Inhoud blog
  • De Goede Plek
  • La Voltairomanie.
  • Een Amerikaan in Parijs, Benjamin Franklin (1706-1790). Achtergronden 1
  • Jacques-Louis David, revolutionair of opportunist ? (2)
  • Jacques-Louis David, revolutionair of opportunist ? (1)
  • Louise 0'Murphy
  • Vier zussen in het bed van de koning.
  • Wolfgang Amadeus Mozart op de 'thé à l’anglaise' bij Conti in de Temple.
  • Belisarius, een Byzantijnse generaal als proto-revolutionair icoon in de 18de eeuw.
  • In de Rue Neuve des Petits-Champs: Adelaïde, Jeanne, Vincent "et les autres".
  • Diderot : brieven aan Sophie Volland (3)
  • Diderot : Brieven aan Sophie Volland (2)
  • Diderot : Brieven aan Sophie Volland (1)
  • Diderot : huwelijk en eerste affaire
  • Een dubbel portret door Roslin uit 1954 in het Göteborgs Konstmuseum
  • Een merkwaardig portret van Louis XIV en zijn familie.
  • Een Vlaams-Duitse familie in Parijs of de Gentse roots van Eugène Delacroix.
  • Een nieuwe jas voor Diderot.
  • Verzamelde Lumières in het Salon van Mme Geoffrin.
  • Diderot, Greuze en Mademoiselle Babuti (2).
  • Diderot, Greuze en Mademoiselle Babuti (1).
  • Het trieste eind van Mme du Barry. (2) De obsessie van Grieve.
  • Het trieste eind van Mme du Barry. (1) De dood van Brissac.
  • Soufflot (1713-1780), architect van het Pantheon.
  • De smadelijke aftocht van Voltaire uit Pruisen.
  • over schilders, meubels & maîtresses
  • Opkomst en ondergang van de hertog van Choiseul
  • Voltaire : de smadelijke vlucht uit Engeland.
  • Het drama van Metz en het Pantheon
  • De mythische diamanten van Marie-Antoinette (2)
  • De serre-bijoux en de mythische diamanten van Marie-Antoinette (1)
  • Diderot verhuist naar het Pantheon.
  • Een 18de eeuwse galante abbé in de slaapkamer van Madame C.
  • 2013. Het jaar van Denis Diderot.
  • Shakespeare en Voltaire. Geslepen zakenlui en fraudeurs.
  • Voltaire vlucht voor een duel aan het hof van Stanislas te Lunéville.
  • Voltaire in Versailles, vicino al piu puzzolente cacatoio di Versailes.
  • Boucher en de Chinoiserieën (2).
  • Ontbijt met oesters en champagne
  • Boucher en de Chinoiserieën (1).
  • Een knipoog van Lavoisier.
  • Van bordeelmeisje tot First Lady
  • Our Lady of the Potatoes
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    18de Eeuws Parijs

    Over kunst, wetenschap, techniek, politiek, mannen, vrouwen en roddels in het 18de eeuwse Parijs.

    © Guido VanPoucke.
    Wil je verwittigd worden als er een nieuw item wordt gepost, geef dan je emailadres op.

    17-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Diderot, Greuze en Mademoiselle Babuti (1).

      Diderot liep in zijn jonge jaren als een min of meer haveloze bohémien rond in het Quartier Latin, samen met zijn vriend Wille met wie hij destijds een soort kraakpand deelde in de Rue de l’Observance (tegenwoordig Rue Antoine Dubois). Beiden vermoedden toen nog niet hun latere beroemdheid. Wille, een Duitse graveur, twee jaar jonger dan Diderot, was in 1736 in Parijs aangeland. Vele jaren later zou Wille in zijn Mémoires over deze periode het volgende schrijven:

    Enfin, notre situation actuelle nous parut admirable, même digne d'envie. Les mets de notre table étoient parfaits, nos vins exquis. Nous choquâmes nos verres pleinement remplis les uns contre les autres; on les vidoit souvent, on les remplissoit de nouveau. Les contes, les rires, les charges et les plaisanteries, se succédèrent rapidement. Chacun étoit content de soi et de moi. Nous nous séparâmes vers minuit. On se donnoit la main d'amitié. Chacun retournoit peut-être un peu chancelan! pour se reposer dans son manoir, où souvent il ne trouvoit ni feu ni flamme pour allumer sa pauvre petite bougie. Il ne faut pas oublier que nous étions tous de jeunes artistes, peu sujets aux inquiétudes, quoique souvent sans pécune, mais toujours  prêts à nous réjouir honnête ment, selon les circonstances, nos moyens et les occasions.

