Zaterdag 23 augustus 2014 - Atapuerca - Burgos 21,5 Km
Atapuerca ligt aan het begin van de klim naar de "Matagrande" op 1.078 m. Het klimmen op zich is niet zo steil maar de losse stenen en de stukken
met rotsstenen maken het moeilijk. Boven op het plateau krijgen we
weer mooie panorama's gepresenteerd. En als we wat verder aan de
afdaling beginnen dan zien we in de verte Burgos al liggen en het is
toch nog 20 km.
In Cardeñuela Riopico ga ik een bar / restaurant binnen voor een koffie
en een broodje/kaas/bloedworst. Daar ontmoet ik de zes
Italianen van gisterenavond. Ciao!
Voor ik aan de luchthaven van Burgos kom is er blijkbaar een alternatieve
route linksaf. Maar ik ga rechtdoor, voorafgegaan door één pelgrim, die ik
halverwege de luchthaven passeer.
Dan via Villafria over het industrieterrein, 10 km lang, naar Burgos.
Bij het binnenkomen van de stad, ga ik eerst op een bank nog iets eten.
En dan passeert die ene pelgrim mij opnieuw. Een paar honderd meter
verder ligt hij dan weer op een bank uit te blazen als ik passeer. Ik stap
naar hem toe. Een Italiaan die goed Engels spreeekt. Hij zegt dat hij
vermoeid is, want dat hij al negen dagen aan het stappen is. Als hij hoort
dat ik al véél langer aan het stappen ben, slaat zij zichzelf voor het hoofd
en vraagt hoe dat mogelijk is!... Ik wens hem Buen Camino!
Burgos is een grote, mooie, vernieuwde stad.
Het duurt een tijdje voor
ik de kathedraal in zicht krijg, maar dan OOOHH!!! en AAAHH!!!
FE - NO - ME - NAAL ! ! ... ! ... !
Zoveel torens en torentjes! En zoveel volk op het plein vóór de kathedraal.
Maar er zijn zeker drie bruiloften op de been en allemaal om ter mooist.
Dat is mooi meegenomen.
Ik ga even de kathedraal binnen om de binnenzijde te bekijken. Ook
dat is overweldigend.
Dan in de toeristische dienst van de kathedraal een stempel gehaald.
In de "Officina de Turismo" ga ik info vragen, want we willen gaan winkelen,
maar wij zouden ook gas en diesel moeten tanken en dat is niet zo
vanzelfsprekend hier in Spanje.
De man van dienst spreekt Engels en Frans, heel vriendelijk en duidt mij
op een uitgebreid stadsplan aan waar alles te vinden is. Maar als wij onze
boodschappen gedaan hebben loop ik op de site rond, maar nergens een
tankstation te vinden. Ik vraag aan een Spanjaard met een mobilhome of
hij weet waar ik gas kan tanken. Ik ben ook niet van hier, zegt hij, maar we
gaan het in de autoshop eens vragen. De mensen in de shop leggen het heel
goed uit, in 't Spaans, en de Spanjaard zet het voor ons "in 't Frans" op
papier.
DANKUWEL! Gracias, Adios !
Wij overnachten vandaag op de camperplaats in Burgos.
Vrijdag 22 augustus 2014 - Villambistia - Atapuerca 23,3 Km
Wij hebben leuke herinneringen overgehouden aan de gesprekken
van gisterenavond.
Vóór halfnegen ben ik al aan het stappen.
Villambistia ligt op ongeveer 800 m hoogte en we moeten terug naar
hoger vandaag.
Via Espinosa del camino naar Villafranca Montes de Oca
valt het nog mee. Maar vanaf het centrum van dit laatste dorp is het
stijgend naar een plateau en wéér stijgen. Onderweg loop ik voorbij
een Engelsman die moeite heeft om vooruit te komen. Als ik vraag
of het nog gaat, zegt hij dat alles OK is, maar dat zijn benen vermoeid zijn.
