Toen de beste Sint enkele jaren terug op 6 december bij de Bende cadeautjes had gebracht kreeg Rienske een goed idee, ze besloot om haar schoen nog een tweede maal te plaatsen. Zo zou ze nog eens geschenken krijgen van de goede man.
Er vonden vervolgens enkele diepgaande gesprekken plaats tussen Douwke en Rienske of dit wel degelijk een goed idee was en wat de slaagkansen van deze onderneming zouden zijn. Douwke besloot haar schoen niet te zetten maar Rienske vond het toch het proberen waard.
Douwke, die op dat moment al aardig kon schrijven nam pen en papier ter hand en noteerde in haar beste handschrift wat Rienske haar dicteerde.
Naast de schoen zelf was er natuurlijk een wortel voor het trouwe paard en een bijhorende brief met de vraag of Sinterklaas misschien toch nog enkele cadeautjes overhad.
Woord werd bij daad gevoegd en samen plaatsten ze alle benodigdheden voor de schouw.
De beide dames waren toch wel erg benieuwd of de Sint en zijn onafscheidelijke helper, Zwarte Piet , opnieuw een bezoekje gingen afleggen bij de Bende.
Bedtijd kwam en er werd door de zussen druk overlegd wat er de volgende dag te verwachten viel.
De volgende ochtend hoorden Krisje en Wim heel vroeg reeds de kamerdeuren opengaan en de twee druk pratende zussen de trap afkomen.
Aan de schouw vond Rienske een brief en snoepgoed, de Sint was inderdaad langsgeweest. Douwke nam de brief en las deze voor aan Rienske. De goede Sint schreef dat hij spijtig genoeg al zijn cadeautjes had uitgedeeld maar nog wel wat lekkers overhad.
En toen Douwke de brief aan haar zus had voorgelezen voegde ze er vervolgens een beetje moederlijk aan toe: Ik heb het toch gezegd dat Sinterklaas maar 1 keer per jaar komt !
|