Op deze blog vind je
1.) het dagboek van onze reis in Colombia, Guatemala, Costa Rica de Malediven, Sri Lanka, Maleisië, Zuid-Afrika en Namibië (zie rechts: Inhoud blog & Archief per jaar);
2.) het (oude) dagboek van ons jaar werken en reizen in Senegal in 2006 -2007 (zie rechts: Archief per maand);
3.) een link naar een (primitieve) website met de reisverslagen van onze vroegere reizen 1999-2000 en 2001-2002 (zie rechtsonder: oude reisverslagen Barbara & Serge);
4.) een link naar ons fotoalbum van Zuid-Afrika, Namibië, Maleisië, Sri Lanka, de Malediven, Costa Rica, Guatemala en Colombia (zie rechtsonder).
30-01-2007
FEESSIE
Vorige zondag was het groot feest: TSX vierde zijn vierde verjaardag. Voor enkele van mijn personeelsleden was dit feest al op voorhand gedoemd om te mislukken, net zoals de vorige jaren waarschijnlijk, er komt toch geen kat . Ge moogt gerust zijn: het is verdomd moeilijk om mensen met een negatief gevoel te motiveren. Maar niet met de dees! Ik heb er echt alles aan gedaan om er een goeie party van te maken. En het resultaat mocht er best wel wezen. Het was een geslaagd feest, vooral voor ons team en de talibés zelf. Maar het heeft wel wat bloed, zweet en (vooral) tranen gekost.
Tijdens de voorbereidingen heeft het namelijk serieus geknetterd met mijn directe Senegalese collega, Fatou. Achteraf bekeken was het, net zoals in de andere gevallen, gewoon weer een kwestie van slechte communicatie en een mentaliteitsverschil. Wat doen wij westerlingen als we een groot feest moeten organiseren, waar zon 200 man op uitgenodigd is, waaronder een aantal ministers en persmensen? Juist ja, er goed op tijd aan beginnen, en om al te veel stress op het laatste moment te vermijden, de voorbereidingen spreiden in tijd en de taken delegeren. En daar liep het al mis.
Ik wilde er al in november aan beginnen, maar toen was Lies voor 5 weken in België en wist ik van toeten noch blazen: hoe moest het feest er uitzien? wie moest er uitgenodigd worden? wat was de bedoeling juist? hoeveel budget hadden we? wanneer zou het feest juist doorgaan? Geen mens die me kon voorthelpen. Ik maakte alvast de uitnodigingen op computer, zodat ik achteraf gewoon maar de datum moest aanpassen, dat was dan toch al dat. Toen Lies eind december terugkwam, moesten wij het land uit om ons visum te vernieuwen, en al gauw was het Nieuwjaar, Tabasci, en voor we het wisten 4 januari 11 dagen voor de verjaardag van TSX! Om geen compleet figuur te slaan en om te vermijden dat mijn personeelsleden toch gelijk zouden krijgen, stelde ik voor om het feest uit te stellen tot 28 januari. Fatou zou weten wie er uitgenodigd moest worden, Fatou zou de uitnodigingen wel gaan ronddelen, Fatou wist waar je stoelen en bâches kon bestellen, Fatou zou wel voor het eten zorgen want die deed dat elk jaar En kennen jullie muzikanten die willen komen spelen? Fatou zal daar wel voor zorgen, die is daar al mee bezig Met andere woorden: Fatou en enkel en alleen Fatou wist hoe of wat, en Fatou wilde het allemaal zelf doen, want dat deed zij al elk jaar... Toen ik na enkele dagen merkte dat zij nog voor geen meter vooruit was gekomen, begon ik lichtjes te panikeren en wilde ik de taken wat delegeren. Zij voelde dit echter aan als stress, maakte me duidelijk dat zij alles op het gemakje (lees: op het laatste moment) wilde doen, zei dat ze door mijn druk volledig geblokkeerd raakte, en ze deed plots niets meer. De bom is toen effe gebarsten, er vloeiden enkele vrouwelijke traantjes, maar we zijn er gelukkig uitgeraakt. Uiteindelijk hebben we de taken gewoon verdeeld onder het team, iedereen voelde zich verantwoordelijk en betrokken, en is het een kei leuk feest geworden.
Conclusie: het is en blijft hier een enorme leerschool, op alle vlakken. Ik vind het hier geweldig!
We zitten in een wrak van een auto, naar onze normen klaar voor het autokerkhof: vier kale banden, een gebarsten voorruit, een plastieken zeil als achterruit, deuren die met ijzerdraad en touw vasthangen, zetels zonder bekleding, deuren zonder klinken, een klassiek voorbeeld van een taxi hier in Senegal.
Onze chauffeur stopt aan een tankstation en betaalt voor een liter benzine. De pompbediende helpt de auto de baan op te duwen. De chauffeur springt achter het stuur terwijl we de weg op bollen en met een knal en veel blauwe rook vertrekken we -in tweede (en enige) vitesse. Het is snikheet, maar de raampjes gaan niet open, want er zijn geen hendels. Elke put doet de wagen kraken. We zien door de gaten in de vloer de weg onder ons voorbijrazen.
We stellen ons geen vragen over de staat van de auto (de meeste wagens zien er hier redelijk slecht uit), tot we worden tegengehouden door een agent. Oei, hoe gaan we deze politiecontrole ooit passeren?
De politieman vraagt de autopapieren en wandelt eens rond de auto. Amoel solo! Pas de problème! De autopapieren zijn in orde, de remlichten werken, de claxon functioneert perfect, de handrem geeft geen krimp We mogen doorrijden. Ok! En of mijnheer de agent ons eventueel ook nog even een duwtje zou willen geven? Merci!
Sinds het vertrek van Annelies en Stefan geven we (bijna) elke dag computerles aan de middelste (13-17 jaar) talibés.
Deze jongens, die niet echt gewoon zijn ergens op tijd te komen, slagen er toch min of meer in steeds mooi op het afgesproken uur in het cybercafé te staan. Ze weten dat de klokt tikt en dat één uur voorbijvlíegt. Ze willen er alles uithalen. Deze mannen, die normaal gezien (nog) niet echt veel Frans spreken, begrijpen ons plots opvallend goed als we hen uitleggen hoe alles werkt.
Het is enorm leuk om te zien hoe leergierig ze zijn. Alles is nieuw. De eerste keer dat ze een muis moesten gebruikten, vielen ze bijna van hun stoel, omdat ze mee opschoven met het pijltje op het scherm. Als ze iets moesten typen, zweefde één vingertje seconden lang in cirkeltjes boven het toetsenbord op zoek naar de juiste letter. Ondertussen hebben ze dit al goed onder de knie en hebben ze hun eerste tekst geschreven in Word, een eerste e-mail verstuurd en een eerste chat-sessie achter de rug.
