Als we ons verblijf kunnen verlengen, moet ik wel even
tellen of ik voldoende hart-pilletjes bij heb. Ik hebuit veiligheidsoverwegingen enkele strookjes
extra mee genomen maar, zoals ik vreesde, net niet genoeg om het bijna twee
maand langer uit te zingen (tot 11 juli in plaats van tot 19 mei). Ik wil op
dit vlak geen risicos lopen, dus ga ik vandaag langs de dokter van Toon om een voorschrift te
halen voor het geval dat. Geen probleem, ik krijg het onmiddellijk mee. Daarmee
ben ik ook langs die kant voorbereid op een extra lang verlengd verblijf.
Geregeld.
Daarna naar onze favoriete overdekte markt in Melbourne om de
ingrediënten voor de pantagrueleske driegangen
maaltijd van morgenavond in te slaan. Eieren, prei en spek voor de quiche als
voorgerecht. Als hoofdgerecht kiezen we voor een stevig gekruide marinade-mix van alle soorten verse vis en inktvissen van
ons favoriet viskraam. In feite bestaat die marinade uit gerecupereerde overschotjes
van zijn viskraam (goed gezien van die
visboer), gemarineerd met stukjes rode en groene paprika. Kris vult het nog verder
aan met wortelen (die hebben hier opmerkelijk meer smaak van bij ons) en
slijmerwten (spotgoedkoop hier). Het geheel gaan we besproeien met pikante
curry en blussen met cocosmelk. Het nagerecht wordt rijstpap met bruine suiker.
Tijdens de bestelling meen ik één van de eigenaars Grieks te
horen praten. Ik zeg hem in het weinige nieuw-Grieks dat ik me nog herinner van
decennia geleden: kalimèra kirié, póso kalá (goede dag mijnheer, hoe gaat het
met u). Die man kijkt even verrast en begint dan ongeremd (gelukkig voor ons in het Engels) heel zijn leven af te ratelen.
Uit die onstuitbare woordenvloed leren we dat hij in een vroeger leven
gevechtspiloot was geweest en dat hij overal gestationeerd geweest is onder
andere in Evere, maar ook in Napels, dat hij (tot zijn groot spijt) om de liefde ontslag
genomen heeft, terwijl zijn broer wel piloot gebleven is, en en Ik zoek wanhopig het stopcontact om de
stroomtoevoer achter die informatievloed te stoppen. Na enkele pogingen lukt
het me. Bij ons afscheid zegt ie dat hij Pétros heet en dat ik volgende maal
naar hem moet vragen. Dom van mij, zeg ik hem u (in het Engels : zal ik doen
want ik herinner me ook nog hoe ik in het Grieks naar jou moet vragen. Pou
ine Pétros. Zet onze Peter uiteraard prompt een nieuwe plaat op en begint
weer. Enfin, we hebben hem tot afscheid gezwaaid zoals mijn kleindochter deed
als ze (op haar 2,5 jaar) vond dat het wellekens was geweest en zetten het dan
opgelucht op een lopen om niet te verdrinken in zijn woordenvloed. Een echte
Griek, zoals mooi getypeerd in de film Zorba de Griek.
Ik trek mijn stoute schoenen aan en neem een enigszins
tegenspartelende Kris mee op excursie naar de Mont Dandenong Ranges Park. Een
groot natuurgebied pakweg 30 km ten Oosten van Melbourne met in het midden de
Dandenong berg van 670 meter. Kris wijst me erop dat ik deze uitstap, als we
worden tegen gehouden, onmogelijk als een exercise kan verkopen aan de
politie, dat we bijgevolg een serieuze boete kunnen oplopen en dat we zelfs
niet weten of dat Park wel open is. Tinternet zegt dat het Park gesloten is,
maar dat het Arboretum in het Park wél open is. Ik herken de Belgische chaos en
besluit dat deze tegenstrijdige informatie een gegronde reden is om met een
berekend risico toch te vertrekken. We nemen de trein naar Lillydale en vandaar
nemen we een lokale bus tot in Montrose. Daar is de achterdeur van het enorme
natuurpark. Dat er controle is aan de voordeur van het Park kan ik me levendig
inbeelden, maar we moeten wel grote pech hebben, als we aan de achterkant van
het park zouden worden onderschept. Zo gezegd, zo gedaan en inderdaad. Aan de
achterkant is er geen afspanning, laat staan een poort of enige vorm van
toegangscontrole. We wandelen het natuurpark zo binnen alsof we in onze tuin
binnen gaan. We stappen en genieten van de mooie dag, zien -op 2 mensen na-
niemand, we picknicken s middags op een rots en we blijven koppig wandelen op
zoek naar het Arboretum. Maar ja, we hebben geen kaart (want de infoshops zijn
gesloten) en het onvermijdelijke gebeurt: ergens hebben we de verkeerde bosweg
gekozen want we komen tegen 15 uur aan in Olinda, aan de andere kant van de
Dandenong berg in het park.Helemaal
niet erg. Het was een mooie wandeling, ik kan het stijgingspercentage van 12%
op het gemakje stappend vlot aan (een hele mentale opluchting voor mij) en we
hebben begrepen dat men met een lokale bus ook rechtstreeks naar het Arboretum
kan. Moe maar voldaan zoals men dat pleegt te omschrijven keren we via een
lokale bus (met Duitse pünktlichkeit op tijd aan de halte in het midden van het
natuurpark!) en daarna een lokale trein (met Duitse pünktlichkeit op tijd)
terug thuis om bij Toon te gaan eten. In het station New Market, waar we
afstappen, staan op het perron 2 agenten. Zij zeggen niets, wij knikken goede
dag en dat was het meest spannende moment van de verboden wandeling in de tuin
van Eden. Wieniewaagtniewint.
De taalperikelen met de banken raken opgelost. Bij Paribas
kost een Engelse versie van een rekeningsaldo maar liefst 35 euro. Ik vind dat
er echt over. Zeker in vergelijking met de kosten dieArgenta vraagt: 10 euro. We hebben ons
momenteel dan ook wijselijk beperkt tot een print screenvan het startscherm van onze rekeningen. Daar
staat alleen onze naam op en het saldo. Geen van beiden hoeven vertaald te
worden. We kruisen onze vingers en we gaan die documenten indienen. We zullen
zien zei de blinde.
