We maakten al langer plannen, maar met twee prille tachtigers en een bijna zeventigjarige, moet je vooral niet langer uitstellen maar er vooral voor gaan. En dus vertrok de taxidienst heel vroeg op een vrijdagmorgen eerst naar Oostende om daarna nog een stop te maken in Brugge. De trein naar Brussel was netjes op tijd en ik was de eerste om achter een stuutje met spek en eieren te vragen. Dit smaakte naar lang vervlogen tijden. De check-in voor de Eurostar verliep vlotjes en we hadden nog even tijd voordat de hogesnelheidstrein richting Londen voltrok. Om 10 uur plaatselijke tijd kwamen we aan. De oystercards werden opgeladen en onze reisgezellen maakten voor de eerste keer kennis met de drukte van de Londense metro. Gelukkig zijn de Engelsen echte 'gentlemen' (of women) en ruimen dan ook direct de plaats zodat ma , pa en schoonma konden zitten. Een paar haltes verder , in Baron's court, stapten we af en op een paar honderden meters stappen kwamen we aan in het gehuurde appartement in Kensington. Een vlugge inspectie maakte ons tevreden en we stapten even verder naar de halte van de Big Bus toer, ideaal om iemand te laten kennismaken met Londen op een relaxte manier. Je kan er veel door zien op een korte tijdspanne. Slechts tweemaal stapten we af : eenmaal om te eten (we kwamen terecht bij een Mexicaan) en de andere keer om even te wuiven naar de Queen aan Buckingham Palace. En daarna was het zo goed als op. De knieën kraakten, de billen werden stram en de rug protesteerde waarschijnlijk even hard. Maar niemand die ook maar één woord klaagde natuurlijk. Nog even doorbijten om de metro in en uit te komen, een kort wandelingetje en oef, dag 1 zat erop. 's Avonds dronken we een wijntje, haalden wat kaas en een stokbrood en maakten de plannen voor de volgende dag.
Die bewuste volgende dag hadden we een mannen en een vrouwenploeg. En ja , het is cliché : de vrouwen gingen shoppen in Harrods. Of nee, shoppen kon je het niet noemen, het was eerder met grote ogen rondkijken, naar allerlei van alles en nog wat met nog grotere prijskaartjes. Na een uurtje hadden we het al gehad, maar voor we de weg naar buiten zochten, gingen we nog even naar de kelderverdieping om naar het beeld van wijlen prinses Diana te kijken. En de mannen? De mannen bezochten het voetbalstadium van Chelsea. Ik was er natuurlijk zelf niet bij, maar aan de verhalen te horen genoot pa met volle teugen. Ze wisten zelf dat hij er aankwam want op een bord met lichtreclame verscheen er : Eden Hazard en Thibeau Courtois welcome Robert Ysenbaert from Bruges. Hoe ze dat wisten é. We zagen elkaar terug in een pub in Kensington en verhalen werden uitgewisseld met het nodige teugsje erbij. Even later namen we de metro naar Camden. We aten er in een Indisch restaurant en daarna waagden we ons in het drukke straatgeweld van Camden town. We waren nog maar vertrokken of pa had een paar hippe schoenen gekocht. De ogen werden goed de kost gegeven en we hoorden vooral pa zeggen: man man man. Tja Camden is nu eenmaal, ja hoe noem je het : speciaal is maar lichtjes uitgedrukt. Net voor de donker viel waren we weer thuis.
Op zondagmorgen was het al tijd om de valiezen te maken. Het zonnetje scheen en alvorens de Eurostar terug te nemen, wandelden we nog even door Leicester square, Chinatown and Covent garden. Ruim op tijd waren we in het station en om 19 uur werden ma en pa netjes weer thuis afgeleverd. Zo ook voor de schoonma, maar dan een half uurtje later en in Oostende.
Eindelijk was het zover. Het eerste weekend van het jaar dat we geen andere verplichtingen hadden. De weersvoorspelling ? Dat is iets wat tegenwoordig moeilijk is denk ik : de eerste voorspellingen beloofden een zonnig weekend, toen kwam het bericht dat er enkele regenbuien mogelijk waren en uiteindelijk werd het een 'schitterend' weekend. Zondag leek het wel lente.
Na een hele winter stilstaan kan het nuttig zijn om Fons eens aan de electriciteit te leggen, dus besloten we een camping te zoeken in de Zwalmstreek. Dichtbij en ongekend. We arriveerden uiteindelijk bij camping Canteclaer in Munkzwalm. Het hele jaar open, netjes verzorgd en verwarmd sanitair, vriendelijk onthaal en ruime standplaats. De meegebrachte broodjes werden rijkelijk besmeerd met américain preparé en de Willy's (voor degenen met een goed geheugen, ja dat zijn onze piepkleine mini-plooifietsjes) werden in gereedheid gebracht. Al gauw bleek dat die Willy's eigenlijk niet zo geschikt waren om te toeren in de streek waar de Ronde van Vlaanderen gereden wordt en dus moesten we bij de eerste de beste helling al te voet verder. We waren dan ook niet echt naar hier gekomen om te fietsen maar vooral om te wandelen en ondertussen een paar caches mee te pikken. Het cachen is ondertussen toch wel een beetje verslaving geworden. Maar uiteindelijk gaat het om het wandelen é, weliswaar met een welkome afwisseling. Zo'n 5 km verder legden we de fietsen vast en het wandelen kon beginnen. Het zonnetje scheen maar af en toe was er een strakke wind. De wandeling rond de Beekmeersen was heel afwisselend, het was genieten. We verplaatsten ons daarna even met de fietsen en breiden er nog een rondje rond Dikkele aan. Nipt konden we deze reeks afwerken maar veel tijd om te zoeken naar de bonus was er niet. De duisternis viel snel en het was sprinten geblazen naar de camping. Fietslampjes zijn inderdaad handig, vooral als ze in Fons liggen. Die pint smaakte voortreffelijk en was dubbel en dik verdiend. Eerste een douchke, dan een aperootje en ja , natuurlijk kon de kaasschotel weer eens niet ontbreken.
De volgende morgen werd er heerlijk lang uitgeslapen. Met een lekker ontbijt achter de kiezen vertrokken we richting station. Daar namen we de trein richting Oudenaarde, een volle 7 minuten ver. We liepen wat door de winkelstraten, gingen hier en daar eens binnen en al gauw was het tijd voor de lunch. We besloten iets kleins te eten in Brasserie de Flandrien, naast het museum 't Centrum van de Ronde van Vlaanderen. Met een kadobon die we nog liggen hadden , brachten we daarna een bezoek aan dit museum. Wel eens tof om te doen hoor :veel foto's uit de oude doos, oude fietsen, filmpjes, ....Om af te sluiten kregen we nog 2 waterbidons van de Ronde, een fietskaart en 2 lekkere Flandrien-biertjes. Het regenbuitje was ondertussen al gepasseerd, en zo konden we nog even ronddwalen alvorens de trein terug te nemen. Met een koffietje en een mattetaartje konden we even op rust komen in Fons. Om daarna onze 'soireé kleren' aan te doen, want we werden verwacht op het Valentijnsdiner in de taverne bij de camping. Waar we bij de reservering niet opgelet hadden, was dat er ook een 't-dansant' bij georganiseerd werd en dus zaten we daar gezellig samen tussen de vaste campingbewoners. Gelukkig kregen we wel een tafeltje voor twee, zodat we onder ons tweetjes konden keuvelen (of noem je dat roddelen?) over al die andere gasten, die we ons eigen verhaal toedienden. Het eten? Wel, ok hoor, dat was het , maar de mevrouw van de taverne straalde van trots over haar Valentijnsetentje. Marnix had er ook bijna een maat voor het leven bij. De kunst was om weg te zijn voor de muziek begon en zo geschiedde. Valentijn 2015 : In elk geval, eentje om niet te vergeten. In Fons was het berekoud. Wat is er dan beter dan gezellig samen onder die heerlijke dons te kruipen?
Op zondagmorgen werd er rustig gegeten en opgeruimd en op het gebruikelijke uur vertrokken we. Eerst nog even op zoek naar wat spijs en drank om de middag door te komen en daarna parkeerden we aan de kerk van Lemberge, een deelgemeente van Merelbeke. Het weer was zalig !!!Stralende zon en geen lovertje wind. Ideaal om de 9,5 km lange wandeling aan te vatten en 34 caches proberen binnen te rijven. De tocht liep langs kerke-en boerewegels en de caches lieten zich vlug spotten. Deze caches lagen in de vorm van een hart, een mooi kadootje om ons Valentijnsweekend af te sluiten.
Al vroeg op het jaar gingen we voor de eerste keer op stap met Fons. Ons enthousiasme werd al gauw even de kop ingedrukt toen bij Marnix een tumor werd vastgesteld. Het vervolgverhaal is gekend en kende gelukkig een goeie afloop. Van zodra het maar een beetje ging (en dat was dus heel vlug) werd de camper weer van stal gehaald. Zeven weekendjes waren we erop uit. Tweemaal trokken we richting Italië, een weekje Garda om uit te rusten en een weekje met de kids naar Lago Maggiore. In de herfst reden we wat rond in de Moezelstreek. In totaal reden we 7627 km's. En oh ja, we waren ook nog een weekje in Marokko en het jaarlijkse uitje naar Londen mocht ook niet ontbreken.
Gedaan met terugblikken, we kijken nu vooral vooruit : naar een jaar zonder kopzorgen, naar ons huwelijk, naar een jaar vol vriendschap en naar vele tripjes met en/of zonder Fons.
Aan iedereen : we wensen jullie fijne feestdagen en vooral, ja het is cliché maar toch het allerbelangrijkste, een goede gezondheid in het nieuwe jaar!!
