Zonnige zondagochtend en dus is een
dagtripje met de auto naar de kust gepland: Torquay: zo een 100km ten zuiden
van Melbourne. Een surfer- en kiteparadijs. Mark lukt er in om nog snel over
een weer naar de wekelijkse markt in Flemington te stappen, voor onze
overheerlijke Ash Brie en voortreffelijke organic kwark. Vervolgens rijdt Toon tijdens
de heenweg: hoofdzakelijk een autostrade M1-route.
Weliswaar koude wind en maar 11°, toch zijn er opvallend veel sportieve ijsberen
in Torquay, die de ijskoude zeegolven trotseren. Brr . Ons Jacquelinetje is
diegene die zich direct thuis voelt aan het koude strand en er lustig op los
stapt! De golven zijn hoog en heftig: niet ongevaarlijk, doch het lijken mij
allen ervaren zeerobben te zijn. Ik krijg koude rillingen bij het zien van
schaars geklede kindjes, spelend aan de rand van de zee. De surfers daarentegen
zijn uitgerust in hun speciaal pak, maar toch ook blootvoets.
Wij picknicken in het zonnetje en warmen
ons op aan take-away koffie en thee. Een wandeling langs deze mooie kuststrook
is een streling voor het oog: onaangeroerd strand en krachtige golvende zee met
standvastige cipressen, met hun karaktervolle horizontale takken, zoals in
Philips Island mij ook zo indrukwekkend overkwam en welke het wandelgedeelte
afbakent van het strand. Vaak ook nog met mooi onderhouden grasstroken, die dan
weer de autobaan op een afstand houdt.
Mark en ik verkennen een beetje de
verzorgde woningen en appartementen, terwijl de jeugd aan het rusten is. Wanneer
ik een tweede verblijf mocht kiezen, zou ik wel weten voor welk appartement ik
zou gaan: ééntje uit een geheel van 14 appartementen, trapsgewijs gebouwd en
allen met zicht op dit stukje prachtige zee met zijn ruige golven. Ideaal voor
surfers. Maar ja, dat is niet aan de orde, want surfen is ook niet mijn ding!
Dromen mag altijd. En kort nadien dromen wij met zijn allen dat het pakje friet
met ayola saus en ketchup smaakt, zoals bij heet weer: het warmt ons toch op van
binnen en het smaakt!
Tevreden en uitgewaaid keren wij
huiswaarts: gelukkig was er toch nog iemand wakker in de auto omveilig terug te rijden naar huis, want allen
waren uitgeteld: ik heb dus zalig genoten van de snurkende passagiers en het
zacht rijden met die hybride Toyota auto van Toon en Romana. Ik ben ervoor gewonnen om ook te kiezen voor een hybride
wagen!
Eens terug thuis kunnen wij opnieuw
genieten van een smaakvolle maaltijd in ons huisje: broccoli soep met spekjes
en daarna puree met prei en peterselie en een zalmmoot met mosterd en dille, gebakken door Dillen, die ondertussen terug
bij zijn positieve gekomen is. Daarbij een witte Australische Chardonay 2018. Het dessert (zelfgebakken cake met
bosvruchten) wordt meegenomen naar de overkant, want de buikjes zijn vol.
Toon en Romana beginnen te beseffen dat
het restaurant t Huisje aan de overkant zijn laatste week in gaat: tenminste
als Mark en ik erin lukken om op maandag 1 juni aan onze rondreis door New South
Wales te beginnen. Wat zijn wij erop uit om, na 8 weken Melbourne, eindelijk
aan onze rondreis te beginnen: in plaats van Queensland wordt het NSW. Allicht
zal het wat warmer zijn dan hier in Melbourne en daar snakken wij naar! Wij
hebben het samen met het jonge gezinnetje heel goed gehad en bij onze
terugkomst in juli, verblijven wij graag enkele nachten in hun nieuw huis in
Woodend, zo een 70km van Melbourne. Zij verhuizen immers op 11 juni naar den
buiten: ook voor hen dus een nieuwe start!
Voilà, ik heb de zoveelste versie (ik ben
de tel kwijt) van ons reisprogramma afgerond. Ik denk dat we hiermee nog iets
van onze reis zullen kunnen maken.
Als
afwisseling trekken we nog eens naar de South Melbourne Market naar onze authentieke
Spanjaard en onze Griek. De Spanjaard bezoeken we telkens voor zijn lekkere
jamon serrano en voor het babbeltje in het Spaans. Petros de Griek is weer gaan
lammeren bij de andere markkramers, dus geen Grieks vandaag. Maar dat belet
niet dat er aan zijn kraam weer de grootste samenscholing is van potentiële corona-dragers.