Volgende probleempje zal mijn belastingaangifte worden, want
ik heb mijn e-ID kaart lezer niet bij. Dat was ook niet nodig meende ik, want
zoooo lang zouden we toch niet van huis zijn. Eerst dacht ik dat ik via Doccle
wel toegang zou kunnen krijgen tot Taxs-on-web, maar neen. Ook Doccle vraagt de
e-ID kaart of itsme als extra identificatie. Dus probeer ik de applicatie itsme
te installeren op mijn androïd smartphone. Dat blijkt niet te gaan vanuit
Australië. Waarom heb ik nog niet kunnen achterhalen. Op een iPhone gaat het
wel.We hebben intussen de vraag al
gesteld aan de service desk van het Belgische bedrijf Itsme, maar tot op heden
is het van die kant oorverdovend stil. We zoeken verder want wie zoekt die
vindt zegt men.
Vandaag rijdt Toon naar het huis waar hij vanaf begin juni
zal gaan wonen. Dat is in Woodend, een 70 km van Kensington. Hij moet zijn
dochtertje gaan inschrijven in de crèche en hij wil tevens van de gelegenheid
gebruik maken om in Toyotagarage in de buurt te bezoeken. Hij overweegt immers
een auto te kopen. We willen geen onnodige aandacht van de politie, dus
beslissen we dat het wijselijk is dat Toon met Kris rijdt en dat ik thuis
blijf.
Ik heb me goed kunnen bezig houden. Eerst ons optrekje eens
gepoetst. Het was nodig en het verschil tussen voor en na springt in het oog,
vind ik althans. Om wat uit te rusten van mijn exploot in deze beruchte en
beroemde Olympische discipline heb ik op tv naar een documentaire gezien over
het wedervaren van de inwoners van de Chagos archipel in de Indische Oceaan.
Het gaat om 60 tropische eilanden die sinds 1965 onder het Brits Indische
-Oceaanterritorium vallen. De bewoners zijn afstammelingen van de Afrikaanse
slaven die de Fransen (die de archipel in bezit hadden genomen, nadat de
Portugezen het hadden laten vallen) tewerkstelden op de olieplantages. Na de
nederlaag van Napoleon in 1814 worden de Chagossianen plots Britse onderdanen.Op zich niets ergs, maar in december 1966 verhuurden
de Britten de archipel voor 50 jaar aan de Amerikanen, die op één ervan (Diego
Garcia) een militaire basis bouwden. Alle bewoners werden in de periode 1967
-1973 manu militari door de Britten opgepakt en verhuisd naar overal, maar hoofdzakelijk
naar Mauritius. Hierbij werd geen rekening gehouden met familiale banden. Gezinnen
werden gescheiden, kinderen raakten gescheiden van hun ouders, enzovoort.
Financiële compensatie hebben ze nooit gekregen en tot op heden leven die mensen
daar in erbarmelijke omstandigheden. Juridisch is de calvarieberg nog steeds
lopende: het dossier ligt momenteel bij het Internationaal Hof van Justitie in
Den Haag. Weer wat bij geleerd/
Voor zij die zich afvragen waarom de culinaire rubriek niet
meer verschijnt, dat komt omdat we ons mentaal aan het voorbereiden zijn voor la
grande bouffe. Eerste logische stap is dan ook een algemene onthouding: dus heb
ik simpele pizzas gemaakt.
And now something completely different: straatwerken. Ze
zien vanmorgen in onze straat begonnen met het openbreken van het voetpad, de
stoepboorden en de afwateringsgoot. De snelheid en de efficiëntie is
adembenemend. Ik word er moe van, gewoon van ernaar te kijken. Het voorbereiden
voor de her aanleg is nog straffer. Alsof het buitenmatse legoblokken betreft
worden de stoepboorden in de verschillende formaten (recht, half afgerond naar
links en naar rechts, hele bogen van 90° naar links en naar rechtsen afgeschuinde). De afgeschuinde worden
gebruikt aan elke straathoek om het op- en afrijden van rolstoelen en kinderwagen
feilloos vlot te laten verlopen. Zo feilloos dat wij de eerste dagen op elke
hoek van de straat een gat in de lucht stapten omdat we nog niet gewend waren
aan dat niveauverschil. Om te zorgen dat ze mooi op een rechte lijn, afhellend
naar het laagste punt worden geplaatst, spannen ze over de ganse lengte van de
werkzaamheden een fluo koord. De boorden wegen als lood. Ze worden met een mini
kraantje juist gepositioneerd en neergezet in de funderingsmortel. Tot op de
millimeter juist. Vlaamse gemeentebesturen en aannemers: kom eens kijken hoe je
zoiets doet. Wat in Vlaanderen blijkbaar een onmogelijke opdracht is, gebeurt
hier tussen de soep en de patatten. Curieus toch.
Dan komen de afwateringsgoten aan de beurt. De goot bestaat
hier uit 2 rijnen van zware kasseien van ca. 20 cm lang, 10 cm breed en 20 cm
hoog. Die wegen ook als lood uiteraard. Om te zorgen dat ze ordentelijk gelegd
worden, spannen ze wederom over de ganse lengte van de straat twee fluo
koorden: één voor de afwatering en een tweede om de rechte lijn aan te houden.
Steen per steen wordt manueel juist gelegd. Hoe kan je het raden: tot op de
millimeter juist. Als het werk af is, doet het pijn aan de ogen. Zo correct. De
arbeiders blijken Maltezen te zijn.
De verlenging van onze verblijfsvergunning is een ander paar
mouwen. De zoon van Kris worstelt zich wonderwel door de administratieve
doolhof van paperassen en finaal blijkt dat we 2 documenten moeten voorleggen.
