Kerstvakantie, dus lekker veel tijd om te grasduinen in bibliotheken en tweedehandsboekenwinkels. De oogst is groot, en het eruitvolgende papierplezier navenant. Een boek is voor mij het kopen waard als er minstens evenveel goeie ideeën in staan als ik er euro's voor moet betalen. Het boek op de afbeelding heeft 9 euro gekost in De Slegte, en is zijn geld driedubbeldik waard. Het bevat allerlei origami-objecten waar je iets mee kunt doen: ze lanceren, ze laten wentelen in onvoorstelbaar papiervuurwerk, harde knallen mee produceren, frisbee spelen, wedstrijdjes organiseren tussen kikkers die springen, ... Origami heeft voor mij niets met creativiteit te maken, maar het levert wel veel papierplezier in de vorm van grote uitdagingen. Sommige modellen eisen bijzonder veel nauwkeurigheid, andere zijn afschuwelijk moeilijk, nog andere moet je samenstellen uit eenvoudig te vouwen modules (zie afbeelding gisteren), die dan ingewikkelde puzzels opleveren, ... Als je nu echter regelmatig origami vouwt die door anderen bedacht is, begin je er langzaamaan iets van te snappen, en plots heb je dan toch een eigen ontwerp uit je mouw geschud. Het leukste is echter dat origami zo absoluut nutteloos is, helemaal niet blits of hip, bijzonder bescheiden, spotgoedkoop, en dus één van de meest ontspannende activiteiten die je kunt bedenken.
Op de foto een modulaire mini-origami, samengesteld uit 6 vierkantjes. Het eindproduct heeft een diameter van ongeveer 2,5 cm. Nog steeds kerstsfeer bij Atelier Plano: als je zo'n origami zonder onderbreking maakt, zie je na afloop gegarandeerd sterretjes.
En weet je dat ik heel dat gedoe met die geschenken maar niks vind? Kerstmis is een leuk feest, omdat we weer eens met heel de familie samen zijn en uitgebreid kunnen bijpraten, omdat we vakantie hebben, omdat we veel tijd in het gezin kunnen doorbrengen, omdat het winter is en erg gezellig thuis met overal lichtjes en een heerlijk kitscherige kerstboom, ... Voor mij ruim voldoende om tevreden te zijn; daar hoeven geen geschenken meer bovenop. En hoef ik er van de weeromstuit zelf ook niet veel te geven. Eén probleem: ik vind dat verpakken zo leuk. Maar dat ga ik dan maar doen in de Wereldwinkel hier om de hoek: hebben àndere mensen mooi verpakte cadeautjes, en wordt er weer een boer in het Zuiden wat beter van ... Prettig kerstfeest!
En hier een heel spectaculaire verpakking die o zo eenvoudig te maken is met een rechthoek stevig papier en drie reepjes dubbelzijdig klevende folie. Kleef een tunneltje van het papier door de korte zijden op elkaar te kleven met het eerste kleefreepje. Kleef dan de éne zijde van het tunneltje dicht met het tweede kleefreepje. Stop het geschenkje in het zo ontstane zakje, en sluit het zakje met het derde kleefreepje, maar kleef die zijde op die manier dicht dat ze loodrecht staat op de andere zijde. Het mooiste van het hele ding vind ik echter de naam: dit is een 'berlingot'. Daarvoor alleen al zou je er 20 maken en ze in je kerstboom hangen!
En sta je altijd likkebaardend te kijken naar de prachtige zakjes waarin de zgn. exclusieve winkels hun waren verpakken? Je verpakt één zijde van je geschenkje zoals je gewoonlijk doet, alleen misschien niet zo strak. De andere zijde werk je af alsof het een papieren zakje is (wat het ondertussen natuurlijk ook geworden is).
En als verpakking en inhoud met elkaar harmoniëren, kun je de inhoud rustig uit de verpakking laten piepen. Nog een mogelijkheid als het geschenkpapier bijna op is, en de geschenken nog niet.
Veel objecten zijn eigenlijk al verpakt in een doos of een kistje, of hebben een zeer regelmatige vorm. De geschenkverpakking kan dan heel beperkt zijn: één blad dat verbergt wat het pakje eigenlijk bevat, en een touwtje.
Op de foto een bamboeblad als geschenkverpakking: je wikkelt het blad om de inhoud, beginnend met een hoek van 60°, en zo verder tot het blad helemaal opgebruikt is. Het resultaat is een ongeveer gelijkzijdige driehoek. Is ook zeer goed bruikbaar als je maar een smalle reep mooi papier meer hebt, en je die toch wilt gebruiken om een geschenk te verpakken.
Kartonnen eierdozen zijn prima geschikt als grondstof om papier mee te scheppen. Ze leveren een soort dik, donzig, sterk papier op. Ze zijn wel vrij belastend voor de mixer die de doos tot pulp moet mixen, maar als je ze lang genoeg laat weken vooraf, valt dat ook wel mee. Broodzakken met een paraffine-laagje zijn echter nog beter. Die zorgen voor een papiersoort waarop je kunt kalligraferen. Tot hier niets nieuws: dit alles hebben we hier vroeger al in het lang en het breed besproken. Ivago (die het afval in Gent ophaalt) bezorgt ons nu echter een tip om de eierdoosjes toch een zinvol tweede leven te geven als ze niet meer in het papier verwerkt worden: ze kunnen prima dienen om onderaan in de GFT-emmers te leggen; ze nemen veel vocht op, en composteren zonder problemen mee met de rest van het GFT-afval.