Nog een weekje zon zoeken en gevonden aan de Moezel
Nog een paar dagen verlof te nemen, dus vlug alle weersites afspeuren. Het plan was om via een bezoekje aan mijn broer in Froschhausen door te reizen naar het Zwarte Woud. Het zag er daar helaas niet zo droog uit. Ook niet aan de Loire, niet in Bretagne en zelfs niet aan de Cote d'Azur, de Provence of de Ardèche. Nu, we weten ondertussen wel uit ervaring dat de verschillende weersvoorspellingssites niet altijd even duidelijk of eensgezind zijn, maar toch... Twijfel, twijfel, de enige streek waar het er redelijk stabiel en droog uitzag was de Moezelstreek. Dus, andere plannen werden opgeslaan op de harde schijf voor een volgende keer en er werd nog vlug een voorlopig reisplan opgesteld. Te beginnen met : Triêr. Ooit in een ver verleden wel eens bezocht, maar dat zijn nog slechts vage herinneringen. Bij aankomst op de enorme parking langs de Moezel, regende het nog een klein beetje, maar tegen dat de boterhammetjes verorberd waren, was het alweer droog. Op zo'n half uur stappen langs de rivier ligt het centrum, met verrassend veel, andere dan bij ons, toffe winkels, echt vernieuwend en betaalbaar. De tijd ging dan ook echt snel voorbij en het werd stilaan tijd om een Moezelwijn te proeven. Helaas, en dat zou dan de trend van de week worden, waren niet alle zaken geopend, of het waren meer tearooms, om een koffietje te drinken. We kwamen dan uiteindelijk in een plaatselijke pub terecht, en voor ons toch echt niet meer zo evident, waar er gerookt werd. Ik dacht echt dat het rookverbod overal in Europa van tel was. Niet dus, en ja ik geef het toe, echt aangenaam voelde het niet. Maar de wijn smaakte , de pint ook en dit was een perfecte aanloop naar een avondmaal in een origineel aardappelrestaurant: Kartoffelrestaurant Kiste. Lekker, niet verfijnde maar smakelijke maagvullende Duitse kost. Met het buikje rond vatten we de wandeling terug aan , om nog met een Duits wijntje de avond af te sluiten. De volgende dag bleven we in Triër, bezochten de toeristische hoogtepunten en pakten ondertussen ook een paar caches mee.Deze stad was een echte meevaller. We betaalden 18 euro voor 2 nachten op een geheel automatisch ingerichte parking voor mobilhomes. Jammer dat ze de dag voordien net de douches afsloten voor de winterperiode.
Onze volgende stop was in Neumagen-Dhron, het oudste wijnstadje van Duitsland. Bij aankomst bij de camperplaats Parktplatz Gaststätte Beim Ketsch, moesten we blijkbaar de eigenaar bellen. Je kan je er ook zelf je plaatsje uitkiezen, maar wij hadden electriciteit nodig en de sleutel van het sanitaire blok. Ja, heerlijk om toch een douche te kunnen nemen. Der Michael was daar snel, dus na installatie konden we het stadje intrekken. Het is er klein, wel karaktervol, en vooral doods in deze tijd van het jaar. We keuvelden er wat rond, aten onze boterhammetjes op op een bankje achter de kerk, om dan een lekker hete sambalsoep te gaan drinken in het bijna enige geopende restaurant met zicht op de Moezel. Daar het ook nog zondag was en de plaatselijke supermarkt dus ook dicht, moesten we bijna een alcoholvrije avond tegemoet gaan. Maar: hoor wie klopte daar aan ons deurtje: Het was der Michael, tevens wijnboer, met de vraag of we soms zin hadden om een flesje wijn te kopen? Daar moesten we geen twee keer over nadenken. En zo sloten we het avondje af met een lekkere Riesling, een Rivaner en een lekkere pasta met pesto saus en kip. De volgende dag namen we de fiets naar Piesport. Behalve dat we er een paar caches namen, weten we er niet veel meer over te vertellen. Op de weg terug deden we wat boodschappen en waren net op tijd bij Fons om het kleine kortdurende regenvlaagje te ontwijken. Daarna sprongen we terug de fiets op richting Leiwen, waar we een wandeling maakten tussen de wijnvelden en er ook telkens uitleg kregen over het hele proces van de wijnvelden tot de oogst tot het uiteindelijk in de fles komt. Eenmaal boven bij de kapel hadden we een prachtig zicht op de omliggende velden en de vallei. En ja, die dag vonden we er een cafeetje die open was zodat we voor het duister werd, nog een aperitiefje konden nuttigen. Voor deze standplaats betaalden we 24,5 euro, electriciteit in en de douche.
Bedoeling was de volgende morgen door te rijden naar Bernkastel-Kues. De mobilhomeparking was er echter gesloten, en ook in alle andere volgende dorpjes die we tegenkwamen. Uiteindelijk vonden we een prachtige plek in Traben-Trabarch, eveneens met alle voorziening, zelfs wifi, en dit voor 10 eur per nacht. Na installatie trokken we op verkenning aan de kant van Traben. We aten er een lekkere pizza in een Italiaans restaurantje en wandelden dan verder over de brug tot in Trabarch. We stapten er redelijk wat kilometers om ondertussen een paar caches te zoeken. Zo kom je wel op prachtige plekjes waar je anders nooit zou komen. Pittig dat wel, maar met schitterende vergezichten. Nog even wat boodschappen ophalen en we sloten de avond af met een Duitse kaasschotel, natuurlijk met een bijhorend wijntje. We maakten ook even gebruik van de gratis wifi om mails te checken en alvast de caches te loggen. Zoals gewoonlijk sliepen we weer heerlijk, wat wil je eigenlijk anders als je van 's morgens tot 's avonds in de buitenlucht vertoeft. Het schoonheidslaapje (of beter energieslaapje) was dan ook nodig om te volgende dag de kilometers naar Bernkastel af te malen. Fietspaden zijn daar echt prachtig, en zowel aan weerszijden van de Moezel. Meestal vlak, maar soms ook wel eens op en neer. Bernkastel was meer 'alive' dan de andere dorpjes, mooie huizen, leuke winkeltjes, wat meer toeristen en wat meer restaurantjes. We aten er 's middags als enigen in dat restaurant maar het was wel lekker : hertegoulash, rode kool en spätzle. Pff, daarna nog bergop naar de Sint-Annakapel, dat was puffen. En weten dat we ook nog terug moesten fietsen. Soms wordt er toch uit het oog verloren welke zware operatie Marnix in maart onderging. En alhoewel alles supergoed gaat, zijn zo'n inspanningen voor hem er echt wel een beetje erover. Maar klagen of opgeven, nee nooit! Love u schat, geef het nog wat tijd.
Onder een stralende zon konden we vertrekken en in één trek naar huis rijden.
Het was een toffe week, leuke dorpjes, mooie herfstkleuren, goed uitgeruste camperplaatsen, leuk gezelschap,... één klein minpuntje : jammer dat er zo veel zaken gesloten waren, maar dit lieten we niet aan ons hart komen.
Met een weinig vertraging landen we keurig op de luchthaven van Fez (Marokko). Het aandachtig bekijken van de paspoorten neemt enige tijd in beslag, maar een half uurtje later staan we dan toch buiten op de parking. De taxichauffeur, die we op voorhand reserveerden via onze Riad, staat ons al op te wachten. De rit naar de oude stad is overweldigend : de drievaksbaan wordt begrensd met halfafgewerkte huizen, mensen lopen langs de straat, op de straat, de bruine kleur van de grond, het hectische verkeer, de chauffeur rijdt meer op de lijnen dan er tussen, het getoeter, putten en hopen zand worden nipt vermeden, man man waar zijn we terechtgekomen? Net binnen de muren van de oude stad worden we aan de deur van onze Riad afgezet. De deur gaan open en we worden hartelijk welkom gegeten door de dochter des huizes. Binnen is het een oase van rust. We krijgen een kopje thee aangeboden en even later worden we naar onze kamer op de eerste verdieping gebracht. Deze is klein, maar netjes en heel typisch ingericht. Na ons wat verfrist te hebben, kunnen we aan tafel. We hebben een kamer met ontbijt, maar op aanvraag wordt er ook Marokkaans eten geserveerd. Het verse slaatje, de overheerlijke couscous met lekkere groentjes en een op een speciale manier bereidde rundsvlees smaakt overheerlijk. Het zelfgemaakte zoete gebakje en het verse fruitsap maken het geheel af. Voldaan kruipen we in bed.
De volgende dag, na een fantastisch ontbijt, gaan we op verkenning in de nieuwe stad. We krijgen er heel wat indrukken te verwerken. Iedereen is vriendelijk, mensen heten ons welkom, willen helpen , al dan niet om een centje bij te verdienen. We dwalen even door de brede lanen met fonteinen , lopen in een overdekte markt, bekijken de kraampjes op straat, zitten op een terrasje, zien ook totaal verwaarloosde psychisch zieke mensen, eten een heerlijke kipmaaltijd met rijst ( de schapekop laten we wijselijk aan de kant liggen) bij een stalletje op straat en sluiten de dag af in een supermodern shoppingcentrum. Het contrast kan niet groter zijn. Waarschijnlijk is dit niet voor iedere burger van Fez weggelegd... In de Carrefour is zowat alles te krijgen, behalve alcohol. In het naar buiten gaan vinden we een pijl naar de kelder van de winkel waar er dan toch wijn en andere alcoholische dranken te krijgen zijn. We kopen er een plaatselijk gebrouwen rode wijn en die wordt 's avonds op de kamer genuttigd met een zelfgemaakt broodje kaas.
We hebben nog twee volle dagen om het oude Fez te ontdekken. Fez is één van de vier koningssteden. Het is de grootste nog bestaande Islamitische middeleeuwse stad ter wereld en tevens het grootste autovrije stedelijke gebied op aarde. Enkel ezeltjes en met een steekkarretje geraak je met de bevoorrading in het midden van de Medina. Fez heeft waarschijnlijk ook de oudste universiteit ter wereld. In de laatste 800 jaar is er nauwelijks iets verandert, behalve dat er electriciteit, schotelantennes en toeristen zijn bijgekomen. Alhoewel, van een massa toeristen kun je niet spreken. In de Medina, het ommuurde stuk van Fez, is een doolhof van schijnbaar ontelbaar en lang vergeten steegjes. Sommige bronnen spreken van 40000 dergelijke steegjes, anderen spreken van 9000. Geteld hebben we ze niet, wel ten volle beleefd. Er wordt aangeraden een gids te nemen om er niet verloren te lopen, maar hé, wij een gids? Nee hoor. We gaan de stad binnen via Bab Boujeloud, dit is de belangrijkste toegangspoort; de ene kant is er versierd met blauwe tegeltjes, de andere met groene, er zijn prachtige patronen in gegraveerd. Er staan daar talrijke gidsen die je proberen te overtuigen om met hen de stad te verkennen. Eenmaal deze kruistocht gewonnen, word je zo goed als gerust gelaten te worden. Iedereen probeert natuurlijk zijn centje te verdienen en probeert hun waren aan te prijzen. Maar met een vriendelijk 'non, mercie' is de kous af. Er zijn een paar parcouren die je kunt volgen met kleurtjes. Zo kom je langs de belangrijkste bezienswaardigheden. Iedere wijk heeft ook zijn specifieke ambacht. De wevers maken prachtige tapijten, op Place el-Seffarine vinden we de werkplaatsen van de koperslagers, en natuurlijk kun je niet buiten de leerlooierijen. Zonder 'local' is het moeilijk om hen aan het werk te zien, dus volgen we een jongeman die ons naar een lederwinkel brengt. Vandaar komen we op het terras terecht en krijgen we een mooi zicht op hoe het leder wordt geverfd met natuurlijke kleurstoffen. We krijgen er te horen hoe het hele proces in elkaar zit. De vreselijke stank waarvoor we gewaarschuwd werden in de toeristenboekjes en waarvoor we een munttakje kregen om onder onze neus te duwen, hebben we amper nodig. Na de uitleg kwamen we uiteraard terecht in de winkel, maar natuurlijk is iedereen vrij iets te kopen of niet. Verder beleven we de Medina ten volle, de geuren, de kleuren , de kruiden, het fruit, de drukte, we hebben ogen te kort. We drinken thee, koffie, verse fruitsappen en eten lekker. Soms is het even uitblazen als je op een binnenplaatsje iets kan eten of op één van de vele dakterrassen.