Het eerste om aan te tonen dat we werk of inkomen hebben. Een attest van een
derde (geen directe familie uiteraard) waaruit blijkt dat we beiden
gepensioneerd zijn is voldoende. Maar ja, dergelijke documenten hebben we niet
bij ons. Zelfs een paranoïde en vooruitziende persoon als ik heb daar inde
verste verte niet aan gedacht. En mocht dat toch het geval geweest zijn, waren
ze nutteloos want ze moeten in het Engels opgesteld zijn. En vertalen kan
alleen door een beëdigd vertaler. Kris heeft haar Engels modelattest ter
ondertekening opgestuurd naar een gepensioneerde notaris en ik heb het mijne
doorgestuurd naar mijn vroegere directiesecretaresse. Dat luik zal dus wel in
orde komen. Het tweede document is een pak moeilijker. We moeten kunnen
aantonen dat we over voldoende financiële middelen beschikken om het hier nog verder
te kunnen uitzingen. Op zich geen probleem, maar . ook deze bankuittreksels
moeten in het Engels zijn. En dat is een ander paar mouwen. Op de respectieve
websites van onze banken kunnen we immers wel switchen van Nederlands naar
Frans. Maar Engels is daar niet bij. We hebben een bericht gestuurd naar onze
banken en hopen het beste.
Het programma van vandaag kan je niet direct overladen
noemen. In de voormiddag gekookt want we willen s middags barramundi-moten
degusteren. Lekkere vaste vis, maar hij moet wel langzaam garen (trager dan
bijvoorbeeld zwaardvis). Na de afwas wilde Kris een bezoekje brengen aan een
winkel met snuisterijen van aboriginals. Het was aan de linkse kant van de
Grote Steenweg tussen Kensington en Melbourne. Gedurende 10 km hebben we vanuit
de tram alle winkeltjes bekeken op zoek naar die ene onverlaat. Niettevinden. Tot
ik me realiseer dat Kris niets gespecifieerd had over de RICHTING waarin de
tram reed, toen ze de winkel opgemerkt had.Ik zucht effen en bedenk dan dat alles relatief is. Om onze tramrit naar
Melbourne toch nog enigszins nuttig te maken, stelt Kris voor op de City Circle de stappen. Zoals het
woord het doet vermoeden is het een toeristisch hop-on-hop-off traject rondom
de stad. Plezant is wel dat het transportmiddel een rammelde tram-antiquiteit is van circa 100 jaar oud. Zo een typische
elegante, stijlvolle houten karkas van de jaren 20 van vorige eeuw op een ijzeren
onderstel met vierkante wielen én vierkante assen. We hebben de luxe ervaren om
de tour te kunnen meemaken in het tramstel exclusief voor ons alleen. Op een gegeven moment komt de bestuurder even
bij ons staan en vertelt hoe uitzonderlijk het ook voor hem is dit toeristische
traject met een lege tram af te rijden. In normale tijden zit zijn karretje
stamvol. We beseffen de uitzonderlijke luxe van dit moment en we nemen enkele
fotos van de binnenkant van de lege tram. De bestuurder is zo vriendelijk om
aan een halte even uit te stappen om voor ons een foto te nemen van zijn tram
met ons erbij. We waren niet voor den donkeren thuis.
Nadat we de planning van onze reis nog eens goed bestudeerd
hebben, heeft Kris naar onze vliegtuigmaatschappij Etihad gebeld. Ze is erin
gelukt onze vervallen tickets voor de terugvlucht om te boeken naar een latere
datum. Dat scheelt een flinke slok op de financiële borrel, want zo kunnen we
zonder extra kosten terugvliegen naar België. Etihad beweert momenteel dat zij
ons op 11 juli zullen kunnen terug brengen. De nieuwe tickets (mét exits seats)
hebben we via mail onmiddellijk ontvangen. Maar het is nog voorbarig om nu al
victorie te kraaien in Victoria. Dit is alleen de eerste kaap die we met succes
hebben kunnen nemen. Zullen we erin lukken om ook het volgende obstakel te
overwinnen? Come and see next day: same time same place.
Vandaag nog eens een mail gekregen van Etihad, onze
liegtuigmaatschappij voor de intercontinentale vluchten. Nu laten ze weten dat
onze vlucht van 19 mei, die door hen vervroegd was naar 30 april en dan opnieuw
verlaat naar 2 mei, afgelast is. Dat is tenminste duidelijke taal. Nu kunnen we
eindelijk aan de slag om nog het maximum uit ons verblijf te halen. Na rijp
beraad hebben we het volgende plan uitgebroed. We antwoorden aan Etihad dat we
dat helemaal niet zo erg vinden en dat we eigenlijk pas vanaf 11 mei terug
kunnen naar België en of ze op of na de 11de mei een vlucht kunnen
aanbieden. Als ze ja zeggen, dan ruilen we de credits, die we van de door hen
afgelaste vlucht krijgen, voor die vlucht. Zo hoeven we geen nieuwe tickets aan
te kopen. Met die tickets nemen we contact met het departement Buitenlandse
Zaken van Australië om hen te verwittigen dat we door de corona rotzooi pas op
11 mei (of later) terug kunnen vliegen en dat we daarom genoodzaakt zijn hen te
vragen ons visum (dat vervalt op 10 mei) met een maand te verlengen. We zullen
zien of het lukt, want mannen maken nogal wat plannen hé.
Het is al wreed veel uren geleden dat we nog eens naar de
markt geweest zijn. Wij dus gezwind naar South Melbourne Market. Ik heb er een
Spanjaard ontdekt. Zijn winkeltje is netjes verzorgd en het wordt uitgebaat
door 2 Spanjaarden, de ene van Barcelona en de andere van Madrid. En
opmerkelijk:ze maken tot op heden nog
geen ruzie. Daar enkele empanadas gekocht en wat Jamon Ibérico. Dan naar mijn
favoriet viskraam met een lange toog van zeker 20 meter en dan nog een korte toog
van 5 meter. Uit het overaanbod heb ik gekozen voor de beerkreeftjes
(Scyllaridae). Met zijn 10 pootjes onderaan zijn schild, lijken ze niet alleen
op een voorhistorisch dier. Ze zijn het ook. Zoals bv ook de degenkrab. Met wat
gemengde sla, ei en tomaat en een Chardonnay even fijn en lekker als een echte
kreeft. Voor morgen koop ik in een moeite nog 4 moten barrramuni (Lates
calcarifer). Het is geen visje dat je wil tegen komen tijdens een vrijblijvend
zwempartijtje. Volwassen meet zij 2 meter en zij weegt makkelijk 60 kg. Het
merkwaardige is dat alle mannelijke exemplaren in de loop van hun 6de
jaar van geslacht veranderen. Alle grote barramundis zijn dus wijfjes. Nu gij.