    Op een dag liep Diderot de boekhandel binnen van François Babuti op de Quai des Augustins. Hij trof er de dochter, Anne-Gabrielle, en werd op slag verliefd. Hij beschrijft deze ontmoeting in zijn beroemde kritiek op het Salon van 1765.

    De Académie Royale de Peinture et de Sculpture, organiseerde tweejaarlijks een expositie waar alleen de académiciens of agréés de l’académie  mochten deelnemen. Deze druk bezochte tentoonstelling werd telkens gehouden in een imposante zaal van het Louvre, de zogenaamde Salon Carré. Sindsdien noemt men elke tijdelijke tentoonstelling in Frankrijk een “salon”: Salon du Livre, Salon de l’Agriculture, enz. Vanaf het Salon van 1759 tot dat van 1781 gaf Diderot pittige commentaren op de tentoongestelde werken. Deze commentaren werden gepubliceerd in een soort handgeschreven nieuwsbrief, de Correspondance Littéraire van Grimm. Baron von Grimm, grootvader van de beroemde gebroeders Grimm, bekend om hun sprookjes: Assepoester, Roodkapje, Hans en Grietje, enz., was een Duits diplomaat in Parijs die op geregelde tijdstippen deze nieuwsbrief over Parijs, hét centrum van het intellectuele en artistieke leven in Europa, stuurde naar tal van Duitse prinsen en koningen. Deze Correspondance Littéraire werd slechts op een beperkt aantal exemplaren via de diplomatieke post verspreid. Pas in 1812 werden deze bijdragen gedrukt en publiek gemaakt.

    In zijn commentaar op een schilderij van Greuze op het Salon van 1765 (Mme Greuze avec épagneul- waarvan we nergens een afbeelding vonden) schrijft Diderot : Je l'ai bien aimée, moi, quand j'étois jeune, et qu'elle s'appeloit mademoiselle Babuti. Elle occupait une petite boutique de libraire sur le quai des Augustins: poupine, blanche et droite comme le lys, vermeille comme la rose. J’entrois avec cet air vif, ardent et fou que j'avois, et je lui disois: Mademoiselle, les contes de La Fontaine, un Pétrone, s'il vous plaît ... Monsieur, les voilà. Ne vous faut-il point d'autres livres ? .. Pardonnez­ moi. mademoiselle. Mais... Dites toujours ... La Religieuse en chemise [destijds een bekend pornografisch werk dat onder de toonbank werd verkocht] ... Fi donc, monsieur; est-ce qu'on lit ces vilénies-là? .. Ah! ah! ce sont des vilénies; mademoiselle, moi, je n'en savois rien ... Et puis un autre jour, quand je repassois, elle sourioit, et moi aussi.

    En in zijn commentaar op een ander schilderij van Greuze, op het zelfde salon (Le Baiser envoyé) geeft hij nog steeds lucht aan zijn erotische fascinatie voor Mme Greuze die model stond voor het schilderij : ... et la mollesse voluptueuse qui règne depuis l'extrémité des doigts de la main, et qu'on suit de-là dans tout le reste de la figure; et comme cette mollesse vous gagne et serpente dans les veines du spectateur, comme il la voit serpenter dans la figure! C'est un tableau à tourner la tête ...

    Op deze ontboezemingen past enig commentaar. Anne-Gabrielle Babuti, de latere Mme Greuze, werd geboren in 1732, dus 19 jaar jonger dan Diderot. Als Diderot in 1765 – hij was toen 52 jaar - schrijft over zijn jonge jaren (quand j’étois jeune) dus 20 jaar of zo, dan was Mlle Babuti amper 1 jaar oud. Stel dat Babuti 15 jaar en vroegrijp was ten tijde van deze ontmoeting, dan was Diderot 34 jaar, getrouwd en vader van 2 kinderen. De zo levendig beschreven ontmoeting tijdens zijn “jonge jaren” in de boekhandel op de Quai des Augustins is dus wellicht aan zijn verbeelding ontsproten.

