Na alweer een woelig jaar klonken we op nieuwjaarsdag 2019 met volle moed op een beter jaar. Helaas, een goeie week later, werd deze hoop de kop ingedrukt en stonden we opnieuw met een groot vraagteken voor ons. Dit vraagteken werd na een tijdje een uitroepteken : deze keer kwam die vreselijke ziekte met de letter K aan onze eigen voordeur kloppen. Onzekerheid en wanhoop maakten na een operatie en een aantal onderzoeken, plaats voor wat meer duidelijkheid en een aanvalsplan en de hoop op genezing. Neemt natuurlijk niet weg dat Marnix de pijnlijke behandelingen lijdzaam moest ondergaan en dit ook een plaats moest leren geven. Maar we zijn beiden wie we zijn, we proberen er het beste van te maken en lijken daar ook rijkelijk in te slagen.
Dit is natuurlijk in de eerste plaats een reisblog, dus laten we het hier ook even hebben over de feiten.
2019 was goed voor 7 weekendjes weg, 2 reisjes van een week en de zomervakantie waar we bijna 3 weken bij de Zuiderburen rondtrokken. Helaas vergat ik dit jaar een aantal keren de gereden kilometers op te schrijven, maar ik zit er niet ver naast als ik 6100 km zou neerpennen. 6100 km waarin camper Fons ons niet in de steek liet. Zwakke broertje de Webastoboiler moet jaarlijks wel weer eens kuren hebben, dus deze krijgt van ons opnieuw geen goed rapport. Naast onze camperreis vertoefden we ook nog een weekje op één van de Azoren, een weekendje in London (tuurlijk) en een weekendje in Luik. We blikken op dit gebied tevreden terug dus.
Reiswensen of andere wensen voor het nieuwe jaar heb ik niet. De enige wens die ik heb, is dat de behandeling die Marnix krijgt verder blijft werken, want al is het een cliché : als de gezondheid goed is, komt al het andere wel in orde. En helaas is net die gezondheid het enige wat we niet zelf in de hand hebben.
Aan de lezers van deze blog, al of niet bekende, geniet met volle teugen en blijf een open kijk op deze wereld hebben.
Niet te vergeten ook nog een woordje van dank aan allen die op één of andere manier onze actie voor de Outward Bound Trust steunden : jullie warmte en vrijgevigheid hebben ons geraakt!
Regen , regen, massa's regen vanaf Brussel maar bij aankomst op de camperplaats van Mettlach, in Saarland, houdt het toch eventjes op en kunnen we op verkenning in dit kleine stadje aan de Saar. Mettlach is gekend bij liefhebbers van de Villeroy en Boch produkten. De fabriek is er gevestigd en er zijn talrijke winkeltjes die deze aardewerkwaren verkopen. Wij zijn er vooral om de andere toeristische trekpleister te bezoeken, de Saarschleife in Cloef, even verderop. Dat even is een 6 km lange wandeling langs de rivier. Dan volgt een ferme klim naar Cloef langs kronkelende bospaadjes. Voor 10 euro wandel je dan langs het houten boomtoppenpad naar boven. Het laatste stuk gaat spiraalsgewijs naar boven tot je op de 42 meter hoge uitkijktoren een prachtig zicht hebt op de meander van de Saar. We zijn dan zo'n 400 meter boven de zeespiegel en bij mooi weer kan je hier tot in de Vogezen kijken. We hebben geluk : het uitzicht is fenomenaal en we hebben zowaar een bankje vrij om onze broodjes op te eten. Om de steile weg terug te vermijden keren we langs een andere weg terug. Het wordt opnieuw een prachtige gevarieerde wandeling, waar we onverwacht ook een riviertje moeten zien over te geraken en we af en toe over een rots moeten klauteren. We hebben 's avonds zo'n 22 km in de benen. Typisch Duitse kost vulde de reserves weer wat aan.(op deze camperplaats betaal je normaal 10 euro maar via een sms of app systeem. Geen van beide bleek te werken maar we hebben geen controle gezien)
De dag daarna stond een cachewandeling op het programma. Eerst moesten we een bosje door, dan nog een drukke baan over, maar daarna waren we weer midden in de natuur. Het eerste stuk was wat modderig zodat het meer glijden dan stappen was, daarna schoten we prima op en één voor één haalden we de caches boven. We stonden ook even oog in oog met 2 jonge reetjes. Zij keken ons even verbaasd als wij hen. Als Marnix ze niet had opgemerkt, was ik er zo voorbij gelopen. Dit gaf ons toch weer extra! Ook nu hadden we weer 20 km gestapt, maar aangezien het nog namiddag was, besloten we door te rijden naar een volgende stop Thalfang. Niet meteen het meest levendige dorp. We vonden er zelfs geen enkel cafeetje : of het was jaarlijks verlof, of het was sluitingsdag, of het was nog niet open... wie kan dat nu geloven. Dan maar aperitieven in Fons, knus en warm en met ons tweetjes. Op deze camperplaats kan je staan voor 10 euro, met voorzieningen, te betalen in het zwembad.