Toen ik het verhaal voor de eerste maal hoorde, geloofde ik het verhaal niet.
Maar Wiki bevestigt het onwaarschijnlijke verhaal.Als mijn ogen verder langs de immense toog
dwaalt, valt mijn oog op zee-egels 6 euro. Binnenin zitten 5 gele tongetjes. Die
alleen zijn eetbaar. Hier op de markt vragen ze voor een doorsnee kwaliteit 10
AU$ per egel ( 6). In Japan wordt voor de premium exemplaren een veelvoud neergeteld.
Die staan nog op mijn verlanglijstje voor een van de komende dagen. Net voor ik
afscheid neem van het grote viskraam zie ik nog de indrukwekkende V-staart van
een geel-vin tonijn liggen. Van punt tot punt meet die V-vormige staartvin een
halve meter en de vinnetjes langs de zijkant van de staart steken met hun diep
gele kleur fel af tegen de zwarte huid van de vis. Geel-vin tonijn kost hier 55 AU $ per kilo of
33. Er ligt ook een baby zeeduivel (Lophius) voor 15 AU$ ( 9) in aanbieding.
Vervolg van de hygiënische inspectie. De badkamer is mooi,
gerieflijk en voorzien van alle toeters en bellen. Alles nieuw, allicht recht
van de bekende vierletter design keten: een ruime inloopdouche, een mooi lavabo
met een spiegelkastje met ingebouwde verlichting en een toilet. Maar schijn
bedriegt ook hier.
De inloopdouche heeft een afloop van slechts ¾ duim met
daarin nog een haarfiltertje. Nogal wiedes dat als Kris haar haar wast, de
badkamer onderloopt. De eerste maal als zich dat voordoet, ontrolt zich een typische Fawlty Towers scène. De oorzaak
van het onheil (Kris dus) staat onder de douche en vraagt heeel nadrukkelijk om
een onverwijlde interventie van de loodgieter van dienst (ondergetekende dus,
niet John Cleese). Met ware doodsverachting op zijn gelaat schiet die man zijn
kleren uit om de natte interventie zo snel als mogelijk uit te voeren, want de
waterplas op de grond neemt alsmaar indrukwekkender vormen aan. Op de valreep redt hij zijn toiletzak die dreigde weg te spoelen (ne mens kent zijn prioriteiten nietwaar) en tot slot vraagt hij met
enige aandrang om de douchekraan dicht te draaien. Gelukkig is het euvel makkelijk
te verhelpen: er ligt een schroevendraaier in de natte cel om de bewuste
afdektegel van de sifon op te lichten. Nooit
kunnen indenken dat ik op mijn ouderdom dergelijke toeren zou moeten uithalen.
Als ik daar zo laag bij de grond aan het prullen ben, valt
het me op dat de glazen scheidingswand tussen de douchecel en de rest van de
badkamer oorspronkelijk allicht meer doorzichtig was dan nu het geval is. Ik
wrijf er met mijn hand over en ik voel de pokdalig opgedroogde water/zeep
druppels. Ook hier is overduidelijk in geen maanden gepoetst. Ronduit vies. Ik
krijg er jeuksel van. Een welgemikte aanval met een vodje en wat afwas product
(ik vind immers geen ander poetsproduct) doet wonderen. Kris moet nu een
zonnebril opzetten om haar ogen te beschermen tegen de lichtschittering. Het is
me een raadsel wat die poetsdienst hier enkele dagen geleden komen doen is.
Poetsen in elk geval niet.
Over de lavabo hoor je ons niet klagen. Het is een elegant losstaand
ovalen kuipmodel gemonteerd op een houten kastje. Goed gedaan. Tussen de wand
en de rand van de lavabo is er uiteraardeen vrije ruimte van pakweg 7 cm. Daar staat een pompje met handzeep. De
eerste avond had ik daar zonder argwaan mijn tandborstel gelegd. Erg dom van mij,
want de volgende morgen plakte de steel van mijn tandenborstel aan het houten
kastje. Ik ruk hem los en besef dan dat die ruimte helemaal vol plakt met
lagen opgedroogde handzeep. Naïef probeer ik de kleverige smurrie met een
poetsdoekje en heet water op te ruimen. Met als resultaat, schuim en schuim en
bij alle volgende pogingen nog meer zeepschuim. De operatie heeft een paar
dagen doorlooptijd gehad.
Het toilet werkt feilloos en er drupt niet. Dat is al veel.
Maar de industriële vormgever/ster van dit model heeft duidelijk nog nooit een
toilet van dichtbij bekeken en hij of zij heeft er ook nooit bij stil gestaan
dat spoelwater zijn efficiëntie niet haalt uit het woord spoel maar uit goed
uitgekiende wervelingen en een voldoende ruime afvoer. Dat is hier niet het
geval: het is een inspiratieloos kuipje met onderaan een vierkante (!) afvoer
van 3 bij 3 cm. Kortom elk bezoek vergt een poetsbeurt met een speciaal
daarvoor ontworpen borstel met rechthoekige kop van 3 bij 3 cm. Allemaal echt waar. Tot daar onze poetservaringen in Melbourne. Ik vrees dat het elders nog erger is.
Mooi weer vandaag, dus wandelen we weer. Ondertussen
mijmeren we een beetje over de inhoud die vele Aussies geven aan het begrip
poetsen. Dat blijkt erg relatief te zijn.
De eerste avond dat we met Toon en Romana gingen uit eten, was
de tafel zo vettig dat onze vingers er bijna bleven aan kleven. We maakten de
ober hierop attent. No worries antwoordde die, dat is de houtsoort die dat
veroorzaakt. Het wasgrenen, dus dat
excuus kon ik niet moeilijk aanvaarden. Na enig aandringen, komt de ober met
een onfris vodje het plakkerige tafelblad proper vegen. Hij rondde zijn ontsmettingsinterventie
af met de dooddoener dat de tafel nu echt wel gepoetst was. Ik had zo mijn
twijfels want we bleven er nog net even sterk aan kleven als voordien. Het
enige wat ie kwibus naar mijn bescheiden, maar enigszins toch wel koppige
mening, gedaan had was de oude smurrie van de tafel grondig vermengen met de
smurrie van zijn smoezig poetsdoekje.
