Vorige vrijdag was er dus die langverwachte communicatie van de
Nationale Veiligheidsraad. En wat ik al gevreesd had, is uitgekomen. Het is
verkeerd uitgedraaid omdat ze het basisprincipe vergeten waren: die universele
wereldtaal waar ik nog zó op aangedrongen had.
Maar misschien hadden ze vóór de persconferentie gewoon niet voldoende
tijd gehad voor een spoedcursus West-Vlaams? (Want, ik geef het toe, een
gemakkelijke taal is het niet. Zelfs om een simpel "Ja" te leren vervoegen, is al veel oefening nodig.)
Wat is de overwegende conclusie nu, achteraf?
"Beschamend", "onprofessioneel", "een ramp!"
Maar dan heb ik het niet over de persconferentie van de Veiligheidsraad
of over de kwaliteit van de PowerPointpresentatie. Ik heb het over de kritieken
in de media en de commentaren van de (zogenaamde) communicatie-experten. Ik
durf er veel om te verwedden dat het gaat om communicatiespecialisten die
jammer genoeg geen graantje hebben mogen mee pikken bij deze show, en die maar
al te graag ook een mooie cent hadden verdiend aan dit communicatie-feest. En
nationale naambekendheid hadden willen verwerven. Maar ja, er konden er maar
een paar uitverkoren zijn, en de rest stikt van de nijd en jalousie. En
verlaagt zich dan maar tot schampere commentaren en irrelevante kritiek.
En de media, die pikken die kritieken natuurlijk gretig op: ze moeten
immers hun journaal gevuld krijgen, en de homepage op hun websites, en de
voorpagina's.
Zielig, eigenlijk, want uiteindelijk draait het allemaal toch om de
inhoud. Of niet?
Dat de presentatie met een krakkemikkige PowerPoint-show gebeurd is,
en dat de slides niet altijd synchroon liepen met wat gezegd werd, en dat de
verschillende fases als "1a" en "1b" en "1c" voorgesteld werden in
plaats van gewoon als "1, 2, 3",
en dat Sophie Wilmès niet spontaan of "empathisch"
klonk als ze in haar beste Nederlands haar verhaal probeerde te doen; en dat de
persconferentie te laat gegeven werd en dat ze te lang duurde. "So what?"
Waar het om gaat, is wát er gezegd werd. En dat lijken die communicatie-experten
even vergeten te zijn. Want voor die mannen (en vrouwen) draait het uiteraard
niet om de inhoud van de communicatie, het draait om hén: zij willen in het
brandpunt van de belangstelling staan. En als ze uit de boot gevallen zijn voor
de show zelf, dan grijpen ze nu elke andere gelegenheid aan om zich te
profileren. En de media (naïef of medeplichtig, daar spreek ik me niet over uit),
die doen er enthousiast aan mee.
En ja, het was té technisch en té gedetailleerd. Maar de vorige keer
was het dan weer niet gedetailleerd en duidelijk genoeg. En zo vinden ze altijd
wel een reden om kritiek te geven.
Wie trouwens zou gedacht hebben dat al die journalisten daar uit
journalistiek plichtsbewustzijn tot tien uur 's avonds braaf hebben zitten wachten
op een saaie uiteenzetting van méér dan een uur, omdat ze hun publiek correct
willen informeren, die is ontzettend naïef. Want ze wisten van te voren al wat
er zou komen, door de gelekte documenten; en hoe dan ook kregen ze achteraf een
kopie van het rapport toegespeeld waar het allemaal stond opgelijst. Nee, de
enige motivatie voor die journalisten om daar te zitten, was om zo veel
mogelijk puntjes van kritiek te kunnen noteren. Want kritiek op de politici,
dat scoort altijd.
Maar het moet gezegd: er was ook kritiek op de inhoud.
Voorspelbare en te verwachten kritiek van diegenen die voor zichzelf
méér hadden verwacht en verhoopt. Voorspelbare en te verwachten kritiek van
diegenen voor wie het allemaal een beetje te snel en te veel wordt. Voorspelbare
en te verwachten kritiek van diegenen voor wie het allemaal veel te traag gaat.
Dat soort kritiek is normaal, en te begrijpen. Soms toch. Dat een
bloemenwinkel pas ná Moederdag kan openen, is inderdaad bijzonder pijnlijk, des
te meer omdat de tuincentra wél al open zijn. En dat de markten nog niet
opnieuw open mogen, is een dikke streep door de rekening van de marktkramers.
Enzovoort. Maar de pil is voor iedereen even zuur om te slikken. Als de
bloemenwinkels hun zin zouden krijgen, dan komen de kleerwinkels klagen, en
terecht. Er is nu eenmaal geen mirakel-oplossing die iedereen gelukkig zou
maken. Tenzij we morgen met een flinke scheut bleekmiddel het virus in ons land
compleet kunnen uitroeien.
Kortom: de kritiek op de uiteenzetting was even voorspelbaar als
onnozel en nutteloos.
Maar alle kritiek had wél kunnen vermeden worden als ze mijn voorstel
voor het gebruik van de universele taal hadden gevolgd. Laat dat een les zijn
voor de volgende communicatie-sessie!
