Vandaag zonnig en warm, heel warm
(volgens bryton min 17, gemiddeld 28 en max 36), met een licht zuid -
zuidoosten windje. Het vertrek was weer gemakkelijk vandaag, terug
naar de 20 en volgen voor de volgende 80 Km. Bij die 80 Km heb ik
mijn kaarten even grondig bekeken om te zien of ik mijn route niet
zou verleggen, verder onderlangs Szczecin aangezien dit een moeilijk
knooppunt zou kunnen worden en ik er toch geen echte plannen had.
Omdat ik geen info over overnachtingsmogelijkheden had (hoewel dat
wel geen probleem zou mogen geweest zijn), het niet duidelijk was dat
ik er echt voordeel mee deed en één van de twee kaarten gaf op die
route geen grensovergang (hoewel ik niet verwachtte dat die er niet
zou zijn) besloot ik om toch maar niets te wijzigen en verder te gaan
op de route zoals ik ze gepland had, dus van de 20 weg en op de 142.
Normaal zou ik gaan kamperen in Dabie, langs een meer, een
tiental kilometer voor Szczecin. Naarmate ik de regio Szczecin
naderde begonnen zich rare wolken te vormen, zelden een goed teken
met deze warmte. Bovendien bleek met die wolken ook de wind een kwart
te draaien want plots had ik hem terug op de neus. Terwijl ik verder
ging op die ellendig lange, rechte 142 werd duidelijk dat die wolken
zich sneller vormden dan goed voor mij was. Op het eind van die 142
werd ik bovendien nog met een ander probleem opgezadeld. Ik kreeg er
2 opties voorgeschoteld: verder over een autoweg of het hele eind
terugkeren. Terugkeren was voor mij geen optie dus ging ik toch maar
verder over de autoweg, in de hoop zo snel mogelijk een afrit te
vinden. Nu was het niet er overdreven druk, was er een
snelheidsbeperking dus ging het niet overdreven snel en bovendien
uitte niemand bezwaar tegen mijn aanwezigheid daar. Ook de arbeiders
die een eind verder aan de kant van de weg aan het werken waren
maakten geen enkele opmerking. Een aantal kilometers verder ging de
autoweg rechtdoor over in een echte snelweg terwijl de afrit centrum
overging in een gelijkaardige weg maar vrij toegankelijk voor
iedereen. Het voordeel van mijn uitstap over de autoweg was dat deze
mij rond het onweer leidde. Ik kreeg wel te maken met de sterkere
(zij)wind en hoorde het rechts van mij donderen maar ik kwam er zelf
niet in terecht. Pas aan de afrit richting centrum kreeg ik te maken
met de bui, die me in volledige regenuitrusting plaatste maar
eigenlijk al bijna voorbij was tegen dat ik alles aan had. Even
verder richting centrum was er een afrit richting Dabie maar het leek
me in deze omstandigheden beter om niet te kamperen en nog een stukje
verder te gaan tot Szczecin zelf, waar ik wist dat er een
jeugdherberg moest zijn die waarschijnlijk niet veel duurder zou zijn
dan een camping. Uiteindelijk blijkt ze zelfs goedkoper dan mijn
camping van gisteren, voor nog geen 5 heb ik vannacht een bed,
gebruik van de gastenkeuken en wifi. Bovendien heb ik het moeilijkste
gedeelte van de rit van morgen nu reeds gedaan, Szczecin binnen
rijden. Eruit raken zou gemakkelijker moeten zijn en dan ligt de weg
naar Duitsland open. De afstand was vandaag met 137 Km nog 1
kilometertje langer dan gisteren. Met de 10 Km die ik vandaag extra
deed wordt de rit van morgen misschien iets gewoner van afstand.
Vannacht fantastisch geslapen in mijn
kasteel. Vandaag zonnig en warm met een licht (zuidoosten)
windje. Verder vandaag een korte blog voor een lange dag. Geen
verhalen over zoektochten naar de juiste weg, het was dan ook simpel
vandaag: terug naar de 20 en volgen maar. Ook geen andere
bijzondere gebeurtenissen te melden, tenzij misschien dat het eerste
gedeelte van de rit toch behoorlijk lastig was met stevige golven in
het landschap. Later is het wat afgevlakt om naar het einde toe terug
wat meer te gaan golven. Dit is de gevoelsmatige en niet de
geregistreerde versie, die ik nog niet gezien heb. Bij aankomst in
Czaplinek, waar een camping moest zijn, ben ik dan eerst maar gestopt
bij de toeristeninfo in plaats van zelf gewoon te gaan zoeken. Blijkt
dat er hier zelfs nog keuze is, in de buurt of langs een meer, maar
ik heb me maar gehouden aan degene waarvan ik al wist, langs het
meer. Het was vandaag met een afstand van 136 Km ook een tamelijk
lange rit. PS: ik heb ondertussen de geregistreerde versie gezien
en mijn gevoel bedroog me niet.
Wat ik gisteren nog vergeten te
vertellen ben dat is dat Gdansk, natuurlijk, ook een van die steden
is die na de oorlog praktisch volledig moeten herbouwd worden. Ze
hebben er ook hier goed werk van gemaakt. Vannacht heeft het zwaar
geregend maar vanmorgen was daar, naast de nog wat natte straten,
niets meer van over. Het was terug zonnig en warm. Al vlug in de
voormiddag begon het echter al terug te overtrekken en met een fris
(westen-)windje koelde het behoorlijk af, best aangenaam
fietsweer. Gdansk verlaten bleek al vlug een probleem. De weg
stond mooi aangeduid maar ik mocht er niet op. Ik heb dan mijn best
gedaan om parallel met de weg te blijven, al moest ik daar een paar
keer een hindernis voor overwinnen (een trap(je)). In het begin lukte
dat vrij goed maar uiteindelijk liepen de wegen toch uiteen. En dan
kom je op een T-kruispunt en dan moet je kiezen. Mijn eerste keuze
(links) bleek niet goed. Hoewel het een voorrangsweg betrof verdween
die langs deze kant onverhard in het bos, niet mijn favoriete en
denkelijk ook niet de best optie. Terug dan maar en de rechtse optie
proberen. Deze liep wel gewoon door maar hij bracht me terug naar de
S7 snelweg die ik net overgestoken was. Daar dan maar links, langs de
S7, geprobeerd. Op de S7 kon ik een bord zien staan voor een afrit
naar Kartuzy, de richting die ik zocht, op 600 m maar 600 m kan een
onoverbrugbare afstand zijn als er geen weg is. De weg waarop ik zat
ging in overwegend westelijke richting, wat op zich de goede richting
was. Je denkt dan dat, als je op de voorrangsweg blijft, je wel
ergens op de goede weg komt of tenminste een aanduiding tegenkomt.
Deze hoofdweg stelde me echter ook wel weer op de proef, hij moet in
de boeken staan als de slechtste betonweg ooit. Gewoon
onbeschrijflijk. Hij werd verderop wel beter maar nog wat verder
verdween ook deze weg als onverhard in het bos. Nog maar eens
teruggekeerd en een van de zijwegjes geprobeerd, hoewel deze er
allemaal uitzagen als residentiële wijken en niet bepaald
doorgangswegen. Op een of andere manier bracht deze zijweg mij terug
naar die slechte betonweg. Ik heb daar toen toch even de mis
verstoord voor de buitenstaanders aan de kerk in de buurt, met
een paar (erg) luide krachttermen. Best dat ze tenminste niet konden
verstaan wat ik riep. Ik heb dan toch maar even geprobeerd om wat
informatie te krijgen uit een security agent die in zijn wagen
lag te snoezen. Veel kreeg ik er niet uit maar hij maakte me
duidelijk om terug te keren, links te gaan en altijd rechtdoor. Ik
dus terug en aan het volgende kruispunt links. Omdat ik het toch niet
erg betrouwde heb ik nog maar een passant aangesproken, en een tweede
passant die op die moment langskwam bleek engels te spreken. Hij zei
me, nog eens, terug te keren en door te gaan tot aan de
verkeerslichten en dan links te gaan en de weg te volgen.
