Vorige vrijdag was er dus die langverwachte communicatie van de
Nationale Veiligheidsraad. En wat ik al gevreesd had, is uitgekomen. Het is
verkeerd uitgedraaid omdat ze het basisprincipe vergeten waren: die universele
wereldtaal waar ik nog zó op aangedrongen had.
Maar misschien hadden ze vóór de persconferentie gewoon niet voldoende
tijd gehad voor een spoedcursus West-Vlaams? (Want, ik geef het toe, een
gemakkelijke taal is het niet. Zelfs om een simpel "Ja" te leren vervoegen, is al veel oefening nodig.)
Wat is de overwegende conclusie nu, achteraf?
"Beschamend", "onprofessioneel", "een ramp!"
Maar dan heb ik het niet over de persconferentie van de Veiligheidsraad
of over de kwaliteit van de PowerPointpresentatie. Ik heb het over de kritieken
in de media en de commentaren van de (zogenaamde) communicatie-experten. Ik
durf er veel om te verwedden dat het gaat om communicatiespecialisten die
jammer genoeg geen graantje hebben mogen mee pikken bij deze show, en die maar
al te graag ook een mooie cent hadden verdiend aan dit communicatie-feest. En
nationale naambekendheid hadden willen verwerven. Maar ja, er konden er maar
een paar uitverkoren zijn, en de rest stikt van de nijd en jalousie. En
verlaagt zich dan maar tot schampere commentaren en irrelevante kritiek.
En de media, die pikken die kritieken natuurlijk gretig op: ze moeten
immers hun journaal gevuld krijgen, en de homepage op hun websites, en de
voorpagina's.
Zielig, eigenlijk, want uiteindelijk draait het allemaal toch om de
inhoud. Of niet?
Dat de presentatie met een krakkemikkige PowerPoint-show gebeurd is,
en dat de slides niet altijd synchroon liepen met wat gezegd werd, en dat de
verschillende fases als "1a" en "1b" en "1c" voorgesteld werden in
plaats van gewoon als "1, 2, 3",
en dat Sophie Wilmès niet spontaan of "empathisch"
klonk als ze in haar beste Nederlands haar verhaal probeerde te doen; en dat de
persconferentie te laat gegeven werd en dat ze te lang duurde. "So what?"
Waar het om gaat, is wát er gezegd werd. En dat lijken die communicatie-experten
even vergeten te zijn. Want voor die mannen (en vrouwen) draait het uiteraard
niet om de inhoud van de communicatie, het draait om hén: zij willen in het
brandpunt van de belangstelling staan. En als ze uit de boot gevallen zijn voor
de show zelf, dan grijpen ze nu elke andere gelegenheid aan om zich te
profileren. En de media (naïef of medeplichtig, daar spreek ik me niet over uit),
die doen er enthousiast aan mee.
En ja, het was té technisch en té gedetailleerd. Maar de vorige keer
was het dan weer niet gedetailleerd en duidelijk genoeg. En zo vinden ze altijd
wel een reden om kritiek te geven.
Wie trouwens zou gedacht hebben dat al die journalisten daar uit
journalistiek plichtsbewustzijn tot tien uur 's avonds braaf hebben zitten wachten
op een saaie uiteenzetting van méér dan een uur, omdat ze hun publiek correct
willen informeren, die is ontzettend naïef. Want ze wisten van te voren al wat
er zou komen, door de gelekte documenten; en hoe dan ook kregen ze achteraf een
kopie van het rapport toegespeeld waar het allemaal stond opgelijst. Nee, de
enige motivatie voor die journalisten om daar te zitten, was om zo veel
mogelijk puntjes van kritiek te kunnen noteren. Want kritiek op de politici,
dat scoort altijd.
Maar het moet gezegd: er was ook kritiek op de inhoud.
Voorspelbare en te verwachten kritiek van diegenen die voor zichzelf
méér hadden verwacht en verhoopt. Voorspelbare en te verwachten kritiek van
diegenen voor wie het allemaal een beetje te snel en te veel wordt. Voorspelbare
en te verwachten kritiek van diegenen voor wie het allemaal veel te traag gaat.
Dat soort kritiek is normaal, en te begrijpen. Soms toch. Dat een
bloemenwinkel pas ná Moederdag kan openen, is inderdaad bijzonder pijnlijk, des
te meer omdat de tuincentra wél al open zijn. En dat de markten nog niet
opnieuw open mogen, is een dikke streep door de rekening van de marktkramers.
Enzovoort. Maar de pil is voor iedereen even zuur om te slikken. Als de
bloemenwinkels hun zin zouden krijgen, dan komen de kleerwinkels klagen, en
terecht. Er is nu eenmaal geen mirakel-oplossing die iedereen gelukkig zou
maken. Tenzij we morgen met een flinke scheut bleekmiddel het virus in ons land
compleet kunnen uitroeien.
Kortom: de kritiek op de uiteenzetting was even voorspelbaar als
onnozel en nutteloos.
Maar alle kritiek had wél kunnen vermeden worden als ze mijn voorstel
voor het gebruik van de universele taal hadden gevolgd. Laat dat een les zijn
voor de volgende communicatie-sessie!
En misschien kan Sophie er de volgende keer ook een klein grapje
tussen smokkelen, zoals die wijze leider aan de andere kant van de oceaan
gedaan heeft. Als er dan kritiek komt, kan ze de media altijd nog verwijten dat
ze "dom" zijn.
|