Een warme dag in Dakar. We kuieren door een drukke straat met veel coleur local. De mensen laten ons opvallend genoeg met rust, dus we kunnen rustig genieten van de geuren en kleuren. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Plots is er dan toch een verkoper die ons aanspreekt. (Eindelijk! zou je bijna zeggen.) Hij presenteert met veel flair een armband op een zakdoek. We kijken hem vriendelijk aan, maar zeggen heel duidelijk No, merci. De man laat zich echter niet zo eenvoudig afwimpelen. Hij moet even wijken voor een persoon die uit de andere richting komt, maar even later staat hij er weer. Opnieuw biedt hij ons de armband aan. We zeggen kordaat Ca va, merci. en verwachten dat hij de boodschap nu wel zal begrepen hebben. Hij druipt af en we wandelen verder.
Vanuit onze ooghoek zien we hem even later echter weer opdagen. De man is bovendien niet meer alleen. Er zijn nog twee mannen gevolgd. De verkoper komt zelfzeker dichterbij en duwt de zakdoek bijna in ons gezicht. Tegelijkertijd raakt hij Serge aan en voelt of er iets in zijn hemdzakje zit. Op het moment dat Serge de man nog eens duidelijk wil maken dat hij écht niet geïnteresseerd is, friemelt er iemand aan zijn broekzak. Serge draait zich om en zegt: Tu as des problèmes, quoi? Hij richt zich opnieuw tot de eerste man, steekt ostentatief zijn hand in de man zijn hemdzakje en maakt duidelijk dat hij niet gediend is met het opdringerig gedrag.
Ondertussen heeft Barbara zich ook niet onbetuigd gelaten. Aan het Tu as des problèmes, quoi? van Serge, had ze adrem Ou tu veux des problèmes? toegevoegd, met een priemende blik in de ogen van de man die geïnteresseerd was in de inhoud van Serges broekzak. (Er zat niets in, maar kom
) Beide mannen schrikken toch wel even terug. Barbara doet er nog een schepje bovenop en schreeuwt het woord sachi, dief in het Wolof, in het gezicht van de man.
De mannen zijn op slag verdwenen.
We kijken waar ze naartoe gaan. Dieven! Deze mannen wilden ons bestelen! gonst in ons hoofd. We zien ze aan de overkant andere toeristen aanspreken. Opnieuw worden ze vriendelijk wandelen gestuurd, maar ze wijken voor geen millimeter. Sachi! roepen we en wijzen in de richting van de mannen die de blanken aan de overkant van de straat lastigvallen. De gauwdieven merken dat we naar ze wijzen en beslissen de toeristen toch maar met rust te laten. Een paar honderd meter zullen ze wel andere klanten vinden. Er loopt voldoende volk rond in Dakar.
Jammer.
|