    Bronnen:
    Diderot & l’Art de Boucher à David. Editions de la RMN, 1984.
    Mémores et Journal de Wille.Tome premier.1857.
    Oeuvres de Denis Diderot. Salons. Tome I. 1821. 
    Jean Sgard : rde.revues.org  (N°43, 2008)

     






    Plan général de Paris et des faubourgs de Paris / par le Sr Robert de Vaugondy. 1760




    17-11-2013 om 00:00 geschreven door Guido  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het trieste eind van Mme du Barry. (2) De obsessie van Grieve.

    In oktober 92, een maand na de dood van Brissac vertrekt du Barry weer naar Londen in de hoop eindelijk haar juwelen te recupereren. Door de Revolutie ontvluchtten een groot aantal Fransen hun vaderland en werden de wetten op emigratie zo sterk verstrengd dat emigratie meestal illegaal werd waardoor de bezittingen van de emigrant verbeurd konden worden verklaard. Du Barry was zich daar terdege van bewust en zorgde er voor dat haar papieren in orde waren. Ten overvloede kreeg ze nog een attest mee van Lebrun, minister van Buitenlandse Zaken : het ging om een zakenreis  en het was niet de bedoeling het land te ontvluchten.

    Terwijl de juridische procedure in Londen eindeloos aansleept frequenteert ze er de kringen van de Franse émigrés. Het nieuws uit Parijs is alarmerend: op 21 januari 1793 wordt de koning onthoofd, en daarmee vervliegt alle hoop op een herstel van de monarchie. In Londen wordt een officiële rouwperiode aangekondigd en du Barry draagt de voorgeschreven rouwkledij. Een en ander wordt door spionnen van de Republiek getrouw doorgebriefd aan het Comité du Salut Public in Parijs als bewijs van haar royalistische sympathie.

    Eind februari 73 is er eindelijk een doorbraak in het juridische kluwen. De juwelen worden als haar eigendom beschouwd en de beloning voor De Symon geregeld. De bekrachtiging van dit definitieve vonnis is gepland in april waarna ze haar juwelen zal kunnen gaan ophalen bij de bank van Ransom, Morland & Hammersley en haar leven in Louveciennes hervatten met haar nieuwe minnaar Alexandre Louis Auguste hertog van Rohan-Chabot. Ze had deze in Londen leren kennen en hem daar een substantiële lening gegeven om hem toe te laten zijn bezittingen in Frankrijk te gaan beschermen (later zou dit door het Revolutionaire Tribunaal uitgelegd worden als verkapte steun aan de antirevolutionaire opstandelingen in de Vendée waar Rohan-Chabot bezittingen had).

    Haar plannen werden echter doorkruist door de obsessie van één man : George Grieve, een radicale politiek actieve Brit. In zijn jeugdjaren had hij Marat leren kennen, toen deze voor zijn studies in Engeland verbleef om als apotheker vooralsnog geneesheer te worden. Later zou Grieve in Amerika actief zijn in de Onafhankelijkheidsoorlog waar hij Washington en Franklin frequenteerde. Hij was wel degelijk een revolutionair.

    Maar Grieve had een morbide - en naar sommigen beweren - seksuele fascinatie opgevat voor du Barry. Die fascinatie ging schuil onder zogenaamde revolutionaire motieven. Zo tekende hij een anti du Barry pamflet als : Greive (sic), défendeur officieux des braves sans-culottes de Louveciennes, ami de Franklin et de Marat, factieux et anarchiste de premier ordre, et désorganisateur du despotisme dans les deux hémisphères depuis vingt ans.’   

    In de winter van 1792-93, terwijl du Barry in Londen verbleef, logeerde hij in het dorp Louveciennes en snuffelde rond in haar kasteel, daarbij geholpen door 2 ontevreden personeelsleden : de butler Salanave en de “neger” Zamor. Hij kreeg er info uit de eerste hand over het komen en gaan van aristocraten en hun gedragingen. Hij klaagde du Barry aan als illegale emigrant en op 16 februari 1793 verkreeg hij het order haar kasteel en de inhoud ervan te verzegelen.

