De twee volgende vouwen vormen de zijflapjes. Ook hier: niet te dicht bij het kaartje vouwen (laat toch aan beide kanten een halve cm speling). Let ook op de symmetrie: beide zijflapjes moeten ongeveer even breed zijn. Het is verder nog de bedoeling dat de envelop een rechthoek of een vierkant vormt, dus de vouwen moeten ook nog eens evenwijdig lopen (net zoals de vouwen die we gisteren maakten, trouwens). Daarna kunnen we het papier uit de hoeken (gevormd door de vouwen) wegsnijden. Eerst werken we de zijflapjes en de bovenflap af. We zetten het mes (scherp aub!) met de punt op de plaats waar de vouwen elkaar kruisen, en we snijden de hoeken eruit. We doen dit echter niet helemaal volgens de reeds gevormde vouwen, maar enigszins schuin, naar het midden toe. Als je voor deze drie flapjes ongeveer een halve cm naast de vouw, richting midden uitkomt, krijg je een mooie envelop. Zijflap en bovenflap zijn maar enkele centimeters breed, en als je een beetje ervaring hebt met papier, kun je dit gerust met de vrije hand proberen. De grote achterflap is veel breder, en die snijden we dus beter met de lat. Hier mikken we ongeveer 1 cm naast de vouw, naar het midden toe. Daardoor valt de bovenflap over de achterflap, en is de envelop goed afgewerkt.
|