Verkeerslichten!?, in dit gat? Moeilijk te geloven maar ik had
tenslotte niets te verliezen, dus terug en op zoek naar
verkeerslichten. Bleken er inderdaad een paar honderd meter in de
andere richting verkeerslichten te staan op een kruispunt met de
grote weg die ik zocht en waar ik ondertussen op mocht. Je moet dus
gewoon tussen al die gelijkaardige weggetjes, zonder aanduiding, de
juiste kiezen. Na 25 Km kwam ik dan eindelijk op mijn uitgestippelde
route. Hoeveel van die 25 er echt nuttig geweest zijn zou ik niet
durven zeggen, ik schat dat ik een tiental kilometer in het rond
gefietst heb. Eenmaal op de goede weg waren er geen problemen meer
en ging ik recht naar Bytow, mijn doel voor vandaag. Informatie over
logement had ik niet maar ik ging er van uit dat ik in dit plaatsje
wel iets zou vinden. Toen, bij het binnen rijden van het stadje, de
eerste mogelijkheid het hotel in het kasteel bleek te zijn ben ik er
maar meteen voor gegaan. Het is op het uiterste van mijn prijsbereik
maar het kan nog net. Dus logeer ik vandaag in een kasteel van de
Teutoonse ridders, gebouwd op het einde van de 14° eeuw. Het is in
de loop van de geschiedenis een aantal keer van eigenaars verandert
en een paar keer vernietigd en herbouwd, tot het in de jaren 60
uiteindelijk gerestaureerd is en nu dienst doet als museum, hotel en
restaurant. Bytow is verder een beetje een raar stadje. Een vrij leuk
centrum met een aantal ouder uitziende gebouwen en met daar rond nog
enkele van dergelijke gebouwen maar vooral veel appartementsblokken.
Wel allemaal behoorlijk opgeknapt en van een fris kleurtje voorzien,
zo lijken ze me nog best leefbaar. Op de markt van Bytow staan
een, symbolische, wegwijzer naar onder andere Gdansk en deze geeft
daar een afstand voor van 100 Km, ik zelf kwam vandaag aan 107.
Ik voelde vanmorgen nog de wandelingen
van gisteren, 'k heb het vandaag dus een stuk rustiger gedaan. Ik wou
sowieso wat later vertrekken omdat ik eerst een museum om de hoek wou
bezoeken en dit pas om 10 uur opende. Ik heb me dan eerst meer even
zoet gehouden met de planning van de terugweg. Ik heb een,
theoretische, planning die me terug in Ieper brengt op 16 augustus,
maar ik denk dat ik een beetje optimistisch geweest ben en als er 1
rit moet ingekort worden dan dient heel de planning herzien te worden
natuurlijk. Ik hoop alvast op eindelijk wat rugwind, laat de
oostenwind maar komen. En tegen 10 uur ben ik dus vertrokken en
ben ik eerst ondergronds gegaan naar de Roads to Freedom
Exhibition, een klein maar zeer goed museum over het leven in
na-oorlogs Polen en lichtjes uitgebreid met enkele gebeurtenissen in
andere oostblok landen. Dit is echt wel een kippenvel museum. Je hebt
natuurlijk vooreerst het leven net na de oorlog en de Russische
onderdrukking. En dan heb je het dagelijkse leven in de jaren 50, 60
en 70 met geregeld opstanden in Polen maar ook op andere plaatsen
zoals Berlijn in de jaren 50, Praag in de jaren 60, ... Je leest en
hoort wel van die dingen maar je staat er niet echt bij stil. En dan
vooral van de jaren 80, wanneer ik zelf tenslotte toch al stilaan
volwassen werd, die begonnen met de grote stakingen, met de bekendste
deze op de scheepswerf natuurlijk, die uitmonden in de erkenning van
Solidarnosc. Eind 1981 werd echter de staat van beleg afgekondigd en
nog geen jaar later was Solidarnosc terug illegaal en zaten veel van
zijn leiders in de gevangenis. In het dagelijkse leven in de jaren 80
werd ook alles gerantsoeneerd. Je ziet en hoort die zaken op TV en in
de kranten, die man met zijn grote snor bijvoorbeeld, maar je hebt
eigenlijk geen flauw benul van, en staat er ook niet echt bij stil,
wat er eigenlijk echt gaande is. Hoe het er echt aan toe gaat,
wanneer je bijvoorbeeld in een telefooncel eerst een bericht hoort
dat je gesprek zal mee beluisterd worden. En tenslotte allemaal op
fietsafstand van thuis . Anderzijds mogen we ook niet vergeten dat de NATO eind jaren 90 nog luchtbombardementen uitvoerden op een gelijke afstand van bij ons, en dat gebeurde voor ons dan ook maar op TV. Alleszins hebben die opvolging van gebeurtenissen in Polen in de jaren 80 geleid tot de val van de communisten in Polen, waarna de bal aan het rollen gegaan is en zowat alle landen van het voormalige oostblok gevolgd zijn. Na deze zware brok heb ik het verder
rustig gehouden, een beetje door de stad geslenterd, de jaarmarkt
bezocht, naar de kapper geweest, iets gaan eten, kortom allemaal
gewone dingen en dan terug naar de hostel gekomen om wat te rusten en
te bloggen. Straks, als de temperatuur iets gezakt is, ga ik nog wel
even terug om nog wat rond te zien, wat te eten en nog wat kleine
inkopen te doen. Dat kan hier vrij laat. En morgen dus het begin
van de lange weg terug.
Ik ben er vanmorgen op tijd aan
begonnen, zodat ik niet teveel last zou hebben van de braderie. En
het viel op die moment nog goed mee. Die braderie is trouwens de San
Dominico jaarmarkt, die heeft reeds plaats sinds 1260 en duurt niet 1
maar 3 weken. De stad toon ik echter morgen. Vandaag stond in het
teken van plaatsen die misschien iets minder fotogeniek zijn maar die
wel een historische betekenis hebben. Als eerste ging het naar de
scheepswerf, nog voor ik naar de stad ging omdat de werfen vlakbij
mijn hostel liggen. Ze zien er misschien niet uit maar hier heeft de
werkende mens, of eigenlijk de op die moment niet werkende mens, de
wereld verandert. Hier viel, met de staking en de daaropvolgende
erkenning van Solidarnosc, de eerste domino van een serie die
uiteindelijk tot de val van het Soviet Rijk zou leiden. Er staat ook
een serie van monumenten ter ere van de gevallen werfarbeiders van de
staking van 1970. Toen had er op de werf ook een grote staking plaats
maar die werd toen door het regime nog beëindigt, met
tientallen slachtoffers tot gevolg. De jongste was 15. Nu worden op
de werf nog weinig schepen gebouwd maar men werkt er, in
scheepsstijl, aan een gebouw dat een Europees Solidariteits Centrum
zou moeten huisvesten, met een exhibitiehal, een informatiecentrum,
een archief en het hoofdkwartier van een wereldwijde mensenrechten
organisatie. Na de middag, na dat ik al eens door de stad
getrokken was, ging het wat verder weg, richting zee. Niet voor het
strand maar voor Westerplatte en Nowy Port. Het is daar dat op 1
september 1939 wereldoorlog II begon. Om O4.45 uur bombardeerde het
Duitse gevechtsschip de Schleswig-Holstein, dat in de haven
aangemeerd was, Westerplatte, een militair depot bemand met een
kleine 200 man. Het bombardement beschadigde de buitenmuren van het
depot en zette de olievoorraad in vlammen. Daarop werden Duitse
stormtroepen aan wal gezet om het depot in te nemen. Een volle week
hielden de 200 Polen stand tegen de Duitse overmacht, met inbegrip
van bombardementen vanop zee en uit de lucht, alvorens zich wegens
gebrek aan middelen, vooral water en medisch materiaal om de gewonden
te verzorgen, over te geven. Ik koos er voor om eerst naar de
vuurtoren van Nowy Port, de eerste kogels in reactie op het
bombardement van Westerplatte zou vanuit het venster van deze
vuurtoren afgevuurd zijn. Volgens de bijbel van de onafhankelijke
reiziger, de lonely planet dus, is de vuurtoren te bereiken met tram
95 vanaf het treinstation. Alleen bestaat tram 95 helemaal niet
(meer?). Op het opschrift van tram 97 stond wel Nowy Port vermeld dus
heb ik die maar genomen, alleen rijdt die zo ver (nog?) niet. Om het
kort te maken, ik heb vanaf het eindstation van tram 97 nog een paar
kilometer mogen wandelen om aan de vuurtoren te geraken. Moest het
niet zijn dat hij een enigszins historische waarde zou hebben het zou
verloren moeite zijn, heel interessant is hij niet en de omgeving nog
minder. Ook het incredible zicht dat je vanaf de top van de
vuurtoren hebt, volgens de planet, stelde niet echt veel voor. Wel
zie je aan de overkant van de rivier het monument van Westerplatte.
