Als ik dan weer op een onmogelijk uur wakker word geschreeuwd door de wekker, wrijf ik met mijn handen door mijn ogen, werp ik een blik op de enorme spiegel tegenover mijn bed die me een lijkwit gezicht en oncontroleerbare haren toont, en stap ik, soms struikelend in een roes van slaap, uit bed. Soms heb ik het geluk te mogen gewekt worden door de Imam die vijfmaal per dag zijn zegje vanuit de Minaret doet. Dan draai ik mijn kussen op mijn hoofd, vervloek hem in alle talen ter wereld behalve in het Turks, en open dan direct mijn ogen in de hoop dat niemand gezien of gehoord heeft dat ik niet meer respect heb voor de cassettespeler die aangesloten is op elke moskee van deze stad. En geloof me, dat zijn er veel.
Ik geeuw, probeer mn haren te kammen, geeuw nog eens. Ik stommel met alle kabaal van dien in de douchecabine en probeer zo wakker mogelijk een douche te nemen. Eenmaal lichamelijk opgefrist, terwijl mijn hoofd nog steeds slaapt, doe ik mijn uniform aan, geeuw ik, wring ik mijn voeten in mijn schoenen, en dubbel-check in de spiegel of het uitzicht nog niet verbeterd is.
Als ik tijd heb, drink ik koffie, verbrand ik mn tong en vloek voor de tweede maal in een half uur. Als ik geen tijd heb, kijk ik in de spiegel, maak een afwerend gebaar met mn hand naar het spiegelbeeld, sla de deur achter me toe, doe die op slot en roep de lift naar de zesde verdieping. Dan vloek ik nog eens, haal mijn sleutels weer boven terwijl de lift langzaam naar het zesde komt, doe het slot en de deur weer open, neem nog snel iets essentieels dat ik vergeten was (dat verandert elke dag), en doe de deur na 4 keer draaien weer op slot. Zoals het Murphy betaamt, staat de lift op dat moment weer op verdieping nul. Zonder zin om weer 37 seconden te moeten wachten op die teringlift, draai ik me om en neem de trap. Eén verdieping lager sta ik met een ruk op en vloek nogmaals, dit keer op mezelf, omdat ik telkens weer vergeet dat mijn voeten langere tijd nodig hebben om wakker te worden. En dat ik weer ettele seconden verlies door de lift naar mij toe te brengen. Onderaan het appartementsblok staat immers de carpooler/collega te wachten.
Het is niet uitzonderlijk dat ik in de auto een paar minuutjes terug in dromenland vertoef terwijl mijn collega zwijgend door de chaos genaamd Antalya by Car rijdt. Godzijdank zijn we allebei niet echt spraakzaam in de momenten na het opstaan.
Want mijn ochtend kan alles zijn: acht uur s morgens, twee uur s namiddags, acht uur s avonds of zelfs drie uur s nachts. Alles is mogelijk in de business van toerisme.
Tijdens het werk zijn we vriendelijk, geduldig, smiling en alles wat een reisleider zou moeten zijn. Behulpzaamheid, luistervaardigheid en gastvrijheid zijn de belangrijkste zaken. En als het werk gedaan is Dan puffen we even uit, praten over onbelangrijke dingen, en dan gaan we weer naar huis, om een paar uur later terug naar de luchthaven te gaan om weer een hele horde te verwelkomen in ons leefgebied.
Mijn collega zet me af bij mij thuis, net vooraleer ik het appartementsgebouw inga, ga ik nog even langs in het winkeltje op de benedenverdieping. Eén winkelbediende de helft van het duo broers die zich de eigenaars van de winkel mogen noemen is altijd vriendelijk tegen mij en vraagt me regelmatig hoe het gaat. Zijn broer daarentegen, kijkt me steeds argwanend aan en mompelt altijd iets onbeduidends als ik hem groet, alsof ik plotseling de loop van een AK-47 tegen zijn hoofd zou drukken.
Al moet ik zeggen dat ik inderdaad in mijn blonde periode (ik heb eens héél gek gedaan bij de kapper) sprekend op een Russische vrouw leek.