En misschien kan Sophie er de volgende keer ook een klein grapje
tussen smokkelen, zoals die wijze leider aan de andere kant van de oceaan
gedaan heeft. Als er dan kritiek komt, kan ze de media altijd nog verwijten dat
ze "dom" zijn.
Meer en meer hoor je (liberale) stemmen opgaan die pleiten voor het
legaliseren van softdrugs. Zelfs afscheidnemend voorzitster Gwendolyn meent dit
nu als een goed idee te moeten lanceren.
Met als voornaamste argumenten: dat je de strijd tegen drugs toch
nooit kan winnen, dat softdrugs al bij al niet zó gevaarlijk zijn of nefast
voor de gezondheid, dat alcohol tenslotte al even verslavend en kwaadaardig is
maar toch legaal te verkrijgen, en dat de staat een mooi graantje zou kunnen
mee pikken aan belastingen als drugs legaal zouden verhandeld worden.
Het klinkt "wijs", maar het
is onzin en gevaarlijk populistisch.
Als je bedenkt dat de strijd tegen tabak en nicotineverslaving volop
woedt, en dat er meer en meer ingezet wordt op het rookverbod (in publieke gebouwen, op openbare plaatsen, in de
nabijheid van kinderen, enzovoort), en dat de verkoop van tabaksproducten
alsmaar strenger beperkt wordt, dan is het te gek voor woorden om de verkoop en
het gebruik van softdrugs vrij te maken.
"Hoe oud ben je, manneke? 16?
Okee. Sigaretten kan je niet krijgen, maar een zakje wiet wel."
En idem voor de strijd tegen het alcoholmisbruik: de controles worden
alsmaar intenser, er is een nultolerantie voor het rijden onder invloed van alcohol,
de verkoop wordt steeds sterker aan banden gelegd. Omdat de schadelijke
gevolgen onmiskenbaar zijn.
Maar softdrugs, die zouden we dan weer vrij laten verhandelen? Vermoedelijk
om dan binnen dit en 15 jaar nieuwe campagnes te moeten lanceren om het
cannabisverbruik te ontmoedigen en te beperken.
Wie verzint zoiets?
Des te meer omdat er meer en meer aanwijzingen zijn dat waar tabak een
verwoestend effect heeft op onze longen, cannabis bovendien ook een erg
negatief effect heeft op onze hersenen. Zijn de voorstanders van het
legaliseren van softdrugs dan zó kortzichtig dat ze er de immense
gezondheidsrisico's maar bij nemen? Want het staat buiten kijf dat het
legaliseren van drugs een boost zal geven aan het gebruik ervan, en dat dus het
aantal mensen dat zal lijden aan de negatieve gevolgen van drugsgebruik ook
drastisch zal stijgen. De vermeende "winst"
voor de staatskas zal helemaal opgeslorpt worden in toenemende kosten voor
gezondheidszorg.
Eén van de "sterkste"
argumenten voor het legaliseren van softdrugs, is dat het demoniseren van alcohol
in de jaren dertig van de vorige eeuw ook geen zier uitgehaald heeft. Het enige
resultaat was dat rond de verkoop en de productie van alcohol een heuse
misdaadgolf is ontstaan, terwijl het gebruik even problematisch is gebleven. Maar
daarmee wordt de valse indruk gewekt dat de drugsmaffia en drugsgerelateerde
zware criminaliteit alles zou te maken hebben met de productie van illegale softdrugs.
En dat dus het probleem van drugscriminaliteit zou opgelost zijn door marihuana
of hasj te legaliseren.
Daar draait het dus niet om! Het grote geld, en de grote bendes, dat
draait om harddrugs, genre cocaïne, heroïne of ecstasy. De zware criminaliteit
draait om dat soort vergif, en ik kan me niet voorstellen dat iemand zou
zeggen: "Laat ons dat ook maar
legaliseren."
En wat de voorstanders van het legaliseren van softdrugs gemakshalve
ook vergeten, is dat elke verslaving "onverzadigbaar"
is: je hebt steeds "méér" nodig om de
gewenste roes te bereiken. Dat is bij een alcoholverslaving zo, en dat is ook
bij drugs zo. Dat impliceert dat een verslaving aan softdrugs vroeg of laat
escaleert tot een behoefte, en uiteindelijk een nieuwe verslaving, aan
harddrugs. Ik neem aan dat niemand, ook niet de voorstanders van het legaliseren
van cannabis, het in zijn hoofd zou halen om te beweren dat harddrugs
onschuldig zijn en "eigenlijk geen kwaad
kunnen".
Wie de deur wagenwijd open zet voor softdrugs, zet meteen ook de deur
op een kier voor harddrugs. Zelfs de meest vrijgevochten "liberaal" kan dát toch nooit als bedoeling hebben?
Droomt u er af en toe ook van om heel snel en gemakkelijk rijk te
worden? En wil het met de Lotto of EuroMillions niet zo goed lukken? Dan heb ik
een gouden tip voor u: wandelen!
Daar had u nog niet aan gedacht, hee?
Ik ook niet. Maar een meneer uit de streek van Aarschot had een
lumineus idee: wandelen langs de trage
wegen in de buurt. En dat heeft opgebracht: 1,65 miljoen euro. Ja, dat
leest u goed: één komma vijfenzestig miljoen euro heeft de man verdiend met
wandelen.