Alle klanten, maar dan ook echt alle klanten van de Via Via worden door ons gewaarschuwd voor het feit dat er een oplichter rondloopt die klanten wijsmaakt dat hij voor de Via Via werkt om op die manier geld af te troggelen. Er hangt in alle kamers een waarschuwing en we spreken iedereen erover aan. Gedurende 3 maanden is er dus niet één incident meer geweest. Tot vorige week
Ik kom opgewekt de Via Via binnengewandeld en word onmiddellijk geconfronteerd met een Frans koppel dat net 50.000 CFA (ongeveer 75 EURO) had gegeven aan iemand die voor de Via Via werkt. Ze zijn in alle staten: Het is jullie schuld. We gaan de Guide du Routard informeren., enz. Heeft het personeel jullie niet gewaarschuwd? Neen! Hebben jullie de waarschuwing in de kamer niet gezien? Neen! Na wat doorvragen blijkt dat ze niet in de Via Via logeren. Tja
Voor alle zekerheid hangen we echter nog extra berichten op: eentje aan de deur bij het binnenkomen, eentje in het restaurant, enz. Nu kunnen ze er echt niet meer naast kijken! Ik druk nog meer dan anders de mensen op het hart voorzichtig te zijn. De reactie is echter meestal dezelfde: We zijn niet lomp hé! We geven iemand die we niet echt kennen niet zomaar geld!
Een paar dagen later spreekt een sympathieke Nederlandse klant van vooraan in de vijftig me aan: Je gaat niet met me lachen hé!? Hij vertelt zijn verhaal: Ik zit aan het tankstation. Spreekt een man me aan of hij er bij mag komen zitten. Hij zegt dat hij me kent. Herken je me niet?, vraagt hij. Het is niet waar!, zeg ik. Je bent er toch niet ingetrapt? We hebben een gezellige babbel. Ik vertrouw hem echt. Wanneer hij zegt dat hij 5.000 CFA nodig heeft voor belkrediet, geef ik het hem zonder te twijfelen. Ik geef het je straks terug in de Via Via. garandeert hij me. Je meent het niet! Ik had je nog zo gewaarschuwd. We hebben het er nog over gehad!, zeg ik verontwaardigd. Onmiddellijk erna besefte ik dat ik dom ben geweest. Ik herinner me dat ik had gezegd dat die Fransen echt wel naïef waren geweest. En nu ben ik er zelf ingetrapt!
Een gewaarschuwd man is er twee waard. Maar om deze pipo te pakken te krijgen hebben we er precies meer nodig. We zullen binnenkort ons bezoek uit België wel eens als lokaas gebruiken. Wordt ongetwijfeld vervolgd!
Daddy, de man van Lies, komt duidelijk slecht gezind binnenwaaien in de Via Via. Zijn gezicht staat op onweer. Ismaela wordt op het matje geroepen: Kai! (Kom!). Ik begrijp geen jota van wat er wordt gezegd, maar het is duidelijk niet van de poes.
Ismaela is niet akkoord met de manier waarop hij wordt aangesproken en binnen de kortste keren resulteert zijn reactie in een hevige woordenwisseling. Wanneer ik de eigenaar van de Via Via Alors, tu vas dehors! hoor zeggen, beslis ik tussenbeide te komen. Ik krijg echter niet de kans, want voor ik het weet staat de rest van het personeel mee te argumenteren. Wanneer ik eindelijk kan vragen wat er juist is gebeurd, blijkt dat het een radio betreft die al lang hersteld had moeten zijn. De manier waarop dit werd gecommuniceerd, is echter aanleiding voor een discussie over totaal andere zaken. Ik probeer samen met de rest van het personeelduidelijk te maken dat beide zaken los staan van elkaar (Het is niet omdat Ismaela de radio niet heeft hersteld, dat hij geen goed werk levert in de Via Via. Dreigen met ontslag, omdat hij kwaad heeft gereageerd op de niet al te vriendelijk geformuleerde eis de radio onmiddellijk terug te geven is misschien wat overdreven. En waarschijnlijk was het verstandiger geweest van Ismaela gewoon toe te geven dat hij een fout heeft gemaakt, i.p.v. kwaad te reageren.), en we slagen erin de gemoederen te bedaren.
Oef! Het was even vuurwerk in de receptie, voor niets eigenlijk.
Het valt op dat de manier waarop zaken hier vaak worden verwoord, aanleiding is voor verhitte reacties. Le tempérament Sénégalais! Barbara en ik zijn voorbeelden van een totaal andere aanpak. Tot hiertoe hebben we dan ook nog nooit een conflict gehad. We zeggen wat er gezegd moet worden, maar dat gebeurt op een rustige manier.
Een paar dagen later wijst een klant me op het feit dat ik directiever moet zijn (Je te donne un conseil. Il faut pas dire au personnel: Est-ce que tu peux me donner du pain', mais Donne-moi du pain'"). Ik antwoord dat ik de indruk heb dat mijn aanpak van het personeel wel werkt, maar krijg prompt als antwoord: Tu te trompes! Tja
Feit is dat iedereen heel direct is: Kom hier. Doe dit. Doe dat. Feit is ook dat de Via Via er langzaamaan op vooruitgaat en dat ik momenteel heel veel gedaan krijg van het personeel. We zullen de goed bedoelde opmerking dus maar negeren zeker? Ik denk er in ieder geval het mijne van
Als reactie op redelijk stressvolle momenten tijdens het bezoek van een aantal moeilijke JOKER groepen in oktober, hebben we bij wijze van hraptje samen met andere vrijwilligers hier JAKER REIZEN opgericht, onder het motto JAKER komt vóór JOKER in de Gele Gids, dus succes verzekerd, en met de bijhorende slogan Geen klachten? Geld terug!.
Ondertussen hebben we al een aantal JAKER weekends achter de rug. Het zijn telkens een soort van themareizen geworden: avontuurlijk weekend (vruchteloos op zoek naar olifanten in Réserve de Bandia), culinair weekend (la Grande Bouffe in Dakar en omgeving), lui weekend (echt wel niks doen), spannend weekend (gevecht met een agressieve pelikaan voor een plekje in het zwembad, zie foto hiernaast), verwenweekend (mannen achter de kookpotten), enz.
Onlangs zijn we zo met enkele Jaker-leden naar Parc de Djoudj geweest, een prachtig vogelparadijs in het uiterste noorden van Senegal. Het was het begin van een lijdensweg van nooit op tijd kunnen vertrekken, pannes onderweg en een chauffeur die graag boel zocht met de politie.
Het begon al slecht: we waren amper 5 meter van de Via of de auto viel stil. Volgens de chauffeur een probleempje met de benzinepomp. Dat verklaarde misschien waarom hij pas 2 uur na het afgesproken uur was komen opdagen? Na een telefoontje kwam een mecanicien opdagen die de bougies verving (waarbij wij ons in stilte afvroegen waarom je in godsnaam de bougies vervangt als de benzinepomp stuk is). We zijn uiteindelijk -Sénégalaisement- drie uur later dan gepland vertrokken, en de benzinepomp heeft de rest van onze trip nog voor problemen gezorgd.