Even voorbij de top, Alto de Valbuena op 1.162 m, kom ik bij de
Australische en het meisje uit de USA van eergisteren. Zij zijn vanmorgen
in Belorado vertrokken en stappen tot Agés. Dit dorp ligt 2,5 km
vóór Atapuerca. Hey girls, Adios,
Op weg naar San Juan de Ortega kom ik bij Serena, de Italiaanse die
Engels spreekt, van gisteren aan tafel. Wij hebben het uiteraard over de
gesprekken tijdens de maaltijd gisterenavond. Serena zegt dat ze het
fantastisch vindt hoe de vertalingen Nederlands-Engels-Italiaans-Spaans
en omgekeerd verlopen zijn. Ze klaagt ook wel een beetje van vermoeidheid
in de benen. Ze stapt vandaag ook tot Atapuerca. Als een Italiaanse vriendin
van Serena ons inhaalt laat ik de beide dames verder in het Italiaans praten
en neem afscheid. Buen camino!
In de kerk van San Juan de Ortega loop ik Manuel tegen het lijf. Hij klaagt
over het weer, omdat het de ganse dag al aan het miezeren is en het
niet warm is. Adios Manuel!
Verder via Agés naar Atapuerco waar Christiane op een parking op me wacht.
Na verfrissing ga ik op zoek naar een bakker en
Daar kom ik een jongeman tegen die me in het Spaans probeert de weg
naar de parochiale albuerge te vragen. Martijn is Nederlander en komt uit
Arnhem. Hij is vertrokken in Pamplona en wil op 32 dagen in Santiago zijn.
Hij is zo vol lof over de opvang, gebedsdienst, eten helpen bereiden,
maaltijd verorberen én de reflexie van de dag in Grañon en Tosantos,
dat hij van geen ophouden weet. Martijn heeft, zowel in Grañon als in
Tosantos in de parochiale albuerge geslapen.
Ik wens hem nog veel succes met zijn camino, dag Martijn!
Wij eten vanavond in een restaurantje in Atapuerca, waar we met tien aan één tafel zitten. Twee Spaanse vrouwen met twee meisjes, één Amerikaan, één Australische en twee Canadezen en wij. De Canadese man en zijn dochter gaan voorop in het gesprek, want ze worden begrepen door iedereen behalve de twee Spaanse vrouwen. Maar die krijgen de vertaling van hun dochters. Het gaat voornamelijk over de camino. Na het eten wil de patron van de zaak dat iedere nationaliteit een liedje komt zingen in zijn eigen taal. Dat zijn dus zes liedjes, want aan een tweede tafel zitten zes Italianen. Hilariteit alom en de Belgen mogen beginnen: "Ik heb de zon zien zakken in de zee..." en als slot een samenzang van de grote hit van Samantha: "Eviva Espagna..."
Internationale folklore, amusement na een dag stappen...
Donderdag 21 augustus 2014 - Grañon - Villambistia 23,2 Km
"Camping Bañeres" is een moderne, heel nieuwe camping.
Maar voor ons ook de duurste tot nu. En daarbij hebben we dan ook
nog slecht geslapen vannacht. Het is erg koud vanmorgen.
En de lucht is in twee delen verdeeld. Boven Logroño, waar wij
al gepasseerd zijn, is het donkergrijs. Boven Burgos, waar wij nu
naartoe gaan, helder blauw, 't zou kunnen warm worden
Als we over de N - 120 terug naar de startplaats rijden, zien we
tientallen pelgrims die naast deze weg, op de camino, al bezig zijn
om de afstand tussen Santo Domingo de la Calzada en Grañon te
overbruggen.
Christiane zet me af in Grañon en ik zit onmiddellijk op de etappe
van vandaag.
Ook ik neem mijn plaats in, in de lange sliert van pelgrims, die zich
op de weg naast de N - 120 van dorp naar dorp verplaatst.
Redecilla del Camino, Castildelgado en Viloria de Rioja zijn dorpen
waar de inwoners de pelgrims zo gewoon zijn dat ze nog niet eens
opkijken als je goeiendag zegt.
