Op 10 juli stuurde Krisje smsjes en telefoneerde met haar zus om een ontmoetingsplaats af te spreken in het kuststadje Finisterre of Fisterra, gelegen aan de Atlantische kust. Het is het eindpunt voor de pelgrims die de Camino de Santiago hebben afgelegd.
In het haventje van het stadje vond de Bende Tante Marleen in goede staat terug. De bepakking en Het Ros dat haar naar dit eindpunt had gevoerd werden opgehaald aan de Albergue en meegenomen naar een appartementje aan het strand.
De eindplaats van de Camino bevindt zich op de Faro of vuurtoren een heel eind boven het stadje. Het geeft een wijds en indrukwekkend uitzicht op de oceaan.
Op zich kon er geen betere plek gekozen worden voor het einde van deze reis want Douwke was gefascineerd door de zee. De laatste reis voor ze ziek werd, maakte ze met Krisje en haar zus naar de kust van Bretagne.
De zussen brachten toen zakken vol schelpen mee die ze op het Bretoense strand hadden verzameld.

Het is ook een schelp die de meeste pelgrims als teken met zich meedragen op de Camino.
Tijdens de ganse reis was Douwke nooit ver uit de gedachten van de Bende. Ergens binnenin lag de vraag hoe het zou geweest zijn als ze er nog had geweest en naast ons stond bovenop deze rots bij de vuurtoren. Wat als
De Vlaamse bard Willem Vermanderen sprak in een interview in een populair weekblad over het verlies van Runeke ,zijn 13 maanden oude kleinzoon, aan de gevolgen van hersenvliesontsteking en de tekst die hij voor hem schreef: Ik schreef de tekst en ik zag Runeke overal, in de wolken, in het gras. Ze hebben hem uit de dood teruggehaald, er was al veel kapot aan dat manneke. Maar ja, hij is daar. Hij zit aan de overkant.
Op het strand van Fisterra werden door de Bende enkele zandkastelen nagelaten, een geliefkoosd tijdverdrijf van Douwke en Rienske wanneer ze aan zee waren. Een gepast einde vond de Bende, vooraleer ze met Douwkes meter en de beruchte fiets terug naar België keerden.
|