg verlaat om via een zandweg naar boven te klimmen
ga ik voorbij een kruis waar een hoopje stenen voor liggen. Er zit een briefje
tussen met de tekst in 't Frans: "Voor Gaby, 11u00, ik wacht in Varzy, sterkte, Roland"
Wie is wie? Ik zal het misschien nooit weten
Christiane vraagt me om nog een brood mee te brengen vanuit het centrum
van Varzy.
Het bureau voor toerisme is dicht, ik zal moeten terugkomen.
Rond 16u00 trek ik terug naar het centrum, bureau voor toerisme, nog een
foto van de hoofdingang van de kerk.
Daar komen Roland en Gaby uit de kerk. Roland is de man die ik gisterenmorgen
gezien heb met die vermoeide vrouw en gisterenavond met de vrouw uit Normandië.
Gaby is de vermoeide vrouw van gisterenmorgen die er blijkbaar is doorgekomen.
Samen vormen ze hier een "wandelkoppel". Het mysterie van het briefje is opgelost
want Gaby heeft het briefje niet gevonden aangezien ze een alternatieve route
gevolgd is. Zij gaan de nacht doorbrengen in een chambre d'hôtes.
Wij overnachten op de gemeentelijke camping van Varzy.
Vanmorgen zijn we weer op ons gewone uur wakker, 6u30.
Ik ga, na mijn douche, baguettes kopen in het centrum.
Na het eten nog enkele noodzakelijkheden als we op een camping
staan, wc ledigen en water tanken.
En daar zien we Maarten wéér. Hij is klaar om te vertrekken,
rugzak op de schouders maar toch tijd voor een praatje en een foto.
Maarten is deze tocht aan het maken omdat die gepland was
als begeleider van twee jongeren. Maar de jongeren hebben
afgehaakt. En aangezien alles geregeld was met het werk en de
voorbereiding is hij er maar alleen aan begonnen. Hij hoopt
half augustus in Compostela toe te komen want hij moet in
september het werk hervatten. Dag Maarten,
Ik een goed half uur later ook op stap, het is al 9u20.
De mist, na al de regen van gisteren, hangt nog over de velden.
Het mooie uitzicht op Vézelay en de beboste heuvels in
niet merkbaar. Maar verderop in de bossen naar La-Maison-Dieu
begint de zon tussen de bomen door te priemen.
Het zal warm worden vandaag (weersvoorspelling: 28°).
Ik kom voorbij een open plek in het bos waar een vrouw
een rustpauze neemt. Een goeiendag, een korte woordenwisseling
en verder. Nog wat verder passeer ik een koppel, een man
en een vrouw, die blijkbaar nu géén behoefte hebben aan
een babbel omdat de vrouw vermoeid is van de inspanningen
Dan naar Asnois. Drie bruggetjes over, over de 2 armen van
de Yonne en over het kanaal van de Nivernais. Daar is er
een picknickplaats.
In Saligny aan de kapel word ik onmiddellijk voorgesteld
aan Paulette, de buurvrouw van de parkingplaats waar de
mobilhome staat.
Paulette, een kranige tachtiger, heeft
Christiane van bij haar aankomst, de hele dag gezelschap gehouden.
Ze heeft uitgebreid uitleg gegeven over alle inwoners
van dit gehucht, het nodige gedaan om de kapel te openen
(geklasseerd historisch monument uit 1574)
voor bezichtiging en een rondleiding gegeven op de
naburige boerderij.
Enige tijd na mijn aankomst in Saligny komen er twee
mensen voorbij. De vrouw, die ik vanmorgen ontmoet
heb op de open plek in het bos, uit Normandië en die
op weg is naar St-Germain-des-Bois. En de man van het koppel
dat ik ook vanmorgen ontmoet heb. Hij is uit de buurt van
Strasbourg en is "als test" op weg naar Bourges,
waar wij maandag a.s. ook hopen aan te komen
Nog later op de avond, wij hebben al gegeten, stopt er een auto
voor onze mobilhome. Er stappen een man en een vrouw uit.
Het zijn de buren van Paulette. De vrouw biedt aan Christiane
zeven korenaren aan. "Het is vandaag het naamfeest van St-Jean,
ik schenk u deze zeven korenaren, die jullie een jaar vol geluk
mogen brengen". Wij hebben met deze mensen nog een aangename
babbel en dan gaan ze naar huis. Even later komt Paulette nog eens
langs en die heeft voor Christiane bloemen mee. Ze gaat ook
nog frambozen plukken in de tuin van de buren, die deze woning
gekocht hebben als buitenverblijf en er slechts 3 weken per jaar
verblijven.