Fez, ja , ons kan je wel bekoren.
Met de trein vertrekken we naar nog de tweede koningsstad Meknes. We moeten even geduld oefenen voor de trein vertrekt, maar uiteindelijk worden we toch netjes afgezet aan het station Abdelkader. Het is zo'n 3 kilometer stappen naar de oude stad. De Riad vinden blijkt niet zo simpel maar voor een paar dirhams vinden we een gewillige inwoner die ons de weg wijst. De ontvangst is er minder hartelijk, maar de kamer is terug heel mooi. Al vinden we hier en daar wel wat technische mankementjes.
Meknes werd door de Unesco op de werelderfgoedlijst gezet vanwege haar Medina en de ruïnes van het koninklijk paleis. Het is de vijfde grootste stad van Marokko en ligt op 130 km van de hoofdstad Rabat. Als de avond valt, verzamelt een massa mensen zich op de Place el Hedine. Je hebt er ogen te kort : er staan paardjes, er zijn slangenbezweerders, er staan stalletjes met allerlei koopwaar, er wordt muziek gespeeld, ... kortom de ontmoetingsplaats to be. We bekijken het graag vanop één van de vele dakterrassen. Meknes heeft prachtige paleizen, moskeeën, en een prachtige wereldberoemde toegangspoort Bab Mansour. We eten er weer lekkere dingen en de laatste avond vinden we zowaar een restaurant met een view op de nieuwe stad en ... waar je wijn kunt drinken. We klinken dan ook op deze prachtige, onvergetelijke vakantie.
Nog een pluim voor de uitbaters van onze eerste riad Lalla Fatima voor hun gastvrijheid, de nieuwe busmaatschappij die ons voor 5 euro naar de luchthaven van Charleroi bracht en terug en een zoen voor mij verloofde :) die steeds zo lief mijn hand vasthoud bij het stijgen en landen van het vliegtuig.
Het laatste weekendje van de grote vakantie, geen kids thuis, geen weekenddienst en relatief goeie weersvoorspellingen. Wat of wie houdt er ons tegen?
We waren al in de fruitstreek tijdens de bloesemperiode, maar nog niet tijdens de fruitpluk. En zo konden we ook even checken of al die peren die Rusland niet wilt invoeren, inderdaad nog in de bomen hangen. En natuurlijk hadden we ook nog niet de gelegenheid gehad om als pas verloofd koppel (jaja, we gaan trouwen!!) met Fons op stap te gaan. Zogezegd zogedaan dus. Fons werd van stal gehaald en op ons gebruikelijk uur vertrokken we richting Hoepertingen, een klein dorp op zo'n 10 km van grote broer St-Truiden. Bij aankomst aan de camperplaats bij B&B De verborgen Parel hadden we nog even wat regen, maar tegen dat we wat sandwiches veroberd hadden, was het al weer opgeklaard. Klaar om te gaan cachen? Daar gingen we, op zoek naar een hele reeks caches. Ik schatte even de richting verkeerd in, ja ondanks de techniek van de gps, en we waren al 3 km verder voor we de eerste te pakken hadden. Het zoeken ging voortreffelijk, soms konden we niet via de kortste weg van punt A naar punt B, dus gingen de gestapte km's snel de hoogte in. Cachen is helaas ook niet voor de dorstigen gemaakt, geen enkel, maar dan ook geen enkel cafeetje kwamen we op onze weg tegen. Ik leerde er ook een wijze les : rubberen laarzen werken voortreffelijk tegen natte voeten en tegen het slijk en de netels, maar zijn helaas niet zo'n goed middel om vele km's te stappen. De laatste kilometers voelden voor mij dan ook aan als een echte hel. Ieder kiezelsteentje, ieder putje in de weg, was een marteling. Het was dan ook al bijna 7 uur later als we eindelijk weer bij Fons waren met 20 km op de stappenteller bij. Gelukkig is Fons eerder van de kleine versie en kon ik van de bank naar de badkamer en naar het bed strompelen.
De volgende dag stond er gelukkig geen wandeling op het programma, maar een fietstochtje die startte in Sint-Truiden. Daar was het net Markt, we liepen er even rond (of beter, ik schuifelde er rond) en toen vertrokken we via de knooppunten en via een beschrijving van reisroutes.be voor een tocht langs twee brouwerijen. De eerste stop was bij brouwerij Kerkom, waar we in een oud cafeetje het plaatselijk gebrouwen bier proefden. Zo'n 10 km verder kwamen we aan bij brouwerij Wilderen. In de oude schuur die helemaal opgeknapt was, aten we er een dikke schel huisgebakken boterham met paté en kop. Zo hadden we weer voldoende energie om de laatste km's af te malen. Hoepertingen kwam vandaag sneller dichterbij en zo hadden we nog wat tijd om de laatste caches op te pikken. Dat verdiende een aperitiefje en een heerlijke couscousmaaltijd als afsluiter van de dag.
Op zondag ging het vlotjes op de weg naar huis terug, waar we 'broederlijk' naast elkaar de match Club Brugge-Anderlecht volgden. Een spannende match zonder winnaar of verliezer.
Camperplaats De verborgen Parel in Hoepertingen
7,5 euro per nacht, alle voorzieningen, heel rustig en grind ondergrond
Nee, het werd geen rechtstreekse rit naar het net over de Zwitserse grens gelegen stadje Cannobio. Eerst gingen we de jongste aanwinst van de familie Lowyck bewonderen. Welkom piepkleine Kaitlynn!! We kregen er bijna niet genoeg van om naar je te zitten kijken, maar toen je met je mama een wandelingetje was gaan maken in het bos, konden wij ondertussen een cache of 2 meepikken. We breidden er nog een wandeling langs de rivier aan vast en 's avonds was het bbq-tijd.
De volgende dag stonden we om 5 uur op en een half uurtje later waren we de baan op. Van het 'o zo zwart voorspelde weekend op de weg' hadden we helemaal geen last. Zelfs aan de Gotthardtunnel moesten we maar drie kwartiertjes aanschuiven, iets waar velen in het hoogseizoen zouden voor tekenen. Tot zo'n uurtje voor aankomst op de camping, plensde de regen er nog lustig op los, gelukkig scheen de zon volop toen we ter plaatse op camping Residence Campagna aankwamen. Een betere plaats konden we niet van dromen : op de eerste rij aan het meer, prachtig zicht. Dat de plaats zelf wat klein was en alle campingplaatsen heel dicht bijeen lagen, werd gauw vergeten. We gingen nog even op verkenning in Cannobio zelf, die een mooie boulevard heeft, een oud gedeelte en vele terrasje met zicht op het meer, waar we de eerste aperitief nuttigden. Traditiegewijs gaan we de eerste avond uit eten, en daarvoor hoefden we niet ver te lopen. De pizza en pasta in het restaurant van de camping smaakten voortreffelijk en de prijs was beslist niet duurder dan in de stad. Het vroege opstaan uur, het rijden en de wijntjes om de dag af te sluiten, maakten het inslapen oh zo makkelijk.
We deden de dag daarop dan ook niet zo veel meer dan lekker zonnen, relaxen, lezen, wat boodschappen, kortom chillen é. Daarom waren we de dag daarna fit om een paar geocaches te gaan zoeken. Langs een wandel/fietspad langs de rivier gingen we richting kerkje Santa Anna.
We maakten een klein ommeweggetje om langs een waterbron een cache te kunnen loggen en onze flesjes water bij te vullen. Santa Anna was ook snel opgelost, tijd dus voor een verpozing op het strandje aan de rivier. De broodjes werden opgegeten, maar de zwempartij was toch geen optie meer wegens oh zo koud water. Het hield sommige 'ijsberen' nochtans niet tegen om vanaf de rotsen in de rivier te springen. We vervolgden onze wandeling, wat jammer genoeg eerst een stukje over de gewone baan liep, maar dan toch weer de bossen indook. Net toen Cannobio weer in zicht kwam, zag ik op de gps nog iets anders in zicht komen : een cache op 600 m. Zouden we? Ach, zo ver was het toch niet? De eerste passen moesten we wel door een stromend riviertje de weg opklimmen en van dan af was het : euh zwoegen, een rotspad, de hoogte in, waar geen eind leek aan te komen. Die 600 m was dus natuurlijk in vogelvlucht gemeten. Allé, dan toch eindelijk het kleine meertje gevonden waar de cache had moeten liggen, maar dat was dus even simpel als de weg er naar toe. We hadden al bijna de hoop opgegeven en dropen bijna af zonder buit, tot nog een laatste blik iets zag zitten onder een rotsblok. Het gaf ons toch een beter gevoel om de weg terug aan te vatten, ditmaal duidelijk niet meer naar omhoog, maar misschien technisch wat moeilijker om af te dalen. Die overheerlijke 'gelato' was de ultieme beloning.
Wat er verder zo nogal gebeurde? De oude stad bezoeken, nog wat caches zoeken, met de stadsbus naar Verbania waar we de boot namen langs de eilanden. We stapten af in Isola Bella, wat we eigenlijk een beetje teleurstellend vonden. Leuke smalle steegjes, veel kraampjes, maar behalve een paleis dat je kon bezoeken met tuinen, was er verder niet veel te zien.