Het verhaal is zó gek dat zelfs Roald Dahl het niet had kunnen
bedenken.
De meneer in kwestie maakt er een "sport"
van om veelvuldig te gaan wandelen langs de "trage wegen" in de streek van Holsbeek en Aarschot. En wat zijn "trage wegen"? Dat zijn paden die niet bestemd
zijn voor "gemotoriseerd verkeer", en
voorbehouden zijn aan voetgangers, fietsers en ruiters. Trage wegen lopen
dikwijls in natuurgebieden, en zijn in die zin bijzonder belangrijk voor de
natuurontwikkeling: ze zorgen voor een "ecologische
verbinding" tussen natuurgebieden, waardoor planten zich gemakkelijker
kunnen verspreiden over grotere oppervlaktes. Bovendien zijn ze een geschikt
biotoop voor heel veel planten die niet (mogen) gedijen in onze afgelikte
tuintjes.
Wat moet je dus vooral doen voor het onderhoud van een "trage weg"?
Helemaal niets, zou ik
denken. De natuur gewoon zijn gang laten gaan. Zoals tegenwoordig ook gebeurt op spoorwegbermen of op de bermen langs de autosnelweg. Ook voor
onze achtertuin wordt meer en meer aangeraden om ruimte te voorzien voor een
stukje "wilde" of "natuurlijke" tuin: een stukje waar de
biodiversiteit ongestoord haar gang kan gaan zonder dat je er elke zaterdag met
een grasmaaier overheen dendert.
In Aarschot en Holsbeek hadden ze dat ook zo begrepen. Maar onze "trage wegen activist" zag dat anders:
die heeft tegen de beide gemeenten een proces aangespannen omdat ze hun "trage wegen" niet goed hebben
onderhouden.
Geen idee waar die man zich precies aan stoort. De netels en distels
tussen de grasstengels? De vele soorten "onkruid"
die overal opduiken? Misschien moet hij bij het wandelen af en toe wel over een
putje of een plas heen stappen? Of een bultje op de weg waar hij langs moet? Of
misschien blijven zijn "nordic walking"
wandelstokken wel haperen aan het kleefkruid langs het pad? Of zou hij bij een
eerdere wandeling eens zijn voet omgeslagen hebben bij het struikelen over de
sporen die de dikke banden van een stel mountainbikes achtergelaten hebben?
Voor mij is het een mysterie, maar voor die man was het een
levenskwestie. En dus is hij naar de rechtbank gestapt. En die heeft hem gelijk
gegeven. Niet één keer, maar talloze keren. En elke keer heeft hij verkregen
dat de gemeente een forse boete moest betalen wegens het slecht onderhoud van de "trage wegen".
Ondertussen is het totaal bedrag aan dwangsommen al opgelopen tot 4,7
miljoen euro. Als je het mij vraagt, zijn ze daar in Aarschot ook niet bijster
goed bezig met hun financiën en de opvolging van hun problemen. Anders hadden
ze het nooit zó ver laten komen. De penningmeester van Aarschot moet in elk
geval bij mij nooit de boekhouding komen doen!
En nu heeft de gemeente in arren moede met de man een minnelijke
schikking getroffen: als hij de eis tot betaling van de dwangsommen laat
vallen, dan krijgt hij 1,65 miljoen euro cadeau. Iedereen content.
Bij mijn volgende wandeling langs de "trage wegen" in Merelbeke en omstreken kijk ik voortaan de hele
tijd naar de grond waar ik overheen stap. Ik hoop hier en daar een distel te
zien staan, of een plukje netels, of andere planten die er niet thuis horen. En ik weet nu al een aantal paadjes die een ware opeenvolging zijn van putten en
bulten. Mijn fortuin is gemaakt!
Het nieuwe schooljaar begint. Een bijzonder opwindende dag, zéker voor
de leerlingen van het eerste leerjaar: eindelijk naar de "echte school".
De juf is vol goede bedoelingen, en wil de nieuwe kindjes zo veel
mogelijk op hun gemak stellen. De allerbelangrijkste opdracht van de school is
immers te zorgen voor het "welbevinden"
van de kinderen, weet je wel. En dus besluit de juf om de kindjes zelf te
laten kiezen waar ze in de klas willen gaan zitten: bij wie wél en bij wie
niet.
Paul, die vast van plan is om dwars te liggen, is de eerste die zijn
handje opsteekt: "Ik wil zeker niet bij
Bart zitten!"
Waarop Bartje, die heel zeker is van zichzelf, rustig antwoordt: "Voor mij is het allemaal gelijk."
Daarna steekt Koen schuchter zijn hand op: "Ik wil zeker wél naast Bart zitten. En ook naast Paul."
Charles wil niet voor Paul onderdoen, en roept: "Ik wil graag naast Koen zitten! Maar niet in de buurt van Bart."
Gwendolyn wil zich heel graag laten gelden, en moet dus ook iets kwijt:
"Ik vind dat Bart zou moeten zeggen wie
naast hem mag komen zitten."
Maar Meyrem is haar eerlijke zelf: "Ik wil alléén maar naast Jean-Marc zitten, want dat is mijn vriendje.
En Paul en John moeten ook dicht bij mij zitten."