Het zou echter te simpel zijn om vanaf hier een overzetje te
voorzien. Nee, daarvoor mocht ik weer een heel eind terug en een
stukje de andere kant op voor een ferrie naar de overkant en dan aan
de overkant nog een veel groter eind naar Westerplatte. Om nog eens
kort te zijn, ik heb vandaag veel te veel gewandeld om maar weinig te
zien, naar mijn zin. Bovendien moet je het allemaal zo maar een
beetje uitzoeken. In Gdansk zelf is alles perfect bewegwijzerd maar
daarbuiten was het natte vinger werk. Soms is het misschien toch
gemakkelijker om met de toeristenstroom mee te gaan en de prijs van
de piratenboot te betalen. Alleen gaan die niet naar de vuurtoren,
misschien wel omdat er niet echt veel te zien is. Het bezoek aan
Westerplatte is echter wel de moeite. Veel schoot er na een week niet
meer over van de depot en bijna 75 jaar later al helemaal niet meer
maar er zijn wel de nodige, drietalige (pools, duits en engels),
informatieborden op de verschillende plaatsen zodat je toch een
beetje een beeld krijgt. Er heeft ook 1 wachtpost, een bunkertje ter
grote van een wachtlokaal, overleeft, waarin normaal een kleine
tentoonstelling zou zijn maar die momenteel wat gerestaureerd wordt.
Na mijn bezoek had ik genoeg avontuur gehad en dacht ik van toch
maar de boot te nemen maar daarvoor moest ik echt te lang wachten dus
werd het toch weer de bus, volgens de planet naar het station maar
schijnbaar is de muziek akademie een betere bestemming vanaf
Westerplatte. Alleen kon ik op mijn kaartje nergens die akademie
vinden, toch weer avontuur dus. Vanaf het eindpunt heb ik echter snel
mijn richting gevonden en toen ik achteraf op mijn kaartje naar de
plaats zocht naar waar ik afgestapt was, vond ik niet de akademie
maar wel een vermelding van de busstop naar Westerplatte. Morgen
gaan we terug gewoon de stad in en doen we misschien wel de
jaarmarkt.
Het is gisteren inderdaad nog goed
gebleven. De eerste foto is dan ook nog eentje van gisteren bij mijn
tentje. Ook vanmorgen goed weer. Alleen pikte al vlug de wind weer
op en, hoe ik ook keer of draai, ik lijk hem altijd weer vooral op de
kop te hebben. Ik ben hem wel een beetje beu die wind. Ik ben
vanmorgen eerst nog even terug tot aan het kasteel gereden maar,
hoewel ik op andere plaatsen in andere omstandigheden al wel
gelijkaardige dingen gedaan heb, ik kon er mij niet toe brengen om 3
uur achter een Poolse gids te lopen met een engelstalige audiogids in
mijn oor. Ik heb de binnenkant van het kasteel dus niet gezien . Dan
was het even kiezen welke route te nemen en aangezien je ze niet echt
kent ook een beetje gokken. De makkelijkste route over de 22 en de 1
leek me alvast geen optie wegens onaangenaam en mogelijk niet
toegestaan op de 1. De optie verder over de 22 en dan over de 222
leek me ook niet geschikt wegens lange tijd onaangenaam en
waarschijnlijk ook de langste optie. Noordwaarts over de 55 en dan op
de 7 mocht waarschijnlijk niet, in Elblag was de 7 alvast een
autoweg. De keuze viel dus op noordwaarts over de 55, dan verder over
de 502 tot aan de kust en dan langs de kust over de 501. Kort na
vertrek begon ik echter te twijfelen over mijn keuze, ik vreesde
enerzijds misschien vast te komen in de industrie rond Gdansk of
anderzijds toch op de 7 terecht te komen en niet verder te mogen. Ik
had me geen zorgen moeten maken, ik ging netjes rond de industrie (de
meeste ligt overigens aan de andere kant in Gdynia) en op het punt
waar ik de 7 bereikte was deze reeds vrij voor alle verkeer. Nog
2 bemerkingen bij mijn route: dit was mogelijk de rustigste optie
maar, zoals ik weken geleden reeds schreef, er bestaan geen echt
rustige wegen in Polen en ik ben dan wel langs de kust gereden maar
de zee heb ik niet gezien. Het binnen rijden van Gdansk viel nog
redelijk mee en de eerste indrukken waren behoorlijke positief.
Verderop bleek ik echter een ongelukkige timing te hebben. De eerste
week van augustus is het feest in Gdansk. De hele stad is een
gigantische braderie, er staan dus overal kraampjes en een massa volk
in de weg. Ik ben er, op weg naar mijn hostel, met de fiets in
terecht gekomen en raakte er bijna niet meer uit. De volgende 2 dagen
neem ik hier nog eens fietspauze om de stad te bekijken. Ze zullen
deugd doen, het zijn waarschijnlijke de laatste van deze reis.
Vandaag staat er echter niets meer op het programma, behalve mijn was
wegdoen want ik heb weer een hostel getroffen zonder wasmachine. Dat
zijn 2 zaken die in elke hostel aanwezig zouden moeten zijn: een
gastenkeuken en een wasmachine/-droger. De was is ondertussen echter
al binnen gebracht. De wasserij was niet zo ver als in Riga maar ze
is wel een stuk prijziger. Ik had echter de energie niet om verderop
te gaan zoeken. Op de terugweg van de wasserij heb ik gemerkt dat ook
in Gdansk de wegen naar Compostella leiden. De afstand was vandaag
75 Km.
Het is gisteren nog best aangenaam
kampeerweer geworden. Het is totaal opgeklaard en de wind is volledig
gaan liggen. Het weer was vanmorgen perfect: geen wolkje aan de
hemel, niet te ar en weinig wind. Ik kon zelfs niet uitmaken van waar
de wind zou komen (normaal ga ik uit van het principe dat als je
denkt dat er geen wind is dat je hem dan van achter hebt maar vandaag
denk ik dat er echt weinig wind was). Tegen de middag begonnen de
wind en de wolken echter weer op te komen. Vanmorgen eerst even
het plaatsje Pieniezno bezocht en dan verder gegaan naar en door
Braniewo, om een eerste halte te houden in Frombork. In Frombork
staat er een complex dat er uit ziet als een kasteel maar in feite
een kathedraal met een bisschoppelijk paleis is. Jammer genoeg was
mijn timing een beetje slecht voor goede foto's, de zon stond direkt
tegen voor de beste zichten en dat levert dus niet het beste licht
voor foto's. Van Frombork ging het verder naar en door Elblag.
Elblag zal ook wel iets te bieden hebben maar ik koos er voor om het
niet te gaan opzoeken, het is een vrij grote stad. Voorbij Elblag
werd het even spannend, zou ik rechtstreeks naar Malbork mogen over
de 22 of zou ik moeten gaan puzzelen. Op mijn kaart stonden zelfs
niet genoeg witte wegen met elkaar verbonden om een route samen te
stellen. Ik had echter geluk, de 7 naar Warschau en de 22 in de
andere richting zijn autowegen maar de 22 naar Malbork was vrij. Niet
echt de aangenaamste weg maar wel rechtstreeks op doel. Ondertussen
was het me al duidelijk geworden dat ik de wind vanmorgen van links
en links achter moet gehad hebben want nu had ik hem meestal van
voor, en hij wakkerde aan. Links en rechts van mij kon ik in de verte
ook al enkel buitjes zien vallen en toen, bij een late lunch stop,
plots de truckers van op het terras allemaal binnen kwamen was het
duidelijk dat de buitjes ook mij bereikt hadden. Tegen dat ik mijn
hamburger verorbert had was de bui echter al zo goed als over. Ik ben
wel met mijn regenvestje vertrokken, tegen de laatste druppels, maar
echt nat ben ik niet geworden. Wel stond de wind nu pal op de neus.