De volgende B&B waren, op die ene in Launceston na,
allemaal in min of meerdere mate in hetzelfde bedje ziek. Het lijkt alsof ze
hier gewoon niets poetsen, geen tafels, geen vloer, geen keuken, geen ruiten,
geen huizen, niemendallen. Maar ja, ne mens went aan alles en na verloop van
tijd stoorden we ons er nog amper aan. Tot we, terug in Melbourne, onze B&B
Historic Stables willen boeken.Het feit
dat de eigenares haar B&B volgens de nieuwe regeringsrichtlijnen zou moeten
sluiten, negeert de bazin straal. Begrijpelijk
want ze kan ons op die manier in het zwart logeren. Maar we moeten wel enkele
dagen geduld oefenen want de kamers moeten nog gepoetst worden. Vier dagen
poetsen???? Wat hebben de vorige bewoners daar uitgespookt, vraag ik me af.
Zwijgen is goud waard, dus ik stel geen vervelende noch
indiscrete vragenZe houdt woord en na vier
dagen mogen we er eindelijk intrekken. Op
het eerste zicht lijkt alles lijkt prima. Een volledig in gerichte keuken met
afwas- en wasmachine, keukengerei, keukenrol, koffie enz. Maar ondanks alle
poetswerk plakt het aanrecht serieus. Heeeeel serieus, want als Kris de
volgende dag een pakje chocolade dat ze, daags voordien op het aanrecht gelegd
had, wil oppakken, lukt dat niet. De verpakking scheurt en de helft blijft aan
het aanrecht plakken. Ja wadde! Ik wil het niet weten wat de vettigheid moet
geweest zijn vóór die algehele poetsbeurt. Sindsdien reinig ik na elke afwas
het hele aanrecht met afwas product. Er is al flinke progressie te melden maar
we zijn er bijlange nog niet.
En gisteren hebben we de eerste kinderkakkerlakken een
militaire oefenparade zien houden. Gelukkig zonder muziekkapel. Maar waar er
kindjes rond lopen, moeten er ook ouders zijn. Ik heb aan Kris voorgesteld, mocht
zij interesse hebben om met de hele kolonie kennis te maken, dat zij vannacht
zo rond 2u in het duister stilletjes uit haar bed kruipt en dan onverhoeds het
licht in de keuken aansteekt. Plots is alle interesse voor die vinnige beestjes
verdwenen. Curieus.
We hebben de dag afgerond met heerlijk à point gebakken
Tasmaanse zalm met een fles Chardonnay van de Barrosso Valley alhier.
Na het paaslam met mosterdsaus en aangepaste wijn van
gisterenavond, houden we het vandaag kalm op culinair niveau. Het is stralend
weer, dus maken we samen Toon en Romana een aangename wandeling naar Monnee
Ponds, een dorpje een 4-tal kilometer verderop. Een mooi en proper buurtstadje. Hier komen we zeker nog eens terug.
Vandaag administratie en financiën dag. Ik kijk intussen op
tegen een stapeltje kastickets van zeker 2cm dik. Kris gaat ze op datum
rangschikken. Dat is dé belangrijkste aanzet om in het bos de bomen te kunnen
blijven zien. Anderzijds probeer ik ook goed bij te houden welke
vooruitbetalingen we geannuleerd hebben, voor welke we een terugbetaling
krijgen en voor welke een compensatie in credits en daarenboven wanneer.
Gelukkig heb ik de reflex gehad om dat hele administratieve kluwen, gespreid
over bijna 2 maand, in een spreadsheet bij te houden. We vinden onze jongen er
nog steeds in terug. Dat is een geruststelling. Probleempje is wel dat ik
vandaag de verrichtingenstaat van mijn creditcard niet kan openen. Ik krijg een
foutmelding. Ik zal maar wachten tot morgen.
In de namiddag opnieuw naar Moonee Ponds gewandeld. Daar in
een restaurant met de naam Hecho en México mezelf op een margarita classica getrakteerd
en Kris ermee laten kennis maken. Het smaakt haar.
De openingsuren van de
lokale supermarkten slaan me wel met verstomming: elke dag (dus ook zondag) ze zijn open van 06 uur tot 24 uur.Voor de consument een paradijs, maar ik kan
hieruit ook afleiden dat het personeel hier niet of bijna niet gesyndiceerd is.
Anders is een dergelijke regime onbetaalbaar.
We zijn met de trein terug gekeerd. We zaten alleen in onze
wagon.
s Avonds bij Toon gaan eten en als nagerecht de Kiwano, die
we eergisteren op de markt gekocht hebben, opgegeten. Het vruchtvlees ziet
groen en heeft inderdaad de zelfde textuur als een passievrucht, maar het
smaakt naar zoete komkommer. Leuk als afwisseling, maar ook niet meer.
Ik schaam me een beetje, maar we kunnen over niets anders
meer vertellen dan aankopen, koken, eten en afwassen. Er gebeurt hier ook niets
anders meer. Intussen wordt het hier langzaam maar zeker herfst. Meer
bewolking, meer frisse wind en alsmaar minder zon. Het aantal regendagen zal nu
ook wel beginnen toe te nemen. We wisten dat dit er zat aan te komen. In de complexe
zoektocht om zoveel als mogelijk niet in het verkeerde seizoen in de verkeerde
regio te reizen, hadden we na flink wat studie, wikken en wegen en raad
vragen- doelbewust als eerste etappe van
de reis geopteerd voor Tasmanië en Melbourne, net voordat in die Zuidelijke
regio de herfstperiode aanvangt. Daarna zouden we dan progressief alsmaar
Noordelijker reizen (dus naar de evenaar toe), zodat we de herfst gedurende de
hele reis zouden voor blijven. Tegen dat begin mei in Cairns zouden toekomen,
zouden daar de vervaarlijke jaarlijkse orkanen van het regenseizoen voorbij
zijn.Mannen maken plannen, jaja.