    Du Barry werd hiervan verwittigd en ze vertrok op 5 maart hals over kop uit Londen om het misverstand over haar zogezegde illegale emigratie op te helderen. Met het attest van Lebrun kon ze haar verblijf in Londen verklaren. Begin april werden de zegels verwijderd en ze kreeg enkele maanden respijt tot Grieve eind juni een nieuwe actie ondernam.  Hij slaagde erin een kleine minderheid van de dorpelingen van Louveciennes een petitie te laten ondertekenen waarin du Barry beschuldigd werd van incivisme, lèze-nation en royalisme. Salanave en Zamor bevestigden bovendien dat aristocratische genodigden werden aangesproken met hun adellijke titels in plaats van citoyen zoals voorgeschreven. Op grond daarvan werd ze aangehouden om naar de gevangenis van Versailles overgebracht te worden. Ze protesteerde hevig en bekwam dat ze haar arrest in haar kasteel  mocht uitzitten. Maar ook hier kreeg Grieve het deksel op zijn neus : onder druk van de lokale bevolking die betoogde dat du Barry een echte citoyenne was en bovendien hun weldoenster werd het arrest herzien en op 13 augustus kwam ze vrij. Het hielp Grieve ook al niet dat Marat, zijn vriend en medestander in zijn kruistocht tegen du Barry, in juli was vermoord. Maar Grieve liet niet los, zo groot was zijn obsessie om du Barry op het schavot te krijgen.

    In september ondernam hij een nieuwe aanval, hij wendde zich nu rechtstreeks tot het zopas opgerichte Comité de Sûreté Générale in Parijs, daarbij de lokale autoriteiten passerend. Dat Comité - een soort “ministerie van terreur” - was gemachtigd alle verdachten van inciviek gedrag aan te houden en hen naar het Tribunal révolutionnaire te sturen. Dit laatste was in feite niet meer dan een doorgeefluik naar de guillotine.

    Dat du Barry “verdacht” was kon Grieve gemakkelijk aantonen en hij verkreeg moeiteloos de beslissing om haar te arresteren.

    Hij verkreeg zelfs subsidies om haar in eigen persoon naar Parijs te brengen met een gewapende wacht naar zijn keuze. Op 21 september 1973 stond hij triomfantelijk voor haar deur in Louveciennes om haar op te pakken waarbij hij volgens verschillende getuigen uiterst hardhandig te keer ging. Op weg naar de Parijse gevangenis Sainte-Pélagie, zou hij zelfs gepoogd hebben haar te verkrachten.

    Eenmaal in de handen van het “Ministerie van Terreur” was het lot van du Barry voorspelbaar. Op 6 december verscheen zij voor het Tribunal révolutionnaire met de geduchte aanklager Fouquier-Tinville. Zijn requisitoir, volledig van de pot gerukt, waarin hij du Barry vergelijkt met de beruchte oud-Griekse hetaïre Laïs, voor wiens schaamteloos genot, een despoot, een moderne Sardanapalus (Louis XV) het bloed en de bezittingen van zijn volk opofferde, deze hoer die het zelfs met Pitt zou aangelegd hebben (Pitt: Engelse Prime Minister, die de oorlog verklaarde aan het revolutionaire Frankrijk), zijn requisitoir dus overdonderde de 12 juryleden dusdanig dat die prompt du Barry naar de guillotine verwezen. Hetgeen dan ook geschiedde op 8 december 1793, onder oorverdovend gekrijs, sterk contrasterend met de stoïcijnse houding van Marie-Antoinette, koningin van Frankrijk, die een paar weken voordien hetzelfde lot had ondergaan.

    Haar juwelen die nog altijd in een Londense bank lagen werden op 19 februari 1795 werden openbaar geveild door Christie (de stichter van het huidige Christie’s in Londen).

    En hoe liep het af met Grieve ? Na de val van Robespierre werd hij gearresteerd maar ontsnapte aan een veroordeling en vluchtte naar Newcastle, Amerika. Uiteindelijk kwam hij terug naar Europa en vestigde zich in Brussel waar hij overleed op 22 februari 1809. Het zou interessant zijn eens op te zoeken waar ergens in Brussel die man werd begraven en als daar nog een grafzerk of zoiets te vinden is.

    In 1935 verscheen een boek van James Henry Duveen (die aan de basis ligt van de huidige collectie van 18de- eeuws Frans meubilair in de beroemde Huntington collectie te San Marino, California, US) waarin het vermoeden werd geuit dat Grieve zelf zou betrokken geweest zijn bij de diefstal van du Barry’s juwelen op 10 januari 1791.  