Enfin, om een lang verhaal kort te maken: binnen het half uur zijn
alle kinderen tegen elkaar en tegen de juf aan het schreeuwen, en staat de hele
klas op stelten. Van les geven komt de hele dag niets in huis. Maar goed:
morgen is er een nieuwe dag.
De juf begint de tweede schooldag met veel goeie moed, en met het
vaste voornemen zich in te spannen voor het "welbevinden" van de kinderen. En dus probeert ze een volgende
poging om de kindjes zélf te laten kiezen.
Bartje begint met een verrassing: "Voor
mij is het gelijk. En wie naast mij komt zitten, krijgt een snoep."
Waarop Paul zegt: "Ik wil eerst eens
kijken wat die snoep zou kunnen zijn, en dan wil ik misschien wel naast Bart
zitten."
Maar Meyrem wil nog altijd niet wijken. Omdat ze nogal klein is voor
haar leeftijd, gaat ze op een stoel staan, en roept: "Ik wil Bart uit mijn buurt hebben! En ik wil dat Jean-Marc naast mij
zit, en John en Paul ook."
Gwendolyn pikt daarop in: "Ik wil best
ook wel naast Paul gaan zitten als Bart niet wil."
Maar Koentje blijft bij zijn idee: "Ik wil dat Bart naast mij zit. En Paul ook. En dan kan Meyrem
natuurlijk niet bij ons komen zitten."
John steekt onzeker ook zijn handje op: "Paul moet bij mij zitten! En Bart wil ik liever niet in mijn buurt
hebben."
Kortom: de chaos is even groot als de eerste dag, en de lessen
schieten er ook deze tweede dag bij in.
De derde schooldag kondigt zich zonnig aan, en de juf heeft er moed
op. Haar idealisme is ongeschonden, en ze is vastbesloten te zorgen voor het "welbevinden" van de kindjes. En dus
begint ze ook deze schooldag met de vraag wie bij wie zou willen zitten.
Bartje kijkt ongelukkig, en pruilt: "Ik wil bij iedereen gaan zitten. Maar Paul heeft ze allemaal
opgestookt, en nu wil niemand meer naast mij zitten!"
Waarop Koentje onmiddellijk reageert: "Maar jawel Bart, ik wil heel graag naast jou zitten. Maar je moet dan
wel eens zeggen wie er nog bij ons zou mogen zitten?"
Paul kijkt erg boos, en zegt: "Nee,
ik wil absoluut niet bij Bart in de buurt!"
En John en Meyrem vallen hem onmiddellijk bij: "Iedereen mag gelijk waar zitten, als Bart maar ver van ons blijft."
Charles komt er tussen: "Ik wil
ook helemaal niet bij Bart zitten!"
En Gwendolyn zegt: "Als niemand
bij Bart wil, dan ik ook niet."
De juf probeert wanhopig om een klas-indeling te vinden die tegemoet
komt aan de eisen en veto's van alle kindjes, maar het wil niet lukken. En van
les geven komt opnieuw niets in huis.
De vierde schooldag. Nieuwe poging om alle kindjes een plaats te
geven.
Joachim is de meest toeschietelijke, die morgen: "Ik wil eigenlijk naast iedereen zitten. Maar ik wil toch liefst Bart in
mijn buurt."
Waarop Paul: "Eigenlijk is het
mij om het even. Als Bart elke dag snoep mee brengt, dan mag hij wel naast mij
komen zitten. Maar Conner moet zeker ook bij mij zitten."
Maar Gwendolyn loopt rood aan: "Ik
ben niet akkoord! Als Koen en Paul en Conner al naast Bart zitten, dan is er
voor mij geen plaats meer! Waar blijf ik dan?"
Ook Meyrem is furieus: "Gisteren
kon ik nog kiezen, maar nu wil opeens niemand meer bij mij!"
En Georges-Louis is ook niet gelukkig: "Ik wil naast Paul zitten! Maar als Bart ook voor mij snoep mee brengt,
dan vind ik het wel okee dat Bart ook bij ons in de buurt zit."
De juf krijgt de klas ook die dag niet stil, en er wordt weer geen les
gegeven.
Maar als ze alles eens op een rijtje zet, begint ze toch stilaan
mogelijkheden te zien om alle kindjes in haar klas een plaatsje te geven waar
ze min of meer tevreden mee kunnen zijn.
En de volgende schooldag kondigt ze vol goeie moed en enthousiasme aan
waar iedereen mag gaan zitten, zodat ze eindelijk kan beginnen lesgeven.
Maar Paultje springt onmiddellijk naar voor, en roept: "Ik lust die snoepen van Bart helemaal niet! Nooit
van mijn leven wil ik naast Bart gaan zitten! Ik wil een andere plaats."
Bart is ook bijzonder boos: "Gwendolyn
heeft mij gisteren een harde por in de rug gegeven. Ik wil niet meer naast haar
zitten."
Meyrem is luidop beginnen huilen: "Maar
waarom wil niemand eigenlijk bij mij zitten? Ik kom nochtans met iedereen
overeen!"
En het geschreeuw begint van voren af aan.
In een hoekje van de klas staat de kleine Conner stilletjes te wenen: "Mijn beentjes doen zo'n pijn! Wanneer zullen
we nu eindelijk mogen gaan zitten?"