Na een half uurtje letterlijk verder hobbelen viel plots ons chapplement met veel kabaal tegen de grond, vlàk voor een politie-checkpoint. Bijzonder slechte timing De meeste agenten hier zijn corrupt, das al lang geen geheim meer, maar als je in orde bent met alle paperassen, laten ze je soms nog wel passeren. In het slechtste geval betaal je 1000 CFA en kan je gewoon verder rijden. Onze chauffeur bleef echter wel heel lang weg. Toen hij uiteindelijk na een dik half uur vloekend terug in de auto stapte, verklaarde hij dat de politie moeilijk had gedaan over de uitlaatpijp die was gesneuveld, terwijl wij eerder de indruk hadden dat het iets met zijn autopapieren te maken had. We zijn gelijk een vliegmachien (qua decibels dan) verder gereden en zagen sindsdien de benzinemeter zienderogen dalen. Volgens de chauffeur een combinatie van een kapotte benzinepomp en uitlaatpijp
Tegen 22 uur s avonds -onze aankomst was oorspronkelijk gepland rond een uur of 5 in de namiddag- net toen we er bijna waren, werden we nogmaals tegengehouden door de politie. Het was stikdonker en onze chauffeur was tegen hoge speed een controlepost voorbijgevlamd. De agent kon er niet mee lachen. We reden een 50-tal kilometer te snel. Bovendien riep onze chauffeur -nog voor de agent zelf iets kon zeggen- op brutale toon Où est lindication quil y a une poste de contrôle?". "Quelle sorte dindication est-ce-que vous voudriez alors? was het kwade antwoord. Lap, weer een uur kwijt Tegen middernacht waren we goed en wel op onze bestemming.
Toen we zondagmiddag, na een superfijn weekend, tevergeefs op het afgesproken uur op onze chauffeur stonden te wachten, hebben we na een half uurtje eensgezind beslist dat we niet nóg eens met ons zouden laten sollen, en zijn we gewoon met een gecharterde 7-places teruggekeerd. Dik 2 uur later kregen we onze (razende) chauffeur aan de lijn: waar wij in godsnaam zaten?! Dikke pech gehad, wij waren al onderweg!
De dag erna verscheen onze chauffeur in gezelschap van 2 ruige kerels in de Via Via. Qua schrikeffect kon dat eerlijk gezegd wel tellen. We hadden een pittige discussie. Hij was die zondagavond met veel problemen terug in Yoff geraakt, en eiste het geld voor zijn transport én zijn laatste dagloon van ons terug. Wij hielden echter voet bij stuk, het was net wat te veel van het goede geweest. Uiteindelijk zijn we niet tot een akkoord gekomen. Hij vertrok ziedend van woede, met een heus dreigement aan het adres van Serge: Pour 2 francs, Serge, jai ammené des gents à la police! Tu verras! We waren er allemaal eventjes stil van. Dit zou nog een staartje krijgen Maar het personeel van de Via wist ons gerust te stellen. Dit vertoon was allemaal part of the culture, en ook hier in Senegal geldt blijkbaar het spreekwoord blaffende honden bijten niet. Inshallah.
Na 3 maanden vrijwilligerswerk zijn Annelies en Stefan onlangs terug naar huis gekeerd. Ze zijn ongeveer samen met ons begonnen, dus het was even wennen toen ze er plots niet meer waren. Omdat de volgende vrijwilligers hun kat hebben gestuurd en de talibés echt wel wat continuïteit en structuur nodig hebben, besloten wij hun taak gedeeltelijk over te nemen naast onze eigenlijk job dus.
De eerste keer was gisteren, woensdagnamiddag, de dag waarop steeds een strandactiviteit wordt georganiseerd. Omdat ze absoluut rugby wilden spelen en het er dan nogal hevig aan toe gaat, koos Barbara resoluut voor de reservebank, terwijl Serge zich letterlijk tussen de talibés smeet. En hij heeft zijn peren gezien. Onze talibés zijn namelijk ongelooflijk sportief en energiek. (Respect (!) voor Stepfan die het drie maanden lang elke woensdagmiddag heeft volgehouden!) Na een half uurtje stond Serge, tegen zijn gewoonte in!- al te hijgen aan de kant, zijn pijp was duidelijk volledig uit. Hij werd keer op keer onderuit gehaald en bedolven onder de klein mannen. Na anderhalf uur dollen en crossen in het zand, besloten de jongens nog een potje voetbal te spelen. Onvermoeibaar, die gastjes! Barbara nam ondertussen de 3 kleinsten al mee op sleeptouw naar huis, en Serge keerde redelijk geradbraakt- terug naar de Via om daar de werkzaamheden in de nieuwe kamers verder op te volgen en een groep toeristen op te vangen.
Die avond zag Barbara plots een donkere rand boven Serges ooglid verschijnen: één van de jongens had hem blijkbaar in het vuur van het spel een goeie ket verkocht. Naarmate de avond vorderde, begon Serge te klagen over een pijnlijke knie en stijve gewrichten De nacht die daarop volgde was tamelijk woelig, en werd meerdere malen verstoord door WC-bezoekjes en gewroet.
En lap: vandaag ligt Serge volledig knock-out in bed! Diarree, hoofdpijn en spierpijn. Twee mogelijke diagnoses: ne coup de soleil, oftewel gewoon ne coup de jeunesse: er willen uithalen wat er niet (meer) inzit ;-)
Op 31 december was het feest² voor ons: enerzijds TABASKI- het offerfeest van de moslims er zijn hier die dag echt wel honderdduizenden schapen de keel overgesneden (zelfs in de Via Via!), anderzijds OUDEJAAR kampvuurtje op het strand van Yoff met een wijntje en vuurwerk boven de skyline van Dakar. We hebben het oude jaar feestelijk afgesloten en het nieuwe jaar met stijl ingezet. Het belooft weer een tof jaar te worden.
We wensen jullie ook allemaal het allerbeste en kijken ernaar uit iedereen ergens in augustus (inshallah!) terug te zien!
Het is 24 december. We zitten in de Casamance in een paradijselijk campement aan de kust. Er is geen elektriciteit en geen stromend water. Ideaal om te ontsnappen aan de kerst-hetze!
Begin december was het namelijk al zover. De eerste zwarte kerstmannen (met baard en al) doken op in het straatbeeld. De dag dat we een opblaasbare kerstman in ons gezicht geduwd kregen wisten we dat we op zoek moesten gaan naar een rustig plekje, ver weg van al die kerstdrukte. Klein chanceke: de muizen in de Via hadden 12 maanden de tijd gehad om de foeilelijke kerstversiering op te eten, dus kon de Via Via ondanks de expliciete wens van Lies toch gespaard blijven van al het fake kerstgedoe. Dertig graden celsius, blauwe hemel en kerstversiering??! Geen denken aan! Het personeel van de Via Via dacht er in elk geval anders over, en heeft er wreed goed mee gelachen. Toen we tijdens het weekend weg waren hebben ze weliswaar in opdracht van de man van Lies heel de keet versierd. Ze hadden zich er echt goed mee geamuseerd en samen met Annelies en Stefan, de twee vrijwilligers van het TSX project, speciaal de deur van onze kamer volgehangen. Daar zagen we de humor nog wel van in. Maar onze beslissing lag vast. Als Lies & Co echt Kerst wilden vieren, dan in ieder geval zonder ons! Wij moesten na 3 maanden toch even het land uit, de Gambiaanse grens over, om een nieuw visum te bekomen, dus dat kwam goed uit.