Dus zijn we noodgedwongen, na een lekker paaseitje, pers
geperst fruitsap en uitgebreid ontbijt at Tiffanys (met onder meer rogge-zuurdesembrood,
rozijnenbrood, vijgen, geitenkaas met asse, verse yoghurt, jamon iberico, bos- en brambessen), opnieuw inkopen gaan doen op de lokale bio
markt. Een litertje bio yoghurt en wat groenten. Dan valt mijn oog op een
vrucht die ik nog nooit gezien heb. En dan moeten ze wel van heeeel ver komen.
Ik kan de vrucht qua uiterlijk best vergelijken met een tuna (de vrucht van een
cactus) met gelijkaardige kleurschakeringen(geel-groen) maar dan groter en dikker en met dikkere stekels. Het ligt
voor de hand dat ik dacht dat het een voor mij onbekende soort tuna betreft.
Maar neen, het blijkt een African Horned Cucumber te zijn ofte een Kiwano. In
het Nederlands een gehoornde meloen. Het vruchtvlees lijkt op het vruchtvlees
van een passievrucht en het smaakt er ook naar. Voor de liefhebbers hierbij de
wetenschappelijke naam: Cucumis metuliferus.
Valt hier zonet de huisbazin van de B&B binnen met een
bloementuil van 5 Proteas. Voor zij, die nog niet in Zuid Afrika geweest zijn,
even toelichten dat het een enorm grote en mooie bloem is die tevens denationale bloem van dat land is. Kijk maar
even op tinternet. Gewoon uit appreciatie omdat wij zulke fijne klanten zijn
(zegt zij) en allicht ook uit erkentelijkheid dat ze haar B&B onverhoeds
voor één maand extra in t zwart kan verhuren (denk ik). Het speelt geen rol,
beiden partijen varen er wel bij.
Onze reis langs de Oostkust van Australië lijkt steeds meer
op een culinaire reis in Melbourne. We worden zo stilaan specialist in het
opsporen van de juiste marktstalletjes om ingrediënten aan te kopen die min of
meer beantwoorden aan de Europese normen van fijn voedsel in plaats van
ondermaatse bestanddelen die als enige functie lijken te hebben de honger te stillen.
Inderdaad, Paaszaterdag 8 uur s morgens en wij zijn weer
aan het trammen naar South Melbourne Market, dit keer met Toon, Romana en
Jacqueline. Een bijna lege tram voor ons alleen en we rijden door verlaten
straten. We kunnen misschien een reisgids schrijven met suggesties voor mogelijke toeristische activiteiten in
Melbourne tijdens een pandemie. Vermits het district Melbourne 10 keer groter
is dan Brussel, is dit allicht wel een gat in de markt en kan het een veelgevraagde
handige reispocket worden. En we kunnen het opsmukken met weidse en verlaten
beelden van een lege stad Melbourne.
Vorige woensdag hebben Mark en ik alles verkend op die
overdekte markt en gecheckt wat er op paaszaterdag nog open is. Zo weten wat we
waar willen en kunnen kopen voor onze paasmaaltijden. Weerom een aangename
bezigheid, al is het reeds te druk om voldoende afstand te kunnen houden in
deze corona-tijden. Het duurt dan ook niet lang of het veiligheidspersoneel grijpt
kordaat in door paaltjes en linten te
installeren om de mensen spontaan te laten aanschuiven in rijen. Ook op straat
patrouilleert de politie. Braafjes houden wij voldoende afstand van het jonge
gezinnetje.
Zoals verwacht, trekt Mark onmiddellijk naar het beste
viskraam, niet om direct vis te kopen, maar wel om fotos te nemen: een
plezante verkoper ziet hiervan de humor in en verwittigt al lachend, dat Mark voor
elke foto een AUS dollar dient te betalen: zelfs in ietwat stresserende
momenten zijn er steeds grapjassen! Wij
kopen verse tonijn, zoals gepland, alhoewel die kleine kreeftjes er heel
sappig, vers en smakelijk uit zien. Het zijn Scyllaridae (Beerkreeftjes in het
Nederlands). Hier noemen ze hen Moreton Bay Bugs. Heb je ooit al blauwe visfilet
gezien? Wij niet. Enfin, we hopen dat we nog even tijd krijgen om dit allemaal uit te
proberen!
De bestelling van een ontbeende en opgebonden lamsbout is
wat moeilijker, want dat is hier niet zo gebruikelijk: ofwel met been ofwel
versneden lamsvlees, zoals voor stoofvlees. Op vraag kon men wel ontbenen, maar
niet opbinden: het zij zo.
Een gesloten kriekentaart met zanddeeg wordt het dessert voor
vanavond. Bij het opbergen hiervan in mijn herbruikbare boodschappentas (I
choose to re-use, noemen ze dat hier), voel ik dat deze zo zwaar is dat ik er
gemakkelijk iemand kan mee neerkloppen. Waarschijnlijk is die fijne patisserie,
toch iets minder fijn? Misschien toch beter een open fruittaart gekozen? We
zien wel hoe mierenzoet het zal zijn vanavond.
Zo te zien, werkt de aankondiging van de Premier van Nieuw
Zeeland, dat de leveringsbedrijven van chocolade paaseieren en paashaasjes, nu
ook behoren tot de essentiële noodzakelijke behoeften, ook voor Australië. Toch
kunnen ze ons niet bekoren, omdat wij zo verwend zijn door onze Belgische
chocolatiers. Voor de aanschaf van verse groenten en fruit, is de wachtrij al
behoorlijk lang geworden, ten gevolge van het rigoureus respecteren van telkens
1 1/2m afstand. Ik schuif aan en Mark gaat ondertussen op zoek naar donker zuurdesem
brood, op steen gebakken. Weerom getuige van zongerijpte vruchten en groenten:
een overdaad! Princesseboontjes en zoete maïskolven mogen niet ontbreken!
Na 20 minuten aanschuiven voor een take-away koffieke, keren
wij tevreden en geladen terug met de snelle en stipte trammekes. Wat kan het
gevoel van bijna alleen op deze wereld en van ons toch ook wel deugd doen!
Dit komt nooit meer terug en als het moest terug komen, zullen wij het
waarschijnlijk niet meer meemaken. Misschien toch maar best beginnen aan een
reisgids voor zij die na ons zullen komen?