Door deze tussenstop waren we al wat dichter bij het volgende doel op ons lijstje : Mörsdorf. Wat vroeger een slaperig dorpje was, is nu het vertrekpunt naar de spectaculaire hangbrug Geierlay. Je kan er naar toe langs goed aangelegde betonnen paadjes. Wie geen hoogtevrees heeft, waagt zich op de brug, 360 meter lang en 100 meter boven het Mörsdorfer Bachtal. Toch een hele ervaring om over deze wiebelbrug te stappen. Waarschijnlijk is het hier in volle seizoen over de koppen lopen, maar laat dit jullie niet afschrikken. Ben je in de buurt , zeker doen! Terugkeren deden we langs bospaadjes, die af en toe wel wat smalletjes waren. En uiteraard niet zo vlak als wij ,kustbewoners, gewoon zijn. De kuiten kregen het flink te verduren.
Na de middag reden we verder richting Moezel. Onze autogps liet het echter afweten, zodat Marnix voor navigator speelde met zijn tablet en ik me concentreerde op de kronkelende wegen in wat mistige omstandigheden. Op camping Feuerberg in Ediger- Eller hielden we halt. We kregen er een plaatsje met zicht op de Moezel en aan de andere kant zicht op de steilste wijnvelden van de streek. Hier betaal je 20 euro per nacht, het sanitair is er prima in orde en in het zomerseizoen kan je er een duik nemen in het zwembad. De rest van de dag verkennen we het pittoreske typisch Duitse dorpje. We proeven er een Federweisser, een verfrissende alcoholische drank die je enkel tussen begin september en eind oktober kunt drinken. Die avond gaan we ook op restaurant wat ook al een hele uitdaging is. We bekijken verschillende menukaarten maar steeds is het of schnitsel, of schnitsel , of ja, haha,...We vinden gelukkig ook een restaurantje waar er wildragout wordt gemaakt. Bij de aperitief, een streekwijntje, vragen we om het eten niet te vlug op te dienen, maar dan kan helaas niet. De keuken gaat sluiten, het is dan exact... 19u30. Tja, eten maar dus, het is gelukkig erg lekker, maar met het wat te rekken zijn we om 20u30 toch al weer buiten. Zo gaat het lekker vooruit. De volgende dag staan we op met een stralende zon. We doen eerst wat boodschappen in het enige kruidenierswinkeltje dat het stadje rijk is en maken daarna een wandeling tussen de wijnvelden. In het zonnetje kan je zelf in t-shirt zitten. Genieten.
De terugweg besluiten we in twee keer te doen. We maken nog een stop in Coo, ja die met de beroemde waterval! Op de mixparking betaal je 5 euro tussen 9 en 18 uur. Daarna is het gratis, er zijn zo'n 10 camperplaatsen voorzien, geen voorzieningen, maar wel zeer rustig. Zoals iedereen gaan we een kijkje nemen bij de waterval en we maken ook nog een wandeling langs het meer. Een mooi relaxte afsluiter van deze najaarsvakantie. De batterijtjes zijn weer opgeladen.
Het zonnetje was ons vanaf dag 1 al goed gezind, dus vertrokken we luchtig gekleed en op 't gemak naar stop nr één, Rocroi, een klein stadje in de Franse Ardennen. Dit vestingstadje is vrijwel uniek in zijn soort, want het is het bijna enige Europese stadje, naast het Italiaanse Palma Nova, in de vorm van een versteende zeester. Tien straten waaieren van een centraal pleintje uit. Er zijn een paar terrasjes en je kan er een wandeling maken op en rond de vestingsmuren. Net buiten het stadje is er een camperplaats met voorzieningen. Dit gratis en rustig.
De volgende dag reden we verder langs de routes Nationales tot in Troyes. We vonden er een parkeerplaatsje langs het water en volgden er een uitgewerkte stadswandeling. Troyes heeft een schitterend historisch centrum. Enkele weetjes van de dag : het hart van de stad is in de vorm van een champagnekurk, het kattestraatje(het smalste straatje) heeft zijn naam te danken aan het feit dat een kat zich van de linkerkant tot de rechterkant van de straat kan begeven doordat de daken elkaar raken, je er een groot aantal middeleeuwse huizen kan bewonderen met houten zijkanten en glinsterende kleuren...Genoeg van mijn even geleerd willen doen? Uiteraard kan je er ook shoppen, en een terrasje doen. Tegen de avond sloegen we wat voorraad in en reden we door tot Mesnil st Père, zo'n 20 km verder. Een grote camperparking aan de rand van de Lac 'd Oriënt was onze overnachtingsplaats, maar eerst nestelden we ons voor een paar uurtjes tussen de andere badgasten op het overvolle strandje.
Dag drie bracht ons tot Macon. Daar zochten we voor het eerst een camping op, niet ver van de autostrade en het stadje. Wat we trouwens niet bezochten. We maakten er een wandeling langs de Saone en zochten een paar caches. En verder was het gewoon rustig aan genieten, boekje lezen, zwembadje in, een aperitiefje, is het tenslotte niet voor niets vakantie?