In Villamayor del Rio staan er een aantal banken onder de bomen
op het kerkplein. Enkele minuutjes rust nemen om te drinken en
een koekje te eten. Er zit ook een Duits gezin, vader, moeder en
twee opgroeiende dochters, op het kerkplein. Enkele minuten later
komt er een jongeman het kerkplein opgestapt. Hij richt zich naar
de jonge meisjes en stelt hen een vraag. Aan hun houding zie ik
dat ze het niet begrepen hebben. Dan haalt de jongeman een hoedje
uit zijn rugzak. Oei! Dat is mijn hoedje De jongeman brengt het
mij. DANKUWEL, Dankuwel,
Hij heeft het hoedje gevonden in de afdaling na Viloria de Rioja.
De jongeman komt uit Polen, maar spreekt goed Engels.
Nogmaals bedankt en daarna is hij weg. Ik wist zelfs nog niet dat ik mijn hoedje kwijt was omdat ik het
vanmorgen niet heb opgezet. Maar ik zal het nog nodig hebben
want de zon begint er door te komen.
In Belorado ben ik in gedachten nog altijd met mijn hoedje bezig
dat ik vergeet in de toeristische dienst binnen te stappen.
Mijn hoedje - toeval ?
Neen, nog eens, ik ben er van overtuigd dat toeval niet bestaat
en dat àlles voorbestemd is.
Christiane heeft laten weten dat ze de mobilhome in Villambistia
al twee keer heeft moeten verplaatsen. Maar bestaan niet àlle goede
werken uit drie?
Het was een zware etappe vandaag, omdat alle gepasseerde
dorpjes op een heuvel liggen. En dat de stoffige weg van de
camino ook gebruikt wordt door de boeren, of omgekeerd,
die nu bezig zijn met het stro binnen te halen.
Wij zijn vanavond voor het eerst gaan eten in een albuerge.
Aan tafel gegaan met een Italiaanse, een Spanjaard en twee
Nederlanders. De Italiaanse, Serena, komt uit de streek tussen
Milaan en Turijn en is aan haar 1ste camino bezig die in SJPdPort
begonnen is. De Nederlanders, Alice en Rein beiden zeventigers, komen uit
Groningen en zijn aan hun 3de camino bezig - 2005 - 2008 -
en zijn nu in Roncesvalles vertrokken. En de Spanjaard, Manuel,
komt uit Andalusië en is aan zijn 9de camino bezig. Hij heeft
al 8 keer de camino Fances gelopen vanuit Roncesvalles en ook
de 9de keer gaat hij hetzelfde doen. Zijn eerste was in 1994.
Het gesprek wordt onmiddellijk op gang gebracht door Alice.
Om iedereen in het gesprek te betrekken wordt hetgeen onder
de Nederlandstaligen gezegd wordt, vertaald naar het Engels,
een taal die Serena begrijpt, die het op haar beurt aan Manuel vertelt
in het Italiaans omdat hij die taal begrijpt.
Woensdag 20 augustus 2014 - Azofra - Grañon 21,7 Km
75ste stapdag - 1 693 Km afgelegd
We staan vlakbij de camino geparkeerd en ik ben vroeg op de baan,
8 u 30! Ik zie een tiental pelgrims voor me uit wandelen. Waarschijnlijk
zijn zij allemaal vertrokken in Najera en stappen ze tot Santo Domingo
de la Calzada.
Aan een afslag naar rechts komt er een groepje samen omdat de eerste
drie naar links waren gegaan en de mevrouw vóór mij dat goed heeft
opgemerkt: we moeten naar rechts.
Dan lopen we een aantal kilometers langs de autostrade.
Verder tussen de velden kom ik drie politieagenten te paard tegen.
Ook op de camino
Net vóór Cirueña, in een klimmetje, kom ik bij een Italiaan en een
vrouw uit de U.S.A. Ze spreken beiden Frans en Engels. Een beetje
verder komt er, aan de andere kant van de weg, een vrouw naar ons
toe gelopen. Ter hoogte van ons stopt ze, draait zich om en loopt terug.