    Bronnen ( alles integraal digitaal downloadbaar van het internet):

    Marion Ward: The du Barry inheritance (1967). 
    Georges Leclerc: La juridiction consulaire pendant la Révolution (1909)  
    H. Fleischmann : Réquisitoires de Fouquier-Tinville (1911). 
    Charles Vatel: Histoire de Mme du Barry (1883)















    07-11-2013 om 00:00 geschreven door Guido  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het trieste eind van Mme du Barry. (1) De dood van Brissac.
    In onze blog van 14-03-2013 (Van Bordeelmeisje tot First Lady) vertelden we reeds hoe du Barry in 1774 het Petit Trianon moest ontruimen zodat Louis XV vooralsnog waardig zou kunnen overlijden, niet in haar onkuise schoot, maar in de schoot van onze Moeder de Heilige Kerk.
    Ze trok naar haar kasteeltje in het dorp Louveciennes en zou daar nog bijna 20 jaar wonen, in peis en vree, in een LAT relatie met haar nieuwe minnaar  Louis Hercule Timoléon de Cossé-Brissac, kapitein van de Cent-Suisses, een soort persoonlijke lijfwacht van de koning.

    Het drama begon in feite op maandag 10 januari 1791. Du Barry was die dag naar Parijs getrokken om Driekoningen te vieren ten huize van Brissac en bleef daar overnachten. Een Joodse dievenbende uit Parijs was daarvan op de hoogte geraakt, waarschijnlijk getipt door Zamor, de Bengaalse huisslaaf van du Barry. De dieven besloten tijdens haar afwezigheid in te breken in haar  kasteel te Louveciennes. Het was algemeen bekend dat du Barry over een aanzienlijke hoeveelheid juwelen beschikte, die ze geleidelijk moest verkopen om met de opbrengst haar train de vie en dat van haar personeel te kunnen handhaven, maar ook om behoeftige inwoners van het dorp te kunnen helpen.

    Een signalement van het gestolen goed werd verspreid en er werd in vage termen gewag gemaakt van een beloning voor wie de juwelen zou kunnen terugbezorgen. De dieven zagen in dat ze hun waar niet in Parijs zouden kunnen verkopen en besloten dit in Londen aan de man te brengen. Via een andere Jood, Goldschmidt, maakten ze kennis met een Britse juwelier, Lyon De Symon. Deze vond de zaak verdacht en verwittigde de politie. Via de Franse ambassade ontstond het vermoeden dat het wel eens de gestolen juwelen van du Barry zouden kunnen zijn. Ze wordt uitgenodigd de juwelen te komen identificeren en op 20 februari 1791 arriveert ze de eerste keer in Londen en bevestigt dat de juwelen inderdaad van haar zijn. De juridische procedure sleept eindeloos aan en er zijn allerlei complicaties : de Londense rechtbank heeft problemen met het feit dat het misdrijf in Frankrijk is gepleegd, de dieven beweren dat ze de juwelen in Frankrijk hebben gekocht en eisen zelfs schadevergoeding en De Symon vindt dat hij onvoldoende wordt beloond voor het “vinden” van de juwelen. Ondertussen worden deze juwelen bewaard in de Bank van Ransom, Morland & Hammersley.

    Du Barry zal nog herhaalde malen heen en weer moeten pendelen tussen Louveciennes en Londen. Van mei tot augustus 91 is ze weer eens in Londen. Ze zal pas terugkeren naar Londen in october 1792. Terwijl ze daar is, in juni 91, vlucht de koninklijke familie uit hun verplicht verblijf in de Tuileries maar worden gevat in Varennes. Later, tijdens het proces tegen Bissac, zal Marat, l’ami du peuple, in de Journal de la République getuigen over een afgeluisterd gesprek, op de vooravond van de vlucht, tussen Brissac en du Barry, over geheime vluchtroutes uit de Tuileries. Hetgeen natuurlijk een flagrante leugen was vermits du Barry op dit ogenblik in Londen verbleef.

    In october 91 wordt de Garde des 100 Suisses ontbonden en vervangen door een Garde Constitutionelle. Brissac wordt weer aangeduid als commandant van deze Garde.

    In april 1792 verklaart de Assemblée Nationale de oorlog aan Oostenrijk. Aanvankelijk lijden de Franse troepen zware verliezen en er wordt een zondebok gevonden in de persoon van Brissac die er van wordt beschuldigd alleen koningsgezinden te hebben gerecruteerd voor zijn Garde. Op 30 mei wordt de Garde ontbonden en Brissac samen met zijn kompanen gearresteerd en gevangen gezet in Orléans waar het Hooggerechtshof zetelt.