Wat een aangename verrassingen, Saligny zal nog lang blijven
nazinderen in ons geheugen. Niet alleen Paulette of haar overbuurman,
de andere buren, maar ook de kinderoppas en haar dochter, ze zijn
allemaal even vriendelijk en spontaan.
Ik probeer de verslagen van de laatste dagen op de harde schijf
van mijn pc op te slaan, want door het mistige, regenachtige
weer lukt het mij niet om op internet te geraken.
Het blijft de ganse dag miezeren.
Dan maar winkelen,
Wij naar de Auchan in Avalon.
Daar kunnen we gas tanken, inkopen doen en een paar schoenen
laten herstellen.
Want door het vele vocht begint de lijm te lossen.
Door al deze activiteiten hebben we vandaag Maarten, die ook
een vrije dag heeft genomen,
nog niet gezien en we zitten nochtans
op dezelfde camping.
Zondag 22 juni 2014 - Arcy-sur-Cure - Vézelay 20,8 Km
Ik ga de straat van de camping uit, de brug over de Cure over en ben al op
het traject van vandaag. Nog enkele foto's maken, van de Cure
en van het slot van Chastenay en ik ben op weg naar Saint-Moré, nog
4,5 Km geeft mijn gids aan. Maar het lijken er wel 10. Eérst door het bos,
boven de rotsen en dan langzaam naar beneden om helemaal terug
langs de rotsen te stappen. Daar doemt de kerk van Saint-Moré op.
En wie tref ik daar aan? De jongeren van gisteren. Ze zijn slechts
met zes en ze zijn allemaal uit de buurt van Parijs. Ze wachten op de
twee ontbrekende jongens, die één van de twee auto's die ze meehebben
in Vézelay zijn gaan zetten en met de tweede komen de twee terug naar
Saint-Moré om dan vanavond het omgekeerde te doen en dan na
een mooi week-end terug naar Parijs te reizen.
Ik, verder naar La Jarrie, via een "overbodige klim" zegt de gids, want
je kan ook via de straat. Neen, ik via het bos én de klim.
Dan Les Hérodats, een gehucht, ik heb 4 huizen geteld. Het zullen er
nog wel enkele meer zijn die ik niet zag staan maar na het laatste huis
staat er wel een watertappunt links naast de weg. Is nodig, want mijn
water raakt op. De zon staat hoog, het is snikheet.
Op de weg naar Asquins, dat 2 Km vóór Vézelay ligt, zie ik de basiliek
al voor mij liggen, hoog op de berg en nog een hele afstand verwijderd.
Eérst nog door het centrum van Asquins en dan helemaal naar beneden
in het dal om van daaruit de klim naar de basiliek van Vézelay aan te vatten.
Ik doe ongeveer 40 minuten over de klim van 2 Km om op het plein
voor de basiliek te geraken.
Ga naar binnen, en ook ik kom onder de indruk van de afmetingen
van de voorhal. En dan de basiliek, romaanse bouwkunst, imponeert
op haar manier door de zuiverheid van de stijl. De zon schijnt binnen
langs de nauwe ramen en een man beweegt zich, op blote voeten,
van lichtstraal naar lichtstraal om telkens enkele ogenblikken halt
te houden.
Na een ingetogen moment ga ik terug naar de voorhal om bij de info-
en verkoopstand een stempel te vragen. De vriendelijke mevrouw
achter de balie, die blijkbaar al redelijk wat ervaring heeft met
pelgrims, doorbladert mijn stempelboekje en wijst met haar
rechter wijsvinger naar de stempel van Viroinval: "Jamais vu".
Ik zeg dat het de mooiste stempel is die ik heb. Zonder iets te
zeggen steekt ze dezelfde wijsvinger omhoog en haar ogen gaan
wijd open. Ik voeg er snel aan toe: "Tot nu toe". En dat bevalt haar.
Ze neemt de stempel en zet zorgvuldig een afdruk in mijn boekje.
Inderdaad, de stempel van "Sainte Marie Magdeleine van Vézelay"
is ook mooi en daarmee is mijn tweede dubbelblad gevuld.