Misschien was dat paleis 'het van het', verder weten we het niet hoor waarom iedereen daar zo over spreekt. We maakten ook nog een lange wandeling naar Santa Luca, wat we uiteindelijk niet vonden en er dus ook cache konden zoeken. We keken ook naar de aankomst van een trial-loop en gingen er 's avonds tussen de Italianen nog ene drinken, terwijl er een bandje optrad. Er was een avondmarkt, wat niet zo veel inhield maar ook een hele grote markt op zondag, met honderden kraampjes. We lazen boeken, met als kampioen Jade, die er uiteindelijk 3 uitlas. We speelden spelletjes, vaarden op het meer, zwommen, kortom alles wat een vakantie voor dient.
Eenmaal hadden we een serieus onweer tijdens de nacht, verder was het weer zonnig en warm, alleen de laatste 2 dagen waren wat minder met af en toe wat regen. Jammer dat je dan zo de tent moet opbreken, maar wat doe je eraan. Inpakken en wegwezen en de 956 km naar huis terug aanvatten. Geen file aan de tunnel deze keer, wel een pak serieuze regenbuien rond Luzern.
Nog eerst een frietje gaan eten en dan 'home sweet home', de grote en kleine wasjes konden in de wasmachine.
Jade's scoutskamp ging dit jaar door in een kleine deelgemeente van Chimay, dus offerden wij onszelf maar op om haar te gaan halen. En omdat 186 km heen en nog eens terug toch wel een beetje veel is op één dag, niet?, besloten we er een weekendje aan te breien. Het regende al een week onophoudelijk maar het weekend zou toch iets droger worden, we hoopten dus alleen maar dat het droog zou blijven. Dat was toch niet te veel gevraagd é.
Op dus naar Chimay waar we een plaatsje bemachtigden op de Camping Municipal , pal in het centrum. Na de middag vertrokken we met de gps in de hand richting eerste cache van het weekend. Ja we hebben de smaak te pakken. Maar man man, Waar je al niet met je handen moet zitten in wroeten. Je moest ons bezig zien. Gelukkig hebben we onze vochtige doekjes bij. Nee, dat hoort waarschijnlijk niet bij de standaarduitrusting van de gemiddelde geocacher, maar wij zijn er doodgelukkig mee. De successen en ook de paar mislukte pogingen moesten doorgespoeld worden met een plaatselijke Chimay natuurlijk. En eenmaal bij Fons terug was het ook nog eens aperitief time. We waren weer eens zo danig aan t tetteren dat het al 22 uur was toen we begonnen te eten. Niet lang daarna lag ik enigszins uitgeteld in bed. Het plan was om op zaterdag de brouwerij te bezoeken. Wat we wel niet wisten was dat de abdij en het nabijgelegen Espace Chimay (een museum en bijhorend restaurant) niet in het centrum lagen, maar op zo'n 9 km van de camping. Waagden we ons hieraan om dit te voet te doen, of toch maar met Fons naar daar rijden? Maar nee, toch maar weer te voet op de baan en onderweg nog een cache opgepikt. Het was etenstijd toen we aan het restaurant arriveerden, dus besloten we eerst iets te eten. We namen een plank, met allerlei kazen en hapjes gemaakt van Chimay kaas en een aarden kruik met Chimay bier kregen we er bij. Lekker! Dan nog even het museum binnen, waar een proevertje (weer een Chimay dus) in het toegangsticket was begrepen. Ondertussen konden we het niet laten om nog vlug een paar caches op te zoeken via de wifi in het restaurant en zo aan de coördinaten te geraken van caches langs de weg terug. Maar eerst even piepen in de abdij, een rustgevende tuin, een sobere kerk, een oud kerkhof, meer valt er niet over te zeggen. De weg terug was lang, de km's in de benen begonnen door te wegen, maar de onderbrekingen door het zoeken maakten het draaglijk. Nog even binnen in Delhaize om wat kleine boodschappen bij te halen en dan de laatste rechte lijn naar Fons. Meer dan een wasje, apero, eten en een yahtzee kon er echt niet vanaf. Zondagmorgen stonden we op met regen. Tegen de middag werden we verwacht op het scoutskamp, waar we een aperitiefje kregen en mochten mee-eten. Het stoofvlees en de 'kamp'frieten smaakten. En daarna kregen we Jade eindelijk mee naar huis, met een zak vol vuile was, maar ook met weer een zak aan leuke, maar deze maal natte kampherinneringen.
camping : 15 eur per nacht wat verouderde douches Afstand Gistel - Chimay : 186 km totaal aantal km's op de teller : 24730 km
Met om 10u30 al 25° graden op de thermometer vertrokken we goedgehumeurd richting Werchter. Nee geen Classic dit jaar, maar het echte werk. Hoe dichter we Werchter naderden, des te meer de drukte merkbaar werd. Maar we hadden nog een plekje vrij op een mobilhomeparking aan het sportcentrum Ter Heide te Rotselaar. Net zoals we gehoopt hadden, maar niet verwacht. Eerst even de omgeving verkennen, de innerlijke mens wat versterken en dan voor de eerste keer op stap met de wandelgps in de aanslag. Vorige week kregen we tijdens het familieweekend onze eerste les geocaching van de zonen en schoondochter (waarvoor dank) dus nu moesten we ons voor het eerst zelf bewijzen. Het had me al letterlijk, nee geen bloed, maar wel zweet en tranen gekost om kaarten en caches op die gps te krijgen, nu kon het toch zo moeilijk niet meer zijn? De juiste plaats vinden ging inderdaad redelijk vlotjes, de eerste cache dan echt vinden, duurde wat langer, maar uiteindelijk ... yes we did it. And again and again... Leuke manier om te wandelen :) Rond 17 u waren we terug aan het sportcentrum, het frisse pintje smaakte. We speelden ook een spelletje mini-petanque, jammer dat de bril niet inbegrepen was bij het spel. We gingen vroeg slapen, maar konden makkelijk het gebonk van de muziek vanop Werchter horen. Geen probleem voor mij hoor, ik slaap altijd! We sliepen lekker lang uit en fietsten dan met de Willy's richting festivalweide. Het werd een typisch Belgisch-weer dagje : droog, zon, bewolkt, motregen, plensbui,...We hadden zowat alles. Regenkledij aan, regenkledij weer af, jas aan, jas uit. De weide barstte zowat uit zijn voegen toen, nee, niet de muziek primeerde dan, de match België-Argentinië begon. De sfeer was uitgelaten, maar liep jammer genoeg op een sisser af. Maar toch, well done Duivels. En hoe meer de dag avond werd, hoe meer ik mijn leeftijd begon te voelen. Amai mijn rug. En de volgende dag mijn heup, euh nog iets? Ja een zware verkoudheid erbovenop. Nu ja, het komt wel weer in orde. Maar om in de zetel te blijven zitten, ben ik nog te jong. Dus, t is maar hoe je het bekijkt hé. Op de weg naar huis werden we nog opgehouden door een ongeval, waardoor de autostrade aan Winksele was afgesloten. De hemelsluizen stonden vandaag helemaal open, gisteren hadden we dus nog geluk gehad. Terug thuis rond 16 uur met al een hoop boodschappen in de koffer.
Parking sportcentrum Oase Ter Heide Rotselaar, harde ondergrond, elektriciteit 1 eur vr 1 kw, water 1 eur vr 100 l, water en wc lozen mogelijk, douchen mogelijk tijdens de openingsuren van het zwembad vr 1,5 eur. In een recreatiegebied met zwemvijver, fiets en wandelroutes in de omtrek. Gistel-Rotselaar 153 km
Ja, om met Fons op stap te gaan kriebelt het altijd wel een beetje en als het kriebelt ... dan moet je op uitstap é. We hadden de Noord-Franse Arras in gedachten, er werden wat opzoekingen gedaan, toeristische info verzameld. Maar plots werd er een superhot weekend voorspelt. Plannen zijn er om aan te passen, zouden we niet beter de koelte van de zee opzoeken in plaats van te bakken in een stad en oude gebouwen te bezoeken? Is Walcheren een idee? Dichtbij, nog niet met Fons geweest, maar wel niet zo campervriendelijk als ons ander buurland? Alternatieven om te overnachten : camping of kamperen bij de boeren. Keuze genoeg. En zo belandden we uiteindelijk bij Ben Trovato, een miniboerderij dichtbij het stadje Veere en net onder de dijk bij het Veerse meer. Alleen had de boer een nogal grote affectie met zijn grasplein en drong hij vriendelijk en beleefd aan dat wij op het beton zouden staan, om het hoekje achter de schuur. Maar verder : nette sanitaire blok en rustig. Zeeland ligt op slechts 140 km van Gistel, maar door de vele ronde puntjes en eindeloos durende wegwerkzaamheden deden we er toch zo'n 2 uur om onze "kalle" te horen zeggen : u hebt uw bestemming bereikt. Onmiddellijk werden de stoeltjes buiten gezet, de bloemetjes nog even niet, maar wel wat broodjes en een kopje koffie. Daarna gingen we te voet op stap naar Veere, langs een verhoogde dijk, tussen de koeien. Veere is niet zo supergroot, wel gezellig, en terrasjes zijn niet ver af. Tof om even te verpozen en om dan de uitgestippelde wandelroute verder af te haspelen. Nog even een pontje nemen om terug aan de juiste kant van de dijk te geraken en afsluiten met een aperootje op een nieuw en supertoffe brasserie bij de jachthaven. (bijna) Geen Fons zonder kaasschotel, wijntje en stukje stokbrood en lekker vroeg in bed. Op zaterdag , na het ontbijt, sprongen we de fiets op om via de knooppunten naar Middelburg te rijden. Er was wat bewolking en af en toe wat spettertjes regen, maar daar bleef het bij. Even window-shoppen, een marktje doen en een terrasje, s' middags een broodje kroket met een uitsmijter; We passen ons steeds met grote gemak aan aan de plaatselijke culinaire gewoonten. We maakten ook nog even van de gelegenheid gebruik om wat boodschapjes te doen bij de Albert Heyn (of was het bij Hans Anders :) inside joke) en dan was het even zoeken om het juiste fietsknooppunt te vinden om terug te keren naar Veere. Tijd voor wat leesvoer en daarna nog even wat gaan relaxen aan het meer. De restjes vanuit de vriezer, een spaghettie, werden verorberd en daarna konden we nog wat lezen in onze pas aangekochte dwarsliggers. We hoorden ondertussen dat een heel zwaar onweer over België getrokken was, dus mochten we dankbaar zijn dat wij enkel wat regendruppeltjes hadden gekregen. We sliepen wat langer uit op zondag en vertrokken pas rond 11 u voor een nieuw fietsavontuur. Terug via de knooppunten naar Vrouwepolder, langs de dijken tot het begin van de deltawerken en dan zo terug het binnenland van Noord-Beveland in. In het piepkleine Wissenkerke lieten we het frisse pintje smaken en de portie bitterballen, kaas en salami stilden de kleine honger. Wat later passeerden we Kamperland en konden we een veerboot terug nemen naar Veere. Nog wat te vroeg om al huiswaarts te keren zeker? Dan maar nog even langs Arnemuiden, bekend van de klokken, maar verder niet de moeite waard voor een stop. Nog even verder dan naar Middelburg, voor een lekkere ijscrème en ijskoffie en nog een terrasje voor wat sterkers. En dan nog eenmaal de moed vinden om weer die fiets op te stappen en de laatste kilometers, tegen wind nog wel, af te malen. Daarna was het nog fantastisch goed vertoeven op het terras bij de ondergaande zon, met een frisse gin/tonic voor Marnix en een lekkere Bacardi/cola voor mij. De zomer is heel dichtbij op zo'n moment. We konden nog buiten eten, daarna kropen we toch even later binnen voor het onvermijdelijke spel yahtzee. Einde alweer van een geslaagd weekendje.