Het is dus 24 december, kerstavond. We zitten diep in de bossen van de Casamance aan tafel met een allegaartje van nationaliteiten. De tafel wordt verlicht met petroleumlampjes. Op de achtergrond horen we enkel krekels en wat djembé-tromgeroffel. Zalig! Geen geforceerde kersttoestanden! Tot onze Nederlandse gastvrouw op het geweldige idee komt om een cassetje op te zetten (Gezellig, toch?) en er plots er iiiiis een kindekeeeu geboooooren ooooop aaaaard en nog meer van dat fraais door de bokskes van de oude cassettenspeler weerklinkt. We kijken elkaar betekenisvol aan: er is dus geen ontsnappen aan. Willen of niet, we zúllen Kerst vieren...
Als er ergens een fête is, is het personeel van de Via Via er altijd als de kippen bij. En onlangs waren het vooral weer de vrouwen die weer als zotte kiekes de show stalen op de dansvloer. Dikke ambiance! Alleen jammer dat je als baas dan de pret moet bederven en op een bepaald moment moet zeggen dat er opnieuw gewerkt moet worden:
Het is na vijf uur. Het is jammer, maar diegenen die vanavond moeten werken, moeten doorgaan. Oui, oui, maar niemand doet aanstalten om door te gaan. En tja ergens hebben ze wel gelijk: het feestvarken de moeder van het pasgeboren kind is er nog niet. We hadden haar al eerder gezien, maar toen was ze op weg naar de kapster. (Wat een timing, er zit al meer dan honderd man te wachten! Trouwens, ze was al zo zwaar opgemaakt, wat kan een coiffeur in godsnaam nog meer doen?) Een uur later is het dan zover: trommelgeroffel, dikke kussen, vrolijke danspasjes. Ondertussen is het al zes uur, nog even en de keuken gaat opnieuw open zonder kokkin! Zijn we weg? Maar ja nu onmiddellijk doorgaan zou ook niet sympathiek zijn, niet waar? Kwart na zes. Nu moeten we echt wel vertrekken! Neen, wacht! Het cadeau moet nog worden overhandigd. Het is traditie dat er officieel wordt geregistreerd wie hoeveel geld heeft gegeven (?!), dus gewoon snel een enveloppeke afgeven en doorgaan gaat echt niet. Ok. Bijna half zeven. We zijn er klaar voor. Nog even bonjour zeggen en dan gaan we door. Het is echter eerst nog even aanschuiven voor een fotosessie met de trotse moeder en wij kunnen als blanken uiteraard niet ontbreken op de foto. Waar is de fotograaf? Wie heeft de vader gezien? Lap! De stroom valt uit. Er is even paniek. Ça cest très grave! De fotoreportage moet worden onderbroken. Iedereen staat wat verloren te draaien. Twintig voor zeven. Gaan we dan nu door? Mais vous mangez encore avec nous !?" vraagt de trotse vader die dan toch aanwezig blijkt te zijn. Het is een retorische vraag. Uiteraard eten we nog mee met jullie! Je kan het toch niet maken om zo een aanbod af te slaan? Dat zou heel onbeleefd zijn! Maar daarna moeten we echt wel vertrekken. Het is iets na zeven uur. We wandelen op een rustig tempo naar de straat waar de taxis passeren. Waarom zou een mens zich met een volle maag haasten? De taxichauffeurs vragen zotte prijzen, dus staan we er een kwartier later nog te schilderen. Om half acht zitten we eindelijk in een taxi rotsvast in een gigantische file. We schieten voor geen meter op. Gelukkig hebben we een chauffeur die creatief is en zich toch nog een weg weet te banen tussen het onmogelijke verkeer. Dik na acht uur stappen we vrolijk de Via Via binnen en begroeten een tiental hongerige klanten. Sorry!!!
En lap wij konden het weer gaan uitleggen tegen de klanten
We hebben onlangs naar onze normen een heuse winterprik gehad. We stonden s morgens op, stapten in topje/rokje (Barbara) en short (Serge) de kamer buiten, en kregen de schrik van ons leven: KOUD!!!! KIEKEVLEES!!! De temperatuur was gedaald met minstens 10 graden! (Achteraf bleek eerlijk gezegd wel dat het nog een 20-tal graden was). Bovendien stond er een koude noorder-(?)wind waardoor het écht wel fris was. We wisten niet waar we het hadden. Na een nachtje rillen onder ons muskietennet, zijn we op zoek gegaan naar een dekentje en de dag daarna nog één. s Morgens een douche nemen was een echte marteling: klappertanden! De valies werd leeggekieperd en de warme kleren werden bovengehaald, terwijl de topjes, shorts en rokjes ver wegvlogen onder in de koffer.
Van de ene dag op de andere liepen de mensen hier in Yoff rond met een muts op en een warme jas aan. Kei grappig zicht! De versche toeristen uit Europa en andere koude oorden liepen echter nog steeds te zweten. Ze keken vol verbazing toe hoe de Senegalezen zich induffelden met dikke truien.
Ondertussen is de temperatuur weer een beetje gestegen, maar we missen de zalige warmte van een paar weken geleden toch wel. We hebben er zelfs even aan gedacht om aan de volgende bezoekers te vragen ons winterdonsdekentje mee te brengen, maar das er misschien een beetje over
Onlangs hadden we allebei even een dipje. Barbara had plots een volledige dag 40° koorts en Serge zat 2 dagen zonder stem. Het was een combinatie van vermoeidheid en een beetje veel frustratie. We werken ons hier als vrijwilliger te pletter elke dag en vragen ons vaak af waarom. Een woordje uitleg:
Er is eerst en vooral de constante werkdruk. Omdat we in de Via Via wonen, begint de job op het moment dat we de deur van onze kamer openen en eindigt het werk pas wanneer we dezelfde deur weer sluiten. Concreet betekent dit vaak een werkdag van 8 uur s morgens tot 11 uur s avonds. We zijn dus heel de tijd in de weer. Verder hebben we de indruk dat er gedurende verschillende jaren niet echt veel meer is gebeurd hier in de Via Via en TSX (is waarschijnlijk slechts gedeeltelijk een juiste indruk). We zijn hier dus precies om de shit op te kuisen - crisismanagement in Afrika. Bovendien is er nooit een overdracht van kennis geweest als gevolg van tijdsgebrek. We werden er gewoon ingesmeten zonder enige voorbereiding. Tot slot is er voortdurend een gebrek aan geld. Ze zijn hier in Afrika best creatief, maar zonder geld geraak je nergens.
Heel concreet betekent dit het volgende voor onze beide projecten:
TSX doet ons denken aan een kind dat wil beginnen lopen vooraleer het kan stappen. Er zijn grootse plannen om te verhuizen naar een nieuw huis en het aantal talibés te verdubbelen. Een Nederlandse weldoener is bereid veel geld te investeren en heeft reeds serieus gesponsord. Met geld alleen kom je er echter niet. Je hebt ook gemotiveerde mensen nodig.