De kilometers passeerden tergend langzaam, tot er iemand met een
groot landbouw tuig en aanhangwagen zo goed was om mij te passeren.
Hij ging net niet te snel om mijn wagentje aan te haken. Dubbel zo
snel voor dezelfde inspanning, wie zegt daar nee tegen? Bovendien
moest het vrachtverkeer nu niet meer wachten en uitwijken voor mij
maar voor dat tuig. Net voor Malbork was het echter over. We moesten
daar een klein heuveltje over en dat ging voor hem net iets
vloeiender dan voor mij. Even verder zag ik de wegwijzer naar mijn
camping, op 1,8 Km. Ik besloot echter eerst door te gaan naar de stad
om daar het kasteel te gaan bezoeken. En wat voor kasteel, de
Teutonische (Teutoonse?) Ridders hebben hier destijds een gigantisch
ding neergeplant. De bouw van het centrale kasteel is begonnen
omstreeks 1276 en heeft bijna 30 jaar geduurd. En in de volgende 150
jaar dat ze er bleven hebben ze de zaak alleen maar verder
uitgebreid. Ik vrees echter dat mijn bezoek zich zal beperken tot de
buitenkant. Het kasteelbezoek kan alleen onder de begeleiding van een
gids, kost ruim 10 en duurt ruim 3 uur. Zo functioneer ik niet
echt, ik ga liever mijn eigen gang, bekijk wat ik wil bekijken en ga
verder mijn eigen gang. Wat hier dus niet kan. Ik heb nog de optie
voor morgenvroeg want de rit naar Gdansk morgen is sowieso een stuk
korter dan deze van de voorbije dagen maar ik denk toch niet dat ik
er voor zal gaan. Na dat ik rond het kasteel gewandeld was zou ik
nog even over de voetgangersbrug fietsen voor een foto van over de
rivier en dan van daar mijn camping opzoeken. Aan de overkant stond
echter ook een camping aangeduid en het zag er best goed uit dus
waarom 5 Km terug gaan zoeken als je het hier voor handen hebt. Het
is wel niet de rustigste plaats, tussen een drukke weg en een
spoorweg, maar het is wel een goed grasterrein en met mooi zicht op
een historische plaats. De afstand is zo vandaag op 105 Km
gebleven. Het heeft vandaag iets langer geduurd om aangenaam
kampeerweer te worden maar ondertussen is de wind weer gekalmeerd en
schijnt, na nog enkel forse buien, terug de zon. Hopen dat het zo
blijft.
Het weer begon vandaag zonnig en warm,
het is eigenlijk niet afgekoeld vannacht, maar al vrij vlug begonnen
de wind en de bewolking toe te nemen. Bovendien was de wind gedraaid
naar het westen, hij bracht dan misschien enige verkoeling maar hij
stond dan ook op de kop. Vanmorgen begonnen met 6 Km terug naar de
grote weg en nog 4 Km tot Ketrzyn. De trekpleister van Ketrzyn is een
14° eeuws kasteel maar dat bleek nogal een tegenvaller en was
bovendien niet in beeld te brengen. Dan was het stadhuis leuker. Van
Ketrzyn ging het verder naar Swieta Lipka, een bedevaartsoord. Een
klein plaatsje met een grote kathedraal dus maar ik moet toegeven dat
ik best onder de indruk was, vooral van de beschilderde galerijen
rondom. Bovendien werd dit bezoekje ondersteund door de orgelmuziek
uit de kathedraal. Ik heb hier ook geleerd dat ik sinds ik terug in
Polen ben op een route naar Compostela zat. Alle wegen leiden niet
naar Rome maar naar Compostela. Volgende stop was het kasteel van
Reszel. Door de Planet niet gekend, hoewel al iets indrukwekkender
dan dat van Ketrzyn. Maar eerlijk gezegd ook nog niet om echt wild
van te worden. Je kan in beide kastelen trouwens overnachten want
beiden doen nu dienst als hotel restaurant. In Reszel liet ik de
route naar Compostela voor wat ze was en koos ik voor de richting
Lidzbark Warminski. In Lidzbark Warminski bezocht ik het
bisschoppelijk kasteel uit de 14° eeuw. Hier kunnen we echt van een
kasteel spreken. In de 18° eeuw verloren de bisschoppen hun macht
door herverdelingen, ik weet ook niet precies hoe dat zit, en verloor
het kasteel zijn glorie. Het werd door de jaren voor verschillende
doeleinden gebruikt: kazerne, opslagplaats, weeshuis, hospitaal, ...
In de jaren 20 van de vorige eeuw werd het dan terug in zijn glorie
gerestaureerd en het kwam daarna onbeschadigd door WO II. Het doet nu
dienst als regionaal museum en heeft een gevarieerde inhoud: van
bewapening en harnassen over historische kledij, regionale en
bisschoppelijke geschiedenis tot uiteindelijk regionale kunstgalerij.
Alle informatie is wel enkel in het Pools. Na mijn bezoek aan het
kasteel was de pret echter over. Ten eerste begon het uiteindelijk
toch te regenen en ten tweede bleek de 513 richting Orneta, die ik
dus moest hebben, onderbroken, met een omleiding van ruim 25 Km. Nu
moest ik niet helemaal tot Orneta dus ging ik eerst een broodje eten
en vroeg daarna aan de patron hoe dat precies zat met die
wegonderbreking. Hij maakte me duidelijk dat het geen probleem zou
zijn, zeker niet met de fiets. Ik vertrouwde het nog niet helemaal
maar besloot er toch voor te gaan. Het bleek inderdaad geen probleem,
er kwam mij ook nog behoorlijk wat verkeer en zelfs vrachtverkeer
tegemoet. Wel stond ik op enkele plaatsen minuten lang stil vanwege
beurtelings verkeer op de halve beschikbare weg. Een stuk verder kwam
me een andere fietser tegemoet en die maakte me duidelijk dat er
verderop geen passeren mogelijk wegens een dwarsgroeve over de weg,
een canal zoals hij zei. Na wat gegoochel met plaatsnamen en wijzen
op de kaart werd het duidelijk dat dit voorbij mijn afslag was, ik
kon dus gerust verder. Ondertussen was het me duidelijk dat ik met
dit weer liever niet zou kamperen. Ik haalde het verder tot aan mijn
afslag, vanaf waar er geen werken meer waren. Toen ik bij het
binnen rijden van Pieniezno echter direkt aan de camping passeerde
was de keuze echter vlug gemaakt. Het ondertussen al een tijdje weer
gestopt met regen en met die wind zou het, mits een beetje
beschutting van wat bomen of struiken, ook wel meevallen. Stoppen en
afstappen dus, niet verder op zoek naar een hotel dat er misschien
niet eens is. En met die wind valt het door wat beschutting van bomen
en struiken inderdaad wel mee. Toch was hiermee niet alles OK. Blijkt
dat ik bij het winkelen niet goed opgelet heb, het stond er nochtans
in het duits op, op de spaghetti saus: mit
feurig-scharfen chilischoten. Het spul was niet te vreten. De
helft heb ik nog klaar gespeeld maar de rest heb ik moeten weggooien.
Wat een verspilling van energie en bovendien niet goed voor mijn BMI.
Ik heb dan maar wat extra brood gegeten, daar had ik nog ruim genoeg
van in voorraad. De afstand
vandaag: 111 Km. Overigens best wel lastige ritjes momenteel, de hele
tijd golvend op en af. En vandaag dus ook nog met de wind van voor,
het viel niet echt mee.