Had u gedacht dat het feminisme
een totaal nieuw fenomeen is van de wilde jaren zestig in de vorige eeuw, toen
vrouwen hun beha's gingen verbranden, en meer seksuele vrijheid zochten, en
het recht op abortus op de agenda werd gezet? De tijd van de "Dolle Mina's", en van de vrijgevochten
hippies, voor wie het zich nog herinnert. Vergis u niet: er waren al feministes
in de 14de eeuw.
En wie dacht dat fake news
een nieuw fenomeen is dat door D.J. Trump is uitgevonden, die is ook mis. Het
bestond ook al in de 14de eeuw.
Terloops: dat de feministes in de jaren zestig massaal hun beha's
zouden verbrand hebben, is óók fake news. Géén enkele vrouw heeft dat toen ooit
écht gedaan. Het is een verzinsel om de Dolle
Mina beweging een beetje spectaculairder te doen lijken. Het is wél zo dat
jonge vrouwen in die periode de beha als een vrouwonvriendelijk symbool van
seksuele onderdrukking beschouwden en zonder beha wilden rond lopen. Wat ook
weer grappig is, want de beha was een uitvinding van een vrouw, precies als
reactie tegen het vrouwonvriendelijk korset.
Maar we dwalen af.
De feministe waar ik het over wil hebben, is Heilwige Bloemaert: een geëngageerde, vrijgevochten en
sociaalvoelende jonge vrouw, die het op zich genomen had om in het Brusselse een
tehuis op te zetten voor weduwen of alleenstaande vrouwen die het moeilijk
hadden. Een soort opvangtehuis, dus.
Maar dat bleek niet naar de zin van de toendertijd nog oppermachtige
en hyper conservatieve katholieke kerk. De kerk had het niet erg op met vrouwen
die té "onafhankelijk" leken te zijn.
Zo werden bijvoorbeeld in die periode zelfs de begijntjes verketterd wegens hun
zelfstandige levensstijl. Want dat was niet naar de zin van de macho
kerkleiders.
Om dat een beetje extra in de verf te zetten, hebben de latere "geschiedschrijvers" in de 15de
eeuw een fake verhaal verzonnen over hoe die vrouw letterlijk onder de voet
gelopen werd door ene Jan Van Ruusbroec.
Dat was een monnik die in dezelfde periode leefde alsjuffrouw Bloemaert.
Die zou, volgens dat achteraf gefabriceerd verhaal een harde strijd geleverd
hebben tegen ketterse figuren zoals ons Heilwige.
Terwijl pater Ruusbroec helemaal geen
ketterjager was, maar eerder een brave man die de leer van de kerk naar het
gewone volk wilde brengen.
Geïnspireerd door dat verhaal, heeft een beeldhouwer dan in het begin
van de twintigste eeuw een beeld gemaakt, dat de Brusselse Sint-Michielskathedraal
opfleurt: pater Ruusbroec die het
hoofd van de ketterse "Bloemardinne"
met zijn voet verplettert. Het moet gezegd: beeldend is het wél. De opdracht
voor dat stichtelijke beeld kwam van de katholieke vertegenwoordigers in de
Brusselse gemeenteraad, als "wraak" omdat
er op één van de gevels van het Brusselse stadhuis een beeltenis gehouwen werd
van juffrouw Bloemaert(de enige vrouw, overigens, die de gevels siert)
terwijl zij een beeld van pater Van
Ruusbroec gewild hadden. Kortom: pure kleingeestige dorpspolitiek waar de
katholieke kerk toen niet bepaald vies van was.
Nee, een voorloper als het gaat over vrouwenemancipatie is de
katholieke kerk nooit geweest. En nu nog altijd niet. Zelfs de huidige,
redelijk progressieve, paus, die zowaar zelfs het celibaat in vraag durft te
stellen, is totaal niet te vinden voor het idee van vrouwelijke priesters.
Misschien moeten de resterende begijntjes eens in massa hun beha's
gaan verbranden op het Sint-Pietersplein in Rome?
Voor de fans van het Aalsterse carnaval, nog deze anekdote rond
diezelfde Brusselse kathedraal. Sommige glasramen beelden niet mis te verstane
karikaturen uit van de joden, compleet met haakneus en al. Maar in
tegenstelling tot de Aalsterse stoet is daar nooit een controverse rond
geweest, en heeft de Unesco géén enkel probleem met die afbeeldingen.
Hoe ging dat spreekwoord ook al weer over "twee maten en twee gewichten"?
Een fantastisch idee, toch, die lage-emissiezone (of "LEZ" voor de vrienden).
De luchtkwaliteit in onze steden gaat er zienderogen op vooruit en we
kunnen weer opgelucht ademhalen: bij ons geen roetdeeltjes meer die stiekem
onze longen binnendringen. De slimme camera's houden de vuile auto's en tegelijk
ook de ziekmakende kleine partikels buiten.
Wist je trouwens dat die kleine roetpietjes er verantwoordelijk voor
zijn dat onze levensverwachting met drie jaar zakt? We kunnen dus vanaf nu drie
jaar langer van ons pensioen genieten in een gezonde stad.
Er zijn wel een paar minpuntjes te noteren, maar ja: je kan tenslotte
ook geen omelet bakken zonder eieren te breken. Niet?