Camping Ben Trovato : 18 eur/nacht met elektriciteit, douche met warm water 0,5 eur. Tol voor de tunnel : 5 eur (cat.1°)
Hoe start je een vakantie in Italië? Eerst nog een laatste test afleggen om het tweede jaar Italiaans te beëindigen. Ciao tutti, en dan Fons in om nog een 300 tal kilometers te rijden door de miezerregen tot aan de Camperplaats in Arlon. (brandweerkazerne Callemeyn, prima als doorgangscamperplaats). 's Morgens vroeg de baan op en vlotjes gereden, tot de ring van Milaan waar we wegens een ongeval wat file hadden. Maar eenmaal daardoor waren we al snel aan de afslag Peschiera en na een vijftal minuutjes stonden we al aan de ingang van Camping del Garda, waar ik mijn eerste mondje Italiaans kon bovenhalen. We vroegen en kregen een plaatsje met zicht op zee, 28 graden , tijd dus om de stoelen en tafel uit te halen en aan de aperitief te beginnen. Na een lekkere warme douche gingen we iets eten in het restaurant op de camping en maakten we nog een avondwandeling naar het stadje, wat op wandelafstand ligt van de camping. De volgende dag was het de 'easy way' : op t gemak opstaan, ontbijt in de zon, wat lezen en dan te voet langs het water om het stadje deze maal bij daglicht te verkennen. Leuk om even door te straatjes te kuieren, van het uitzicht van op de omwallingsmuur te genieten, een broodje te eten in de zon en dan even langs te gaan om wat informatie in het toeristenbureau. Ook in het prachtige Italië moet er eten op tafel komen, dus op zoek gaan naar een supermarkt hielp ons ook nog even op de been. De platte rust op de camping was daarna van harte welkom. Zondag rustdag? Euh, eventjes toch. Te voet naar Peschiera waar we de bus naar Sirmione namen, een schiereiland gelegen aan de zuidoever van het Gardameer. Behalve de sfeervolle straatjes van de historische binnenstad biedt Sirmione een aantal bezienswaardigheden die het stadje zo aantrekkelijk maken. Het Castello Rocco Scaligera is hét gezicht van Sirmione, de toren van het kasteel biedt een prachtig uitzicht over de stad. De trek in een lekkere Italiaanse gelato konden we bedwingen tot we weer in Peschiera waren, dat was genieten met zo'n zicht op het meer. Deze reis hebben we er ook twee nieuwe reisgenoten bijgekregen : voortaan zullen de Willy's ons af en toe vergezellen. De Willy's zijn twee piepkleine plooifietsjes die we aan een prijsje konden bemachtigen. Ok, de Mont Ventoux zullen we er niet mee beklimmen, maar ze kunnen wel handig zijn om wat boodschappen te doen, of de nabije omgeving te verkennen. We reden er die avond voor het eerst mee langs het water. Later zouden ze al heel wat meer moeten doorstaan, maar dat verhaal komt nog. De avond werd afgesloten met een serieuze storm. Alles werd even serieus gezandstraald, maar we werden daarna dan ook beloond met een schitterend zicht op de bergen aan de overkant van het meer, die tot dan toe niet zichtbaar waren. Maandag marktdag in Peschiera! Slenteren tussen de kraampjes, beetje op jacht naar souveniertjes, wat voorraad in doen en eventjes bijkomen bij Fons. Wat een goed idee leek om met de Willy's naar Lazise te rijden, bleek later toch wat meer inspanning te kosten dan verwacht. De Willy's moesten al direct het grovere werk aanvatten: het fietspad was niet altijd wat een fietspad hoort te zijn. Op en neer, zand, kasseistenen,... meer iets om met een echte mountainbike te doen. We hadden dan ook bekijks genoeg. Maar opgeven hoort er niet direct bij, en al moesten we af en toe toch een stukje te voet, uiteindelijk stonden we wel aan de rand van Lazise, waar we wat rondslenterden en een van een aperitief genoten. Lazise is een klein middeleeuws stadje. In het stadje vind je veel culturele bezienswaardigheden zoals de S.Nicolo kerk, oude stadsmuren en een kasteel. Daarnaast beschikt Lazise over een charmante haven, een gezellige boulevard, diverse winkels en uitstekende restaurants. Kuiten insmeren en terug naar de camping, lekker gegeten en daarna kwam de regen al gauw met bakken naar beneden. Geen nood, binnen is het ook gezellig en voor de rest mag het voor mij elke nacht regenen. De ochtend daarna vroeg uit bed, want er stond een uitstap gepland naar Venetië. We namen de sneltrein en stonden ruim een uur later al aan de kanaaltjes van Venetië. We lieten ons mee verdwalen in de wirwar van steegjes, gingen vele bruggetjes over, bewonderden de stuurmanskunsten van de beroemde gondeliers, deden aan windowshopping in de eindeloze souvenierswinkeltjes om dan eindelijk een wow-gevoel te krijgen bij aankomst op het Sint-Marcoplein. Prachtig, kippevelmoment, ogen te kort om de schoonheid in je op te nemen en te koesteren voor een hele lange tijd. Zalige lunch op een piazza en ondertussen ogen te kort komen. Wat een prachtige maar vermoeiende dag, maar echt een prachtidee van mijn beste makker. Vroeg in bed dan maar, want de volgende dag... haha weer op stap, dit maal naar Verona, op slechts 20 minuutjes treinen van Peschiera. Een totaal andere beleving maar op een andere manier even mooi. Smalle straten, prachtige gevels in allerlei warme kleuren, mooie talrijke kerken en natuurlijk het balkon waaronder Romeo zijn geliefde Juliette toezong. Enkel de beroemde arena was een beetje teleurstellend en voor ons zijn 6 euro niet waard. We waren eigenlijk alletwee al rond 16u30 moegeslenterd dus namen we de trein wat vroeger terug dan voorzien was. Even moesten we nog schuilen voor een onweersbui , maar uiteindelijk kwamen we droog aan bij de camping. Nog een aperitiefje en een etentje in de buitenlucht en weer konden we terugblikken op een hele mooie dag. Onze laatste dag was er vooral eentje om uit te rusten. De boekjes ( de Frieda Klein -Woensdag en donderdag-verhalen) moesten er aan geloven, nog even een bruin kleurtje opdoen en een laatste wandeling naar het stadje. Zoals altijd duren mooie dingen niet lang , en de 1100 km naar huis terug, tja dat wordt even doorbijten. Maar het was deze moeite dubbel en dik waard. Italië, je hebt ons hart nog een kleine beetje meer betoverd!
Heylaba, ja hoor , hier zijn we alweer. Uiteindelijk stond Fons dan toch niet zo lang op stal. De operatie van Marnix verliep zonder complicaties en ondertussen is hij een week of drie thuis. Het komt er nu vooral op aan om te rusten en langzaam aan te herstellen. Slapen is en blijft een oud zeer, Fons doet meestal wonderen, dus waarom het niet eens proberen? Het weer beloofde een lentezonnetje en de keuze viel op Hamont-Achel. Marnix is ook een beetje gepassioneerd door de Trappisten en alles wat er rond hangt. Westvleteren is niet zo ver van onze deur, in Rochfort waren we al eens op weekend en Chimay staat deze zomer op het programma. Ik moest de vrijdagmorgen nog even mijn opwachting maken op het werk en 's middags was er een etentje voorzien met de collega's en de lieve op-rust-zijnde collega Marina en dus werd ik daarna pas opgepikt om vanuit Brugge dan definitief te vertrekken. Al van voor Antwerpen kwamen we vast te zitten in de file. Het leek uitzichtloos lang te duren voor we weer wat vaart konden maken. En eenmaal de snelweg af, hadden we nog een eind te rijden langs gewestelijke wegen met vele stoplichten, ronde punten, enz. Was dat even balen, ja ook daar moesten we passeren (Balen). Enfin, na 3 en een half uur rijden voor 210 km, kwamen we aan in Hamont waar de parkingplaats voor mobilhomes volgens onze campergids (editie 2011) op het kerkplein was. Fons is al niet groot en paste toch maar net in de parkeerplaats, we vroegen ons af wat ze dan met hun grote mobilhomes deden. We wandelden even rond de kerk en zagen op de hoek van de straat een bordje die verwees naar de camperplaats. Even verzetten dus, aan het oude kerkhof op de hoek van de Deken Dolsstraat met de Brouwerstraat is er een vrij ruim grasveld waar je dus legaal mag parkeren. We strekten nog even de benen, en dronken een aperitiefje tussen de lokale bevolking. 's Avonds smulden we nog van een lekkere kaasschotel, nog een kadootje van onze vrienden Sandra en Marc, nog eens Thanks daarvoor, jullie waren er bij in onze gedachten. We gingen vroeg naar bed maar de magie van Fons werkte nog niet zo goed voor Marnix. De volgende dag gingen we eerst nog wat inkopen doen in de plaatselijke supermarkt en daarna vertrokken we te voet naar de 'Achelse Kluis', waar de trappist wordt gebrouwen. De brouwerij zelf bezoeken is niet mogelijk. Er is wel een ruime cafetaria en een gezellig zonnig terras, waar je de trappist kunt proeven en op zijn 'hollands' een broodje kroket kunt eten. Er is ook nog een ruime galerie, waar je allerlei vooral religieuze spullen kunt kopen en een winkeltje waar je de trappisten kunt kopen. De lange pauze deed deugd, maar de weg terug stond natuurlijk ook nog op het programma. Achteraf bekeken was het een beetje te hoog gegrepen, maar ja , wat wil je. Twee weken na de operatie zou een kortere wandeling ook goed zijn geweest. We sloten de avond af met een spelletje yahtzee en een lekkere pastaschotel en ja : ook nu viel ik als eerste in slaap, maar Marnix volgde niet lang daarna. Op de terugweg stopten we nog even om goeiedag te zeggen aan Domien en Lieselotte, die druk bezig waren met hun geocach-mega-event in Brugge en rond 15 u waren we thuis. Nog net op tijd om de laatste kilometers te zien van de wielerwedstijd Paris-Roubaix.