Mijn hotel gisteren bleek toch geen
onverdeeld succes, er verbleef ook een groep met nogal wat jongeren
en dat is altijd goed voor het nodige kabaal. Het duurde nogal even
voor het rustig werd dus. Het weer was vandaag zonnig en warm,
heel warm. Nog voor de middag begon het wat te overtrekken maar dat
schijnt overgetrokken te zijn. Het eerste doel voor vandaag was
Gizycko. Gelegen aan een enorm meer is het ongetwijfeld een aangenaam
plaatsje om met de familie een weekje vakantie door te brengen, maar
voor de passerende fietser heeft dat minder te betekenen. De reden om
hier te passeren was voor mij het fort Boyen. Boyen is een enorm
fort, geweest, door de Pruisen gebouwd in de 19° eeuw om de
toenmalige grens met Rusland te beschermen. In WO II werd het ook nog
gebruikt door de Duitsers. De buitenmuren van het fort zijn nog
vrijwel volledig intact maar verder is er niet veel meer te zien.
Bovendien is er vrijwel niets van informatie, slechts af en toe een
wegwijzertje in het Pools ('k zou eigenlijk bij ons eens moeten gaan
checken hoe dat zit met meertaligheid in pakweg het Gravensteen in
Gent of dat aan de Schelde in Antwerpen). Je loopt dus een beetje
verloren in de zaak, eigenlijk heb ik voor 2 een boswandeling
gemaakt, weinig gezien en nog minder geleerd. Soms zou je die Lonely
Planet soms gewoon willen weggooien. Ik heb er dan wel maar meteen
een braadworst (alweer) menu verorbert, deze keer met 2 worsten en
frieten. Ik heb ook gisteren, na mijn ontbijt en dat broodje
braadworst, nog een hotdog, 2x frieten (1x met een BicMac en 1x met
een kipschnitzel in het hotel), een kom soep, een pak koekjes en een
half pak Pringles (made in Mechelen) gegeten, doorgespoeld met, telkens een halve liter, ice tea, cola en bier en niet te vergeten een
banaan en wat pruimen. Toch lijkt dat niet voldoende te zijn om op
gewicht te blijven, ik doe mijn best maar ben nu al benieuwd naar
mijn gewicht bij aankomst. Van Gizycko ging het verder richting
Ketrzyn. Naast de stad wou ik in de omgeving ook een bezoek brengen
aan de Wolfsschanze, Hitlers hoofdkwartier gedurende WO II en ook de
plaats waar hij op 20 juli 1944 een aanslag overleefde. Het lag op
mijn kaart een beetje in een grijze zone maar ik ging er van uit dat
het wel zou aangeduid staan en inderdaad, 10 Km op voorhand, nog voor
ik Ketrzyn bereikte, stond het al op grote borden aangekondigd. En
niet alleen de historische site maar ook het nieuwere hotel en de
mogelijkheid om te kamperen. Gisteren had ik erop gerekend om te
kamperen maar is het niet gelukt, vandaag had ik er niet op gerekend
omdat ik in de omgeving van Ketrzyn geen camping gevonden had en nu
kampeer ik dus weer wel. En dan nog vlakbij Hitlers bunker dus. Die
Wolfsschanze is eigenlijk een enorm komplex van bunkers, voor Hitler,
zijn officieren, zijn troepen, ... waar nu voor een groot deel ook
nog slechts overwoekerde betonblokken en stenen rest maar het maakt
toch wel indruk. Veel luxe schijnt hij zichzelf wel niet gegund te
hebben, al weet ik natuurlijk niet hoe de zaak ingericht was. Zijn
vriendin, Eva Braun, zal alvast toch wel beter gezeten, in haar villa
een beetje verder aan een meertje. Het gevolg van rechtstreeks
naar hier te komen en hier te blijven is wel dat ik Ketrzyn morgen
bij het vertrek nog moet bezoeken.
Het weer vandaag: zonnig en warm, heel
warm. En zo is het nooit goed natuurlijk . Het ging vanmorgen dus
nog even verder op reeds eerder betreden paden, tot iets over de
grens. Even voor de grens eerst nog mijn laatste Litouws geld
opgedaan aan een broodje braadworst, dat smaakt ook al om half tien
's morgens. Daarna haast onopgemerkt Polen binnen gereden, geeneens
een bord om de fiets even bij te parkeren voor de foto. Als het niet
was van de wat eigenaardige route langs de oude douane gebouwen je
zou het haast niet merken, en aan de verschillende wisselkantoren ook
natuurlijk. Even over de grens verliet ik dan de bekende weg om
rechts af te draaien richting Sejny. Daar zag ik meteen, het was
tenslotte zondag, weer het fenomeen van mensen die de mis volgen
buiten aan de kerk. Enkele gemakzuchtigen zelfs vanop een bank in het
parkje tegenover de kerk, zo leek het toch. Daarna ging het verder
naar Suwalki, een stadje dat me naast een bankautomaat, een
supermarkt en een Mc Donalds niets te bieden had. Tenzij dan de
fietspaden in klinkers met aan elke zijweg een borduurtje af en
op. En het einddoel vandaag was Olecko, waar ik op internet een
camping gevonden had. Bij het naderen werden er zelfs enkele
verschillende aangekondigd. Mijn route bracht me meteen op de straat
waar mijn camping moest zijn maar ik heb ze niet gezien. Verder
fietsend kwam ik in het centrum waar een plattegrond stond met een
camping erop, een eindje terug in een zijstraat. Ik dus een eindje
terug naar de zijstraat, waar ik terecht kwam bij een hotel waar ik
bij de receptie dan maar ging vragen of zij de camping wisten zijn.
De juffrouw checkte op google en wist me te vertellen dat het een
eindje verder links moest zijn maar ze kende ze schijnbaar ook niet.
Wel wist ze me te vertellen dat de naam Mosir was. Ik dus over het
aangewezen pad, even veldrijden, tot ik terecht kwam bij de sporthal
Mosir. De sporthal bleek echter gesloten en anders was er nergens een
kantoortje, laat staan een camping, te zien. Terug naar de hoofdweg
om in het centrum de toeristische dienst op te zoeken. Op het
kruispunt met de hoofdweg zag ik dat de camping op een bord aangeduid
stond op 400 m, vanwaar ik gekomen was. Nog maar eens terug dus en de
weg, langs de sporthal, wat verder gevolgd maar op 400 m was niets te
zien. Ik ben de weg dan maar verder rond gevolgd om terug op de
hoofdweg uit te komen, waar eenzelfde bord stond. Dan maar naar de
toeristische dienst. De vriendelijke juffrouw verwees me, op een
plannetje, weer terug naar dat sportstadion met de extra info van het
pad langs het meer te volgen. Ik informeerde ook naar een
tentsymbooltje een stuk verder terug, waar ik gepasseerd was en niets
gezien had maar je weet maar nooit, maar zij raadde me die bij het
sportstadion aan omdat die gloednieuw en erg goed was. Ik ben het pad
langs het meer dus gevolgd, tot aan een recreatiezone die ook op het
plannetje stond. Omdat ik nog steeds geen indicatie van een camping
gezien had vroeg ik maar in de bar of zij mij konden helpen maar dat
bleek niet het geval. Een van de klanten wist te vertellen dat het
boven was. Weer wat veldrijden om boven ... bij het sportcentrum aan
te komen. Ik besloot van het hier maar op te geven. Even dacht ik
eraan om nog eens naar die andere camping te gaan zoeken maar ik had
ondertussen al goed 6 Km extra rondgereden en toen ik aan de hoofdweg
een hotel zag dat er degelijk en niet te duur uit zag, ben ik daar
eerst maar gaan informeren. Het bleek inderdaad wel mee te vallen en
ik ben er dus meteen maar gebleven. Ik heb bij mijn tochten al een en
ander meegemaakt, op zoek naar al dan niet nog bestaande campings,
maar zoals dit had ik nog niet gehad. Hotels zijn er wel in overvloed
overigens. Het plaatsje, bij een meer, blijkt toch iets van een
lokaal toeristisch doel te zijn. Vandaag ook al op verschillende
plaatsen; benzinestation, Mc Donalds, Bar van recreatiezone, ...
moeten vast stellen dat het in Polen niet zo evident is om in het
engels bediend te worden. Naast de toeristische dienst en het hotel
was het overal een beetje behelpen. Met het heen en weer rijden
inbegrepen kwam de afstand vandaag op 120 Km
Terwijl ik gisteravond op een houten
zetel voor mijn tentje zat, het was natuurlijk niet allemaal slecht
op de camping, merkte ik ineens dat de zwaluwen plots erg hoog gingen
terwijl ze vanmiddag nog gewoon voor mijn wiel scheerden. Een teken
van beter weer op komst? Vanmorgen alleszins nog niet, alles zat
nog potdicht. Toch was er al een schijntje van verbetering door een
beetje kleur in de wolken. En om 10 uur zag ik ineens blauwe lucht
voor me en nog wat later kreeg ik de zon in de rug. Er trokken nog
wel eens wat donkerdere wolken over maar dat is toch niet hetzelfde,
er zat weer leven in de omgeving. Eergisteren schreef ik dat de
dag van morgen misschien wel een onverwachte verrassing zou brengen.