Eén van de probleempjes is dat een groot deel van de bussen te
vervuilend is om in de LEZ te mogen rijden. Dat betekent dus: minder openbaar
vervoer, minder comfort.
En dus heb ik het besluit om mijn auto van de hand te doen nog even
uitgesteld. Zolang ik met mijn 13-jaar oude wagen nog binnen mag in de zone,
blijf ik met de auto naar de stad komen, liever dan het openbaar vervoer te
gebruiken dat geamputeerd is. De LEZ-verantwoordelijken argumenteren dat de LEZ
al bijna drie jaar geleden aangekondigd is, en dat de Lijn dus ruim op tijd
verwittigd was dat ze hun wagenpark moesten moderniseren als ze niet in de
problemen wilden komen. Wat die groene slimmeriken natuurlijk niet beseffen, is
dat een investering zoals zou nodig zijn om de vloot van autobussen te
vergroenen, veel geld kost. Geld dat de stad wél in overvloed binnenrijft,
dankzij de boetes van foute automobilisten of de inkomsten door de vele
aangevraagde vergunningen om toch mijn longen te laten verpesten. Maar dat de
Lijn nu eenmaal niet heeft. De prijs
van een ticket of van een abonnement zou natuurlijk drastisch kunnen
opgetrokken worden om de kost van nieuwe bussen te compenseren, maar wie is
daar dan alweer de pineut? Juist ja: jan-met-de-pet die zich geen elektrische
auto kan kopen.
En dan zijn er ook nog de vuilniswagens: zware oude vrachtwagens met
oude vervuilende dieselmotoren. Ook die zullen moeten gebannen worden uit de
stad, want niet welkom in de lage-emissiezone. Het huisvuil zal dan maar wat
langer langs de straatkant blijven staan, zeker? De voetpaden zullen niet meer
begaanbaar zijn, en de stank na enkele dagen niet meer te houden. Maar mijn
longen zullen proper zijn.
Een ander klein probleempje is dat de vrijwillige ambulanciers massaal
afhaken in de stad. Zij krijgen 34 euro per dag dat ze komen werken als
ambulanciers, maar als ze met een vervuilende auto naar het ambulancecentrum
komen, dan hebben ze een boete aan hun been die een veelvoud bedraagt van die
vergoeding. De LEZ-verantwoordelijken argumenteren dat de LEZ al bijna drie
jaar geleden aangekondigd was, en dat die mensen dus ruim op tijd verwittigd
waren dat ze hun vervuilende auto moesten vervangen als ze niet in de problemen
wilden komen. Wat die groene slimmeriken natuurlijk niet beseffen, is dat je
met een vergoeding van 34 euro per dag als vrijwilliger niet direct het budget
bijeen kan sparen om een nieuwe auto te kopen. Het resultaat is dus dat de
ambulancediensten onderbemand raken. En dat méér en méér gewonde of zieke
mensen niet tijdig naar een ziekenhuis zullen kunnen gebracht worden voor, in
het ergste geval, een levensreddende ingreep. Maar wie dan komt te overlijden
na een ongeval, omdat de ambulance er niet op tijd kon zijn, die sterft toch
tenminste met gezonde longen. Laat dat een troost zijn.
Hetzelfde geldt trouwens ook voor de vrijwillige brandweer: wie als
vrijwilliger géén nieuwe auto heeft, en de lage-emissiezone moet binnenrijden
om aan de brandweerkazerne te raken, is gezien. Ook die vrijwilligers moeten
het stellen met een onkostenvergoeding van ongeveer 34 euro, en die volstaat
niet om de boete te betalen.
Fantastische mensen, de vrijwilligers. Allemaal! Maar er zijn grenzen:
als ze financieel gestraft worden voor hun werk als vrijwilliger, dan blijft
dat niet duren; zelfs niet met het grootste idealisme.
Strak plan, die lage emissiezone. En weldoordacht!
De Ecolo-burgemeester van Elsene heeft beslist dat schooluitstapjes
naar een dierentuin, zoals de Antwerpse Zoo, of een dierenpark, zoals dat van
Planckendael, of Pairi Daiza, voortaan uit den boze zijn. Gedaan daarmee. Want,
zo zegt de burgemeester: "Als overheid
organiseren we geen schoolbezoeken naar plekken waar dieren gevangen worden
gehouden." En bovendien is de pedagogische waarde van zo'n uitstapjes
nihil, volgens de groene burgemeester.
"Er zijn andere manieren om
niet-inheemse dieren te observeren," zegt de Ecolo-meerderheid in Elsene
ook nog.
Als de kinderen van Elsene voortaan wilde dieren willen zien, moeten
ze dan waarschijnlijk op safari trekken naar Afrika of Azië, vermoed ik? Dat is
ongetwijfeld in alle opzichten véél beter. Afgezien dan van het feit dat zowat
niemand zich zoiets kan permitteren, en dat we moeilijk anders dan met het
verfoeide vliegtuig naar Afrika kunnen trekken. Maar daar leven ze wél in het wild,
en dus kan een uitstap naar die plekken wél. De ouders mogen al beginnen sparen
voor de volgende schoolreis.
"De school zou beter uitstappen
organiseren naar de kinderboerderij in plaats van naar de Zoo," meent de
natuurbewuste burgemeester.