aantal km gereden : 441 km parking : Hamont, hoek Deken Dolsstraat/Brouwerstraat, ondergrond gras, geen voorzieningen
Wie het blogje van Marnix volgt of ons wat beter kent : het zijn hier niet zo'n vrolijke tijden. Marnix staat namelijk aan de vooravond van een hersenoperatie, iets wat we al een tijdje weten, maar vooral moeten doorkomen met 'wachten'. Volgende week dinsdag is het zo ver. En dus wilden we nog één keertje genieten alvorens we Fonske even op stal zullen moeten laten. Hij zal eventjes moeten wachten tot zijn baasje weer op been is. Over het weer kunnen we dit voorjaar niet klagen : er passeerden reeds een heleboel lentedagen de revue. Het kriebelde al een tijdje en dus trokken we vorig weekend naar Le Portel, even voorbij Boulogne sur mêr. Tijdens de rit er naartoe wisselden mist en zonnige perioden elkaar op, maar eenmaal in Le Portel bleef het voor de rest van de dag mistig. Jammer , het overblijvende fort in zee, nog een overblijfsel uit de periode van Napaleon,, was amper te zien. In de Intermarché op 300 m, kochten we een kaasschoteltje met een bottle rode wijn, maar wijn 's middags is niet altijd zo'n goed idee, een tukje achteraf was bijna onvermijdelijk. Nog even een korte wandeling gedaan naar overblijfselen van een oud fort, nog eventjes wat winkels in en uit en dan was het plan om te gaan eten bij Chez Michel. Den Michel deed zijn deuren echter niet meer open 's avonds, zodat we noodgedwongen bij een pitabar moesten gaan eten. Nu ja, we kunnen het ook 'een restaurant met specialiteiten uit Capadocië' noemen, en dan klinkt het toch wat chiquer. De volgende dag was de mist weggetrokken en vertrokken we te voet naar Boulogne. We kuierden wat rond op de markt, gingen even naar de oude stad, wandelden op de vesten, lieten ons bijna opsluiten in de kerk, genoten van een lekker etentje in één van de verkeersvrije straatjes, speelden een partijtje minigolf die eindigde met een gelijkstand en lieten ons verwarmen door de laatste zonnestraaltjes op een terrasje. Nog even doorbijten om de weg terug aan te vatten, nog wat hapjes halen in de supermarkt en dan een welverdiende rust. De zondag morgen begonnen we met een ontbijt en omdat het zo'n mooi weer was, besloten we langs de kustweg terug te rijden. Net even voor Audreselles stopten we op een parking en deden we een wandeling langs het strand. Het liep niet helemaal volgens het plan. Het stadje dat we in de verte hadden zien liggen, bleek verder dan verwacht en door opkomend water konden we er ook niet aan , zonder een hele ommetoer te moeten doen maken. Rechtsomkeer dus en picknick bij Fons. En nog even een blik kunnen werpen op de kliffen van Engeland. Een mooie afsluiter. We hebben nog eventjes kunnen genieten, het even kunnen loslaten en nu gaan we verder in rechte lijn, goeie moed en ook met een beetje angst, de komende periode tegemoet. Fingers crossed iedereen!!!
Afstand van Gistel : 124 km Parking : Rue des Champs gps N 50.71166 E 1.57540 C (gegevens van op internet) prijs : 3 eur per nacht ( wordt 's morgens opgehaald wegens defect van de betaalautomaat) voorzieningen: elektriciteit, water nemen en lozen, chemisch toilet ledigen
Geraardsbergen : eentje om t weer gewoon te worden
Tja, het kriebelde al weer een tijdje om Fons van stal te halen. En de weerberichten leken al bij al mee te vallen. Dus, meer duwtjes hadden we niet nodig. Onze keuze viel op de Vlaamse Ardennen; ten eerste : we waren er nog nooit geweest. Ten tweede : gezien de batterij-perikelen van vorig jaar waarbij we het advies kregen na de winter de batterijen eens goed te laten opladen aan de elektriciteit. En ten derde: wel ja alles was goed. Maar : camping de Gavers bleek het hele jaar geopend : Dus op naar Geraardsbergen, slechts op 100 km afstand van Gistel. We betaalden 28 euro voor 2 nachten. Niet duur, maar ik moet er wel bij vertellen dat er geen voorzieningen waren voor campers. Water konden we niet vullen, want alle kraantjes bleken afgesloten. Een loosput werd er ook niet gevonden. Het was even behelpen dus, met een jerrycan water in Fons, en die jerrycan lekte dan nog eens ook. Ok, nog iets? Inderdaad. Net toen we de wandeling naar het centrum van Geraardsbergen wilden aanvatten, begon het te regenen. En niet voor eventjes. Hmm, we verloren er ons goed humeur er niet door. Wat hoort er onvermijdelijk bij Geraardsbergen ? Juist ja, het overheerlijke mattentaartje. En het heeft gesmaakt hoor. Verder hebben we nog Manneke Pis gezocht en gevonden en de dag verder gevuld met wat shopping. De hemelsluizen waren ondertussen volledig opengedraaid , time to go home. Allé, naar Fons é. Een warme douche deed deugd, het aperitiefje ook, de babbel was lang en het was al tegen negenen toen we aan het avondeten begonnen te denken. En zo was dag één voorbijgevlogen. Na een verkwikkende slaap was het tijd om de fiets op te stappen. Het weer was ondertussen opgeklaard. Het was even zoeken naar het eerste knooppunt, maar die bleek, zoals Marnix dacht, aan de andere kant van het meer te liggen. Voor de liefhebbers volgen hier de knooppunten : 74-67-66-69-70-71-79-85-87-84-86-93-97-54-88-83-81-80-73-74. Het was echt een prachtige rit, met af en toe een pittige helling. De pittigste wachtte ons op in het centrum van Geraardsbergen : de Muur. Eigenlijk niet in de route begrepen, maar toch een uitdaging. Van als je het hoekje omdraait aan de kerk, weet je het al. En dit was slechts de voorbode. Tja, wat willen die 2 amateurtjes eigenlijk bewijzen, zo zonder voorafgaande training de muur oprijden? Haha. Echt waar, chapeau hoor voor die coureurs, zo in het echt sta je echt wel vol bewondering te kijken naar die klim. We bezochten nog even de beroemde kapel op de top en dan was het tijd voor iets versterkends. Net voor we terugfietsten, brachten we nog even een bezoekje aan het informatiebureau om Manneke Pis in al zijn kostuumpjes te bewonderen. En we kregen er van een heel enthousiaste medewerker tal van informatie bij. We waren blij om weer in de warmte te kunnen kruipen. Het werd nog een toffe avond, maar deze keer lagen we wat vroeger in bed : moe maar tevreden. En we kunnen alweer terugblikken op een geslaagd eerste weekendje weg.
Beste bloglezertjes, bekenden waarvan ik weet dat ze dit blogje volgen, bekenden die stiekem eens komen kijken en vele onbekenden, waarschijnlijk camperliefhebbers, of toevallige passanten. Een heel gelukkig en gezond nieuwjaar ! Even terugblikken : We waren 7 weekends op pad met Fons, de zomerreis ging naar Carnac in Bretagne en in de herfst breiden we er nog een weekje Luxemburg-Moezel-Ardennen aan vast. In 2013 kwamen er 5367 km bij op de teller. Daarnaast gingen we ook een weekendje naar Londen (where else? :)) en Sinterklaas bracht ons in Amsterdam. Natuurlijk was de ervaring van het jaar : onze prachtige reis naar Maleisië. Niet iets voor ieder jaar te doen wegens budgettaire redenen, maar het kriebelt zeker om nog eens verre oorden op te zoeken.
Vaste reisplannen voor dit jaar zijn er nog niet. De regel blijft : als de kids niet thuis zijn, en het weer valt mee zijn we riebedebie met Fons. Als er natuurlijk geen andere verplichtingen zijn of natuurlijk leuke dingen om voor thuis te blijven. De lente mag komen, wij zijn er klaar voor.