Ik heb ze gisteren niet echt gehad maar daarvoor vandaag wel en nog
wel op een plaats waar ik al eerder geweest was, Trakai. Ik naderde
Trakai nu vanuit de andere richting met een veel mooier op het meer
en later op het kasteel. Het gevolg was dat ik vanmorgen na een uur
nog steeds maar 6 Km afgelegd had, vanwege diverse fotostops en
dergelijke. Er was bij het meer ook een dame die graag een eindje wou
gaan zwemmen maar moeder zwaan overtuigde haar ervan dat ze dat toch
beter iets verderop deed. Daarna ging het vlotter verder over, min
of meer, bekende wegen, langs Rudiskes, waar ik destijds bij
Wim den Hollander kampeerde. Verderop liet ik de weg van mijn eerste
wasbord ervaring deze keer links liggen om gewoon over de 220 verder
naar Alytus te gaan. In Alytus zocht ik terug de bekende wegen op
naar Seirijai. En hier sluit ik vanavond mijn Baltisch avontuur af op
de zelfde camping als waar ik het 7 weken geleden begon. Toch is het
niet helemaal hetzelfde. Toen had ik, als enige kampeerder, een
plaatsje dichtbij alles en alles voor alleen gebruik. Nu heb ik een
plaatsje op de officiële camping en die blijkt een paar honderd
meter verderop te liggen, een eindje weg van de faciliteiten. Morgen
nog een eindje naar de grens en dan terug Polen binnen, ik heb alvast
mijn horloge een uur terug gezet want dan keer ik eveneens terug naar
Centraal Europese Tijd. De Baltics was een vrij groot
vraagteken toen ik hier aan begon maar ik kan zeggen dat ik er heel
tevreden over ben. Ik kan het, voor de liefhebbers van het noorden
toch, alleen maar aanraden. Het heeft aangename steden, mooie natuur
en een behoorlijk stuk geschiedenis. En bovendien kon ik er vrijwel
overal in het, meestal erg goed en vlot, engels terecht, soms eens
met een woordje duits en heel af en toe werd het wat moeilijker. De
afstand was vandaag 114 Km.
Vanmorgen bleek dat ik vannacht nog een
nieuwe buurman gekregen had, echt vriendelijk zag hij er niet uit. De
dag was vandaag even grijs en grauw als de vorige. Nu, je kan
natuurlijk niet voor ruim 3 maanden vertrekken en verwachten dat je
de hele tijd mooi weer hebt. En dus ging het weer verder. Of
tenminste, nu ging het echt terug. De tweede dag tussen de meren, in
juni, had ook nog wel heel wat moois te bieden maar je moet toch een
keer terugkeren. Dat terugkeren was in eerste instantie letterlijk te
nemen, de eerste 10 Km gingen terug naar waar ik gisteren vandaan
kwam, tot en met het stukje drukke A14. Dan ging ik, waar ik gisteren
van de 173 kwam, van de A14 af om over de 172 parallel te gaan.
Aangezien dit een kleinere parallelweg was met de grotere A14 was dit
een behoorlijk rustige weg. Daarna hadden ze me weer liggen, een
mooie gele zijweg ging na 1 Km over op onverhard. Een nadere blik op
de kaart leerde echter dat ik deze keer zelf in fout was. Ik had me
laten misleiden door een wegwijzer naar Maisiagala, de richting die
ik uit moest. Dit was echter een kleinere weg, die een 2 Km korter
was, dan degene die ik voorzien had. 15 Km onverhard om 2 Km te
sparen, ik denk het niet. Terugkeren dus en een eindje verder de
juiste weg nemen, de 108. Op het einde van de 108 ging het over op de
107, die me tot Trakai bracht. En ik kampeer op een camping net voor
Trakai, met over het meer zicht op het kasteel dat ik op 12 juni al
eens bezocht. De camping is de helft duurder dan die van gisteren
maar zeker niet de helft beter. Er wordt slechts de helft van de
service geboden en van hetgeen geboden wordt is dan nog de helft out
of order (1 van de 2 WC-blokken en de afwasruimte). Maar ze is
natuurlijk wel gelegen bij een van de toeristische trekpleisters van
de streek, en de wifi zou moeten werken.
De weervoorspellers hadden ongelijk,
het werd geen behoorlijk mooie dag vandaag. Het werd grauw en grijs,
de hele dag. Even heb ik er aan gedacht om de rit van vandaag maar te
vergeten en direct richting Polen te gaan maar als het dan tegen de
middag opklaart ben je daar ook even niet goed van, dus heb ik maar
doorgezet. Toen het echter even na 9 voor het eerst weer ging was de
pret wel helemaal over. Af en toe had je de indruk dat de zon er wel
ging doorkomen maar dat idee werd dan telkens al vlug de kop
ingedrukt met wat regendruppels. De wolken hebben duidelijk het pleit
gewonnen vandaag. Geen mooie blauwe lucht en sprankelende meren op de
foto's, wel variaties van grauw en grijs. Daar ben ik toch even licht
depressief van . Na 98 Km kwam ik aan op de camping, die nog altijd
2 Km in het bos ligt en waar nog steeds dezelfde opgewekte meid de
receptie doet. En morgen gaat het gewoon weer verder, misschien
brengt die wel een onverwachte verrassing.
Ik ga vandaag, om te beginnen, maar
even aan de klaagmuur staan. Het was vanmorgen wel wat warmer maar
verder even miezerig en grijs als gisteren. De voor de namiddag
beloofde opklaringen bleken ook al niet te komen. Integendeel, het
ging terug regenen. Ik ben dan maar vroeg in de namiddag teruggekeerd
naar de hostel en aan de voorbereidingen voor de blog begonnen. En
kijk, ik was nog maar net begonnen en daar waren de beloofde
opklaringen toch, de zon scheen door het raam. Nog maar eens
teruggekeerd naar de stad dus. Waar de opklaring maar een tijdelijk
fenomeen bleek te zijn, tegen dat ik er aan kwam zat alles terug
dicht. Toch verschenen er geregeld gaten tussen de wolken en werd het
toch nog enigszins mooi. Zo mooi dat ik de bui niet zag afkomen. Even
later barstte ze los en mocht ik gaan schuilen, aangezien de
opklaringen er waren had ik mijn regenjas niet meer mee. Van
schuilplaats naar schuilplaats vorderde ik dan maar terug naar de
hostel. Waar nog maar eens bleek dat ik niet geduldig genoeg ben,
toen ik er aan kwam stopte de bui. Morgen herdoe ik de rit van 15
juni, de eerste rit in het merengebied dus. Daar zal het ook bij
blijven, de tweede zal ik niet herhalen. Vanaf overmorgen gaat het
definitief terug richting Polen. Voor morgen beloven de weermannen
(en -vrouwen) alvast een behoorlijk mooie dag.
De weermannen (en vrouwen) hadden
gelijk vandaag. Net toen ik uit mijn slaapzak kroop, nog een beetje
vroeger dan anders vanwege de lange rit, vielen de eerste druppels en
het is eigenlijk niet meer gestopt. De hele dag koud, nat en
winderig. Eigenlijk een dag waarop je best doet, als je al iets wilt
doen, zoals ik vandaag deed: een lange verbindingsrit, gewoon fietsen
om te fietsen, van punt A naar punt B. Niet dat het altijd hard
regende, af en toe wel iets steviger maar anders vrijwel de hele tijd
motregen. Hoewel het vooral een verbindingsrit was waren er wel een
aantal plaatsen die in normale omstandigheden een fotostop waard
zijn, vandaag heb ik me beperkt tot een paar momenten waarop het een
beetje droger was. De route was vandaag weer heel simpel. Kaunas
heel netjes verlaten richting zuiden om de 130 te nemen tot Prienai.