Nu Mark ondertussen ons huisje grondig heeft gestofzuigd met
matten uitkloppen en al, lijkt het, naar Australische normen very clean en
kunnen wij ons volk verwachten.
Onze maaltijd wordt duchtig gesmaakt, zelfs door Jacqueline
die, niettegenstaande ze moe toekomt,helemaal opkikkert en goed gezind en met een rode wangen van inspanning,
het terrein verkent: goddelijk hoe ze nu al met lading in de hand rondstapt en
van geen hindernis vervaard is, zelfs in achteruit!
Het was een Paaszaterdagavond om nog gelukzalig aan terug te
denken!
Vandaag is het Goede Vrijdag. In tegenstelling tot de
Westerse wereld wordt hier in Australië deze kerkelijke hoogdag grondig
gevierd. Alle winkels, bakkers en ketens zijn gesloten, terwijl ze op Stille
Zaterdag en op Paasdag wél open zijn. Op Paasmaandag is hier, net zoals bij ons,
alles gesloten.
Kris heeft speculaas gemaakt met de lokale ingrediënten. Dat
betekent uiteraard roeien met de riemen die wehebben, vooral inzake de typische speculaas kruiden. Dat kruidenmengsel kennen
ze hier immers niet. Maar ook de bruine suiker stelt problemen. Aanvankelijk
vind ik alleen lichtbruine, maar de volhouder wint en uiteindelijk vind ik een
kilogram donkerbruine suiker. Maar als we het pak thuis openen komt er, naast
de klassieke geur van donkerbruine suiker, ook een aroma vrij dat ik best kan
omschrijven als lichtjes aangebrande suiker. Het laat zich raden: ondanks
flink wat improvisatie lukt het baksel goed, ook de kleur klopt, maar er hangt
een verbrand geurtje aan. Naeen paar
beten, proef ik het echter niet meer. Dus goedgekeurd.
Deze namiddag nog een mooie natuurwandeling gemaakt langs de
Moonee Pond Creek die ons na een 3 km in de Docklands van Melbourne brengt. Ook
daar is alles gesloten, op een chocolateria na, met de naam San Churro.
Spitsvondig zijn de Aussies wel, als het op het uitdenken van originele
benamingen aankomt, althans. Kris bestelt een warme chocomelk. Ze heeft hem wel
maar half opgedronken. Hij is blijkbaar een beetje té zoet voor haar. En dat
wil wat zeggen. Op de terugweg komen we langs de oevers van de Creek een reiger
tegen en een aalscholver die een vers en eigenhandig gevangen visje poogt naar
binnen te zwelgen. Maar hij heeft het er lastig mee, want zijn prooi gaat niet
akkoord en spartelt flink tegen. Hoe zou je zelf zijn.
Staalblauwe hemel en een stralende zon. Wat een zalig
herfstweer. Dus beslissen we naar het strand in Saint Kilda te trammen en
vandaar een fikse strandwandeling van 8 km naar Brighton Beach te doen. Het
traject met openbaar vervoer én de aansluitingen verlopen vlekkeloos. De
wandeling was gewoon zalig. s Middags wat gegeten in Elwood Bay, een dorpje
halfweg tussen St Kilda en Brighton Beach. Het is duidelijk dat we door een
equivalent van Knokke stappen. Kasten van villas aan het strand zoals ik aan
de Belgische kust nog niet gezien heb. Een ervan had een gevellengte van naar
schatting van zeker 50 lopende meter en drie verdiepingen hoog. Allemaal voor
één gezin, want er ismaar 1 bel en 1
brievenbus. Aanpalend aan het huis staat er nog overdekt zwembad. Ik heb wat
last om Kris te laten voort wandelen. Ze raakt er maar niet op uitgekeken laat
staan uitgepraat.
Het bezoek aan het strand van Brighton is een historische
ervaring. Normaal gezien kan men daar over de koppen lopen. Nu was het nagenoeg
leeg. Een speciaal gevoel wel. Maar het had één voordeel: nu kwam de 100 m
lange sliert van felgekleurde strandcabines van het begin van de 20ste
eeuw helemaal tot hun recht.
De weg terug goed voor een slordige 30 km- hebben we met
openbaar vervoer gedaan: 1 bus en 2 trammen. Alle overstappen sloten naadloos
op elkaar aan en dat tegen een te verwaarlozen prijs van enkele euros de man.
De directie van De Lijn zou hier best eens een maandje op cursus komen.
Enkele dagen geleden hebben we tijdens een tramrit naar
Saint Kilda opgemerkt dat er onderweg een enorme markthal, South Melbourne
Market Via internet heb ik vernomen dat die vanaf 7 u s morgens open is.
Vanmorgen rijden we er naar toe. En inderdaad. Het gaat niet om één hal, maar
een immense verzameling van op elkaar aansluitende hallen. Ik schat dat het in
totaal wel 22.500 m² beslaat (150 bij 150 meter). De kwaliteit van de
aangeboden waren, zowel de groenten als de vis, het vlees en het gebak, is echt
indrukwekkend. De waarheid gebiedt me ook toe te geven dat de meeste groenten
kwalitatief zelfs beter zijn dan in België. Ik denk bv aan gember, paprikas,
boontjes, broccoli, maïskolven enz. Zelfs het gebak oogt hier Europees, lees:
meer verfijnd. Hoe langer we hier verblijven, hoe meer we inzien dat we, mits wat
zoeken, wel degelijk kwaliteitsproducten kunnen kopen om lekker te koken. Gaan
eten is en blijft een ramp.
Vanmiddag kom ik mijn belofte na en ga naar de Mexicaan om
tamales te gaan kopen. Een ontgoocheling, want ze trekken op niet veel. De
vulling bestaat nagenoeg alleen uit afgekookt kippenvlees. Ik had ook een
tamales met varkensvlees genomen. Dat smaakte wat beter af, maar al bij al
blijven ze kwalitatief ondermaats. Gebuisd zijn ze.
In de plaatselijke drankenwinkel staat de Campo Viejo in
promotie. Hij kost hier dan meer 16 Australische dollar, zo een 9,5 euro. Ik
neem er drie uit het rek en ga naar de kassa, terwijl de kassiereen fles scant, babbel ik wat met hem en als
ik terug thuis ben realiseer ik me dat die man slechts 1 fles heeft aangerekend.
