De serre-bijoux en de mythische diamanten van Marie-Antoinette (1)
In 1787 schilderde
Vigée-Lebrun een portret van de koningin en haar kinderen. Op dit portret zien
we de oudste dochter, Marie-Thérèse of Madame Royale, de enige van het gezin
die de revolutionaire moordpartijen zou overleven. Na de executie van haar
ouders bleef ze nog zes jaar gevangen in de Temple tot ze in 1799 werd
uitgewisseld voor Franse gevangenen in Oostenrijk, waarna ze werd opgevangen
aan het Hof in Wenen. De eerstgeboren zoon, de Dauphin, wijst naar het lege
wiegje waar normaal het jongste dochtertje had moeten liggen, maar dat was
gestorven terwijl het portret werd gemaakt.
De Dauphin zelf stierf twee
jaar later, in 1789, aan de ziekte van Pott, een tuberculeuze aandoening van de
wervels. Hij zou TBC hebben opgelopen via zijn min die de toepasselijke naam
droeg van Madame Poitrine. Louis-Charles, het tweejarig knaapje op de schoot van zijn moeder werd dus na de dood van zijn oudere broer nu Dauphin, en na de
executie van zijn vader in 1793 de eigenlijke troonopvolger of Louis XVII. Hij
bleef gevangen in de Temple en zou er in 1795 - hij was toen tien jaar -
gestorven zijn tengevolge van uithongering en de slechte behandeling aldaar. In
royalistische kringen werd beweerd dat hij ontsnapte uit de gevangenis en dat
het lijkje dat men in de Temple vond van iemand anders was. Ïn latere jaren
zouden dan een aantal figuren opduiken die zich uitgaven voor Louis XVII,
sommigen zoals Karl Wilhelm Naundorff zelfs met enig succes. Op het lijkje dat
men in de Temple vond werd destijds sectie verricht en het hart naar buiten
gesmokkeld en bewaard in gemummificeerde toestand. Pas in 2004 zou via DNA-onderzoek
van dat hart, onder andere door Professor Cassiman, in
opdracht van de Franse regering, definitief kunnen worden aangetoond dat het
wel degelijk om Louis XVII ging.
Maar waar het ons eigenlijk
om te doen is in verband met dit schilderij is het meubel dat men rechts op de
achtergrond ziet. Dit is de befaamde serre-bijoux die Marie-Antoinette
aangeboden kreeg van Louis XV ter gelegenheid van haar huwelijk met de dauphin
in 1770 om haar persoonlijke juwelen in op te bergen. Het meubel werd
vervaardigd en geleverd door de ebenist Ewald op basis van een ontwerp van
Belanger, dessinateur du Roi. De bronzen waren van Pierre Gouthière en het
meubel kreeg een soort overtrek van met goud bestikt velours. In 1777 stond het
meubel in de hoek van haar kamer, naast haar bed zoals we kunnen zien op een
gouache van Jean-Baptiste-André Gautier d'Agoty. Marie-Antoinette moet wel van
dat meubel hebben gehouden want in 1787 stond het daar nog steeds, getuige het
doek van Vigée. Het is trouwens mede aan de hand van de gouache van d'Agoty dat
de kamer van de koningin in Versailles recentelijk werd gerestaureerd. De serre bijoux van
Ewald is vandaag spoorloos, maar de ontwerptekening van Belanger, in vroege
neoklassieke stijl, is bewaard gebleven.
In 1787, en die datum staat
vast, werd een nieuwe serre-bijoux geleverd, nu door de ebenist Schwerdfeger.
Men neemt meestal aan dat dit ter vervanging was van het meubel van Ewald. Dat
lijkt ons onwaarschijnlijk. Marie-Antoinette zou zich in 1787 niet met dat oude
meubel hebben laten afbeelden als er al een nieuw was besteld of er al stond.
Meest waarschijnlijk werd dit meubel besteld hetzij voor het Trianon hetzij voor
haar kasteel in Saint-Cloud.
Toen in de nacht van 5 op 6
october 1789 het gepeupel, criminals and fishwives, het paleis van Versailles
bestormde en de slaapkamer van de koningin binnen drong troffen ze daar
waarschijnlijk dus het meubel van Ewald aan en ze moeten hebben gedacht dat
daarin de mythische diamanten van de koningin waren opgeborgen. Sindsdien
ontbreekt elk spoor van dat meubel. Wie nu Versailles bezoekt zal in de Chambre
de la Reine, in de hoek van de alkoof een andere serre-bijoux zien staan,
namelijk die van Schwerdfeger.
Dit meubel met zijn Griekse
kariatiden in verguld brons, geciseleerd door Thomire, de vier seizoenen
voorstellend, zjjn panelen met arabesken, cameeën en plakken van Sèvres-porselein
en een onderstel dat reeds de empire stijl aankondigt, was het culminatiepunt
van de meubel kunst onder Marie-Antoinette. Inderdaad, zij was de gangmaker van de nieuwe trends in de meubelkunst. De mode die zij
lanceerde werd in gans Europa nagevolgd. De trendsettende rol van Frankrijk, of
liever van Parijs, was te wijten aan het gelijktijdig aanwezig zijn, enerzijds
van iemand met een uitstekende smaak en veel geld, en anderzijds van een aantal
uiterst bekwame vaklui: meubelmakers, ebenisten en bronzeurs. Deze grandeur
kostte echter enorme sommen en dat terwijl de staat virtueel failliet was en de
bevolking honger leed. De aankoop van de serre bijoux van Schwerdfeger was
echter een stap te ver en zou onrechtstreeks leiden tot de ondergang van het
Ancien Régime. Die aankoop was buitengewoon slecht getimed en kwam vlak na de
rocamboleske geschiedenis van een diamanten halssnoer waarin een kardinaal, een
prostituée, een gewiekste oplichtster en Cagliostro waren betrokken, en waarin
Marie-Antoinette geheel onschuldig was, maar niet in de perceptie van het volk.
De aankoop van deze
serre-bijoux werd door het volk dan ook geïnterpreteerd als de aanschaf van een
immense coffre-fort om de laatste rijkdommen van het land te roven en op te
bergen. Een ultieme provocatie van de putainAutrichienne. Het gevolg is bekend: in de nacht van 5 op 6
oktober 1789 drong het woedende volk Versailles binnen, tot in de slaapkamer
van de koningin. Ze kon op het laatste nippertje nog ontsnappen via een geheim
deurtje van haar alkoof. Waarschijnlijk troffen ze daar de
serre-bijoux van Ewald aan. ln elk geval is dat meubel sindsdien spoorloos. Dat van Schwerdfeger dook later
achtereenvolgens op in Saint-Cloud en Compiègne bij de successieve echtgenotes
van Napoleon en later van Napoleon III. Nog later kwam het meubel in het Louvre
terecht en uiteindelijk, in 1933, belandde het daar waar d'Agoty en Vigée
Lebrun de serre-bijoux van Ewald hadden geschilderd, in de hoek van de kamer van de
koningin te Versailles.
Vigéé Lebrun, 1787.
Ontwerp van Belanger
Gautier d'Agoty, 1777.
Serre-bijoux van Schwerdfeger
De kamer van Marie-Antoinette in Versailles, vandaag.