Nee, het werd geen rechtstreekse rit naar het net over de Zwitserse grens gelegen stadje Cannobio. Eerst gingen we de jongste aanwinst van de familie Lowyck bewonderen. Welkom piepkleine Kaitlynn!! We kregen er bijna niet genoeg van om naar je te zitten kijken, maar toen je met je mama een wandelingetje was gaan maken in het bos, konden wij ondertussen een cache of 2 meepikken. We breidden er nog een wandeling langs de rivier aan vast en 's avonds was het bbq-tijd.
De volgende dag stonden we om 5 uur op en een half uurtje later waren we de baan op. Van het 'o zo zwart voorspelde weekend op de weg' hadden we helemaal geen last. Zelfs aan de Gotthardtunnel moesten we maar drie kwartiertjes aanschuiven, iets waar velen in het hoogseizoen zouden voor tekenen. Tot zo'n uurtje voor aankomst op de camping, plensde de regen er nog lustig op los, gelukkig scheen de zon volop toen we ter plaatse op camping Residence Campagna aankwamen. Een betere plaats konden we niet van dromen : op de eerste rij aan het meer, prachtig zicht. Dat de plaats zelf wat klein was en alle campingplaatsen heel dicht bijeen lagen, werd gauw vergeten. We gingen nog even op verkenning in Cannobio zelf, die een mooie boulevard heeft, een oud gedeelte en vele terrasje met zicht op het meer, waar we de eerste aperitief nuttigden. Traditiegewijs gaan we de eerste avond uit eten, en daarvoor hoefden we niet ver te lopen. De pizza en pasta in het restaurant van de camping smaakten voortreffelijk en de prijs was beslist niet duurder dan in de stad. Het vroege opstaan uur, het rijden en de wijntjes om de dag af te sluiten, maakten het inslapen oh zo makkelijk.
We deden de dag daarop dan ook niet zo veel meer dan lekker zonnen, relaxen, lezen, wat boodschappen, kortom chillen é. Daarom waren we de dag daarna fit om een paar geocaches te gaan zoeken. Langs een wandel/fietspad langs de rivier gingen we richting kerkje Santa Anna.

We maakten een klein ommeweggetje om langs een waterbron een cache te kunnen loggen en onze flesjes water bij te vullen. Santa Anna was ook snel opgelost, tijd dus voor een verpozing op het strandje aan de rivier. De broodjes werden opgegeten, maar de zwempartij was toch geen optie meer wegens oh zo koud water. Het hield sommige 'ijsberen' nochtans niet tegen om vanaf de rotsen in de rivier te springen. We vervolgden onze wandeling, wat jammer genoeg eerst een stukje over de gewone baan liep, maar dan toch weer de bossen indook. Net toen Cannobio weer in zicht kwam, zag ik op de gps nog iets anders in zicht komen : een cache op 600 m. Zouden we? Ach, zo ver was het toch niet? De eerste passen moesten we wel door een stromend riviertje de weg opklimmen en van dan af was het : euh zwoegen, een rotspad, de hoogte in, waar geen eind leek aan te komen. Die 600 m was dus natuurlijk in vogelvlucht gemeten. Allé, dan toch eindelijk het kleine meertje gevonden waar de cache had moeten liggen, maar dat was dus even simpel als de weg er naar toe. We hadden al bijna de hoop opgegeven en dropen bijna af zonder buit, tot nog een laatste blik iets zag zitten onder een rotsblok. Het gaf ons toch een beter gevoel om de weg terug aan te vatten, ditmaal duidelijk niet meer naar omhoog, maar misschien technisch wat moeilijker om af te dalen. Die overheerlijke 'gelato' was de ultieme beloning.
Wat er verder zo nogal gebeurde? De oude stad bezoeken, nog wat caches zoeken, met de stadsbus naar Verbania waar we de boot namen langs de eilanden. We stapten af in Isola Bella, wat we eigenlijk een beetje teleurstellend vonden. Leuke smalle steegjes, veel kraampjes, maar behalve een paleis dat je kon bezoeken met tuinen, was er verder niet veel te zien.

Misschien was dat paleis 'het van het', verder weten we het niet hoor waarom iedereen daar zo over spreekt. We maakten ook nog een lange wandeling naar Santa Luca, wat we uiteindelijk niet vonden en er dus ook cache konden zoeken. We keken ook naar de aankomst van een trial-loop en gingen er 's avonds tussen de Italianen nog ene drinken, terwijl er een bandje optrad. Er was een avondmarkt, wat niet zo veel inhield maar ook een hele grote markt op zondag, met honderden kraampjes. We lazen boeken, met als kampioen Jade, die er uiteindelijk 3 uitlas. We speelden spelletjes, vaarden op het meer, zwommen, kortom alles wat een vakantie voor dient.
Eenmaal hadden we een serieus onweer tijdens de nacht, verder was het weer zonnig en warm, alleen de laatste 2 dagen waren wat minder met af en toe wat regen. Jammer dat je dan zo de tent moet opbreken, maar wat doe je eraan. Inpakken en wegwezen en de 956 km naar huis terug aanvatten. Geen file aan de tunnel deze keer, wel een pak serieuze regenbuien rond Luzern.
Nog eerst een frietje gaan eten en dan 'home sweet home', de grote en kleine wasjes konden in de wasmachine.
|