Als je de verslagen leest van de voorbije jaren en de video bekijkt, zie je een mooi project: de jongeren moeten niet meer de straat op om te bedelen, krijgen elke dag drie maaltijden, volgen dagelijks verschillende lessen (van een marabout, een leerkracht en vrijwilligers), worden begeleid door een madre familia en wonen in een huis met de nodige faciliteiten. Sinds onze aankomst hebben we echter gemerkt dat het vaak een beetje schone schijn is: de marabout geeft niet elke dag les, de leerkracht is aan het uitbollen, want hij vertrekt naar het buitenland, de vrijwilligers zijn niet lang genoeg op het project aanwezig (ze blijven gemiddeld drie maanden) om voor continuïteit en structuur te zorgen, de mama van het huis heeft familiale problemen en is daarom zelden aanwezig en het huidige huis ligt er vaak slordig bij, omdat TSX binnenkort verhuist naar een andere locatie. Het gevolg is dat de jongeren vaak gewoon wat rondhangen en hun zin doen.
Barbara heeft daarom reeds een hoop initiatieven genomen om het project weer op gang te trekken en nieuw leven in te blazen: de leerkracht en af en toe ook de marabout worden bij elk overleg betrokken om op die manier zowel de werknemers als de jongeren opnieuw te motiveren (niet evident, want een marabout spreekt niet met een vrouw (?) en de jongens zijn te verlegen om iets te zeggen), er wordt voor de oudste jongens een stageplaats gezocht om hen de kans te geven een beroep te leren (elektricien, meubelmaker, djembémaker, enz.), er werden reeds een aantal dringende herstellingen uitgevoerd (de bache op het dakterras die het huis van zon en regen afschermt, de microjardin werd opnieuw opgebouwd), er worden voortdurend nieuwe sponsors gezocht, enz.
TSX is en blijft een schitterend project en we staan er nog steeds voor 100% achter, maar momenteel draait t een en t ander vierkant. Barbara moet zich vaak bezighouden met zaken die niets met het project te maken hebben en die veel tijd en energie vragen, waardoor er tot haar grote ergernis niet voldoende tijd overschiet om aanwezig te zijn in het project. Wat ze doet voor het project, brengt vaak de nodige Afrikaanse vertraging en tegenwerking met zich mee. En het feit dat er binnen zeer korte tijd nog meer werk zal zijn zorgt voor bijkomende stress. Het zal niet evident zijn zonder extra vrijwilligers, (Annelies en Stefan vertrekken trouwens binnenkort jammer genoeg), met een gehalveerd team vaste werknemers en met een groepje verwende jongeren.
Bovendien zeggen Lies en Daddy dat ze het allemaal een beetje beu zijn en dat ze zich liever met andere zaken bezighouden. Zonder Barbara gebeurt er dus niet veel. Sinds haar komst is er opnieuw iemand die alles en iedereen goed opvolgt. Indien nodig helpen Lies en Daddy haar (bijvoorbeeld bij het gesprek met de marabout), maar alle initiatief moet van haar komen.
Een meer dan voltijdse job dus!
VIA VIA geeft de indruk jarenlang verwaarloosd te zijn geweest. Het teert nog op de goede naam van een aantal jaren geleden, maar is dringend aan een facelift toe.
Elke klant (of het nu een toerist, een zakenman of een persoon is die gewoon iets komt eten en drinken) die hier binnenstapt, gaat met een goed gevoel naar buiten en keert gegarandeerd terug. Ze moeten echter wel worden bewerkt met een extra woordje uitleg. Iedereen (maar dan ook iedereen) heeft namelijk wel wat op te merken. Je kan er namelijk niet naast zien: de kamers moeten worden opgeknapt (Het sneeuwt in de kamer Casamance! merkte een Nederlandse klant fijntjes op. Hij doelde op de verf die van het plafond valt.), het personeel was niet echt meer gewoon om hard te werken (Het personeel heeft een stamp onder zijn gat nodig! raadde een Belgische klant aan toen we pas in de Via Via waren aangekomen.), de nieuwbouw zit vol met fouten (Is er een kamer waar je s morgens niet stijf van het vocht opstaat!? vroeg een Frans koppel na een nachtje in een van de nieuwe kamers.), de kamers zijn echt wel duur (For so much money you should at least give a decent mattress! sneerde een Canadese klant toen we vroegen of ze goed had geslapen.), enz. Serge praat dus veel met de mensen en luistert naar de vele goedbedoelde raadgevingen.
Hij heeft al veel initiatieven genomen om de Via Via nieuw leven in te blazen: de kamers worden stukje bij beetje opgeknapt, alle bestaande informatie (brochures, menukaart, toeristische informatie, enz.) wordt langzaamaan vernieuwd, het restaurant wordt omgetoverd in een multifunctionele ruimte met reisinformatie, wekelijkse muzikale optredens en doorlopende tentoonstellingen, het personeel wordt voortdurend gemotiveerd (o.a. door een cursus Engels), er worden elke dag nieuwe contacten gelegd (met chauffeurs, gidsen, kunstenaars), de PR wordt verzorgd (o.a. tijdens onze uitstapjes in het weekend), enz.
Er zijn echter een hoop externe factoren die het werk bemoeilijken. Sommige personeelsleden zijn gevestigde waarden die niet openstaan voor veranderingen (Thomas qui était ici pour entraîner les cuisinières, est parti après trois semaines. informeerde Daddy ons nadat hij had gevraagd vooral het keukenpersoneel goed op te volgen.), de mentaliteit en de manier van denken is helemaal anders dan in Europa (Tu as alors rien compris." was de opmerking van Ismaela na een gesprek van meer dan twee uur met hem en NGeuf om een aantal zaken uit te klaren), elke dag valt er wel weer een dood lijk uit de kast (de beerput moet worden vernieuwd, het gasfornuis is kapot, het dakterras lekt, de poetsvrouw is vorige week met een jonge Belg getrouwd en vertrekt naar Europa, ...), enz. Via Via Yoff is een enorm leuke plek om te werken, maar het zal pas echt plezant worden als alles opnieuw in zijn oude glorie is hersteld!
Ook een meer dan voltijdse job dus!
We hebben na onze dip dan ook onze conclusie getrokken. We willen ons werk (veel te) goed doen, maar willen niet dat dit ten koste van onze gezondheid gaat. We zullen daarom even wat gas terugnemen, alles in Afrikaans perspectief bekijken, en er bovenal van proberen te blijven genieten!
Het personeel van de Via Via loopt bedroefd rond. Iedereen treurt. Er is een overlijden in de familie van een van de personeelsleden.
Rond drie uur vertrekt een delegatie mannen van de Via Via naar het kerkhof -vrouwen zijn hier niet welkom. De begrafenis was gepland om twee uur. Omdat de familie nog niet is aangekomen, zet men zich neer op de rand van een aantal grafmonumenten in de schaduw van een baobab.
