Vandaag vertrekken we voor een 2 daagse trip naar Fraser Island. Dit is een eiland van ongeveer 130 op 20 km. Het zou het grootste zandeiland ter wereld zijn (Hier in Australië hebben ze altijd wel het grootse en/of het beste,
maar ja), we zullen wel zien. Uiteindelijk werd het zo fantastisch dat ik voor de eerste keer een dag in 2 moet splitsen om het een beetje deftig op de blog te krijgen. Vermist we met zen vijven waren (+ Gerolf en Olga) hadden we 4 fototoestellen bij en hebben we op die 2 dagen 2002 fotos getrokken. Op de bijlage kan je ongeveer de weg volgen. De eerste dag eindigde in een resort op het westen van het eiland. Net voor het vetrek was een een bericht op het nieuw dat er gisteren een ongeval was gebeurd met een 4WD met 2 doden tot gevolg. We hebben nog vlug een krant gaan halen om de detials te weten.
We werden s morgens vroeg opgepikt door een 4WD (Jeep met 4 wiel aandrijving). Het was een Toyota Land Cruser, V8 motor
een echte krachtpatser.
De eerste minuten waren over asvalt weg , daarna gingen we de autosnelweg op, de maximum snelheid was 90 km, er waren geen lijnen, en geen pechstrook, en als je een auto kruiste moest je de linker pinker opzetten om duidelijk te maken dat je wist waar de linker kant was. De weg werd wel elke dag terug aangelegd door de Oceaan. Ja, de autosnelweg was het strand. Fietsers zijn hier niet, maar de snelweg wordt vredevol gedeeld met voetgangers en spelende kinderen op het strand. Het ongeval van gisteren was het gevolg van het ontwijken van een golf die strand rolde. Het best is natuurlijk om in het harde zand te rijden, maar daar komen af en toe wel eens wat golven (zie foto in het mideen). Zoals je kunt vermoeden hebben wij het overleefd.
De eerste halte was The Red Canyon. Dit waren enkele bergen zacht rood/geel zand dat gevoelig is aan erosie en een mooi contrast vormde met het (in het algemeen) witte zand.
De tweede stop was een vuurtoren (normaal moet je hier te voet naar boven klimmen maar onze touroperator had als enigste de toestemming om tot daar de rijden. Boven was het dan tijd om te genieten van een glaasje champagne met fruitsap. Zoals meestal had je een prachtig zicht op de oceaan, maar ook op de weg die we net afgelegd hadden.
Na een klein half uurtje rijden was het dan tea-time (of koffie) met een hapje op Rainbow Beach. Ik weet nog altijd niet waar die naam vandaan komt, het zand was wit, en we hebben geen regenboog gezien. Wat er wel te zien was waren enkele dolfijnen die af en toe eens aan de oppervlakte kwamen. Om zeker niets te missen stonde de twee zware kalibers klaar om dit op de gevoelige digital- plaat vast te leggen. Maar die beesten hebben serieus met onze voeten gespeeld
Die enkele fotos die we hebben zijn niet echt spectaculair en komen dus niet op de blog. In vergelijking met de andere plaatsen op het strand was het hier geweldig druk en zijn we daar vlug vertrokken.
Dit eiland is zeer populair voor kampeerders, maar het is allemaal wel vrij basic. Er is geen stromend water, geen elektriciteit, enkel zon, zand, de oceaan, en wat schaduw van de bomen. Om water te sparen doen ze de afwas in de oceaan. Het eten komt vers uit het water. Ik heb wel een ute (bestelwagen) gezien die ijs leverde om alles een beetje te kunnen bewaren.
Zoals je kunt zien op de foto heeft hier ook het regen/storm/golfslagweer van de laatste weken enorm huis gehouden op het strand. Het strand is hier (net zoals bij ons) 1 to 2 meter lager dan vroeger. Volgens de gids is dit de natuur: Vandaag verdwijnt het zand in de oceaan, en binnen enkele maanden wordt alles terug op het strand gegooid door de golven (dit is niet echt wat ze in onze buurt vertellen, maar vermoedelijk zijn ze in onze buurt iets ongeduldiger).
Toen was het eindelijk zover, we namen de ferry naar Fraser Island. Een haven, aanlegsteiger,
nee echt niet nodig. De overzetboten zijn van het model als de landing in Normandië, de voor en achtersteven zijn ophaalbruggen die op het strand neerploffen, en je kan op en af rijden.
Zowel voor de overzet als na de overzet lag er op het strand een laagje zwart zand. Dit goedje is kostbaarder dan goud. Het is de grondstof voor titanium (de grondstof voor al de implantaten van onze firma). Voor mijn zandverzameling van Australisch zand heeft Ragna een beetje in een flesje gedaan (ik heb ondertussen al 10 verschillende soorten zand).
Op het strand (75 mile beach) zijn er honderden (duizenden) kleine riviertjes (sommigen slechts enkele centimeters diep maar enkele meters breed) die het regenwater in de zee doen vloeien. Eén van de meest opmerkelijke was deze hieronder. De donkere kleur van het water wordt veroorzaakt door een boomsoort die bovenaan aan de bron staat. Later hebben we een gelijkaardig meer (Lake Boomanjin)gezien waar the water ook bruin gekleurd was.
Zoals je kan zien is het hier nog echt puur natuur, maar ook de dieren zijn goed vertegenwoordigd. We kwamen enkele Dingos tegen, vogels, een dode reuzenzeeschildpad,
een ook een beetje survival of the fittest. In de foto hieronder kan je een White Bellied Sea Eagle zien vliegen die net een zeeslang heeft gevangen. Zoals je weet heeft Australië de giftigste slangen ter wereld, maar blijkbaar zijn de zeeslangen nog giftiger dan de landslangen (en wij dachten dat de haaien gevaarlijk waren).
De laatste stop voor de lunch was de grootste uitmonding van regenwater op Fraser Island in de oceaan: Eli Creek. Hier wordt het water niet bruin gekleurd door die bepaalde soort boom, en is het kristal helder. Volgens de gids zou het regenwater 180 jaar nodig hebben om door de zandlaag te sijpelen om uiteindelijk via een rotsondergrond terug naar de oceaan te stromen. Eén van de toeristische attracties hier is om via de kant de rivier te volgen en daarna door de creek terug te wandelen of je te laten drijven (tot zover dus het zuivere water waar alle toeristen door wandelen).
Eender hoe, het was zeer mooi, en gelukkig was er niet te veel volk.
Tot zover de voormiddag
.
19-04-2009, 00:00 geschreven door De Aussies 
|