Na een rustige nacht reden we door, deze keer langs de péages tot in Chateauneuf du Pape, waar we zo'n 5 dagen op camping 'l Art du vivre verbleven, gelegen tussen de wijngaarden. Plaats zat in deze periode van het jaar, het zwembad was er soms van ons alleen en steeds proper sanitair. Er is een bar, een basic restaurantje en that's it. Op anderhalve kilometer in het pittoreske stadje vind je een supermarkt en tal van restaurantjes. Het kasteel werd gebouwd op initiatief van paus Johannes de twaalfde met stenen uit de groeve van Courthézon. Bij de overblijfselen van dit bouwwerk heb je een prachtig zicht over het hele Rhonedal en bij helder weer op de Mont Ventoux. Van deze uitvalsbasis bezochten we per stadsbus Orange. Daar konden ons vooral bekoren de als Unesco erfgoed bewaarde monumenten : de triomfboog en het antieke theater met zijn goed bewaarde theatermuur. Deze laatste bezochten we met de audioguide. Dat in de tijd daar ook de Hollanders iets in de pap te brokken hadden, de Prinsen van Oranje, is iets wat ik alweer bijleerde. Verder vonden we niet zo veel meer in deze stad. Dit in tegenstelling met de andere stad die we bezochten, nl Avignon. Heel gezellig, mooie gebouwen , leuke sfeer,... alleen die beroemde brug van dat bekende liedje, ja je weet best wat ik bedoel, viel een beetje tegen. Laat ons zeggen, de restauratie was misschien iets te mooi gedaan. Maar ja, dat is mijn bescheiden mening natuurlijk. Op de terugweg misten we onze busaansluiting in Sorgues. We besloten even jeugdig te doen en te liften en ja hoor, mijn vrouwelijke charme, of waren het mijn mooie benen :) zorgden ervoor dat we na een 10tal minuutjes al meekonden met twee lokale bewoners van Chateauneuf. De meneer dacht zelf even dat Marnix er was om de druivenpluk mee te doen, maar zijn madam lachte dat al gauw weg.
Missen jullie geen verhaal over het cachen trouwens? Behalve hier en daar een losse cache in de steden die we bezochten , konden we in de omgeving van de camping een serieuze fietstocht met veel caches aanvangen. Zo gezegd zo gedaan. De eerste wegel die we insloegen was al een serieuze misser, het grindbaantje werd algauw een weg bezaaid met stenen waardoor we het grootste gedeelte te voet moesten doen. Daarna kwamen we op een goeie weg en moesten we door een natuurparkje om aan de Rhône te geraken waar de trail begon. Vol goeie moed begonnen we aan de reeks. Wat caches vinden betreft, een voltreffer. Maar het fietsen ging wat stroef. Het baantje bestond enkel uit grote steenbrokken en er was geen beschutting tegen de warmte van de zon. We besloten de tocht wat in te korten en via een andere weg terug te keren. Maar daar kreeg ik lekke band. En vreselijke dorst en vreselijk warm. De drie liter water was er al bijna door. We moesten te voet verder en als we eindelijk in het stadje terug waren is Marnix te voet om boodschappen geweest en ik teruggefietst naar de camping. Ik was er echt niet goed van. Dat was dat klopje van de hamer zeker? Maar met de nodige drank en spijs en een zwempartijtje kwam ik er al vlug weer bovenop.
Fons stond al een beetje ongeduldig te wachten om weer te vertrekken dus vertrokken we richting Bédoin. Eerst brachten we een bezoek aan Roussillon, een mooi dorpje met een ereplaats op de lijst van de mooiste dorpjes van Frankrijk. Op het aangelegde wandelpad kan je de okergele en rode voormalige okermijnen bezoeken en genieten van de warme kleurschakeringen die afsteken tegen de intense groene begroeiing. Gewoon prachtig hoor. 60 km verder vinden we nog ruimschoots plaats op de camperplaats in Bédoin aan de voet van Mont Ventoux. Deze rijden we de volgende dag met Fons op. Ik was er een beetje nerveus voor maar alles gaat vlot. We parkeerden ons op de top en gingen nog eventjes een km terug om het gedenkteken van Simpson te bekijken. Ondertussen moedigen we de wielertoeristen aan die elk op hun eigen manier zwoegen om de laatste honderden meters te overbruggen en zo hun doel te bereiken. We hebben ook reuze geluk gehad dat we deze berg in zijn mooiste omstandigheden kunnen bewonderen, lekkere temperatuur en geen wind. Het is soms anders laten we ons wijsmaken. Na een drankje daalden we langs de andere kant af om nog een dagje en nachtje in Malaucene te spenderen.
Stilletjesaan begon het tijd te worden wat meer huiswaarts te keren. Een beetje van het plan af besloten we naar Aix-les-Bains te rijden. Achteraf bleek dit geen meerwaarde te zijn. Waar in het Zuiden alle camperplaatsen en campings zowat leeg waren, is het hier een drukte van jewelste. We vonden nog een plaatsje op een klein wat oubollig campingetje en wandelden even wat rond in het stadje, wat ons niet zo kon bekoren. Er waren aan het meer ook heel wat restaurantjes dicht, dus behalve een teugsje drinken en nog wat inkopen doen, was dit onze activiteit daar.
Dan hadden we meer te zien en te doen in Beaune, de hoofdstad van de Bourgondische wijnen. Dat glaasje wijn moesten we even proeven bij onze lunch op een terrasje. Na wat te hebben rondgeslenterd brachten we een bezoek aan het bekende Hotel-Dieu, met zijn beroemde kleurige dakpannen. Echt een leuke stad, een aanrader.
We hadden ondertussen een afspraak gemaakt met Ruben en Liss die een paar dagen kampeerden in de omgeving van Troyes. In Dienville, een klein dorpje aan het meer van Amance, vonden we een plaatsje op camping le Colombier. Samen genoten we van een aperitiefmomentje en een lekkere barbecue. Een mooi afsluiter van een toffe, relaxte vakantie!
Dankzij onze Vlaamse feestdag hebben we een extra vrije dag. Weer een reden om er een uitstapje van te maken, en deze keer rijden we zuidwaarts tot bijna in de Ardennen. Deze keer merken we dat het toch nog mogelijk is zonder files ergens te geraken en we zijn dan ook twee uurtjes later op camping les Trieux in Malonne. We zetten de tafeltjes buiten en als lunch verorberen we een meegebrachte zelfgemaakte eierkoek. Net achter de camping liggen er enkele mooie wandelwegen in het bos en zo kunnen we ook onze nieuwe gps uittesten. Het is wat zoeken, maar we slagen er toch in de caches te vinden. Daarna gaan we op zoek naar de winkels die allemaal op de grote ring rond het stadje liggen. Rond 18 uur zijn we terug en na een warme douche zitten we nog buiten tot ongeveer half elf.
Het is heerlijk stil op de camping en slapen door tot 9 uur. Na het ontbijt vertrekken we voor een lange wandeling richting Floreffe. Daar de weerberichten regen en onweersbuien voorspellen vanaf 13 uur stappen we wat gejaagder dan anders door en besluiten de wandeling wat in te korten. Als we de open vlakte net achter ons gelaten hebben , doet het een serieuze vlaag. Gelukkig staan we wat beschut door de bomen en we eten ondertussen de sandwiches op. Ook even later krijgen we nog een buitje te verduren, waar we er weer in slagen droog te blijven. We moeten nog wat eten voor 's avonds halen en met een tussenstop in het bushokje slagen we er dan nogmaals in om droog op de camping te arriveren. We hebben dan ongeveer 12 km in de benen. 's Avonds kunnen we toch nog buiten aperitieven en eten en rond 21 uur gaan we binnen nog een spelletje rummikub spelen.
Zaterdag staat een wandeling naar Namen gepland. Het plan is om de bus tot daar te nemen, maar we besluiten de ongeveer 3 km tot het begin van een cacherondje te voet te doen. Wat volgt is een prachtige wandeling, wel soms pittig door het niet zo vlakke landschap. We komen uiteindelijk uit aan de Citadel, met een knorrende maag. Helaas zit de middagshift in het restaurant er net op, we moeten dus op zoek gaan naar een alternatief. Even verderop is er pop-up bar en een hamburgerkraam, met een prachtig zicht op Namen. Nu er terug wat meer energie door ons loopt, dalen we verder af richting Namen, waar we nog wat rondkuieren in het centrum. Rond 17u30 nemen we de bus terug. Na de boodschappen smeren we nog een laatste keer onze kuiten in om de steile helling naar de camping te nemen, waar we voor de rest van de avond verder relaxen.
Ook de terugreis verloopt voortreffelijk en na een bezoekje aan ma, waar we vaststellen dat het opnieuw goed gaat met haar, is het tijd om de tuin in te duiken en zaken op orde te stellen. Ook dat hoort bij weggaan.
Eentje om te onthouden : 3 uur filerijden in het heengaan, 2u40 filerijden in het terugkeren en tussenin een warmterecord gebroken. Gelukkig stonden we zaterdag niet op de weide maar deden we een ouderwetse fietstocht langs de knooppunten in en rond Rotselaar. Dit een beetje uit noodzaak wegens een oude defecte gps en een nieuwe nog maar net gearriveerde gps die niet direct geïnstalleerd geraakte.
Maar in elk geval : goed nieuws op vrijdag voor Marnix waar na een onderzoek bleek dat de behandeling aanslaat en we op de goede weg zijn.
Meer hadden we niet nodig om dus een geslaagd weekend te hebben.
Voor mij waren de muziekgroepen niet direct mijn ding, maar hé, we hebben ons geamuseerd.
't Was weer van datte. Weerbericht : opklaringen, buien, bewolkt, regen, Pff, toch een moeilijke job, weersvoorspeller. Arras stond al een hele tijd op de to-do lijst, dus dachten we, ok , als het regent zitten we in een stad en kunnen we even schuilen. En dat werd dus de bestemming. De camperplaats stond helaas vol bij aankomst, we hielden even overleg en besloten ons dan aan de zijkant te plaatsen. Maar net toen we te voet wilden vertrekken richting stad, was er een plaatsje vrijgekomen. Even een blokje om en zo stonden we dan toch netjes in de rij. Verder stelde de camperplaats niet zo veel voor, nauwe plaatsen, maar wel een sanizuil en dicht bij de stad en gratis. En op 100 meter een supermarkt.
De stad Arras beviel ons wel. Vooral omdat alles baadde in de zon. We startten met een aperitiefje op een terras en nuttigden een hapjesplank erbij. Daarna was het tijd om de stad te verkennen. Vooral het plein met het stadhuis en belfort is indrukwekkend. En als je even de moeite wilt nemen om wat verder buiten het centrum te gaan, moet je ook eens naar de Citadel. Vooral bij de muur van de gefusilleerden wordt je even stil. Wat verderop is er ook een militaire begraafplaats waar er op de gedenkmuur 35000 namen van gesneuvelde soldaten staan. Kortom, er valt wat te zien hier. 's Avonds hadden we weer flink wat kilometers in de benen. Na de boodschappen was het dan ook even rust, met een boekje , een aperitiefje en nog wat nagenieten in de zon.
Na een rustige nacht begonnen we de dag met een bezoekje aan de markt. Ook in de omliggende straatjes stonden er allerlei marktkramers hun waren aan te prijzen. Wij kochten onze proviand bij de plaatselijke bakker en begonnen daarna aan een wandeling ten noordwesten van Arras. Bedoeling : wat caches zoeken. Dat viel deze keer wat tegen. De wandeling er naar toe was al langer dan voorzien, we vonden heel wat caches niet en degene die we vonden waren niet altijd even netjes. De torenhoge netels maakten het er ook niet altijd makkelijk op. Het enige positieve waren de vele sportieve stappen die gezet waren, en natuurlijk het gezelschap :)
Rond 16 uur waren we al op de markt terug, het frisse pintje was welkom. En nog steeds konden we genieten van het zonnetje. Enkele donkere wolken deden het ergste vermoeden maar de zon won!
Zondag werd allesbehalve rustdag. We reden zo'n 100 km verder huiswaarts tot in Wervik waar een fietstocht op het programma stond. De geoart Kikker moest eens opgelost worden, iets waar we prima in slaagden. Net voor de 15 km achter de rug waren, kreeg ik nog een lekke band, maar gelukkig was het toen niet ver meer.
Terug thuis van de Azoren, een dagje de tuin in orde gebracht, bezoekje aan de mama, terug op stap dan maar. Na een uurtje rijden komen we aan in Camping de Gavers in Geraardsbergen, het lange weekend moet nog beginnen dus is er nog een plaatsje vrij voor ons. Een megagrote campingplaats wordt de onze. We springen de fiets op om een toertje te gaan cachen net voorbij Geraardsbergen, maar valt dat tegen zeg. Het moet niet altijd 'de muur' noemen om serieus bergop te moeten. Onze kuiten zijn hier duidelijk niet op getrained. Maar goed, we wandelen nog zo'n 10 kilometer en na een stop op een terrasje in het centrum vangen we de terugweg aan. De helling van 10 % moeten we te voet op, gelukkig is het daarna alleen maar dalen. We kunnen nog even buiten zitten voor de apero en zo zit de eerste dag er al op.
De volgende dag hebben we een missie : onze 5000ste cache binnenhalen. En zo geschiedde Dat en de mooie wandeling maakten de dag goed. Al waren de batterijtjes wel een beetje op op het einde van de dag. Het was dan ook het beste om meteen de douche in te springen zodat we 's avonds rustig konden blijven buiten zitten met wat hapjes, tot de zon achter de bomen verdween.
Voor we naar huis vertrokken deden we nog een korte wandeling. Eentje om het af te leren, :)
Een weekje geleden muisden we er even tussenuit en dat was deze keer nodig. We boekten deze pakketreis bij Tui, niet van onze gewoonte , maar dit was een aanbieding die we niet links konden laten liggen. De luxe begon al vanaf het thuisadres, waar een taxi ons afhaalde en netjes op tijd afzette in Zaventem. De vlucht van zo'n 4 uur verliep voortreffelijk en ook daar werden we opgepikt en aan het Lince-hotel afgezet. Na het inchecken lieten we de valiezen even voor wat ze waren en trokken we op verkenning in het centrum van Ponta Delgada, de hoofdstad van het grootste eiland van de Azoren. De eerste cocktail werd goed bevonden en ook het etentje in een lokaal bar/cafeetje was prima. Naar bed dan maar , want het tijdsverschil bedraagt hier twee uur. De ligging is dan ook net tussen Lissabon en New York, pal in de Atlantische oceaan.
De volgende dag gingen we ons huurautootje ophalen, een knalgele Cross Up was de onze voor een dag of vijf. Zo'n 15 km verder stopten we voor een al pittige cachereeks langs de kust, waar we eerst flink moesten afdalen, om daarna , wat dacht je , weer te klimmen om de baan terug te bereiken. Net op tijd waren we in de auto om de regen te ontvluchten , en helaas moesten we enkele kilometers door de mist rijden, maar dit kwam allemaal goed tegen de avond, en het slechtste hadden we dan ook al gehad.
Tijdens de volgende dagen kruisten we het eiland van boven naar onder en van west naar oost. We wandelden het beroemdste en grootste kratermeer van Sao Miguel in Furnas rond. Op het einde werden we getrakteerd op de zwavelachtige geur van de borrelende modderpoelen en kokende bronnen. De bodem is heet genoeg om voedsel in te koken en zowel inwoners als restauranthouders komen hier uren wachten tot het stoofpotje gaar is. Terug in het dorpje baden we nog even in natuurlijke bronnen die tot 39 graden warm worden. Het roodbruine water is rijk aan ijzer en mineralen en zou geneeskrachtig zijn. Een andere must do is een bezoek aan de Caldeira das Sete Citades, een indrukwekkende krater gevuld met meren , waarvan Lagoa Azul en Lagoa Verde met elkaar verbonden zijn in de vorm van het cijfer acht. Vanaf de Miradouro Visto do Rei krijg je een prachtig zicht op deze meren. Als afsluiter van deze mooie dag , breien we er nog een bezoekje aan Mosteiros aan , een klein vissersdorp met natuurlijke zwembaden, gelegen tussen de lavarotsen in zee. Lagoa do Fogo deed helaas zijn naam alle eer aan en liet zich slechts een fractie van een seconde zien. Verder rijden naar de Pico Barrosa had dan ook geen enkele zin, de mist werd er alleen maar dikker op. Een korte stop bij de Caldeira Velha leverde enkele mooie foto's op van de waterval en het natuurlijk bassin. Ribeira Grande en Capelas waren niet minder fotogeniek. Waarschijnlijk vergeet ik hier nu nog meer mooie plaatsjes te vermelden, maar daarom zijn ze toch wel een bezoekje waard.
Ponta Delgada zelf straalt vooral een koloniale sfeer uit. Er zijn gezellige terrasjes, restaurantjes waar je lekker kunt eten, pleintjes, een winkelstraat en als extra mochten we het laatste weekend een topper mee beleven. Vijf weken na Pasen vieren ze hier het feest van Senhor Santo Cristo dos Milagres. Dit festival trekt duizenden gelovigen, vooral uitgeweken Azorianen bezoeken hun familie en nemen deel aan de processie. De deelnemers brengen kaarsen en geschenken als offer mee. De straten zijn bedekt met bloementapijten en 's avonds versieren honderden lichtjes de kerktoren. Een speciale sfeer, moeilijk uit te leggen of te beschrijven, je moet het eens meegemaakt hebben.
Deze reis is een voltreffer geweest. Strandliefhebbers ? Blijf er beter weg. Natuurliefhebbers ? Doen zou ik zeggen. Dit eiland is goed te doen in een week omdat alles zo dichtbij is en de wegen prima onderhouden zijn. Het eten is er lekker, en de vis komt rechtstreeks van de zee op je bord.
Mooi weer, geen verplichtingen, weg zijn we. De bloesems laten we aan ons voorbij gaan, want de combinatie van een Paasweekend en mooi weer, is de trigger om met zijn allen richting de Limburg te trekken. Dan maar naar Gravelines waar we ooit eens in de bittere koude een weekend doorbrachten. Blijkbaar hebben we toen heel wat gemist want we zijn onder de indruk van dit leuke gezellige omwalde stadje net voorbij Duinkerke.
Na de werkdag op donderdag vertrekken we nog en een uurtje later zijn we al aan de camperplaats, niet deze aan de haven, maar een nieuw ingerichte gratis plaats aan het waterrecreatiecentrum de 'l Aa. Geen voorzieningen, maar rustig, ruime plaatsen waar je zonder iemand te hinderen een stoeltje kunt buitenzetten. Wat we dan ook prompt deden om nog even van de avondzon te genieten.
Op vrijdag waren we rond tien uur op pad. We wandelden te voet richting stad, door een mooi park om dan zo over de omwalling in de stad te geraken. De marktkramers waren net hun waren aan het inpakken en wij hadden ondertussen een hongertje gekregen, dus moesten even op zoek naar wat spijs en drank. Het werd een picknick met een stokbrood, kaas en wat worstjes en dat met zicht op de stadsmuur en de omringende slotgracht. Het perfecte decor met het perfecte gezelschap! We wandelden verder langs de jachthaven en via het wandelpad aan de geul kwamen we aan de zee. Tijd voor een lekkere ijscrème! We stapten terug langs een prachtig aangelegd park waar we ook wat caches konden zoeken en we sloten af op de markt waar het pintje welkom was. We hadden die dag uiteindelijk 22 km op de stappenteller.
Zaterdagmorgen namen we de fietsjes om richting Oye-plage te rijden. Via enkele caches kwamen we aan het natuurreservaat Platier d'Oye, waar we de fietsen even vastmaakten en een wandeling maakten op de houten wandelpaden. Hier en daar had je observatiehutten waar je de vele vogels, pony's en highlandkoeien kon gadeslaan. Daarna aten we onze meegebrachte sandwiches op en dronken we iets in het enige aanwezige restaurantje. We vervolgden onze weg via autoluwe wegen en reden tot op de dijk zo'n 800 meter in zee. We deden nog wat boodschappen en reden dan richting camperplaats waar we nog wat genoten van de zon tot het tijd werd om naar binnen te gaan en te smullen van een kaasschotel.
Zondag werd rustdag : opstaan, klaarmaken, boodschappen doen en huiswaarts. Morgen hebben we bezoek en er zijn nog voorbereidingen te doen!
Alweer werden we geleid door de weersvoorspellingen om de bestemming te kiezen, en wat een gedoe. Kunnen de verschillende weerdiensten het nu eindelijk niet eens eens zijn met elkaar? Het zou Parijs worden, maar dan zagen we regenbuien, de regenbuien werden serieuze regenbuien. Dan maar de andere kant op waar het droog zou blijven : Zuid-Holland. Maar daar stond ineens ook regen voorspeld. Wat , waar, mmm, dan toch maar vertrekken zeker en er het beste van maken.
Op maandagmorgen vertrokken we rond 10 u. Nog nooit reden we zo vlot door Antwerpen; kan je de ring dan toch door zonder file? Blijkbaar dus en ook de verdere reis verliep vlotjes. Rond 13 uur kwamen we aan bij Camping Op Hoop van Zegen in Noordwijkerhout, een deelgemeente van Noordwijk aan Zee. De receptie was net gesloten. We besloten alvast de soep op te warmen, maar de vriendelijke dame kwam ons al tegemoet zodat we ons alvast konden installeren. Daarna maakten we een wandeling langs enkele caches richting zee waar we nog even langs de dijk wandelden en zo waar in het zonnetje iets konden drinken in een strandbar. We maakten het rondje af om nog wat voorraad in te slaan en rond 18 uur waren we terug op de camping. Daar konden we nog buiten aperitieven en van de ondergaande zon genieten.
De volgende morgen reden we met de fietsjes richting Lisse, waar een bezoek aan het Keukenhof op het programma stond. Elk voorjaar staan daar 7 miljoen bloembollen in bloei, waaronder 800 verschillende tulpen. Je bent er dan ook een tijdje zoet om al deze pracht te bewonderen. Er zijn ook een paar tentoonstellingen, met dit jaar als thema Flower Power. Laat in de namiddag fietsten we terug langs enkele caches en zo ontdekten we dat 'kabouters echt bestaan' :). We kwamen zo ook op het fietspad langs het Oosterduinsemeer waar er een heel gezellig restaurantje is Como en co. De koffie met taart was heerlijk. In volle zomertijd moet het hier ook heel tof zijn op het ruime en heel tof ingerichte terras aan het water. Net na de boodschappen begon het wat te druppelen, zodat we na een eindspurtje net op tijd binnen waren voor het kleine regenbuitje.
Op woensdagmorgen reden we een eindje verder richting Den Haag om in te checken bij camping Duinhorst. De wandeling naar Scheveningen was verder dan gedacht, maar het was een mooie wandeling, langs bos-en duinpaden. Net voor we de stad naderden begon het ook wat te regenen, dus gingen we het shoppingcentrum binnen. Ik ontdekte een leuk winkeltje met dameskledij en daarnaast was er een mooie bistro met zicht op zee. We besloten daar te aperitieven en te toasten op onze 4de huwelijksverjaardag en er ook in ene keer een lunch aan te breien. Het driegangenmenu was heel lekker en vrij uitgebreid. De wandeling achteraf was dan ook nodig om weer op adem te komen. Het zonnetje scheen ondertussen weer alsof er niets gebeurd was. Ik kan me goed voorstellen dat Scheveningen hier binnen een paar maanden ontploft van het volk en de vele hippe strandbars tjokvol zitten. Het heeft wel iets, Scheveningen.
Ook een dagje Den Haag stond op het programma. Daar reden we met de fiets naar toe. We zetten de fietsen veilig in de bewaakte stalling aan het centraal station, dat was dus iets waar we ons geen zorgen moesten over maken. We volgden een reisbeschrijving van Euroreizen, altijd goed uitgestippeld en een korte beschrijving van de meest interessante bezienswaardigheden. Zo maakten we kennis met de stad waar de regering zetelt en de Koning woont, maar dan toch geen hoofdstad is. In tal van statige woningen zijn er ambassades of consulaten gevestigd. Het Binnenhof, de ridderzaal en het Torentje van de Minister President behoren tot de meest herkenbare plaatsen van Nederland. Het Vredespaleis is de tempel van vrede en recht. Het recht op een gratis plasbeurt kwam dan ook netjes van pas. Naast de ingang van het Vredespaleis staat de eeuwige vredesvlam. De eerste vredesvlam in Nederland werd op 18 april 2002 naast de toegangshekken van het Vredespaleis geplaatst. Op het monument staat de inscriptie: "May all beings find peace". Het monument is sinds 2004 omringd door het Wereldvredespad, bestaande uit een pad van 196 stenen en steentjes uit 196 landen. Sommige stenen zijn bijzonder: zo ligt er een brok steen uit de Berlijnse Muur en een steen van het Robbeneiland, waar Nelson Mandela jarenlang gevangen zat.
Na een tijdje hebben we genoeg cultuur opgeslorpd en is het tijd om de honger te stillen. Verder vullen we de dag met wat windowshopping en wat rondslenteren. We hebben weer een volle dag achter de rug.
Op vrijdag maken we een fietstocht in de omgeving en komen zo in kleine dorpjes, waar je overal water en parkjes tegenkomt. En zo waar ook een terrasje waar we wat van de zon kunnen genieten. Die dag vinden we nog zo'n 20 caches.
Zaterdag hebben we weer een rustige terugrit. Terug thuis, klaar om de tuin in orde te brengen en Fonske een poetsbeurt te geven.
Vrijdagmorgen gingen we met een bang hartje naar het ziekenhuis, maar we kregen fantastisch nieuws! Met de woorden van de arts, 'mijnheer, je hebt een goeie engelbewaarder' en deze keer met de wetenschap wat er verder nog staat te gebeuren, stonden we even na de middag weer buiten. Zelfs het zonnetje leek vrolijk dus konden we met een opgelucht hart Fons ophalen en vertrekken richting Wervik. Daar aangekomen bleken de acht camperplaatsen al bezet. Even was ik teleurgesteld, maar dan besefte ik, waar maak ik me in godsnaam druk over, we hebben net weer een lesje gehad dat er veel ergere dingen in het leven zijn, dus even resetten, en aan de kant van de weg een ander plan opstellen. 7 km verder was er nog een camperplaats in Komen, bij een kweker van escargots. Even moest de boer overleg plegen met zijn vrouw des huizes en gelukkig was er nog net een plaatsje vrij voor ons. Er zijn zes ruime plaatsen, alle voorzieningen aanwezig, en dat voor 5 euro. Elektriciteit wordt apart verrekend.
We maakten een wandeling naar het centrum, toch zo'n vijf kilometer, maar de Franse kant leek helemaal op niets te trekken. Eenmaal de brug over ben je in België en is er een winkelstraat en even verder ook een paar terrasjes, jammer genoeg op een druk rond punt, maar daar moesten we het mee doen. Het eerste Krieksje van het jaar smaakte heerlijk. Rond 18 uur waren we terug op de camperplaats waar we na het avondeten nog een spelletje Yahtzee speelden. Helaas moest ik deze keer het onderspit delven.
Na een stille nacht waren we de volgende dag rond 10 u op weg met de fietsjes richting kanaal. We konden de hele tijd langs het kanaal fietsen en natuurlijk een paar, euh, zo'n 40tal caches meepikken. Helaas bleef het de hele dag grijs en wat frisjes en konden we gelukkig in Warneton in een cafeetje ons wat opwarmen. Even verderop verorberden we de meegebrachte sandwiches en vervolgden onze weg tot we via de eerstvolgende brug de andere kant van het kanaal konden bereiken en terugkeren. Marnix was blij dat Komen eindelijk weer in zicht kwam, de voorbije weken hebben toch heel wat van de conditie gevergd, maar dat is volstrekt normaal. En misschien was 30 km een heel klein beetje te hoog gegrepen om te beginnen met de come-back. Het eerste werk was dan ook een teugsje om wat bij te komen want daarna moesten we nog boodschappen doen en de 5 km terugfietsen. Deze keer was het wat vroeger bedtijd!
Zondagmorgen scheen de zon weer volop en besloten we in de omgeving nog een toertje te fietsen en een andere cachereeks aan te vatten. Heel wat wielertoeristen kruisten ons pad en al gauw bleek dat er in de namiddag een aantal wegen zouden afgesloten worden voor een wielerwedstrijd. We namen dan ook het zekere voor het onzekere en we kortten het ritje wat in, zodat we rond de middag terug op de boerderij aankwamen. Toch weer bijna zo'n 18 km op de teller. Na de lunch reden we , nog steeds met een big smile, huiswaarts.
Zalig lenteweer in wat eigenlijk nog putje winter moet zijn : daar moeten we van profiteren. Even zinnen verzetten, even op adem komen, even genieten om dan...
Een dag verlof erbij op donderdag om ten volle het weekend te benutten en aangezien Fons al startklaar werd gemaakt door Marnix, zijn we rond 10 u al op de autostrade, richting Kortrijk, waar onze 'kalle' er ons via Rijsel laat verderrijden richting Valenciennes. In Maubeuge stuurt ze ons door het stadje, waar we tweemaal rechtsomkeer moeten maken omdat het bruggetje onder de spoorweg maar 2,7m hoog is. Net niet hoog genoeg voor ons dus om zonder brokken verder te kunnen. Uiteindelijk raken we weer op de grote baan om zo verder in Anor (in de Franse Ardennen) toe te komen. Er zijn vier ruime camperplaatsen voorzien en er is een sanitaire blok voor het lozen van grijs water en nemen van vers water, en je kan er het chemisch toilet reinigen. Als je graag cachet is dit een goeie uitgangsbasis voor een viertal wandelingen in de omgeving. Verder stelt het stadje niet veel voor, behalve een kleine supermarkt valt er niet veel te beleven. Maar, we kozen deze bestemming dus voor het aantal potjes die we zouden proberen te vinden.
Ook voor de niet-cachers onder jullie, hier kan je prachtige grensoverschrijdende boswandelingen doen, die goed bewegwijzerd zijn. Een aanrader dus ook voor sportievelingen en rustzoekers.
Voor ons dus, de meeste potjes werden gevonden, de ene was wat origineler dan de andere en voor sommige was het wat heuvel op en af klauteren, maar we waren toch tevreden. De zon en de zachte temperaturen overdag deden wonderen.
Eén minpuntje alweer : de boiler, een oud zeer, ons zorgenkind van de camper. Weer een totaal ander gegeven, maar met hetzelfde resultaat : geen verwarming, geen warm water. We twijfelden even om terug naar huis te keren, maar besloten dan toch maar even door te bijten. Tenslotte, dat donsdeken uit de Action heeft weer eens zijn nut bewezen. Superkwaliteit voor weinig geld.
De batterijtjes zijn weer opgeladen, maar voor hoelang weten we deze keer niet.
Ik ben Heidi
Ik ben een vrouw en woon in Bredene () en mijn beroep is Administratief bediende.
Ik ben geboren op 04/04/1965 en ben nu dus 60 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Reizen, linedance, muziek, lezen, handwerk, wandelen, geocaching.