Bekledingen die je niet kunt inlijmen (alles met reliëf, alle fijne stoffen, alle los geweven stoffen waar de lijm doorslaat, ...) kun je dus droog verlijmen. Een alternatief is om het karton dat bekleed moet worden (en dus niet de bekledingsstof) heel dun in te lijmen met PVA-lijm, en die lijm bijna helemaal te laten drogen voor je de bekleding erop aanbrengt. Dit blijft een riskante onderneming, want eens de lijm door de bekleding komt, heb je een lijmvlek die je niet meer kunt verwijderen. Alleen te proberen als je nog voldoende bekledingsstof in voorraad hebt om te herbeginnen in geval van nood, en vooral niet als je je laatste vierkante decimeters van een zeldzaam mooi stofje wilt verwerken.
dubbelzijdig klevende tape en dubbelzijdig klevende folie
Dubbelzijdig klevende tape op rolletjes koop ik nooit. Wel grote vellen dubbelzijdig klevende folie (70 cm op 100 cm). Ik gebruik ze om zgn. droge verbindingen te realiseren: sommige bekledingen gaan nl. kapot als je ze inlijmt (zijde, jute, hennep, papier met reliëf, ...), en daarvoor is droog verlijmen een optie. Of je wil vermijden dat een karton dat je bekleedt kromtrekt. Als je een lijm gebruikt die water bevat (alle vloeibare lijmen dus), dan kun je nooit met 100 % zekerheid voorspellen hoe het karton samen met de bekleding zal reageren tijdens het droogproces. Ook dan is dubbelzijdige folie een veilige oplossing. Er bestaan veel verschillende soorten dubbelzijdig klevende folie: duur, goedkoop, warmtebestendig (zgn. lampenkapfolie), dik, dun, zuurvrij, ... En weet je waarom ik nooit dubbelzijdige tape op rolletjes koop? Omdat je uit die grote vellen hèèl vèèl reepjes kunt snijden, precies zo breed en lang als je zelf wilt. En omdat dit een perfecte manier is om kleine overschotten zinvol te verwerken. En waarom ik dan toch die kleine Henzo-klevertjes koop en niet zelf snijd? Omdat het lospeuteren van de beschermvellen bij die kleine zelfgemaakte klevertjes erg moeilijk en lastig is, wat bij de handige Henzo-verdeeldoos niet meer aan de orde is. Daarom.
De Henzo-klevertjes zijn van 'archival quality', wat betekent dat ze zuurvrij zijn, en dus papier en karton niet aantasten. Het label 'archival' is belangrijk voor iedereen die zich bezighoudt met conservatie van documenten, met archieven, met kunstwerken, ... Google deze term maar eens: er is een hele industrie die 'papersafe' producten maakt en aan de m/v brengt.
Snel iets moeten vastkleven, en geen zin om de lijmpot uit te halen of een kwast vuil te maken? De fotoklevertjes van bijvoorbeeld de firma Henzo zijn dan een fantastische oplossing: verkrijgbaar in dozen met ettelijke honderden klaar-voor-gebruik dubbelzijdig klevende rechthoekjes. Ik gebruik ze nooit om foto's in een album te kleven, maar voor tientallen andere klusjes - ik koop dus altijd de grootste verpakking (en die is nog spotgoedkoop).
Waar ik die bamboebladen vind? In de oosterse supermarkt op de Vrijdagmarkt in Gent. Voor zover ik weet worden die bladen gebruikt voor het inpakken van voedingsmiddelen, in heel mooie, driehoekige pakketjes. Bamboebladen gebruiken als geschenkverpakking voor kleine hebbedingetjes ligt dus voor de hand (met een henneptouwtje als sluiting scoor je gegarandeerd). Wel even volhouden met oefenen, want dit lukt niet meteen zoals je het zou willen.
Het regende gisteren reacties over 'printen op bamboebladen'. Welke heel bijzondere printer ik wel niet in huis moest hebben om dat soort dingen te doen ... Het enige bijzondere aan mijn printer is de prijs: het is de goedkoopste printer die er te vinden is, zodat ik hem zonder financiële bezwaren naar de verdoemenis kan helpen. Zolang hij op de markt blijft, kan ik de inktpatronen hergebruiken (die zijn vééél duurder dan de printer zelf), en kan ik de financiële schade van een mislukt experiment voor mijn bedrijfje beperkt houden. (Let op: ik heb wel milieubezwaren; ik wil niet zomaar toestellen beschadigen en afschrijven. Ik wil mijn ecologische voetafdruk zo beperkt mogelijk houden, vandaar ook ons autoloze bestaan, en de fiets-met-aanhangwagen als er een workshop georganiseerd wordt ...). Ter informatie: ik heb met het printertje van de bamboebladen al bedrukt: papier van ongeveer 30 gr/m² (en dat is zeeeeeer dun, geloof me); vrij dik handgeschept papier met onregelmatige randen; stukjes versleten laken, en nu dus bamboebladen. Na zo'n afdruk of vijftien begint hij te protesteren, en lukt het niet meer. Maar de volgende dag gaan we met nieuwe moed verder, en is hij weer uitgeslapen. Printers hebben inderdaad iets van mensen.
En je kunt er ook nog op printen. Wie zich aangemeld heeft voor de miniworkshop + nieuwjaarsreceptie op 5 januari zal binnenkort via zijn/haar brievenbus kunnen vaststellen dat je met een printer ook nog andere stunts kunt uithalen, ...
Of je maakt een origami van papier dat kan gedecoreerd worden, en je kleurt het werkstuk nà het vouwen. De vouwen van de origami bepalen hoe de kleurstof zich zal verspreiden.