Na een stormachtige nacht, nee jullie fantasietjes mogen achterwege blijven, want het was de zwaarste storm sinds jaren gecombineerd met een springtij, waren we al vroeg uit de veren, om de trein van 7u te nemen richting Antwerpen. Pas daar aangekomen werden de vertragingen van de treinen merkbaar, omdat de storm in Nederland nog meer voor overlast zorgde en er zelfs enkele treinen werden afgelast. Met een uurtje vertraging kwamen we dus aan in Amsterdam. Het wandelplan met bijhorende wandelroutebeschrijving werd bovengehaald en al gauw liepen we om te beginnen langs de walletjes. De dames van dienst keken ons eens ongeïnteresseerd aan, nee aan ons gingen ze niks verdienen. We vonden er wel een leuk caféetje waar een trio broodjes aten, waarvan eentje met een kroket. Kan het nog Hollandser? Met nieuwe krachten vervolgden we onze weg en kwamen langs de meeste bezienswaardigheden. We brachten ook nog een bezoekje aan het Sexmuseum. Leerrijk :) om te weten te komen dat er al een heuse pornoindustrie bestond op het einde van de 19de eeuw en grappig om de commentaren te aanhoren van de overige internationaal alomtegenwoordigde toeristen. Het was de slechts 4 euro aan imkomgeld waard. Na nog wat verder gewandeld te hebben en nog een aperootje gingen we op zoek naar ons hotelletje Robertramon, gelegen in de PC Hooftstraat, een iets chiquere winkelstraat. Het kamertje was klein, maar netjes en het ontbijt heel lekker. Voor ons moet dat niet meer zijn. Na het inchecken, spoedden we ons naar het Bolsmuseum een eindje verderop. Daar kon je een interactieve rondleiding doen, ruiken, proeven, wat geschiedenis over de vele jenevers en likeuren,... Op het einde kon je zelf een cocktail samenstellen, die dan gemaakt werd door 2 goodlooking guys, die een poging deden Tom Cruise te imiteren in Cocktail. Daarna waren er nog 2 shots te kiezen uit wel 30 verschillende smaken en that was it. Op naar Planet Rose! Planet Rose, tja, dit Caraibean restaurantje werd door Marnix op internet gevonden. Blijkbaar zeer gekend in Amsterdamse kringen om de beste Jerk. Rose houdt het binnenkort voor bekeken in Nederland en trekt naar Londen. Hope to see you there again Rose! De volgende dag werd volop benut om door de winkelstraten te slenteren, een paar marktjes te bezoeken, nog wat rond de grachten te wandelen, kortom gewoon wat relax genieten. De dag werd alweer veel te gauw avond. We hadden een boottochtje geboekt op de grachten, vooral omdat er een lichtshow zou zijn. Het inschepen verliep heel chaotisch, de lichtshow stelde niet veel voor. Naar mijn gevoel een beetje weggesmeten geld, maar ja, we hadden het toch maar weer meegemaakt en samen is toch alles leuk é. Het was nog een eindje terugwandelen naar het hotel, waar we eerst de winkelzakken achterlieten, om dan op zoek te gaan naar een restaurantje. We kwamen terecht bij een Indïer, waar er geen luis zat. Maar 't was wel lekker en we dronken er een goedkoop Spaans flesje wijn bij. Op zondag volgden we nog even een andere wandelroute, dwars door het Vondelpark, waar het wemelde van de lopers en de hondjes. We kwamen voorbij de bekendste musea, zoals het Rijksmuseum, het Van Gogh museum, ... en keken even naar de kindjes die een poging deden recht te blijven op hun kleine ijsschaatsjes op de ijspiste. Nog even verder door de winkelstraten en dan de trein op naar huis. Welke indruk Amsterdam nu op me maakte ? Het kan absoluut niet tippen aan Londen (nog steeds op 1) of Parijs, of zelfs Brussel. Maar het heeft zo'n eigenheid, zo'n openheid. De tolerantie van de vele coffeeshops, de walletjes, de sexshops, niemand kijkt er van op. De weetplantjes kan je gewoon op de bloemenmarkt kopen. Ik zie het hier niet zo direct gebeuren. De vele fietsers had ik wel verwacht, maar dat er zo'n 80 % zonder fietslichten 's avonds en 's nachts op de baan zouden zijn, nee dat had ik niet gedacht van het Hollandse fietsvolkje. De grachten maken het bijzonder, al ben ik als Bruggeling ook wat kanaaltjes gewoon natuurlijk. Kortom, verrassend, maar ik heb het eventjes gezien daar.
Een rondje Luxemburg-Duitsland-België in de herfst
De vertrekdatum stond al een tijdje vast, de bestemming niet; dit zouden we van het weer laten afhangen. Een tiental dagen op voorhand waren we hoopvol gestemd : bijna overal in de dichte omgeving zagen de weerberichten er goed uit. We werkten een aantal routes uit, er werden wandelingen uitgezocht, de camperplaatsen min of meer bekeken, enz. De beslissing viel op een rondje Groot Hertogdom Luxemburg-Moezel en Ardennen. Maar hoe dichter de vertrekdatum kwam, hoe slechter de weersvoorspellingen. De ene site zei 'voortdurend regen', de andere had het meer over af en toe een bui. Tot de dag voor vertrek was er twijfel. Bleven we bij het plan of gingen we meer zuidwaarts? Maar een alombekend spreekwoord zegt : Blijf bij je eerste gedacht of stick to the plan ! En dus gingen we ervoor : eerste stopplaats : Echternach. De laatste 50 km reden we nog in de regen, maar geloof het of niet, net toen we Echternach binnenreden en goed en wel geparkeerd stonden naast de Lac, klaarde de hemel op. Na een lekker tasje soep met een boterham trokken we op verkenning in het beroemde stadje. We volgden een uitgestippelde wandeling langs de meeste bezienswaardigheden en leerden dat er door de eeuwen heen niet altijd 3 stappen voorwaarts 2 achterwaarts gesprongen werd tijdens de jaarlijkse springprocessie. De volgende dag gingen we voor het meer serieuzere werk : een goed aangeduide E1 wandeling dwars door "Klein Zwitserland". We vertrokken aan het station en hadden zo het mooiste stuk op t laatste : de Perekop, het Labyrinth en de Wolfsschlucht. Een prachtige wandeling op een wat grijze maar droge dag die we toch konden afsluiten met een drankje op een terrasje in de zon. En ja vooruit , maar nog een korte wandeling langs de lac, voor we Fons inkropen. Moe en met 20 km in de benen. Nee, voor ons geen 'zondag rustdag'. We vertrokken rond 10 u om zo'n 120 km verder in Cochem langs de Moezel te belandden. De mobilhomeparking stond goed vol en wij vonden gelukkig nog net een laatste plaatsje op de parkeerstroken even verderop. Terwijl we van het thuisfront berichten kregen over een zondvloed en storm aan zee, maakten wij een lange wandeling die ik vond op internet. "De kweekvijver van forellen aan de rechtse kant" was aan geen kanten te bespeuren, dus konden we ook de plaats niet vinden die "even verder links het brugje over" ging. Maar niet getreurd :we liepen evengoed in de bossen en op de terugweg volgde nog een steile klim naar de ruïne Winneburg waar we genoten van het mooie uitzicht op Cochem. Nog even het stadje zelf in en 's avonds aten we lekker in het Burghotel. Het interieur leek meer op een museum maar het soepje van paddestoelen, het hertereegebraad met 'rode kool' en kroketjes en het dessert smaakten voortreffelijk. De stappenteller gaf die dag 19 km aan en de spieren begonnen stilletjes aan toch wat tegen te pruttelen. Rustig aan de volgende dag dus in Koblenz. We vertrokken in de mist, maar al gauw was de zon van de partij en konden we genieten van het uitzicht op de Moezel en de wijngaarden er rond. In Koblenz installeerden we ons op een camping langs het water, op de plaats waar de Rijn en de Moezel samenvloeien. We bezochten het oude stadje en namen de kabellift naar burcht Ehrenbreitstein. Even stilstaan hoe het er in al die voorbije jaren aan toeging : het was in vele verschillende handen, het werd gebruikt als schuiloord, als gevangenis, als luchtverdedegingsplaats, ... Als we 's avonds van onze spaghettie zaten te smullen, hoorden we de eerste regendruppels vallen. Op dinsdag reden we door naar Monschau in een stralend zonnetje. De camperplaats ligt net boven de oude stad en als we na de middag op verkenning vertrokken, begon het te regenen. Even een kopje koffie en een apfelstrüdel / käsetorte waren goed om met een wel heel volle maag weer buiten te staan en alsnog zonder paraplu de wandeling aan te vatten. We beklommen het weggetje naar de ruïne en naar de burcht en waren er ook getuige van de tentoonstelling 'Trash People' die naast al enkele wereldsteden te hebben aangedaan, hier nu te gast waren. Koken zat er die avond niet in, want de gasfles bleek leeg. Toch jammer é dat een mens zo maar verplicht wordt om op restaurant te gaan. :) Veel keuze van restaurants hadden we niet, want zo rond 19 uur leek Monschau meer dood dan levend. Maar Marnix smulde van zijn knuistje met Sauerkraut en ik nam er een vegetarische lasagne. We schakelden het thuisfront in om een verdeler te vinden van de Twiny-primagaz flessen en dit bleek te vinden te zijn in Eupen. Plannen aanpassen dus : geen tweede dag in Monschau, maar via Eupen naar Malmedy en daar een prima camperplek gevonden.
Even informeren bij het bureau van toerisme en vlug de wandelschoenen weer aangetrokken. De wandelroute was nu en dan heel pittig en steil en soms wel eens moeilijk te vinden en te begaan, door omgekapte bomen. Maar we kregen weer energie over toen we even in de schuwe oogjes van een bambi konden kijken, die vlug weer weghuppelde, de donkere bossen in. Niet zo heel lang daarna kwam Malmedy weer in het zicht, maar nee, het was geen 'direct', want de wandelweg leidde ons weer weg andere bossen in en een hoogplateau over. De frisse pint achteraf was welverdiend. En weer hadden we die dag oerechance! We waren nog niet goed aan de aperitief begonnen in Fons of het begon te regenen. Zoals gepland reden we de volgende dag naar Durbuy langs de kronkelende Ardense wegen. Deze keer gingen we op wandel met een gedownloade gpx wandeling op onze wandelgps. Een nieuw avontuur voor ons, maar de 'roze lijn' werd netjes gevolgd en bracht ons veilig, maar deze keer niet helemaal droog terug. Heel lang kun je niet rondlopen in Durbuy zelf, niet voor niets noemen ze zichzelf 'het kleinste stadje ter wereld". Maar 's avonds hadden we gereserveerd bij brasserie Fred met een cadeauboxbon. We mochten eten wat we wilden en kozen voor het wildmenutje. Mmm, dat was echt verrukkelijk en een mooie afsluiter van deze prachtige week met Fons.
Camperplaatsen :
Echternach : gedoogplaats aan de lac, Route du Luxembourg, staat aangegeven, geen voorzieningen, gratis
Cochem : langs de rivier, camperplaats is aangeduid, 7 euro/nacht, geen voorzieningen, overdag wat drukke weg
Monschau : parking langs de weg boven de stad, aan de overkant van het zwembad, 8 eur, electr., lozen en water nemen mogelijk
Malmedy : Place de la gare, 5 euro/24 uur, alle voorzieningen inbegrepen, bewakingscamera, dichtbij stadje
Durbuy : Le vedeur :langs de Ourthe, 21 eur camper en 2 pers., alle voorzieningen, en vernieuwde verwarmde sanitaire blok met douches en toilet
Camping in Koblenz : Knaus, mooie standplaatsen, heel vernieuwde sanitaire installaties, verwarmd (31 euro vr camper en 2 pers) Ook camperplaatsen net naast de camping, betalend mr met gebruik van sanitair en alle voorzieningen. Supermarkt op korte wandelafstand.
