xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
We zitten in een wrak van een auto, naar onze normen klaar voor het autokerkhof: vier kale banden, een gebarsten voorruit, een plastieken zeil als achterruit, deuren die met ijzerdraad en touw vasthangen, zetels zonder bekleding, deuren zonder klinken,
een klassiek voorbeeld van een taxi hier in Senegal.
Onze chauffeur stopt aan een tankstation en betaalt voor een liter benzine. De pompbediende helpt de auto de baan op te duwen. De chauffeur springt achter het stuur terwijl we de weg op bollen en met een knal en veel blauwe rook vertrekken we -in tweede (en enige) vitesse. Het is snikheet, maar de raampjes gaan niet open, want er zijn geen hendels. Elke put doet de wagen kraken. We zien door de gaten in de vloer de weg onder ons voorbijrazen.
We stellen ons geen vragen over de staat van de auto (de meeste wagens zien er hier redelijk slecht uit), tot we worden tegengehouden door een agent. Oei, hoe gaan we deze politiecontrole ooit passeren?
De politieman vraagt de autopapieren en wandelt eens rond de auto. Amoel solo! Pas de problème! De autopapieren zijn in orde, de remlichten werken, de claxon functioneert perfect, de handrem geeft geen krimp
We mogen doorrijden. Ok! En of mijnheer de agent ons eventueel ook nog even een duwtje zou willen geven? Merci!
|