In Prienai ging het naar het oosten, over de A16, tot Vilnius. Vooral
op dit stuk had ik de wind overwegend in de rug, op een paar kronkels
na. Dat maakt toch een behoorlijk verschil op zo'n grote rit. Zo was
het weer toch nog voor iets goed. Dan feilloos Vilnius binnen gereden
en recht naar mijn hostel, waar ze gelukkig ook weer voor 2 nachten
plaats hadden voor mij. Eén verschil heb ik al gemerkt in
Vilnius, de nieuwe kasseitjes voor het presidentieel paleis zijn
afgewerkt en de hekken er rond zijn weg. Ik zal nu dus ook een foto
kunnen nemen van dat paleis. De afstand was vandaag 139 Km maar
door een beetje vroeger te vertrekken en met een beetje steun van de
wind was ik toch nog behoorlijk vroeg in Vilnius, ik houd niet van
laat aankomen. Toch staat er vandaag, met dit weer, niets meer op het
programma. Hopen op beter voor morgen dus. De voorspellers geven
alvast voor de namiddag opklaringen.
Soms moet je beslissingen nemen op
basis van inschattingen en zie je pas achteraf of je de juiste
beslissing genomen hebt. Was het juist om een dag in Kaunas te
blijven? Had ik gisteren namiddag Kaunas kunnen bezoeken? Na de
buien is het later op de middag toch nog opgeklaard en redelijk goed
geworden. Het had misschien gekund als ik alleen de oude stad zou
bezocht hebben maar ik heb vandaag vastgesteld dat Kaunas toch iets
meer is dan dat, en dat zou ik gisteren niet zo uitgebreid gedaan
hebben, denk ik. Dus was het goed te blijven. Was het goed wat het
weer betreft? Het was vanmorgen mooi zonnig maar met een frisse wind.
Ik ben dus behoorlijk vroeg naar de stad gegaan. Al vrij snel kwamen
er wolken en tegen de middag werden ze al eens wat donkerder maar
vooralsnog heeft het niet geregend. Wat dat betreft was het een goede
dag om Kaunas te bezoeken maar zou het ook een goede dag geweest zijn
om naar Vilnius te fietsen. De voorspelling voor morgen is gewoonweg
regen. Niet aangenaam om te fietsen maar ook geen weer om iets anders
te doen. Je kan dan misschien toch beter maar gewoon een verplaatsing
doen, fietsen dus. Voor overmorgen geven ze voor Vilnius nog buien,
dat wordt afwachten dus. En voor de volgende dagen ziet het er vrij
goed uit. In het slechtste geval, als mijn dag in Vilnius écht
tegenvalt, kan ik er misschien nóg een dag extra blijven. Ik heb
gisteren ook behoorlijk de planning voor de volgende dagen en weken
bekeken. Voor de eerstvolgende dagen heb ik een behoorlijk idee maar
ik bekijk het nog een beetje dag per dag. Mijn route richting Gdansk
licht tamelijk vast, ik moet alleen nog de overnachtingen inplanten.
Normaal was het voorzien om op de terugweg via Berlijn te gaan maar
ik heb besloten van dat te laten vallen. Ik zie er uiteindelijk toch
wat tegen op om met de fiets die stad in te rijden en daar op zoek te
gaan naar een beschikbare overnachtingsplaats, ook al omdat ik op het
internet gezien heb dat verscheidene hostels al voor de hele zomer
volgeboekt zijn. Vanaf Gdansk begint dus eigenlijk de lange weg
terug. Niet dat ik daarna nergens meer zal stoppen en niets meer zal
bekijken maar Gdansk wordt de laatste echte bestemming. Maar morgen dus eerst terug naar Vilnius. Van Kaunas naar Vilnius is goed 100 Km, over de autosnelweg A1 (en ik denk dat dit een echte is, ik slaap er naast). Ik denk het niet dus, ik mag weer eerst een 40 Km uitwijken voor ik echt aan mijn rit naar Vilnius begin. Morgen wordt dus een lange vervelende, en volgens de voorspellingen ook nog natte, rit.
De buien werd gisteren frequenter en de
opklaringen minder, om uiteindelijk volledig weg te vallen. Toch heb
ik nog de kans gehad om tussen de buien op kikkersafari te gaan aan
het vijvertje van de camping. Vanmorgen kil en grijs. Regen heb ik
na het opstaan niet meer gehad maar onderweg ben ik wel enkele
plaatsen gepasseerd die behoorlijk nat waren en waar dus toch recent
een bui moet gevallen zijn. Bij het vertrek eerst nog even
afgeweken om naar het nabijgelegen kasteel Panemunes te gaan zien.
Daarna ging het dus weer verder langs de P141, het grootste deel
vandaag langs de rivier Nemunas die ook naar Kaunas gaat. Of die er
eigenlijk vandaan komt, ik ging stroom opwaarts. Een eindje verder
ging ik nog naar een kasteel, Raudones, dat iets indrukwekkender was
dan het eerste. In het bos gelegen was het te groot om in zijn geheel
op foto te krijgen. En daarna dus de hele P141 tot in Kaunas. In
Kaunas koos ik voor de City camping, om vast te stellen dat ze
toch nog 5 Km van de oude stad gelegen is. Geen probleem echter, ik
kampeer hier voor 2 nachten en de patron was zo hulpzaam om me bij
aankomst meteen de busregeling te geven. Vandaag blijf ik rustig op
de camping en morgen ga ik, eveneens rustig, met de bus naar de stad.
Hoewel rustig op de camping relatief is. Het is het type camping als
in Parnu, een parking met langs de kant wat (mooi) gras voor tenten.
Bovendien is ze gelegen langs 2 grote wegen, maar verder is alles
rustig. De afstand was vandaag 85 Km. Logisch zou zijn om van
hieruit richting Polen te gaan maar ik vind dat ik, door mijn camera
problemen, in Vilnius en omgeving nog wat onafgewerkte zaken heb. Ik
denk dus van eerst nog eens richting Vilnius te gaan. Dat is ook een
van de redenen om in Kaunas een extra dag te nemen. Ik denk dat
Kaunas wel in een halve dag te bezoeken is, ik was hier kort na de
middag, maar momenteel zijn de vooruitzichten voor het weer in
Vilnius en omgeving ook niet zo best en met die extra dag heeft het
een dag langer tijd om terug om te slaan. Het zou vandaag trouwens
ook geen aangenaam bezoek geweest zijn, er zijn ondertussen toch al
weer een paar buien met grote druppels gepasseerd. Morgen dus hier
een dag passeren, hopelijk met een paar mooie periodes, en dan zien
we wel weer.
Vanmorgen zonnig maar winderig. Normaal
zou ik die wind vandaag vooral in de rug moeten gehad hebben maar hij
bleek een kwartslag naar het noorden gedraaid te zijn, waardoor ik
hem vooral van links en linksachter had. Die kwartslag maakte hem ook
vrij fris, wat het moeilijk maakte om juist te kleden. Je had de
warmte van de zon afwisselend met de frisheid van de wind. In de loop
van de voormiddag verschenen er dan ook nog steeds meer en steeds
donkerdere wolken en net na de middag was het zover, de eerste buien.
Bij die eerste bui leek het me dat ik vertrokken was voor een langere
regenperiode en dus trok ik maar meteen ook mijn regenbroek aan,
hoewel ik een hekel heb aan dat ding. Het bleek overigens wat
voorbarig want het eerste buitje was al snel over en een paar honderd
meters verder ging de broek al weer uit om niet meer terug aan te
gaan. De volgende buitjes bleken toch niet zo hevig, al zag ik op
afstand wel enkele stevigere vlagen waar ik aan ontsnapte.
