Gisteren ging ik naar een overdekt winkelcentrum. Voor de kanker kon je me hier vaak vinden. Na een dag vol met spanning en stress, vond ik hier dikwijls mijn rust terug. Niet dat ik veel kocht hoor, maar het rondkijken naar mooie spullen, het kijken naar de andere mensen, het drinken van een kopje koffie, het gaf me een goed gevoel. Ik herinner me de eerste keer na de operatie dat ik er terug kwam. Het voelde niet meer hetzelfde. Ik zag de mensen voorbijstappen, ik zag de drukte, de winkels en ik voelde me er niet meer thuis. Ik verwonderde me erover dat het leven hier gewoon verder gegaan was, terwijl het mijne stil stond. Ik kon niet meer genieten van de mooie kleren. Het zei me niets meer. Het winkelcentrum was hetzelfde gebleven, maar ik was veranderd. Sindsdien kwam ik hier niet meer graag.
Twee jaar later ga ik er al eens vaker naartoe. Liefst met de dochter, die me helpt bij de aankopen. Ik vergeet telkens weer wat we zeker moeten kopen, ben in de war bij het betalen, en ben dus blij met mijn dochter-engelbewaarder. Het vervelendste vind ik nog steeds de mensen, en dan vooral bekende mensen. Ik heb steeds schrik dat er personen zouden lopen die het maar raar vinden dat ik niet ga werken, maar wel naar de winkel ga. G vindt het absurd, en ik moet hem gelijk geven, maar toch voel ik me ongemakkelijk. En schuldig. Gisteren gingen we dus terug naar daar.
'F. kijkt al uit naar het cafebezoekje. Waarom ben je zo zeker dat we iets gaan drinken? vraag ik haar. 'Dat moet wel, want jij bent te moe om naar daar te gaan zonder te rusten.' Ik moet eens lachen, ze kent me soms beter dan ikzelf.'
We kwamen mijn schoonzus tegen. Ze had zelf kanker gehad. Het schepte een band, ondanks het feit dat ik haar heel weinig zag. De gebruikelijke 'hoe is het met jou?' kwam met mijn standaard antwoord:' redelijk goed, maar wel nog veel moe.' Je ziet er nochtans goed uit!', zei ze. Die 'nochtans' zorgde ervoor dat ik even niet wist wat zeggen. Ik antwoordde 'Ja, jij zal ook wel weten dat we er niet altijd uitzien zoals we ons voelen he'. Haar antwoord: 'het zal toch wel meevallen, want je kan toch naar hier komen!'
Daar stond ik dan, met mijn mond vol tanden. Mijn directe omgeving verzekerde me er altijd van dat ik me toch niet moest opsluiten, dat mensen echt wel niet zouden raar kijken als ze me ergens tegenkomen. Integendeel. Maar toch zijn er mensen die met hun oordeel klaar staan. En je krijgt het er zomaar bij. Gratis en voor niets.
Reacties op bericht (0)
Over mijzelf
Ik ben een vrouw van 46 jaar. Ik ben getrouwd en heb 2 dochters.
In 2011 kreeg ik te horen dat ik eierstokkanker had. Mijn leven werd even op pauze gezet. Erna begon een zoektocht. Stap voor stap ging ik door de verschillende fases van ontkenning, verdriet en angst.
Nu, in 2013, kom ik tot het besef, dat de zoektocht nog maar net begonnen is. Een zoektocht naar mezelf en naar mijn nieuwe toekomst. Ik heb mijn gevoelens teveel opzij gezet en opgesloten in vaten. In deze blog ga ik stap voor stap terug van toen naar nu en ga ik op zoek naar mijn emoties.