Tegen vier uur arriveert er een taxi brousse met de familieleden van de overledene en een sept place met de lijkkist. Iedereen veert recht en volgt de wagen naar de begraafplaats. Wanneer de wagen tot stilstand komt, verschijnen vanuit de stofwolk die is ontstaan plots een hoop mensen. Van alle kanten blijven er mannen toestromen. De kist wordt door tientallen handen omhooggetild en over de graven gedragen. De massa volgt balancerend op de rand van de grafstenen tot op de plaats van de ter aarde bestelling. Het lichaam wordt uit de kist gehaald en wordt van hand tot hand doorgegeven. Het zicht wordt belemmerd door de mannen die elkaar verdrummen om goed te kunnen volgen hoe het lichaam langzaam in het graf wordt gelegd. Een marabout neemt het woord. Hij spreekt de menigte toe. Iedereen knielt neer. Vanuit de groep toeschouwers klinkt instemmend gemor. De ceremonie duurt bijna een uur: een vraag en antwoord-spel tussen de marabout en de aanwezigen.
Plots staat iedereen recht en vertrekt men opnieuw dansend op de zijkanten van de graven mondjesmaat. De taxi brousse wordt volgepropt met de mannen die er een uur geleden uit zijn gekomen plus alle andere bezoekers. Een wilde rit brengt iedereen naar het huis van de familie. De mannen zwijgen heel de tijd. Er wordt geen woord gezegd. Het staat in schril contrast met de drukte op de baan en de chauffeur die zich luid toeterend een weg baant door het verkeer.
Wanneer we bij het huis aankomen zitten de vrouwen in stilte te wachten, van op de binnenkoer totop de straat. Er worden zakjes met letterkoekjes uitgedeeld. Er hangt een bedrukte sfeer alsof er elk moment een onweer kan losbarsten. De familie ontvangt de gasten met een handdruk. De bezoekers stoppen de nabestaanden geld toe. Iedereen zoekt een vrije stoel en zet zich neer. Men wacht geduldig. Plots barst het gezin van de overledene uit in een huilbui. De oudste dochter uit met hartverscheurend gesnik haar verdriet en de familie treedt haar bij. Het werkt zo op het gemoed dat uiteindelijk iedereen geëmotioneerd geraakt en zijn medelijden in het verdriet uit.
We besluiten niet nog langer als buitenstaanders storen en verlaten stilletjes het huis.
Dju, dat moet ik toch eens controleren! flitst het door mijn hoofd, Waar zit Christ? Neen, ik heb het niet over Jesus Christ. Ik ben niet plots gelovig geworden. (flauw grapje) Het gaat over een Nigeriaan die ik bijna een week geleden een ultimatum had gesteld: Je betaalt ten laatste maandag de openstaande rekening of je moet definitief vertrekken. Het personeel weet van niets, dat spreekt voor zich. Wanneer ik echterde kamer controleer, blijkt dat hij er nog steeds slaapt.
Ik overleg even met Barbara: Wat doe ik hiermee? Even later staan we in de kamer en proppen we alle kleren in een reistas. Geen medelijden! We zijn geen opvangtehuis voor daklozen. We laten ons goed hart voldoende spreken in TSX met de talibés.
De volgende dag word ik aangesproken door een aantal Afrikaanse klanten. Christ is er ook. Ze nodigen me uit bij hen aan tafel. Ik zet me schrap, omdat ik me verwacht aan een discours ter verdediging van de arme mens. Er wordt me echter niets verweten, in tegendeel. Een man uit Kameroen neemt het woord en vertelt me dat hij vindt dat ik juist heb gehandeld. Mais moi je veux aider le monsieur ici. zegt hij. Er wordt heel genereus geld bovengehaald en de rekening wordt vereffend. Een andere man uit Gambia legt er geld bovenop: This should cover his expenses for the next week. Et voila de zaak is geregeld. Zo simpel is dat. Een voorbeeld van Afrikaanse solidariteit.
Ik sta versteld. Christ straalt. Ik bedank de heren voor het mooie gebaar: Je vous remercie. Mais non, is het antwoord, je vous remercie. Cest Dieux qui nous demande daider Christ. Ik knik instemmend. Je zou er bijna gelovig van worden.
Ik weet niet of het een kwestie is van populariteit of van toeval, maar tegenwoordig worden we behalve op diplomatieke feestjes ook op de doopfeestjes van ons personeel uitgenodigd. Zoals gisteren bijvoorbeeld.
Het is blijkbaar de gewoonte om ongeveer een week na de geboorte eerst een naamgevingsfeestje te houden (het kind gaat de eerste week ocharme naamloos door het leven!), en enkele weken later pas het doopfeest zelf. Gisteren vond het eerste feest plaats.
s Morgens gingen alle mannen op bezoek bij Lalia, de vrouw in kwestie. Ze kregen er de typische lakh voorgeschoteld, een lekker zoet papje van couscous, rozijntjes, suiker en bloem. Buiten enkele flauwe mannengrappen stelde het feestje verder blijkbaar niet echt veel voor. In de namiddag zouden de vrouwen op bezoek gaan. Ik leende voor de tweede keer de glitterbubu van Sira, deze keer zonder gouden talonschoentjes, maar met bijpassende geel-groene fijne schoentjes, ook wreed schoon. De vrouwelijke personeelsleden waren helemaal door het dolle heen, en er hing een uitgelaten sfeertje. Ze stonden zich kwetterend en giechelend om te kleden in de garage van de Via, en toen ik binnenliep om te kijken waar ze bleven, stonden er een paar letterlijk in hun blootje rond te huppelen, en de rest zat zich hevig te parfumeren en te schminken. Een half uurtje later konden we eindelijk vertrekken. We werden gebracht door N Geuff, chauffeur van dienst, die onderweg de zotte clown uithing en iedereen aan het lachen bracht door de meest onbekende mensen op straat luid toe te roepen, en al slalomend zijn weg te banen door kleine zijstraatjes.
We waren zeker niet de eersten die arriveerden op het feest. De binnenkoer zat al eivol, in de living zaten al een twintigtal mensen bijeen gepropt, en ook in de vertrekken erachter zat het aardig vol. Het was één bontgekleurde menigte vrouwen, enkel en alleen maar vrouwen, prachtig uitgedost in hun kleurrijke bubus en om ter meeste gouden juwelen aan. Natuurlijk vielen wij als toebabs meteen op, en deze keer was ik echt content dat ik mijn glitterbubu en gouden kettingske had aangetrokken. We volgden de rest, deden onze slefferkes uit en nestelden ons tussen de vrolijke bende. Enkele ogenblikken later sprongen een viertal oudere vrouwen recht. Ze begonnen te zingen en te dansen, terwijl de rest van de vrouwen in de handen klapte en elkaar dingen toeriep die we jammer genoeg niet verstonden. De vrouwen deden om ter gekst, sprongen naar elkaar toe, deden een solodansje, moedigden elkaar aan, en op het einde waren het enkel nog de twee toebabs die op hun stoeltje zaten, een beetje onwennig genietend van het schouwspel. Het was echt geweldig om te zien, net een uitgelaten bende tipsy vrouwen! Toen iedereen uitgeraasd was, werden we in een achterkamertje geleid, waar iedereen op de grond ging zitten, een lepel in de handen kreeg geduwd en op een grote, dampende schotel cheboudjen (rijst met groentjes en vis) vloog. Zalig! En het schoonste van al was dat de vrouwen de beste stukjes vis en groenten voor ons uitzochten, en ze ondertussen stiekem aan onze kant legden. Onze laatste hap was nog niet door de keel, of we moesten de kamer alweer verlaten, want de volgende hongerige bende stond klaar. Nog effe een vluchtig danske placeren op de binnenkoer, in de gauwte dag zeggen tegen ma en grootma van Lalia, en dan direct de auto in, terug richting Via Via. Tien keer beter dan de populaire afterwork-partys van bij ons! Laat het echte feest op 10 december maar komen, mijnen bubu hangt al klaar!