Ondertussen, op de camping, heb ik al wel enkele van die exemplaren
op mijn dak (tentje) gehad, met telkens wel een mooie opklaring
erachter. Dan de tocht van vandaag. Vrij simpel: verder over de
P141. Over de volgende 20 Km had ik nog enkele slaapgelegenheden
gehad, ik ben echter best tevreden over de plaats waar ik was. Ik heb
er voor een goed prijsje ook nog lekker gegeten. De Baltische
landen hebben langs alle officiële wegen kilometermarkeringen staan,
ook langs de kleine onverharde. Als je op een weg van 229 Km zit is
het dan wel lang tellen. In Estland en Letland hebben ze enkele
markeringen, die in één richting optellen en dus in de andere
richting aftellen. In Litouwen hebben ze dubbele markeringen,
waardoor ze in beide richtingen optellen en als je omkijkt kan je dus
zien hoeveel je nog te gaan hebt. 115/114 betekende voor mij dus dat
ik net halfweg gepasseerd was, 115 Km gehad en nog 114 te gaan. Na
82 Km zocht ik in Siline de camping op.
Vanmorgen grijs, winderig en ... nat.
Toen ik net klaar was met inpakken begonnen de wolken te lekken.
Lekken is ook wel het juiste woord. Geregeld, met tussenpozen, viel
er deze voormiddag wat gedruppel uit de lucht, net voldoende om de
baan nat te maken en me mijn regenvestje te laten aantrekken. Kort
na het vertrek eerst nog even halt gehouden bij het typisch Duitse
militair kerkhof, de Duitse kerkhoven lijken steeds de trio's van
kruizen te hebben. Er stond daar ook al een wegwijzer naar de
P141, mijn route voor vandaag ... en de volgende 2 dagen ... 229 Km
lang. Ik verkoos die wegwijzer voorlopig echter te negeren. De route
van daar naar de 141 liep samen met de route naar, en dan over, de A1
en de A13 langs Klaipeda. Dat leek me geen echt goed idee en ik
verkoos dan maar om door de stad te fietsen, door het nieuwe gedeelte
van de stad dan. Anders had ik misschien toch de voorkeur gegeven aan
de drukke weg, wat ik gisteren vergeten te zeggen ben is dat ze hier
in het centrum nog steeds de originele kasseien uit de middeleeuwen
liggen hebben. Ik kan niet met zekerheid bevestigen dat dit zo is
maar ze voelen zo wel. Onderweg nog 2 maal de wegwijzers genegeerd,
tot ik helemaal aan het andere eind van de stad was. Ik was eerst van
plan om nog een eindje door te gaan alvorens de 141 te vervoegen maar
dan zou ik in de industrie terecht gekomen zijn en dat leek me ook
geen goed idee. Ik zat vandaag met het probleem van een zwart gat
van ruim 160 Km in mijn logementinformatie. Bij Silute, na goed 50
Km, zag ik 3 mogelijkheden: ten eerste gewoon doorgaan tot aan een
geschikte gelegenheid, waarvan ik behoorlijk overtuigd was dat die er
wel zou komen; ten tweede er vandaag een korte rit van maken door
hier halt te houden en morgen een lange (door de 141 te verlaten werd
de totale afstand naar mijn volgende camping nog wat groter); en ten
derde in Silute de toeristeninformatie opzoeken voor meer informatie.
Ik koos dus voor de derde mogelijkheid. Het werd al vlug duidelijk
dat ze in Silute niet erg van fietsers houden. De fietser mag niet op
de openbare weg maar wat ze dan als fietspad aanbieden in gewoon niet
voor te stellen, dat durven ze zelfs in België geen fietspad noemen.
Verder bleek dat ze ook niet erg van toeristen houden. De
aangekondigde toeristische dienst bleek niet te vinden. Twee maal ben
ik op en neer de hoofdweg, waar hij moest liggen, gefietst maar
nergens iets gemerkt van een toeristische dienst. Bleven nog optie 1
en 2. Aangezien ze hier noch van fietsers noch van toeristen
leken te houden koos ik dan maar voor optie 1, gewoon doorgaan. In
het slechtste geval er een superrit van maken en doorgaan tot
Jubarkas, een groter stadje dat zeker ook hotels moest hebben en dat,
inclusief het rondrijden naar en in Silute, op zowat 160 moest liggen
... maar toch liever niet. Na een kleine 80 Km zag ik de klassieke
symbolen van een bestek, een bed en een tentje met daaronder 3 Km. Ik
zou dus zelfs kunnen kamperen. Alleen, die 3 Km gingen voorbij, en de
4 en de 5 ... maar nergens geen spoor meer van een hotel, restaurant
of camping. Nog maar even doorgaan dus. Op een kleine 95 Km, even
voor Pagegiai, was het wel raak, een hotel. Hier heb ik niet meer
getwijfeld en een kamer genomen. Sinds de middag was het droog
geworden maar ruim een uur na dat ik hier aangekomen was, terwijl ik
zowaar naar de Tour lag te kijken, barstte de wolken echt open, een
stevige stortbui. Hier bleek dan echter weer dat na regen zonneschijn
komt, na de bui verschenen de opklaringen met de nodige zon. De
afstand was vandaag dus 95 Km. Onderweg ook nog gezien dat de
kleine ooievaars hun eerste vleugelslagen proberen met wat
hupjes in het nest, ze zullen binnenkort eindelijk dat nest gaan
verlaten. Over een tweetal maanden moeten ze naar Afrika kunnen, dat
wordt toch nog stevig oefenen denk ik.
Vanmorgen grijs en winderig. Na de
middag nam de zon toch weer de overhand maar een dezer dagen gaat het
toch wel eens anders lopen en gaan die wolken toch wel eens gaan
lekken vrees ik. Vanmorgen tijdig vertrokken want het zou
een behoorlijke rit worden. Eerst even Klaipeda bekeken. Klaipeda
blijkt overigens grote randen te hebben, 9 Km was het nog. Daarna
ging het naar de ferrie naar Smiltyne om de Curonian Spit te
gaan bezoeken, in't nederlands Koerse Schoorwal. Het dankt die
naam aan de Koeren, een Baltisch volk dat ooit in dit gebied woonde
(Curonians in't engels). Het is een smalle landtong voor de kust waar
in superlatieven over geschreven wordt, hij staat zelfs op de UNESCO
werelderfgoedlijst. Je weet dat dit een bijzondere plaats is
vanwege de nog steeds bewegende duinen en dergelijke maar als
je er langs fietst ziet het er niet anders uit dan waar ik gisteren
namiddag doorfietste. Ook het overdadig aanwezige wild: elanden,
herten, evers, ... (dat zo massaal aanwezig is dat men er speciale
regels voor opstelde, voor de bezoekers dus en niet het wild zelf)
liet zich niet zien. Tot dan plots toch een speciaal moment. Ik zag
hem (haar) eerst op de grond maar tegen dat ik gestopt was en mijn
camera genomen had, had hij mij ook al gespot en zat in een boom.
Toch nam hij daar nog even de tijd om mij te bekijken, de wasbeer.
Toch nog even een speciaal wildlife moment. Na ruim 50 Km stopte
ik in Pervalka om wat te eten en te bekijken of ik wel zou doorgaan
tot Nida, het laatste plaatsje langs Litouwse kant (een deel van het
gebied ligt op Russisch grondgebied). Uiteindelijk besliste ik van
toch door te gaan. Was Nida het allemaal waard? Eigenlijk wel, het
leek best een leuk plaatsje, maar je doet het beter niet op mijn
manier van vandaag. Je trekt beter een dag extra uit en overnacht in
Nida om de volgende dag terug te keren. Het fietsen is misschien niet
anders dan een ander duinen gebied maar de ervaring is dan toch wat
rustiger en daardoor waarschijnlijk wat voller. Ik ben hier ook
nog 2 Nederlandse koppels met mobilhome tegengekomen waar ik enkele
dagen geleden in Sigulda ook al eens naast kampeerde. Ik had ze
gisterenavond al gezien op de camping en kwam ze vandaag nog eens
tegen op de ferrie in het terugkomen. Ondertussen hebben zij de Estse
eilanden en Tallinn bezocht en zondag nemen zij van hieruit de boot
naar Kiel. Het leven gaat snel voor sommigen. Ik zit hier ook met
een bende Franse jongeren die een hoop kabaal maken en de plaats
zowat monopoliseren. De afstand was vandaag 130 Km, nog iets
langer dan ik ingeschat had. Maar ja, je rijdt hier even rond en doet
ginder een extraatje en zo komen er snel nog wat kilometers bij.