Ja hoor: in een kinderboerderij lopen alle dieren helemaal vrij rond;
er zijn géén afsluitingen of poorten of hekken zoals die er in een zoo wél zijn.
En die dieren blijven toch mooi binnen het domein van de kinderboerderij omdat
dat nu eenmaal zo hoort. In de boerderijen in Elsene leven alle dieren
ongetwijfeld allemaal in wilde vrijheid. Er zijn in de Elsense boerderijen géén
dieren in gevangenschap.
Echt wel een grapjas, die burgemeester!
Dat de leefomstandigheden van dieren in een zoo of in een dierenpark
niet ideaal zijn, daar kan niet over gediscuteerd worden, maar om dan meteen
het hele gebeuren te veroordelen, dat is toch een groene stap te ver, lijkt
mij. De meeste, zo niet alle, van die dieren zijn in gevangenschap geboren; ze
kennen niets anders. Wat zou de burgemeester dan willen? Dat we die dieren
allemaal vrij laten en hier in België laten rond lopen? Op de Louizalaan zullen
ze alvast niet welkom zijn, en ze zouden er ook niet echt goed gedijen. Maar
als het een beetje mee zit, huist er misschien binnenkort wel een roedel wolven
in het Ter Kamerenbos.
Vermoedelijk is de burgemeester al sedert zijn kindertijd, zowat 40
jaar geleden, niet meer in een zoo geweest, en heeft hij nog altijd het beeld
van veel te kleine kooien waarin die dieren opgesloten zitten, zonder enige
mogelijkheid van verstrooiing of een beetje beweging. De tijden zijn veranderd,
en aan dierenwelzijn wordt nu écht wel heel veel aandacht besteed. De Olmense
zoo, of liever "Pakawi Park", weet
daarvan mee te spreken!
De tijd is ook voorbij dat de koloniale heersers in Afrika dieren
gingen vangen om in onze zoo op te sluiten als freaks in een freakshow, tot
groot vermaak van klein en groot. Er worden simpelweg geen dieren meer
gevangen; het mag niet meer. Als het nog gebeurt, dan is dat door stropers of
in opdracht van andere illegale circuits; niet voor een dierentuin.
En over de pedagogische waarde van de zoo gesproken.
Onlangs zat ik op de trein te luisteren naar een groepje studenten.
Universiteitsstudenten, geen kinderen van de lagere school!
Het ging over "Boer zoekt Vrouw", en over één of andere boer met veel
koeien. Of misschien waren het stieren? Want, zei die ene studente: "De beesten hadden horens. Dan zijn het toch
stieren, niet?"
Binnenkort kennen jonge mensen het verschil niet meer tussen een koe
en een paard, vrees ik. En binnenkort weten jonge mensen niet eens meer hoe een
leeuw er wel zou mogen uitzien.
En trouwens: binnenkort zijn er in het wild misschien zelfs geen tijgers
of gorilla's meer. Als we die soorten willen laten overleven, dan zal het wel met
de hulp van dierentuinen moeten zijn.
Natuurlijk vind ik ook dat alle dieren het best kunnen floreren in hun
natuurlijke omgeving. Alleen: er blijft voor heel veel diersoorten nauwelijks
nog iets van hun habitat over. En als we die dieren uit de dierentuin in hun
natuurlijke habitat zouden los laten, dan overleven ze geen week.
Maar goed: voortaan dus geen uitstapjes meer naar de zoo.
Dat heeft de burgemeester in zijn groene wijsheid verordend. Een
burgemeester moet tenslotte laten zien wie de baas is, toch?
We zijn niet zo goed bezig voor ons klimaat, in Europa.
En in België blijkbaar al helemaal niet: de groene jongens hebben een
rangschikking opgemaakt, en België staat pas op plaats 35. We zijn zowaar zelfs
gezakt: van plaats 31 naar 35. Omdat Vlaanderen tegen 2030 geen 35% reductie in
CO2-uitstoot wil beloven, maar slechts 32.8%. Hoe iemand vandaag al tot op een tiende
van een procent kan bepalen hoeveel CO2 we binnen 10 jaar minder gaan
uitstoten, is mij een raadsel; maar goed.
Aangezien niemand op de eerste drie plaatsen staat in die
rangschikking, zijn we eigenlijk nummer 32. Voor de media klinkt dat wel niet spectaculair
genoeg: gezakt van 31 naar 32. En vermits de media leven van sensaties, komt
het de pers beter uit om te schrijven dat we naar plaats 35 gezakt zijn.
Merkwaardig aan die lijst is dat Marokko op plaats 6 staat; na Zweden
en Denemarken. Heeft iemand al ooit over klimaatmaatregelen in Marokko gehoord?
Het prachtige land van Donald staat dan weer op de allerlaatste plaats, en dat
is minder merkwaardig als je weet dat Donald de steenkoolmijnen weer nieuw
leven wil in blazen om Amerika groot te maken.
Europa heeft stevige klimaatambities. Tegen 2050 wil Europa "klimaatneutraal" worden, wat in deze context wil zeggen: geen bijkomende
CO2-uitstoot meer in onze atmosfeer. De "Green Deal" van Europa. Niet alleen
moet onze energieproductie "groen" worden, wat wil zeggen dat we moeten stoppen
met het verbranden van fossiele brandstof (die sowieso stilaan zal gaan op
raken), maar ook dat we volop moeten inzetten om ons vervoer (auto's en zo)
helemaal elektrisch te maken.
