Mijn gsm weggooiend toen die me om 06.00u wakker alarmeerde, stond Grumpy Elisabeth op om een nieuwe dag te beginnen. Al slaapwandelend deed ik al mijn ochtendlijke taken tanden poetsen, ijskoude douche nemen, haar kammen (wat me hier in Turkije meer dan een kwartier kost), het uniform aandoen, mijn pijnlijke voeten in mijn schoentjes wringen en de deur van de gang en de deur van het balkon opendoen voor een frisse breeze in het appartement. Na een kommetje cornflakes gegeten te hebben, en mijn vitaminen al kokhalzend in te slikken, slofte ik naar beneden en met half open ogen startte ik mijn brommer. En natuurlijk de reflex om altijd in mijn helm te kijken als ik hem opzet (na die vervloekte witte spin). Ik hobbelde en bobbelde over de slecht aangelegde straten toen ik in mijn hotel aankwam waar ik de autocar naar de luchthaven moest nemen. Ik was alwéér te vroeg. Dit betekende een half uur wachten Ik zette me in de zetel en ik merkte niet dat ik langzaam in slaap was aan het vallen. Kon ik mezelf zien, was ik in lachen uitgebarsten. Een reisleidster, netjes in uniform, in een zetel, handen op haar schoot, en aan het knikkebollen. Ik werd met een schok wakker toen een familie me vroeg of ik de reisleidster van Thomas Cook was. De bus was aangekomen. Ik slofte naar de bus, proberend om iedereen een mooie glimlach te geven, en de buschauffeur stelde zichzelf voor ik geloof dat hij Mehmet heette. Hij gaf me een lijst met alle namen van de mensen die moesten instappen in de bus. Nog steeds innerlijk slapend, deed ik de gehele rit van hotels net alsof ik dé perfecte reisleidster was en schonk iedereen een verrukkelijke glimlach.
In alle bussen van Thomas Cook ligt op het dashboard vooraan een mandje waar er Tip Box geschreven staat. Op deze ook, weliswaar ook met thank you erbij. Helaas stond er t-a-h-n-k op. Jammer. Geen woord Turks sprekend, vertelde ik het Mehmet niet. Wel zei hij tegen mij dat ik in de micro moest zeggen dat de gasten een fooitje moesten geven als ze uitstapten. Ik vertikte dat, aangezien dat geen gedrag zou zijn van een goede reisleidster. Waarop Mehmet een lang gezicht trok en voor de rest van de rit geen woord tegen me zei.
Eenmaal op de luchthaven werd ik langzaam wakker. De vluchtig rondstappende medewerkers van praktisch àlle touroperators ter wereld zorgden ervoor dat ik me bewust werd van het feit dat hier zeer duidelijk het beestje genaamd Stress aanwezig was. Gelukkig bracht ik het er goed van af. Mijn dagelijks verbeterd Duits zorgde ervoor dat ik zonder problemen met iedereen kon communiceren en uiteindelijk waren alle gasten netjes in hun eigen bus en iedereen was gelukkig. Ikzelf stapte in de laatste bus, met maar 7 Russische gasten die me naar Belek zou moeten brengen. Ook in die bus viel ik in slaap. De chauffeur lachte toen ik met een schok wakker werd toen hij stopte bij het hotel waar ik mijn scootertje had achtergelaten. Blijkbaar en dat zag ik later pas had ik een enorme roze vlek op mijn gezicht van het slapen tegen de ruit. Ik haalde mijn schouders op en alweer sloffend ging ik naar mijn scooter. Ik moest nog naar kantoor gaan om het geld te geven dat ik had verdiend aan excursies. De Duitsers noemen het de abrechnung. Wij, de simpele Belgische reisleidsters, zeggen liever afrekening.
In de namiddag was ik vrij, aangezien de afrekening pas s avonds gebeurde, omdat het systeem volledig uitgeschakeld was. Mijn super-buurmeisje, Chloë, was thuis en ik kon haar zware ipod-installatie tot in mijn douche horen. Iets later hoorde ik ook stemmen. Die van Chloë uiteraard die kun je herkennen al zat je in een kamer vol Engelsen, en een mannenstem! Ik hupte uit de douche en droogde mezelf af aan een snelheid die zelf een f1-coureur nog zou verbazen. Eenmaal buiten (en aangekleed), zag ik Chloë op de grond in kleermakerszit, een sigaretje aan het roken en aan het praten. Recht tegenover haar zat iets dat mooi gebruind was, prachtige felle blauwe ogen had en een klein diamantje in zijn linkeroor. Een man, dus. Ik werd uitgenodigd om erbij te zitten en stelde mezelf voor als het buurmeisje van Chloë.
Yeah, I knooo, zegt hij Ive seen ya before.
Great. Een schots accent.
Ik was wat verbaasd dat hij zei dat hij me eerder had gezien, want mij was hij nooit opgevallen, wat me zeer verbaast, aangezien ik zoiets aantrekkelijk nooit uit mijn zicht laat ontsnappen vòòr het volledig gekeurd te hebben. Het zal wel gebeurd zijn in het begin van mijn verblijf, toen ik al het mannelijk schoon geen blik waardig keurde. Twee redenen: één: ik wilde het Turks Ego (inderdaad, met grote E) niet groter laten worden. Ten tweede: ik durfde niet te veel contact maken, uit angst verliefd te worden en in serieuze problemen te geraken.
Bref, de schattige jongen (of zou ik zeggen man?) stelde zichzelf voor als de 20-jarige Dave, komend van David. Mooie naam, dacht ik. In ieder geval beter dan Prosper of zoiets.
Met ons drieën hebben we meer dan een uur staan praten en lachen. Blijkbaar sloeg mijn humor (je weet wel de indruk geven dat je doodserieus bent, maar eigenlijk graag als reactie gelach wil horen) goed over en ik voelde me uitstekend. Toen Chloë en Dave moesten beginnen werken, wisselden we nog snel telefoonnummers uit. Nog geen uurtje later kreeg ik een smsje van hem, hij vroeg me of hij me mee uit eten mocht nemen. Ik heb duizend verschillende reacties als een jongen geïnteresseerd is in me, maar de reactie die op dat smsje volgde, had ik nooit verwacht. Ik kon niet stoppen met glimlachen en mijn hart pompte aan 300 per uur. Ik barstte in giechelen uit en zelfs op kantoor die avond zeiden mijn collegas van Thomas Cook dat ik straalde.
Die avond, toen ik in mijn woonkamer nog wat papierwerk in orde aan het brengen was, hoorde ik de stemmen van Chloë en David, die blijkbaar net aankwamen. Ik stak mijn hoofd uit de deuropening, en ik zag ze weer in de gang zitten en praten. Ik voegde mezelf erbij en wij met ons gedrieën hadden leuke conversaties. Chloë, die de volgende morgen vroeg moest opstaan, besloot onder de wol (= figuurlijk) te kruipen. David en ik hebben nog gezellig zitten praten over vanalles en nog wat tot ongeveer 01.30 s nachts. Toen ik van vermoeidheid idioterieën begon uit te kramen, besloot ik ook te gaan slapen. Tenslotte had ik de volgende morgen ook een heel drukke dag. We wensten elkaar goedenacht en ik ging mijn appartementje binnen. Ik kon niet meer slapen.