Zaag 2 x 4 plankjes, zodat je twee ramen van gelijke grootte kunt samentimmeren of -nieten. Bedenk vooraf welke maat van papier je wilt maken ; deze maat moet overeenkomen met de binnenmaat van de ramen, en niet met de buitenmaat.
Niet of timmer de plankjes tot twee ramen. Op één van de ramen niet je muggengaas. Belangrijk is dat het muggengaas niet doorhangt, maar goed strak op het raam gespannen zit.
Muggengaas strak spannen doe je door in een welbepaalde volgorde te nieten : eerst één niet in het midden van één zijde, daarna een tweede niet in het midden van de tegenoverliggende zijde, daarna de derde niet in het midden van de derde zijde, en de vierde niet in het midden van de vierde zijde.
Pas daarna kun je het muggengaas verder bevestigen, het telkens strak trekkend vóór je niet.
Het gedeelte met het muggengaas is het onderste deel van het schepraam (de zeef), en je moet het met het muggengaas naar boven gebruiken ; het andere raam, zonder gaas, is het deksel.
Je kunt schepramen maken in allerlei formaten, maar bedenk dat je ze niet groter maakt dan de bak waaruit je zult scheppen. Bovendien is het veel moeilijker scheppen met grote schepramen.
|