De Italiaan kent haar. Het is een Australische pelgrim waarvoor de
camino niet zwaar genoeg is. Ze heeft haar rugzak afgezet en gaat nu
een beetje lopen om te ontspannen. De vrouwen gaan in Cirueña
een koffietje drinken.
Ik stap verder naar Santo Domingo de la Calzada en ga binnen in
het toeristisch bureau. De twee dames aan de balie zijn helemaal
niet vriendelijk en behulpzaam. Zij spreken geen Engels en
slechts een beetje gebrekkig Frans.
Ik wil binnengaan in de kathedraal om de haan en de kip te zien.
Maar dat kan enkel met een ticket. Dat ticket moet ik kopen in
een winkel aan de overkant van de straat.
Prijs: 4,00 - Verminderde prijs voor pelgrims: 3,00
Er is een heel museum opgezet in het klooster naast de kerk,
met relikwieën, authenthieke perkamenten, schilderijen en
andere kunstwerken Ook in de kathedraal kan je nog uren
verblijven, maar ik wil nu toch de haan en de kip zien.
En ja, daar zitten ze, achter glas, ongeveer drie meter boven
de vloer. Een witte haan en een witte kip.
Maar dan moet je het hele
verhaal van Santo Domingo de la Calzada kennen om dit te begrijpen.
Daarna nog 6,5 km naar Grañon waar Christiane op me wacht.
Voor overnachting verhuizen we naar "camping Bañeres" die
ten noordoosten van Santo Domingo de la Calzada ligt en dus
moeten we ongeveer tien kilometer terug rijden.
Dinsdag 19 augustus 2014 - Navarrete - Azofra 23,8 Km
Wij hebben gisteren rond 17 u 00 een onweer over de camping
in Navarrete gehad. Wij zijn er gelukkig heelhuids doorgekomen,
maar de Nederlanders die naast ons staan met de caravan, hebben
wel wat schade geleden. De sterke rukwinden hebben de voortent
omhoog geblazen zodat ze loodrecht omhoog op de caravan stond.
Bij het neerkomen zijn er enkele steunpalen geplooid. Maar het
viel nog mee, zei de man als het onweer over was.
De etappe start vandaag aan de kerk van Navarrete op ongeveer
540 m hoogte.
Wij zitten hier nu in een streek waar er nogal wat pottenbakkers zijn.
De hellende weg naar Ventosa valt mee.
Aan de kerk ontmoet ik twee Fransen, man en vrouw, uit de buurt van
Clermont-Ferrand. Zij zijn ongeveer 120 km naar Le Puy-en-Velay
gespoord om daar hun camino te starten. Zij hebben in Frankrijk op
campings gekampeerd met hun tent. Maar in Spanje hebben ze tot
nu altijd "wild" gekampeerd omdat ze vinden dat de campings te
duur zijn. Ik ben de éérste Belg die ze in Spanje ontmoeten.
Au revoir!
Ik ga in de café / Bar een "café con leche" (koffie met melk) drinken.
En ik krijg van de uitbater, van de zaak die "café / Bar Buen Camino" noemt
een stempel in mijn boekje.
Dan verder naar de top van "Alto de San Anton" op 715 m is niet zo
moeilijk, enkel de laatste honderden meters zijn wat steiler.
Ik heb ondertussen weer een aantal pelgrims gezien, maar allemaal
nieuwe gezichten.
Vóór Najera ga ik eten en dan zie ik er een aantal die ik al ben voorbij
gegaan, maar ook een deel die nog achterop kwamen.
In het centrum van Najera houden de meesten halt omdat hier véél
albergues (refuges) zijn en omdat dit dorp de aankomstplaats is
van een etappe in de gids.
Ik merk dat héél duidelijk omdat ik de 5,8 km naar Azofra helemaal
alleen moet stappen.
Christiane heeft hier een parkeerplaats gevonden
waar wij gaan overnachten.