Als ik op de camping kom, 1,5 Km van de basiliek, tref ik Christiane,
vele Nerderlandse toeristen en Maarten, die op 1 juni vanuit
Antwerpen vertrokken is voor een tocht naar Compostela.
Het gesprek met Maarten en een Nederlander verplaatst zich
als snel naar de match van de Belgen vanavond
Zaterdag 21 juni 2014 - St-Cyr-les-Colons - Arcy-sur-Cure 21,6 Km
6u30 en wakker worden onder een stralende zon. "La douce France".
Scheren, douchen en dan "baguettes" halen bij de warme bakker op de plaats.
Om 8u45 ben ik op weg naar Cravant, 9,5 Km verder. Bossen en wijnvelden
wisselen mekaar af, de hellingen en de afdalingen ook.
Ik ben nà 11u00 in Cravant, een charmant dorpje aan de samenloop van
de Cure en de Yonne.
Ik kom de stad binnen via de "Poort van Arbault" (14de eeuw)
en ga de rue Arbault omhoog naar het gemeentehuis. Zaterdag, dus
Ik ga voorbij een vakwerkhuis, dat het oudste gebouw van de stad
schijnt te zijn. En zo verder langs de kerk, die in de steigers staat.
Voor een stempel ga ik naar het info-bureau. Voor de vrouw,
die hier sinds gisteren de dienst verzekert, ben ik de eerste pelgrim
bij wie ze een stempel mag plaatsen in het stempelboekje.
Kan blijkbaar moeilijk afscheid nemen van dit mooie, rustige,
nog niet door toeristen overvallen stadje.
Ik verlaat 't via een deel
van de stadsgrachten dat nu "promenade Saint-Jean" heet.
Vooraleer ik de ring rond Cravant oversteek bezoek ik eerst nog
een voormalige overdekte wasplaats. Daar ontmoet ik een groep jongeren,
4 jongens en 4 meisjes, wanneer ik naar het stadsplan sta te kijken.
Ze staan achter mij en één van de jongens vraagt of ik de weg kwijt ben.
Ik zeg "nee" en wijs hem op het plan waar ik naar toe wil.
Ah, wij gaan ook die kant uit, zegt hij. "Le voie de Saint-Jacques".
Ik vertel aan de groep dat ik naar Compostela wil en dat ik al sinds
26 mei op weg ben. De jongen antwoordt dat zij slechts twee dagen
gaan stappen tot Vézelay. Vandaag tot Arcy-sur-Cure. En morgen naar
Vézelay.
Hé, da's toevallig, ik overnacht ook in dezelfde plaats.
Allez, misschien tot straks of tot morgen,
Ik verder naar Accolay. Bij het binnenkomen van dit dorpje herinnert
een kunstwerk in keramiek aan de beroemde pottenbakkers
van destijds
Het is middag en ga een boterhammetje eten in het hokje van de
bushalte naast het kunstwerk.
Een kwartier later komt de groep jongeren voorbij en zij installeren
zich op de picknickplaats iets verderop. Wanneer ik opnieuw vertrek
maak ik nog een foto van de groep en ga verder.
Rond 12u30 als ik voorbij de laatste huizen van Accolay ga zie ik
een vrouwelijke postbode aan het werk. Ze is brieven aan het deponeren
in de batterij brievenbussen die daar staat.
Ben jij vandaag aan het werk, vraag ik. Wij werken zes dagen op zeven,
zegt zij. Als ze weet dat ik uit België moet ze ook weten hoe dat bij ons gaat.
Ik vertel dat in België, op zaterdag, enkel dagbladen worden uitgereikt.
Wij doen ook dagbladen op zaterdag, maar ook gewone briefwisseling,
zegt zij. Nog een foto gemaakt, afscheid nemen, want zij moet nog werken
Ik stap verder naar Bessy en zo naar Arcy. Deze twee dorpen dragen
de bijvermelding "sur-Cure" omdat ze op de oevers van deze rivier liggen.
Maar om bij Christiane op de camping te geraken moet ik eerst een brug
over de Cure oversteken en dan terug naar de camping.
Vrijdag 20 juni 2014 - Collan - St-Cyr-les-Colons 20,0 Km
Ik moet de afdaling van het kerkplein naar het centrum van Collan vandaag niet
doen, want Christiane zet me beneden af.
Onmiddellijk toch weer een stevige klim naar de bovenkant van de wijnvelden
rond Chablis. Maar de wegen waar ik over wandel, tussen de wijnvelden, zijn
allemaal bezaaid met losse, dikke, scherpe keien
De afdaling naar Chablis is niet van de poes.