    Ondertussen trekken buitenlandse troepen zich samen aan de grenzen en de anti-royalistische stemming van de Parijse bevolking bereikt een hoogtepunt. De Tuileries, het gedwongen verblijf van de koning, wordt bestormd op 10 augustus 1792. De koninklijke familie wordt dan maar opgesloten in de Temple. Dit is het feitelijk einde van de monarchie in Frankrijk.
    In de dagen daarop bereikt de hysterie van de bevolking, opgejut door Danton en Marat, een hoogtepunt met de zogenaamde massacres de septembre waarbij tussen 2 en 6 september meer dan duizend gevangenen in de diverse Parijse gevangenissen worden doodgeslagen.

    Eind augustus werd besloten Brissac en 53 van zijn Gardisten van Orléans over te brengen naar Parijs om te worden berecht. Het konvooi vertrekt op 2 september maar gezien de chaotische toestand in de Parijse gevangenissen wordt het omgeleid naar Versailles waar de gevangenen en hun bewakers op zondag 9 september aankomen. Een uitzinnige menigte kan de gevangenen scheiden van de bewakers die voor hun veiligheid moesten instaan en overvalt de wagens waarin Brissac en zijn kompanen zitten. Tijdens een gruwelijke slachtpartij die meer dan een uur duurde worden alle gevangenen zwaar toegetakeld en uiteindelijk gedood. Het hoofd van Brissac wordt op een hooivork gespiest en door een brallende menigte in triomf naar Louveciennes gedragen. Daar paraderen ze rond het kasteeltje van een angstig afwachtende du Barry en gooien uiteindelijk het hoofd door de vensters voor haar voeten. 





    du Barry, 46 jaar, door Vigée-Lebrun.


    Hertog van Brissac ( door Drouais ?)


    "Pavillon de musique" in de tuin van kasteel van du Barry. Ontwerp door Ledoux.


    Kasteeltje van du Barry. Huidig zicht. Beschermd monument.


    Bestorming van de Tuileries op 10 augustus 1792 (door Jacques Bertaux, 1793)


    Les massacres de Septembre. Gravure

    04-11-2013 om 00:00 geschreven door Guido  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-10-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soufflot (1713-1780), architect van het Pantheon.

    Dit jaar, 2013, herdenken we de 300ste verjaardag van de geboorte van Soufflot (net als van Diderot trouwens). Naar aanleiding van deze tricentenaire wordt er in het Pantheon, zijn meesterwerk, van 11 september tot 24 november, een tentoonstelling gehouden van zijn werk.

    Hoe de kerk van Ste Geneviève, het latere Pantheon, er kwam vertelden we reeds in de blog van 28 -05-2013 ( Het drama van Metz).

    Een kantelmoment in de carrière van Soufflot was zijn reis naar Italië in 1750 in het gezelschap van Abel Poisson, broer van Pompadour en latere marquis de Marigny en Directeur des Bâtiments du Roi. Poisson en Soufflot werden vrienden en zo kwam het dat de opdracht voor de kerk van St Geneviève naar Souflot ging en niet naar zijn rivaal, Ange-Jacques Gabriel, Premier Architecte du Roi.

    In Italië maakte Soufflot kennis  niet alleen met de basiliek van Sint Pieters te Rome maar raakte ook onder de indruk van de Griekse tempels van Paestum.

    Het imago van Soufflot als heraut van het neo-classicisme dient te worden genuanceerd. Soufflot bewonderde eveneens de lichtheid en het licht van de gothische architectuur. Het originele ontwerp van de kerk van Ste Geneviève toont nog deze gothische invloed: hoge ranke kolonnen en overvloedig licht via grote vensters aan de zijkant. Een en ander kan men nog zien op de maquette van de originele kerk die nog steeds in het Pantheon wordt bewaard. Deze maquette werd gemaakt door Rondelet, leerling van Soufflot. Het is trouwens Rondelet die na de dood van Soufflot de vensters liet dichtmetsen en de kolonnen verzwaarde om het geheel een meer robuust aspect te verlenen, meer kompatiebel met de smaak van zijn tijd. Daardoor ging echter het gothisch aspect van dit neoklassiek meesterwerk verloren.

    Voor een uitgebreide monografie van Soufflot zie : “Jacques-Germain Soufflot” door Pérouse de Montclos (2003).




    Portret van Soufflot door Van Loo



    Tempel van Poseidon in Paestum


    Plan van de kerk

    maquette van Rondelet

    23-10-2013 om 19:30 geschreven door Guido  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 31/10-06/11 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 20/04-26/04 2020
  • 22/12-28/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 02/12-08/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs