In mezelf neuriënd om de schijn hoog te houden dat ik deze zware dag wel aan zou kunnen, huppelde ik de trappen van mijn appartementsblok af om me naar mijn scooter te begeven. Ik zette de sleutel in het contact, deed mijn zonnebril op, en wou net mijn helm op mijn hoofd plaatsen toen ik tot mijn afschuw merkte dat er een klein wit spinnetje in mijn helm zat. Klinkt niet erg, denk je. O nee? Ten eerste: het spinnetje was even groot als de nagel van mijn duim. En als je mij kent, weet je dat ik een hekel heb aan zes- en achtpotigen die groter zijn dan een eencellige. Ten Tweede: is de wesp ook niet in het geel en zwart geverfd om zijn gevaarlijkheid aan te tonen? Beeld je dan in: een spierwitte spin! Witter dan melk! Witter dan Dash, in godsnaam! Ten Derde: niet alleen was het Beest gezegend met miljoenen witte haartjes, maar had het ook knokige poten, die heen en weer zwiebelden. Blijkbaar had ik het Beest wakker gemaakt. Sorry, Deadly White Spider, ik zwiep je met mijn Thomas Cook-identity Card uit mijn helm! Nog eens wantrouwig mijn helm controlerend merkte ik niet dat het Beest het niet zo leuk vond om uit zijn slaapplaats gezwiept te worden en hij kroop via mijn been richting helm. Ik voelde het kriebelen aan mijn knie en keek.
AARGH! Rotspin! schreeuwde ik uit toen ik voor de tweede keer mijn Thomas Cook- Identity Card uithaalde en deze keer de spin recht in het grasveld zag vliegen. Toen ik met argusogen om me heen keek om te zien of het Beest nog een familie had die met mij wou sollen, merkte ik dat ik met mijn brullende stem het hele appartementsblok wakker had gemaakt. O, en blijkbaar die ernaast ook. Oeps.
Niet wetend hoe ik Sorry moest zeggen in het Turks, haalde ik maar mijn schouders op en vertrok richting de Wijde Werkwereld!
Van het moment dat ik opstond merkte ik dat mijn hart duizend keer per seconde pompte. Ik bleef mezelf maar afvragen hoe ik in godsnaam de dag zou doorkomen. Per slot was ik een Nieuwtje, en had ik nog niet eens half de kennis die mijn ervaren collegas hebben.
Enfin, ik hupte nonchalant op mijn babyblauwe scooter, en op een vreemde wijze geraakte ik perfect uit mijn parkeerplaats toen ik op een haar na nét geen drie autos ramde.
Zonder problemen geraakte ik veel te vroeg in mijn eerste hotel. Ik had wat mezelf een mentale oppepper gegeven en bulkend van vertrouwen en met een gigantische colgate-smile wachtte ik op de gasten die zouden moeten komen voor mijn infosessie. De teleurstelling was zeer groot toen er niemand kwam. Mezelf troostend vertrok ik drie kwartier later want ik moest ten minste 3/4u in dat hotel blijven volgens mijn planning naar het volgende hotel. Daar moest ik anderhalf uur lang zijn. Ik heb daar op zn Temses gezegd anderhalf uur staan schilderen. Niemand was komen opdagen. Een beetje mistroostig vertrok ik dan naar mijn derde hotel, genaamd het Cornelia Deluxe Resort. Ik was daar 10 minuten te vroeg zon scooter rijdt wel héél snel met zijn maximum van 55 km/u en de gasten stonden me al op te wachten. Een mengeling van euforie en paniek welde in mij op, maar ik bleef cool en introduceerde mezelf als de nieuwe reisleidster van dit hotel. De infosessie die ik daar heb gehouden, was zéér goed gegaan. Ik had de gasten genoeg informatie gegeven en daar was ik zeer blij om.
Tegen dan was het al 13 u en aangezien ik in mijn volgende hotel maar om 16 h verwacht werd, ging ik even langs het Kantoor om mijn papierwerk in orde te maken. Nu, wat is papierwerk?
--- MINDER LEUKE STUKJE BEGINT HIER ---
Er zijn twee soorten meetings met de gasten: een Spreekuur (=SP) en een Infomeeting (=FIT).
Spreekuren liggen vast in mijn schema. Elke dag heb ik 6 spreekuren ééntje voor elk hotel dat ik bezoek. Zo heb ik in elk hotel ongeveer een half uur à drie kwartier spreekuren. Het SP is voor de gasten die al een tijdje in het hotel verblijven en die bijvoorbeeld een excursie willen boeken bij mij, een auto willen huren ook via mij of klachten hebben over bepaalde zaken.
Een Infomeeting, FIT dus, is voor de gasten die net aankomen. Als zij bijvoorbeeld de 30e juli aankomen, schrijf ik een uitnodiging naar hun om naar de infomeeting te komen die op de 31e juli plaatsvindt. Als je ziet dat er in elk hotel toch wel gemiddeld een vijftal gasten per dag aankomen, kun je dus wel begrijpen dat het schrijven van de uitnodigingen toch wat tijd in beslag neemt. De uren van de infomeetings moet ik tussen mijn SPs wringen in mijn planning. Dit wil dus zeggen dat ik tussen 9 uur s morgens en 19 uur s avonds veel gasten help. En ik doe het wel graag! De uitnodigingen die ik schrijf, bezorg ik dan persoonlijk aan de receptie van elk hotel. Als je weet dat er per hotel en familie één A4-blad voor nodig is, kun je wel begrijpen dat ik toch een groot aantal papieren in mijn rugtas heb zitten.
Dan zijn er nog de papieren van het vertrek van de gasten. Elke reisleidster krijgt een bundel papieren met op elke pagina kolommen en rijen die de tijd, nummer en merk van vlucht, naam van hotel, aantal gasten, vertrektijd aan hotel, vertrektijd van luchthaven en aankomsttijd in België inhouden. Het is mijn job om al die kolommen te ontcijferen, mijn hotels eruit te pikken en aan te duiden om hoe laat welke gasten vertrekken. Die gegevens noteer ik dan in een map die zich in het hotel zelf bevindt. En dat is zon beetje mijn papierwerk.
--- MINDER LEUKE STUKJE EINDIGT HIER ---
Op Kantoor heb ik dus al mijn uitnodigingen geschreven, ook die voor morgen, vrijdag 1 augustus, aangezien het dan mijn vrije dag is. Toen dat gedaan was, ben ik direct naar mijn vierde hotel vertrokken. Daar was er een zeer vriendelijke vrouw, die wat meer uitleg over de excursies wou. Die heb ik met plezier gegeven dankbaar dat er iemand was.
Het vijfde hotel was leeg, en ik heb niemand gezien, buiten een haastige heer die vlug vroeg op welke dag de markt in Belek was. Persoonlijk was ik volledig verward, aangezien er hier extreem veel markten in de buurt zijn, dus ik heb moeten bellen naar mijn lieve collega Els die me de eerste dagen opgeleid had.
In het zesde hotel werd ik verwelkomd door een leuke bende West-Vlamingen. Helaas kon ik geen wóórd verstaan van wat ééntje ervan zei. Zijn accent was echt onverstaanbaar. Ik, een dichtbij-Gentenaar die een trotse verstaander van Brugs, Veurns, Kortrijks en Roeselaars is, was toch wel wat teleurgesteld toen ik dat accent niet kon verstaan. Gelukkig deed zijn vrouw het meeste van de parlé. Na mijn zesde en laatste hotel ben ik nog even langs het Kantoor gepasseerd om mijn vakje te checken. Daar heb ik een hele bundel papieren aangetroffen in verband met mijn nieuwe bankrekening, maar ik was veel te vermoeid om die dan nog in te vullen. Ik beloofde mezelf dat ik het morgen ging doen.
Uitgeput, maar voldaan dat het zon prachtige dag was geweest, scooterde ik naar huis. Aangezien het al donker begon te worden, kon ik mijn zonnebril niet opzetten, want straatverlichting is iets dat niet vaak wordt geplaatst langs mijn cotés. Mijn afschuw was dan enorm toen ik met een enorme PLETSJ een beest in mijn ogen kreeg. Pinker aan, langs de weg even stoppen om dat rotinsect uit mijn ogen te wrijven. Het was geen insect. Het was as. As? AS?! Elisabeth was weer helemaal vergeten dat die avond een enorme bosbrand had plaatsgevonden in een bos niet zo heel ver van haar, en het toeval wil dus dat alle windrichtingen naar Belek (=waar zij woont en werkt) leiden. Het sneeuwde létterlijk as. Resultaat: met mijn ogen toe scooteren en om de tien meter stilstaan om nog wat verloren asjes uit mijn ogen te wrijven.
Ik hoefde zelfs voor de rest van de avond geen sigaret meer aansteken, zo erg was de geur. Vergelijking? Steek een metershoge cursus (met voorkeur die van Antropologie) in brand, steek je hoofd boven de rookwolk en adem via je mond eens goed in.
En niet alleen door het vuur, maar ook door de wind die al de gehele dag van het land afkomstig was, zorgde ervoor dat het vandaag warmer was dan gewoonlijk. Ik geloof dat wij een maximumtemperatuur van 51° hebben gehaald! Beeld je in: je hebt een sauna. Steek die op halve kracht. Zo warm is het s ochtends. Kruip in een oven van 220°: zo warm is het tijdens de piekuren. Steek de sauna op volle kracht: zo warm is het s avonds. En vooral nu, aangezien de lucht door de straten grijs is en de wolken nóg grijzer.
Maar bon, ik beklaag me over niets! Morgen is mijn vrije dag en ik zal van de gelegenheid gebruik maken om al mijn papierwerk in orde te brengen en nog wat kleine dingetjes te kopen zoals afwasmiddel en keukenhanddoeken.
Ah, en er woont een toffe Engelse naast mij die zó praat dat een Cockney-Slanger zelfs onder tafel zou worden gepraat! (lees: ken je het schoolmeisje van Little Britain? Zoiets!) Ze heeft me al allerlei tips & tricks gegeven over het appartement, en ze is er wonder boven wonder erin geslaagd om de conciërge (you know: Turkse Percy van Blackadder met snor) te overtuigen om mijn lek te repareren en mijn frigo te installeren!
En ik overdrijf niet: de frigo is nóg groter dan die van bij ons thuis en neemt ongeveer een kwart van de woonkamer in J
Het lek? Nou ja. De conciërge draaide eventjes aan een vijs en hups, geen druppeltjes meer. Mannen
Ik, kersverse reisleidster die nog nooit alleen in het buitenland heeft gezeten, en die hier in Antalya (bij god de moeilijkste bestemming die er is) komt werken zonder voortijdige opleiding, begin na Dag 4 van mijn Opleiding met mijn werk.
Ik heb al bijna alles wat ik moet hebben behalve: een scooter, het gebruikelijke papierwerk, een koelkast, een planning, een @#& wegbeschrijving (want laten we eerlijk zijn: niet alleen rijden de turken als gékken, maar ook hun infrastructuur trekt op niets), een Thomas Cook-tas, een Thomas Cook-sjakos, chequeboekjes en een machientje dat excursies reserveert. Dus Eerlijk gezegd heb ik niet veel.
Wél heb ik: een appartementje dat zo immens overhit is dat ik zonder de ventilator ter plekke zou smelten, de namen van mijn 6 hotels, een TVtje waar ik gisteren nog Ace Ventura: Pet Detective in het Turks heb gezien (man, wat dubben die Turken toch slecht!) en een klembord waar ik al mijn papieren in bijhoud.
Conclusie? Ik zal de volgende dagen (misschien wel weken?) waarschijnlijk ten onder gaan aan stress.
Maar gelukkig zijn er nog de leuke dingen.
Mijn collegas helpen me enorm, mijn Duits verbetert zienderogen en de sigaretten zijn hier bijlange niet slecht (ik rook hier bijna als een Turk get it? get it?). De conciërge is de Turkse versie van Percy uit Blackadder 3 mét snor, zonder kostuum - en spreekt geen woord van de talen die ik kan, maar gelukkig genoeg de taal bodylanguage.
Nog iets opmerkelijks: waar de autos in België nagenoeg allemaal donkergroen, donkerblauw of zwart zijn, zijn alle vehikels (want een lada van de jaren 70 weiger ik een auto te noemen) in Turkije WIT! Maar dan echt knalwit! Nu ja, door al het stof en de weinige regen, zijn ze ondertussen al bijna grijs, maar hey, het is de gedachte die telt.
Als klein afscheidswoordje nog even een gedachte aan mijn familie en vrienden en vriendinnen: Ondanks het feit dat ik me hier langzaam maar zeker begin aan te passen, mis ik jullie allemaal enorm en ik kan niet wachten om terug thuis te zijn!