Dat komt neer op iets meer dan 3 euro voor een fles Campo Viejo. Ik ga terug,
leg hem uit dat hij zich vergist heeft. Die man is zo aangenaam verrast door
mijn eerlijkheid, dat ik maar één van de twee flessen moet bij betalen. De
tweede krijg ik gratis. Dus drink ik nu Campo Viejo van 6,4 euro de fles.
Vannacht had Kris last van haar omgeslagen enkel. Dus
beslissen we dat het beter is om het vandaag (nog) wat kalmer aan toe doen.
Eigenlijk hebben we maar een korte wandeling in de buurt gemaakt. Onderweg ben
ik een Mexicaans restaurant tegen gekomen. Noodgedwongen is hun business model gereduceerd tot een take-away. Achter de toog een echte Mexicaanse
dame, dus neem ik de kans te baat om nog eens wat Spaanse te praten. Zijblijkt afkomstig te zijn van Guadalajara. Op
mijn vraag hoe ze hier aangeland is, antwoordt ze dat ze met haar toenmalig
lief, nu echtgenote, naar Australië gekomen was als student om Engels te leren.
Heel rare uitleg vind ik, want de VS liggen toch een heel stuk dichterbij zou
ik denken. Blijkt dat ze als Mexicanen de VS zomaar niet binnen kunnen en dat,
als het dan toch lukt, ze hun studies niet mogen combineren met werk. Volgens
mij klopt er geen iota van het verhaal, maar ik dring niet verder aan en kom
ter zake. Ik informeer of ze empanadas maakt. Neen, wel tamales en flautas. Ik
bespreek even met Kris en dan vraagt de Mexicaanse of we Duisters zijn. Bijna
antwoord ik haar, Belgen. Waarop zij prompt zegt dat ze in België geweest is. Ik ben
intussen wat achterdochtig geworden met haar verhalen die overlopen van het typisch Amerikaans enthousiasme en tracht die ballon te doorprikken. Dan begint ze enthousiast
de lof af te steken over de Belgische bieren, zoals Trappist en Westvleteren.
En tot mijn stomme verbazing spreekt ze die namen nog feilloos en perfect uit.Ik sluit af met de belofte de volgende dag
wat te komen bestellen.
De zon schijnt opnieuw. Dat is een verademing na twee dagen
rotweer. Dus trammetje genomen naar de kust: Saint Kilda. We stappen rechtstreeks
naar de kaas en wijn winkel van ons meiske uit Charleroi. Maar we hebben pech, haar winkeltje is s maandags gesloten.Dat was ik bij ons eerste bezoek vergeten te controleren. Dan op zoek gegaan naar Acland Street, omdat daar
nogal wat winkeltjes en restaurants en snuisterijen geconcentreerd zijn.
Onderweg passeren we door een aangename residentiële wijk met mooie bomen. En daar kom ik eindelijk mijn eerste interessante vogels tegen: ene Anthochaera caruncula en een Trichoglossus
moluccanus. Dan even een foto gaan nemen van de inkom van een lunapark dat hier
als sinds de jaren 20 van de vorige eeuw staat. Uiteraard intussen gerenoveerd en gemoderniseerd. Niettegeloven, maar de inkom van het complex ziet er identiek uit
als de inkom van de kerken van de Cao Dai sekte in Vietnam. Je moet maar eens
op internet kijken naar de Cao Dai kerk in Tay Ninh met twee kerktorens in kitscherig
Engels lichtblauw en lichtroze.
Dan mis trapt Kris zich even en slaat haar enkel om. Gelukkig
gaat de pijn snel over. We kunnen dus gelukkig verder wandelen naar en in de Acland Straat, de winkelstraat. We slenteren van de ene rommelwinkel naar de volgende patchoeli (ik weet jandorie niet meer hoe we dat horen te schrijven) winkel en vergapen ons aan talloze patisserieën met wansmakelijk grote gebakken (geen gebakjes) in de meest afstotelijke kleuren tot plots, ik weet echt niet waarom, mijn aandacht getrokken wordt door een .bierwinkel die beweert 600 soorten bier te verkopen. En ik heb geluk: hij
is open. Blijkt dat die uitbater onder meer een wand van 1m breed bij 2m hoog volgestouwd
heeft met Belgische bieren. Wat een verschil met een decennium geleden. Ik herinner me dat ik overal in de wereld promotie heb moeten maken voor Belgische bieren. Ik voelde mij toen bij momenten als Paulus die het christelijk geloof wilde verkondigen aan al die ongelovigen in de Westerse wereld. Ik kijk in Australië in het algemeen en hier in Saint Kilda in het bijzonder rond en ik ben
tevreden, ik zie dat ik mijn werk grondig gedaan heb. En dan ging ik rusten..
Zondag betekent hier zondag markt. Een klein marktje waar
lokale neringdoeners hun organic en ethic waar aan de man/vrouw proberen te
brengen. Uiteraard niet de goedkoopste plaats om inkopen te doen, maar daarmee
hebben we nog eens een doel om naartoe te wandelen. Wat de Aussies bedoelen met
organic en ethic is me niet erg duidelijk. Alle etenswaren hebben die
woorden op hun verpakking staan. Ook melkproducten zijn organic en ethic.
En steevast staat er dan onder de hoofding allergieën uitdrukkelijk vermeld: bevat
melk. Mijn sokken zakken hier af bij zoveel verbale nonsens.
We hebben alleen verse yoghurt gekocht en jawel,de hele reutepeuteut die ik hierboven beschreven
heb, staat er weer mooi op. Wat een geruststelling voor een consument dat de
yoghurt hier melk bevat en van een organische en ethisch verantwoorde koe komt.
Als klap op de vuurpijl wordt die
onzinnog aangevuld met de
wereldschokkende informatie dat de mannelijke kalfjes met melk gevoed worden. Voilà,
nu gij. Hoe de vrouwelijke kalfjes gevoed worden, zal mij voor eeuwig en acht
dagen een raadsel blijven.
In de namiddag een wandeling in de regen
gemaakt. Niets speciaals dus. En s avonds bij Toon aan tafel kunnen
schuiven voor een fijne vegetarische lasagne. Wat kan een mens nog meer verlangen?