Niemand kan ontkennen dat ons klimaat aan het ontsporen is. Al vind ik
het persoonlijk wel fijn dat het hier een beetje warmer zal worden: ik heb het zelf
altijd koud.
En het is goed en positief om ambitieus te zijn.
Maar dan zullen we wel een beetje
inventief voor de dag moeten komen, en misschien ook een beetje minder
bekrompen en enggeestig in onze besluiten. En een beetje meer consequent in
onze manier van denken en doen.
Zonne-energie, dat lijkt de meest voor de hand liggende oplossing te
zijn voor groene elektriciteit, maar euforisch moeten we daar niet over gaan
doen. Hier bij ons, in Vlaanderen, moeten we het stellen met hooguit 1500 uren
zonneschijn per jaar. Erg ver gaan we daar niet mee komen. Tenzij er massaal
zonnepanelen gelegd worden. Maar daar wringt het schoentje helaas: door de
dreiging om de terugdraaiende teller af te schaffen voor alle nieuwe
particuliere installaties vanaf 2020, worden veel geïnteresseerden afgeschrikt.
Meer elektriciteit door zonnepanelen? Het lijkt er niet direct op dat dit bij
ons sterk gestimuleerd wordt. Wel integendeel.
Windenergie dan maar? Als er iets is wat we hier in Vlaanderen in
overvloed hebben, dan is het wel wind. Maar dan moeten er wel massaal méér
windmolenparken geplaatst worden. En daar wringt helaas wéér een schoentje:
niemand wil een windmolen in zijn achtertuin. Pas recent nog is een plan voor
een groot windmolenpark langs de E40 naar de prullenmand verwezen omwille van
het luidruchtig en volhardend protest vanuit de betrokken gemeenten. Het lijkt
er dus op dat we ook hier niet direct veel vooruitgang kunnen boeken.
We hebben in België ook nog een aantal kerncentrales staan. Ook die
produceren elektriciteit zonder CO2-uitstoot. Prima zo, denk ik in mijn naïviteit.
Maar daar denken de groene jongens anders over: die nucleaire centrales moeten
dicht. Ten laatste tegen 2025. Hoe het dan verder moet na 2025 is een vraag
waar niemand het antwoord op kent. En al zeker niet als we volop gaan inzetten
op auto's met elektrische aandrijving: waar moet al die elektriciteit voor onze
laadpalen dan vandaan komen? We kunnen natuurlijk het voorbeeld van Duitsland
volgen. Ook daar hebben ze hun kerncentrales gesloten onder impuls van het
groene gedachtengoed. En ze hebben de kerncentrales vervangen door
bruinkoolcentrales. Als er iets is dat nóg meer vervuilt dan steenkool of mazout,
dan is het wel bruinkool! Nee, ik denk niet echt dat dit onze ambities vooruit
zal helpen.
Toch maar gascentrales dan? Om de nucleaire centrales te kunnen
sluiten. Dat kan: die zijn minder erg dan bruinkool, maar ze produceren wel nog
altijd 40 keer méér CO2 dan een kerncentrale. Lijkt me ook niet direct de meest
efficiënte oplossing om onze ambities waar te maken.
Waterkrachtcentrales zijn ook nog een mogelijkheid. In China zetten ze
daar heel hard op in. Nog niet zo lang geleden hebben ze daar een enorm
stuwmeer aangelegd voor een waterkrachtcentrale. Dat daarbij volledige dorpen
onder water moesten gezet worden, is wel een klein nadeel. Ik zie dat bij ons
nog niet direct gebeuren. Of zouden de buurtcomités daar minder moeite mee
hebben dan met een windmolenpark in de omgeving?
Ja, het is goed om ambitieus te zijn.
Maar als je het plaatsen van zonnepanelen ontmoedigt, het installeren
van windmolens verhindert en de kerncentrales dicht gooit, dan wordt het wel
moeilijk om die ambities waar te maken.
Maar geen nood: als we er niet in slagen om onze CO2-uitstoot te
beperken, kunnen we die nog altijd compenseren.
Door bomen te planten, bijvoorbeeld: die halen de CO2 weer uit de
lucht. Het zou in Europa volstaan om 2 miljard bomen te planten, en we zijn
weer safe. Dat zijn dus 2.000.000.000 bomen. Dat moet goed te doen zijn, toch?
En anders kunnen we ook nog onze CO2 verkopen (of, om precies te zijn:
emissierechten kopen). Wie dat ooit bedacht heeft, geen idee, maar het is een
geniaal concept: we verkopen de CO2 die wij te véél hebben aan landen die er
minder produceren dan zou mogen. Hoe dat dan precies werkt, dat weet ik niet.
Misschien moet België daarvoor een zoekertje plaatsen op tweedehands.be? Want
het is tenslotte CO2 die al eens gebruikt werd, niet?400.000 ton CO2 te koop. Prijs
overeen te komen.
En dan kunnen we misschien een Zeppelin vullen met CO2 om die over te
vliegen. Naar Marokko ofzo? Een prachtige oplossing!