Maar ik ben nu als brunette in de winkel om water te kopen leidingwater is niet drinkbaar en nog steeds fronst de broer zijn wenkbrauwen. Het zal dus niet aan mijn Russische looks gelegen hebben
Ik sleur de fles van vijf liter water naar de ingang van het appartementsblok, en moet mijn ogen toedoen, vol concentratie en feeling met de sleutel frummelen om het slot te openen. Met gevloek als gevolg, uiteraard. Aan de lift toegekomen, staat die surprise! geparkeerd op de vijfde verdieping. Even overweeg ik om de lift een schop te geven, maar ik blijf rustig en vloek deze keer niet in het Engels, aangezien een man achter me ook in de lift wil stappen en ik niet zeker ben welke talen hij spreekt, maar Frans zal het alleszins niet zijn.
Ik stap uit op de zesde, stap richting deur en draai vier keer in de tegenovergestelde richting dan deze ochtend. Anja The Flatmate is nog niet thuis en ik maak van de gelegenheid gebruik om nog even de mok koude koffie en handdoeken van deze ochtend op te ruimen. Ik berisp de koffie nog even alvorens ik het uitgiet in de goot, en doe de koelkast open. Grmpf. Nog boodschappen doen. De enige supermarkt waarin het culinaire aanbod nog het meeste grenst aan de westerse keuken, is op een uurtje stappen hiervandaan. En meestal maak ik daar grote inkopen, dus even gezellig een uurtje wandelen met veertienduizend zakken aan mijn armen is niet echt mijn idee van bekomen van een dagje werk. Dan maar geen snack.
Ik nestel me, na een verfrissende douche en comfortabele kledingwissel, even in de zetel. Normaalgezien blijf ik plakken bij Duitse zenders lang leve satelliet zodat mijn Duits nu minder Pfaff klinkt als pakweg een jaar geleden.
Na een uurtje nietsdoenerij komt Anja meestal thuis, en soms maakt zij het eten, soms ik (maar dat is zelden, aangezien Anja een werkelijk kookwonder is en zij het graag doet), en heel af en toe eten we buitenhuis.
Deze avond hebben we afgesproken met twee vrienden van het bedrijf, dus we maken ons presentabel (lees: mooi en toch niet te bloot moeilijk met dit weer!) en gaan eten bij een gezellig restaurant aan de rand van een klif die een prachtig uitzicht biedt op het strand van Antalya en de bergen die ons van dit prachtige weer voorzien.
En we brengen de avond gezellig door, we praten over nonsens, we eten lekkere westerse specialiteiten (want de köfte, pide, kebab en çorba hangt ons langzamerhand wel de keel uit), en drinken een fles raki met ons vieren op. Nu wordt raki wel gezien als de nationale drank. Twee feiten moeten worden gezegd. Eén: raki bevat vijfenveertig percent alcohol en wordt normaalgezien gedronken als ricard met water (en Elisabeth enkel met ijs). Twee: (en dit is een heel mooi Turks spreekwoord) één glas raki is goed. Twee glazen raki zijn beter. Drie glazen raki en je spreekt perfect Turks. Beware, those who have never had the chance of consuming this notorious liquid.
Anja en ik waggelen (bij gebrek aan een subtieler woord) naar huis in het gezelschap van de twee jongens. Turkse jongemannen krijgen al van jongs af aan mee dat ze immer het meisje naar huis brengen, zodat ze zeker zijn dat zij veilig thuis is. Aan de ingang van ons appartementsblok is er een uitgebreid afscheid, met veel groeten, gelach en knuffels.
En zo, eenmaal drie kwartier aan het onderste slot gefrummeld te hebben, eeuwig op de lift te hebben gewacht, acht keer aan het slot gedraaid te hebben (bij de eerste poging hebben we de deur gesloten) en heel wat gevloek (in het Duits, deze keer), drinken we allebei een glas met aspirine op (beter voorkomen dan een hele dag met helse hoofdpijn genezen), zeggen we afscheid en trekken we ons elk terug in onze vertrekken.
En als ik dan op het bed neerplof, ben ik blij dat deze dag de moeite waard is geweest. Morgen is er weer eentje, ik zal ook die goed doorbrengen.