Ik ga voorbij de camping van Chablis, waar we overnacht hebben,
naar het centrum.
Ik doorkruis de stad via de hoofdstraten en kom opnieuw
in de wijnvelden terecht waar vele arbeiders bezig zijn met de ranken in goede
banen te leiden.
In Courgis vind ik een oude wasplaats, waar een bank in staat en waar ik mijn
boterham kan eten.
Vooraleer ik dorp uitga kan ik ook mijn water nog bijvullen
aan een watertappunt op de hoek van de hoofdstraat (Grande rue).
Om de kapel van Préhy te bereiken moet ik eerst steil naar beneden om
daarna weer opnieuw steil naar boven te klauteren, naar de kapel toe.
Men noemt dit "de kapel van Préhy" maar het is in feite
de Onze-Lieve-Vrouwekerk met een kerkhof ervoor.
Nogmaals tussen de wijnvelden door bereik ik St-Cyr-les-Colons.
Christiane staat helemaal beneden in de vallei. Dus nog eens naar beneden.
Ik zal goed slapen
Donderdag 19 juni 2014 - Flogny-la-Chapelle - Collan 20,0 Km
"Een pelgrim vraagt niet, een pelgrim krijgt "
De nacht was rustig op de parking van de feestzaal aan de eerste kerk van Flogny.
Ik stap vanaf de tweede kerk van Flogny naar het kanaal van Bourgondië, langs
het industrieterrein naar Roffey.
Ik kijk nog even of de Mairie open is. Tevergeefs.
Dan verder naar Bernouil, waar de parochiekerk, een erkend historisch monument,
is toegewijd aan Jacobus de Meerdere. Enkele foto's gemaakt maar noch de kerk,
noch de Mairie zijn open.
Wanneer ik zo'n 300 m voorbij de kerk ben, komt er een auto naast mij rijden.
De man zegt vriendelijk goeiendag en vraagt of ik een eind wil meerijden
richting Vézannes. Ik antwoord "neen" en leg hem uit dat ik op weg ben
naar Compostela en dat ik iedere meter te voet wil afleggen.
Hij noemt mij een moedig man en wenst me nog veel succes met mijn tocht.
In Vézannes aangekomen vind ik een picknicktafel op een schaduwrijk plekje.
Eérst een boterhammetje eten, dan nog water bijtanken.
Maar het watertappunt
werkt niet. Dan maar verder stappen. Het is nog 5,3 km tot Collan.
Net bij 't buitengaan van het centrum van Vézannes komt er een witte renault
voorbij gereden richting Vézannes.
Ik groet ook deze man door mijn hand op
te steken. Ik neem nog een foto van het gemeentebord.
De auto remt en komt
achterwaarts teruggereden.
De man stapt uit, komt naar me toe en vraagt of ik iets nodig heb, water, brood
of nog iets anders. Ik zeg dat ik niets nodig heb, of ja, toch misschien wat water.
Ik leg hem uit dat het watertappunt in Vézannes niet werkte.
Ok, zegt de man, je remonte.
Ik zit inderdaad in een ferme klim en wandel ondertussen nog 30 m verder.
Na enkele minuten komt de witte renault terug de berg opgereden.
Hij stopt aan de kant van de weg, stapt uit en overhandigt mij een fles water,
een half stokbrood en een doosje leverpastei.
Ik ben verwonderd dat de man, Yves is zijn naam, me dat aanbiedt. Ik bedank
hem uitgebreid.
Yves vertelt dan dat hij in Auxerre woont en deze
weg regelmatig afrijdt naar zijn moeder die in Vézannes woont.
't Is trouwens
op aanraden van zijn moeder dat hij brood en leverpastei moest meenemen.
Yves zegt ook nog dat er op de kop van de helling kersenbomen staan die
van hem zijn en dat ik er kersen mag plukken.
Uiteindelijk nemen we afscheid. Terwijl Yves wegrijdt drink ik al van het water
en daarna steek ik al toostend de fles in de lucht!
Yves claxoneert
Niet te geloven!!... Ben ik nu toch nen echte?...
Enkele kersen ga ik toch nog plukken. Ze zijn lekker en goed rijp.
In Collan vertel ik het verhaal aan Christiane. Zij kan 't ook niet geloven
maar ik heb de bewijzen mee.
Voor overnachting rijden we naar de camping van Chablis.