Het zal hem een zorg wezen. Er liggen weer nieuwe vissen in aanbieding.
Vooreerst de Red Emperor voor de leken. Zijn echte naam luidt Lutjanus sebae.
Blijkt één van de meest geapprecieerde vissen van Australië te zijn, maar wel relatief klein: slechts 60 cm lang. Naar Australische normen is het maar goudvisje,
maar wel een erg gegeerd. Zijn prijs is dan omgekeerd evenredig tot zijn
grootte: 50 Australische dollar de kilo (35 euro). Dat is een stuk duurder dan tonijn of zwaardvis. Nummert twee is een Beryx
decadactylus, Alfonsino voor vrienden.Het is een erg zeldzame helrode vis van 0.5 -1
meter lang, met erg grote ogen, een grote bek maar kleine tandjes. Hij zwemt diep,
soms tot 1000 meter.
Een beetje eentonig, maar we hebben niets
speciaals gedaan of mee gemaakt. Ik heb weer een halve dag gespendeerd aan de
uitwerking van ons reisprogramma. Als afwisseling de 83 uitgaven van mijn
kredietkaart gecontroleerd en een kleine wandeling gemaakt. En dan bij ons eten een lekkere fles rode wijn
open gedaan. De namen van de wijnhuizen zijn hier naar onze normen wel wat
raar. De rode wijn komt van het huis cat amongst de pigeons. Niet direct een representatieve
naam voor een degelijke wijn. Maar hij is wel lekker.
s Avonds is mijn broer Jan ons moeder
van meer dan 96 jaar kunnen gaan bezoeken in het rusthuis. Hij heeft zijn
smartphone mee en hij lukt erin een video-whatsapp te organiseren met moeder en hem enerzijds en mijn zus, Kris en
ik anderzijds. Het duurt even vooraleer zij helemaal door heeft wat er allemaal
gebeurt. Dan is ze zichtbaar gelukkig. Bedankt broer voor de organisatie.
Argenta laat weten dat ze het probleem (om
mijn uitgavenstaat van mijn creditkaart te visualiseren) niet op een twee drie kunnen
oplossen. Ze hebben me de staat voor de maand april dan maar via mail
opgestuurd. Daarmee kan ik aan de slag. Maar de uitleg die ze me geven raakt
kant nog wal. Ik heb, op suggestie van Kris, geprobeerd of ik de staat kan
visualiseren via de app op mijn smartphone. En wonder boven wonder: daar gaat
het wél. Straf hé!
De hele voormiddag ben ik dan ook ijverig
bezig met iedereen die me nog geld moet terugstorten effen aan te manen. En ook
even gecheckt of het verhuurbureau vanaf 1 juni effectief wel campers verhuurt
en of de campingplaatsen vanaf 1 juni ook open zijn. Blijkt allemaal zo te
zijn.Haha, de hemel begint stilaan terug
open te gaan. Er zijn nog wel wat voetangels, maar die zijn er om op te lossen.
Zo willen we op 1 juni in alle vroegte vertrekken. Gepensioneerden hebben
immers geen tijd. Dat veronderstelt dat we de camper een dag vooraf kunnen gaan
ophalen en inladen. Maar 1 juni is een maandag en s zaterdags is het
verhuurbureau gesloten. Dus moeten we hem vrijdag kunnen gaan halen. Hm hm, dat
wordt nog wat. Als dat lukt, dan moet ik de camper nog twee dagen ergens kunnen
parkeren. Maar in onze straat mag dat niet niet, vreest Toon. We zoeken het nog
uit.
De Premier van South New Wales heeft
aangekondigd dat vanaf 1 juni de mensen opnieuw mogen rondreizen in de staat New South Wales en
dat de campings terug open gaan.Gladys
Berejiklian, want zo heet ze, doet exact wat ik al meer dan een maand op gok.
Weliswaar een week later dan ik wenste, maar mijn noveen heeft toch half geholpen.. Queensland (de staat ten
Noorden van South New Wales) doet echter nog niet mee. Een bezoek aan het GBR
(Great Barrier Reef) wordt me dus niet gegund. Het zij zo.
Dat wil zeggen dat ik mijn ontwerp van alternatief
reisprogramma nu concreet kan maken met data en campingsplaatsen. Ik heb mijn
bezigheid dus.
Al goed dat we gisteren naar zee gereden
zijn. Vandaag is het zwaar bewolkt. Dus ideaal om eens naar de barbier te gaan.