Ik herinner het me nog als de dag van gisteren: Gerrit onze trouwe reisgezel die in Laos naar de kapper ging en terugkwam met een schoon coiffure. We hebben het de naam coupe ananas gegeven en er heel de reis grapjes over gemaakt, zo schoon was het. Vandaag was het mijn beurt om me een fruitcoupe te laten aanmeten. Mijn haar hing bijna in mijn ogen (?), dus het was hoog tijd om er iets aan te laten doen.
De posters met fotos van Afrikaanse mannen met verschillende Afro-kapsels lachen me toe op het moment dat ik het houten barrakske van de plaatselijke coiffeur binnenstap. Ik sta wat onzeker te draaien en bestudeer de fotos in de hoop een voorbeeld te vinden van een kapsel dat een beetje deftig is. Omdat ik niet onmiddellijk mijn goesting vind, ga ik gewoon zitten op de kappersstoel ‑een plastieken tuinzetel- en leg in het Frans uit wat de bedoeling is. De man knikt onzeker en kijkt me vragend aan. Hij spreekt geen Frans. In gebarentaal leg ik het opnieuw uit. Hij heeft het begrepen. Ik word ingepakt zoals een Sinterklaascadeau (jaja, het is bijna zover!), zodat je enkel nog mijn hoofd vanaf mijn kin ziet. De twijfel is uit de man zijn ogen verdwenen en hij laat een tondeuse vrolijk mijn haar kortknippen. Met open mond kijk ik toe -ik betrap er mezelf op, wanneer ik mezelf in de spiegel zie- hoe mijn haar er in grote vlokken afvalt. Ik krijg het plots heel warm. Het wordt opzij echt wel héél erg kort geknipt! De rest laat hij gewoon staan! Als hij zo verder doet, wordt het een heus Jommekeskapse!.Vanuit de plastieken stoel grijp ik naar een van de hulpstukken van de tondeuse. Ik wrijf het stof weg: 9mm. Het is nu of nooit. Ik doe teken dat hij het hulpstuk moet vervangen en gebaar dat ik het wel even zal voordoen. Niet met de richting mee, maar tegen de richting, zo doe je dat! De man neemt het opnieuw van me over. Even later lacht een meer vertrouwd gezicht me toe: een kort koppeke van 9mm. Oef! Ik zal zonder muts de Via Via kunnen binnenwandelen!
Voor nog geen Euro stap ik gekapt en geparfumeerd (dat was nu ook weer niet nodig!) buiten. Ja, al zeg ik het zelf: het eindresultaat mag er best wezen! De zijkant is misschien een beetje kort, maar het is zeker geen coupe ananas.
definitie van nachtwaker volgens VAN DALE: waker die s nachts dienst doet definitie van nachtwaker volgens VIAVIA: waker die slaapt tijdens de nacht en op die manier geld verdient
Bij onze aankomst in de Via Via ondertussen al een achttal weken geleden werden we o.a. voorgesteld aan Max en Moustapha, twee sympathieke gasten die s nachts de veiligheid in de Via Via garanderen. Het bleken twee voorkomende jongens te zijn, die heel correct zijn naar de klanten toe en die bovendien als (bijna) enigen ook nog redelijk goed Engels spreken. Allemaal goede eigenschappen voor iemand die late bezoekers moet opvangen, want er komen s nachts soms echt wel rare vogels aankloppen voor een overnachting.
Na een paar weken merkte ik echter voor de eerste keer dat onze gardiens s nachts sliepen i.p.v. te waken. Toen ik hen hierover aansprak en zei dat het me redelijk raar lijkt dat de Via Via hen betaalt om te slapen, kreeg ik een ingewikkelde uitleg en een hoop argumenten om dit te rechtvaardigen. Omdat ik nog maar net was aangekomen, besloot ik hen het voordeel van de twijfel te geven en liet ik de zaak rusten.
Toen ik Lies, de eigenares van de ViaVia, hierover aansprak, werd echter bevestigd dat het de bedoeling is dat ze allebei heel de tijd wakker zijn. Ook Aly Baba (of Daddy), de man van Lies, was hierover heel duidelijk: Het is niet omdat Max mijn broer is, dat hij de regels niet moet respecteren. Ça cest claire!. Ik gooi hem gewoon buiten, ah oui!
Zo eenvoudig bleek het echter allemaal niet te zijn. Lies doet namelijk geen vlieg kwaad en weet dus ook het personeel nooit hard aan te pakken en Daddy -die telkens met veel kabaal de zaken komt regelen- blijkt een ruwe bolster met een peperkoeken hart te zijn. Verder geloven beide heilig dat ze gemaraboutiseerd zijn, d.w.z. dat een soort Senegalese voodoo hen beïnvloedt en het hen onmogelijk maakt het personeel te ontslaan. Je te jure! wist Daddy ons op het feestje van de Belgische ambassade te vertellen: "Fatou Ge (de kokkin) kent mensen in de Cassamance die ons betoveren! Et on peut rien faire parce que on y croit, même Lies!" Bovendien waarschuwde hij ons dat het personeel van de ViaVia in rep en roer zou staan: "La dernière fois tout le monde pleurait!"
We waren gewaarschuwd! Maar ja als je dan bij een aangekondigde controle twee maal vaststelt dat de nachtwakers slapen, dan moet je correct handelen, niet? Het is gewoon een kwestie van mijn tanden te laten zien (dixit ex-collega Jan Van Kerkhoven), want anders lopen ze binnenkort over me heen.
Op het moment dat ik dit schrijf, ligt Max er voor een week uit en heeft Moustapha nog een laatste kans gekregen. Het personeel heeft geen scène veroorzaakt en Barbara en ik voelen ons niet betoverd en hebben voorlopig dus geen gris-gris (kleine amuletten met magische kracht die de drager beschermen tegen boze invloeden) nodig. De sfeer is wel een beetje gespannen, maar dat waait wel weer over. We zullen wel zien hoe het verder evolueert. Vanavond is er weer een prikactie gepland!