Op een kleine 90 km van huis, in Arques, nabij het beter gekende St-Omer, brachten we 2 heerlijke zonnige dagen door op een prachtig gelegen camperplaats. Net naast camping Beauséjour, volg je een klein weggetje, je rijdt naast enkele vijvers, die vol zit met hele stille eenden (haha, het bleken plastieken te zijn) en dan kom je vanzelf op de parking. 's Avonds komt er iemand langs om 3 euro te vragen. Na een kommetje soep met een broodje, vertrokken we met de fiets richting het begin van een uitgestippelde wandeling in de Clairmarais. Na enig zoekwerk kwamen we aan een informatiehuis en daar vertrokken verschillende aangeduide wandelingen. Wij volgden de 14 km route : de bocage au marais, heel afwisselend, goed aangegeven, we moesten zelf een veerpontje nemen waarmee je jezelf naar de overkant moest trekken. Het was echt t-shirt weer, heerlijk zo'n nazomertje. Om af te sluiten dronken we een frisse pint bij Isnor, waar je bootjes kunt huren en de kanaaltjes kan afvaren. De spieren pruttelden wat tegen toen we weer de fiets opsprongen, maar het was niet zo ver voor we weer bij Fons waren. Onze Frans/Engelse buren kwamen een babbeltje doen, bleek dat ze al 2 jaar onafgebroken on the road waren. Het leek ons toch wel heel lang en vroegen ons af van wat ze in godsnaam leefden. Het hele verhaal zullen we nooit weten. Uiteindelijk konden we toch aan onze aperitief beginnen, we verloren de tijd wat uit het oog en het was dan ook al laat toen we aan tafel gingen. De volgende dag vertrokken we richting St-Omer, langs het kanaal, uiteindelijk maar zo'n 7 km ver. We kuierden eerst wat rond op de markt en dronken een aperitief op een terras. Allé, eigenlijk was het van mij een warme chocomelk. Daarna aten we een broodje in het park en liepen we daar wat rond. Gevolgd door een bezoek aan de kathedraal, dat ze net in gereedheid brachten voor een trouwplechtigheid. We reden daarnet ook nog naar de ruines en met een heel klein beetje spettertjes regen reden we naar Fons terug. We konden de wc-tank nog legen net naast de parking en we sloten het weekendje af met een bezoek aan de Auchan. We kochten er een paar lekkere speciale kaasjes voor 's avonds thuis op te eten. De volgende dag werden we als supporters verwacht op de marathon van Oostende waar een loopmaat van Marnix zijn 100ste marathon liep. En dat moest achteraf gevierd worden. Nog eens proficiat Koen.
Dit weekendje weg gingen we op bezoek bij schoonbroer Kenneth die in Hericy woont, in de omgeving van Fontainebleau, zal ik maar zeggen, jullie misschien beter gekend. We hadden ook 2 verstekelingen mee aan boord, schoonma en schoonzuster Tanya. Laatsgenoemde had hier nog wat te regelen die ochtend, wat wat uitliep en waardoor we in plaats van om 10 u om 12 u vertrokken vanuit Oostende. Het verkeer rond Parijs liep vlotjes en rond half vijf in de avond kwamen we aan. We brachten nog een bezoekje aan het leuke stadje Barbizon, waar in een ver verleden heel wat schilders hun dagen doorbrachten. Het is dan ook echt een kunstenaarsdorpje. Het telt maar één grote straat, maar het is er vol van antiekwinkeltjes, kunstgalerijen, restaurantjes en charmante huisjes, waar je af en toe een mozaïek-schilderij kunt bekijken. 's Avonds werd er in de tuin bij Kenneth op een groot houten vuur stukken vlees gebakken en samen met de slaatjes, bereid door Tanya, een glaasje wijn gedronken. We bleven buiten tot bijna middernacht, de dames weliswaar onder een dekentje.
De volgende dag, na het ontbijt, waren we weer de boer op. Ditmaal richting Moret sur loing, een pittoresk middeleeuws stadje aan de rand van de bossen van Fontainebleau en aan de oevers van de Loing. We maakten een wandeling door het historische centrum, bezochten de kathedraal Notre Dame, zagen de donjon, het huis van Frans I, de versterkte poorten en de vele oude huizen met houten gevels. Het aperitiefje werd uitgesteld tot thuis. In de namiddag ging het richting de bossen, welke bos juist, ik zou het niet meer weten, want de omgeving is daar precies één groot bos. We stopten nog even aan de kerk van Larchant, een mooi stukje gothische architectuur met een klokportaal van wel 50 meter hoog. Daarna werden de wandelschoenen aangetrokken en trokken we de bossen in. We konden genieten van de mooie natuur, van de heide die in bloei stond, en van de klimmers die aan het uitdokteren waren hoe ze het beste naar boven konden komen. 's Avonds gingen we lekker Italiaans eten in 'il primo baccio', het restaurantje waar Tanya werkt. Voldaan kropen we even later het bed in.
Op zondagmorgen bezochten we nog even de markt in Fontainebleau, aten nog een kiekske en trokken rond 14 u terug huiswaarts. We stopten nog even voor een frietje , zetten ma af in Oostende om uiteindelijk rond half acht de motor af te zetten in Gistel.
Om maar meteen de maand augustus goed in te zetten, vertrokken we rond 15 u onder een stralende zon richting Berck sur mer. Dit jaar met eentje minder, Aäron bleef thuis om te blokken voor de herexamens. In Berck stond de ,schitterend naast het strand gelegen, mobilhomeparking zo goed als vol, maar voor Fonske is er meestal wel een plaatsje te vinden. We maakten nog een mooie wandeling langs de dijk tot in Le Touquet, herenigden nog even tussendoor twee verloren gelopen kindjes met hun mama, dronken een frisse pint om de dorst te lessen en aten een zelfgemaakt belegd broodje buiten op naast Fons. We bleven Uno spelen tot het donker werd en kropen daarna nog steeds puffend van de warmte in bed. De volgende morgen stonden we iets vroeger op om de resterende kilometers tot in Carnac te rijden. Er was heel weinig verkeer op de baan en we namen ook de nodige tijd om rustig de slaatjes op te eten tijdens de middagpauze. Rond 15 u kwamen we aan op de Camping Les Menhirs, de Quecha tent werd opgezet en even later waren we al op verkenning in het heel nabij gelegen stadje, waar we een heerlijke, maar oh zo grote pizza verorberden. En wat deden we zo verder nog al behalve naar het strand gaan, ploeteren in het zwembad, boodschapjes doen, het plaatselijke marktje bezoeken, lezen, spelletjes spelen, ijsjes kiezen uit wel 50 verschillende smaken, ...... ???
We gingen op zoek naar de dolmen (niet gezien) en de menhirs (gevonden). (12 km gewandeld)
"Maar liefst 3 000 menhirs staan hier tussen de heide in lijnen met een lengte
van ongeveer 1 km. Dit is een van de meest opmerkelijke concentraties rechtop
staande stenen in de wereld. De meest indrukwekkende rijen zijn die van Menec,
Kerlescan en Kermario. Naast hen bevindt zich de grafheuvel van Saint-Michel en
de Reus uit Manio, een menhir met een hoogte van 6,50 m. Geloof maar niet dat
Obélix er iets mee te maken heeft! De menhirs zijn 5 000 tot 3 000 jaar v.Chr.
opgericht. Dus lang voor de Galliërs! Verschillende theorieën, tot aan de meest
hilarische, trachten deze monumenten te verklaren.Vaak wordt hen een
astronomische functie toegedicht." (bron : internet)
We gingen te voet naar het naburige stadje Trinité sur mer. We zochten naar allerlei diertjes tussen de rotsen aan zee en vonden er onze aperitiefhapjes : kreukeltjes of beter gezegd karakolletjes. De krabbetjes waren te klein en een zeester leek ons niet zo smakelijk. (15 km lange wandeling)
"La Trinité-sur-Mer heeft een grote vissers- en jachthaven en is het centrum van de oesterkwekerij. Het is tevens een alomgekende badplaats die zeer mondain is en voorzien met winkelstraten, speelzalen, een winkelcentrum en vele souvenirswinkels." (bron Wikipedia)
We bezochten een op 30 km gelegen stadje Vannes, met zijn oude huisjes, kathedraal en smalle straatjes. We aten er een heerlijk hartige pannenkoek.
"Vannes heeft alle reden een s achter haar naam te zetten. Deze stad is zo
veelzijdig! Hoofdstad van de Morbihan, jachthaven, vestingstad, middeleeuwse
stad, stad van kunst en historie Van de kaden, omzoomd door bomen, tot de
huizen uit de 15e eeuw, alles herinnert aan het goede leven. Pal in het zuiden, tegenover de haven, heeft Place Gambetta de allure van een
badplaats. Maak van de gelegenheid gebruik om even op een terrasje te pauzeren
voordat u onder de Porte Saint-Vincent doorloopt voor een bezoek aan de oude
stad. Voorbij het voorportaal staan aan weerskanten van de straat huizen uit de
17e eeuw. Rond de Place des Lices, waar in de Middeleeuwen toernooien werden
gehouden, staan voorname herenhuizen zij aan zij met vakwerkhuizen. De gevels
worden op de maat van de huizenrijen verlicht in vrolijke kleuren. Voorbij de
kathedraal en de Cohue en afdalend naar de Porte Prison die toegang geeft tot de
schilderachtige wijk Saint-Pagtern, biedt de Rue Saint-Gwénaël een keur aan
kruisbreuken en uitkragingen. Op de hoek van de Rue Rogue en de Rue Noé wordt u begroet door twee vrolijke
gedaanten. Uit steen gehouwen vertegenwoordigen zij de heer en meester van dit
huis uit de 16e eeuw, en zijn eega. Zij zijn de mascottes geworden van de
inwoners van Vannes.
We volgden een uitgestippelde wandeling in Carnac, langs een klein gehuchtje met een oude kapel, langs oesterkwekerijen en langs een prachtig ruig kustpad en hadden uiteindelijk weer een elftal kilometers op de stappenteller staan.
We sloten de vakantie in Carnac af met een aperitiefje met oesters op visserijfeesten aan de haven, een superlekkere Fruits de mer en een dansfeest met Keltische muziek, waar we alledrie een poging waagden om mee te huppelen.
Aan alle mooie dingen komt een eind, dus ook aan de vakantie, maar we gingen niet rechtstreeks huiswaarts. We bezochten mijn schoonbroer/schoonzus die in de buurt van Fontainebleau wonen. Het vergde even wat stuurmanskunst van Marnix om met Fons het steile kiezelbaantje achterwaarts af te rijden, maar zo stonden we wel rustig van het weggetje af. Kenneth liet ons nog het indrukwekkende Chateau van Fontainebleau zien en 's avonds gingen we heerlijk Mexicaans eten.
Na nog eén nachtje slapen in Fons, een lekker ontbijtje en nog 350 km te rijden, kwamen we weer eens veilig terug thuis, waar de twee jongens ons hartelijk verwelkomden met een aperitief, met hapjes en een lekkere spaghettie.
Ik ben Heidi
Ik ben een vrouw en woon in Bredene () en mijn beroep is Administratief bediende.
Ik ben geboren op 04/04/1965 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen, linedance, muziek, lezen, handwerk, wandelen, geocaching.