We nemen de tram naar onze old fashionned schoenmaker, want in het spiegelbeeld
van zijn winkeltje is er een kapsalon in dezelfde Victoriaanse stijl. Ik word
daar vakkundig onder handen genomen door een uitgeweken Samoaner. Enfin in denk
toch dat we in het Nederlands een inwoner van de Samoa eilanden noemt. En
schrik niet: die jonge gast kon Nederlands! Hij had een tijdje in Rotterdam
gewoond met zijn Surinaams lief. Vandaar. Kris heeft een fotootje genomen van
de hele operatie.
Daarna zijn onze wegen gesplitst. Kris kiest
the stairway to hell en ze opteert om te gaan shoppen in de plaatselijke
H&M. Ik denk beter te weten met the stairway to heaven en keer terug naar
huis. Maar geen beiden kunnen we eronder uit dat het fout loopt. Kris koopt
amper iets en ik verspil de rest van de namiddag aan administratie en testen in
samenwerking met de informaticadienst van Argenta om het visualisatieprobleem
van de uitgavenstaat van mijn creditkaart op te lossen.
Schitterend weer vandaag. En Toon is zo
vrijgevig dat we zijn spiksplinternieuwe Toyota Corolla hybride mogen lenen.
Rechts stuur, automatische versnellingsbak, half elektrisch, links rijden op de ring vanMelbourne (das Brussel in t kwadraat): dat
is nog eens een uitdaging op mijn leeftijd zeg. Als ik de auto start staat de
teller op 58 km, nieuwer kan echt niet. Laat ons hopen dat ik nergens tegen
bots of een onverlaat tegen mij rijdt. De wagen rijdt amaaaaaaaaaaazing zalig.
We rijden naar Point Nepean, op het
uiterste zuidpunt van Melbourne. De havenstad Melbourne is gelegen in het
binnenste van een hoefijzervormige baai. Het zuidoostelijke punt van de baai
werd destijds gebruikt als quarantaine oord. Daar moesten alle mensen en dieren
op de schepen die Melbourne wilden aandoen, 40 dagen in quarantaine blijven,
alvorens ze de baai binnen mochten om aan te meren. Niets, maar dan ook niets
nieuws onder de zon dus. Men hoeft alleen het woord schepen te vervangen door
vervoermiddelen. En dat pest véél besmettelijker en dodelijker was dan
corona.
Op een gegeven moment moeten we de wagen
achter laten en de laatste kilometers afstappen door het natuurpark van pakweg
500 meter breedte. We zien met andere woorden aan onze linkerzijde de Zuidelijke
Oceaan aan onze rechterzijde Port Phillip Bay. Zoals overal in de streek rond
Melbourne amper een vogel te bespeuren. Het doet raar aan, net alsof ze zoals in
Vietnam- allemaal opgegeten zijn. Point Nepean zelf hebben we niet kunnen
bezoeken wegens de corona-maatregelen. We staan daar met och arme 6 man en dan
nog zonder paardenkop. Hm.
Op de terugweg stoppen we in Sorento
(niet te verwarren met Sorento in Italië). Ons vermoeden, ingegeven door de
enorme kasten van villas die we onderweg al opgemerkt hebben, is dit duidelijk
het Knokke van de staat Victoria. Mijn ogen struikelen over Porches, Ferrarris
en zelfs een Maserati en een Bentley. Ik parkeer in alle stilte zo onopgemerkt
mogelijk de Corolla van Toon.Als ik
uitstap zie ik dat de onderkant van de wel erg lage snoet van de fonkelnieuwe auto
de nét iets te hoge stoeprand gestreeld heeft. Ik vertel het hem s avonds en
probeer de zaak niet erger te maken dan het is: enkel de onderkant is wat
opgeruwd en niemand kan het zien en als uitsmijter: Toon jij zal het morgen of
overmorgen ook wel meemaken want de snoet hangt wel erg laag. Too, lijkt het op
het eerste zicht toch wat te relativeren. We zien morgen wel.
Wij hebben in Sorento onze honger in alle
bescheidenheid gestild met een overmaatse en stuitend zoete, maar oh toch zo
mooie, kaastaart en een koffie.
God zag dat het goed was geweest en hij
rustte. Het regent, dus rusten wij ook.
s Namiddags even op bezoek geweest bij
Toon. Hij gaf immers een feestje voor de eerste verjaardag van zijn dochtertje.
Naar Australische gewoonte krijgt een éénjarige een roos smeuïg taartje met wat
aardbeien om eens flink in te dabben (awesome goed voor de fotos vinden ze
hier). De genodigden kunnen rechtopstaand genieten van traag gegaard stoofvlees
bestreken met honig. Alles wordt dan doorgespoeld met lokaal bier.