Gisteren waren we uitgenodigd op de Belgische ambassade voor "la fête du roi". Amai, dat was echt de moeite. Op de uitnodiging stond Avondkledij of traditionele Senegalese kledij gewenst, dus onze verwachtingen waren redelijk groot. Wij besloten, al was het alleen al maar om het eens uit te proberen, op zijn Senegalees te gaan. Ons personeel vond dat geweldig en kwam al direct aandraven met een paar ensembelkes waaruit we konden kiezen, echt chic. Serge droeg uiteindelijk een groene gestreepte bubu en Barbara een groen-gele glitterbubu met alles erop en eraan. Ze kreeg zelfs een nepgouden kettingske, namaak gouden oorbellen en gouden sandalekes MET "tallons"! Goe gelachen! Barbara met fijne schoenekes met hakskes -ze kon amper vooruit- en dan een geel-groene jurk met glinsteringskes, al een spektakel op zich!
Allez, we komen daar aan, en zien allemaal dikke mercedessen, BMWs, Amerikaanse voitures voor de deur van de poepchique villa met zwembad. En wij als ENIGE in traditionele kledij, jawel Dat begon al goed, maar we gingen ons dat nu eens niet aantrekken sé. We hebben serieus wat afkeurende en misprijzende blikken moeten trotseren van al die chique madammen en meneren die al in de tuin stonden (toch echt wel een andere wereld, amai!), maar we hebben ons lekker niks aangetrokken van het feit dat we er misschien een beteke raar bijliepen. Alleen mevrouw de ambassadrice vond dat wel tof van ons. Ze heeft zelfs beloofd dat ze de Via Via eens ging komen bezoeken!
We hebben ons daarna gewoon gemengd onder al dat chic volk en goed gegeten en gedronken (Leffe, champagne, wijn, hapjes, dessertjes... zalig!), een klapke gedaan links en rechts, wat contactjes gelegd Uiteindelijk hebben we ons echt wel goed geamuseerd, en vooral goed gelachen. Vooral met de versierpogingen van den ambassadeur van Zuid-Afrika, die volledig gecharmeerd was door Barbara en haar zelfs uitnodigde op zijn verjaardagsparty het weekend daarna! Het was opvallend om te zien dat er bij vele belangrijke aanwezigen de chique façade na een paar drankjes ineens plaats moest maken voor een hoop gelal en geflirt. De receptie was voorzien van 19 tot 21u, maar traditiegewijs hebben wij de keet mee gesloten, om 23.30u, met een stevig stuk in onze kraag en een overvolle maag
Een zwoele zondagavond. Het restaurant zit goed vol. De keuken draait op volle toeren. Het personeel in het restaurant komt handen te kort. We helpen nu en dan met de bediening.
Plots wordt het een beetje spannend. Fatou Ge, de kokkin, komt namelijk melden dat er bijna geen gas meer is om te koken. Dat hadden ze beter op voorhand laten weten! Als er niet meer voldoende gas is, ga je namelijk toch gewoon een extra gasfles kopen? Klaar is Kees. Neen, neen zo eenvoudig is het niet. De keuken was al een tijdje op zoek naar gas, maar er is nergens nog gas te koop. De extra flessen die ze altijd aankopen om een periode zonder gas te overbruggen, zijn nu ook bijna leeg. Een dagenlange zoektocht heeft niets opgeleverd. Wat nu gedaan?
Tja er zit niets anders op de klanten te melden dat de kans erin zit dat bepaalde gerechten niet meer bereid kunnen worden. Als mijnheer wil, kan hij nog een croque monsieur krijgen. Mevrouw wenst op haar beurt een croque madame? Dat gaat ook. Een sandwich? Geen probleem.
Onze klanten zijn vaak makkelijke mensen. De bestellingen worden met de glimlach gewijzigd, de maaltijden met net niet hard genoeg gebakken frieten of wel heel erg al dente pasta zonder verpinken opgegeten. De klanten lachen onze verontschuldigingen weg. Geen probleem. We zitten tenslotte in de VIAVIA in Afrika en niet in een chique restaurant in Europa. De sfeer zit er duidelijk in.
Plots wordt het nog een beetje spannender. Het licht gaat uit. We zien geen steek meer voor ogen. Het wordt even muisstil. We horen kort daarna gestommel vanuit de keuken en van achter de bar. Alle klanten zitten braaf op hun stoel en wachten geduldig tot iedere tafel verlicht wordt door kaarslicht. Er is geen muziek meer, geen ventilator die voor verkoeling zorgt; wel krekels op de achtergrond en intiem kaarslicht. De VIAVIA is best een romantisch plekje Je zou bijna wensen dat er elke avond iets misloopt.
Een warme dag in Dakar. We kuieren door een drukke straat met veel coleur local. De mensen laten ons opvallend genoeg met rust, dus we kunnen rustig genieten van de geuren en kleuren.
Plots is er dan toch een verkoper die ons aanspreekt. (Eindelijk! zou je bijna zeggen.) Hij presenteert met veel flair een armband op een zakdoek. We kijken hem vriendelijk aan, maar zeggen heel duidelijk No, merci. De man laat zich echter niet zo eenvoudig afwimpelen. Hij moet even wijken voor een persoon die uit de andere richting komt, maar even later staat hij er weer. Opnieuw biedt hij ons de armband aan. We zeggen kordaat Ca va, merci. en verwachten dat hij de boodschap nu wel zal begrepen hebben. Hij druipt af en we wandelen verder.
Vanuit onze ooghoek zien we hem even later echter weer opdagen. De man is bovendien niet meer alleen. Er zijn nog twee mannen gevolgd. De verkoper komt zelfzeker dichterbij en duwt de zakdoek bijna in ons gezicht. Tegelijkertijd raakt hij Serge aan en voelt of er iets in zijn hemdzakje zit. Op het moment dat Serge de man nog eens duidelijk wil maken dat hij écht niet geïnteresseerd is, friemelt er iemand aan zijn broekzak. Serge draait zich om en zegt: Tu as des problèmes, quoi? Hij richt zich opnieuw tot de eerste man, steekt ostentatief zijn hand in de man zijn hemdzakje en maakt duidelijk dat hij niet gediend is met het opdringerig gedrag.
Ondertussen heeft Barbara zich ook niet onbetuigd gelaten. Aan het Tu as des problèmes, quoi? van Serge, had ze adrem Ou tu veux des problèmes? toegevoegd, met een priemende blik in de ogen van de man die geïnteresseerd was in de inhoud van Serges broekzak. (Er zat niets in, maar kom ) Beide mannen schrikken toch wel even terug. Barbara doet er nog een schepje bovenop en schreeuwt het woord sachi, dief in het Wolof, in het gezicht van de man.
De mannen zijn op slag verdwenen.
We kijken waar ze naartoe gaan. Dieven! Deze mannen wilden ons bestelen! gonst in ons hoofd. We zien ze aan de overkant andere toeristen aanspreken. Opnieuw worden ze vriendelijk wandelen gestuurd, maar ze wijken voor geen millimeter. Sachi! roepen we en wijzen in de richting van de mannen die de blanken aan de overkant van de straat lastigvallen. De gauwdieven merken dat we naar ze wijzen en beslissen de toeristen toch maar met rust te laten. Een paar honderd meter zullen ze wel andere klanten vinden. Er loopt voldoende volk rond in Dakar.