Na de dood van Emilie (zie blog van 27/3/13) gaat Voltaire uiteindelijk in op de herhaalde verzoeken van Frederik II om naar Potsdam te komen. Hij vertrekt nu naar Pruissen waar hij als
een echte Prins der Letteren wordt ontvangen. Hij voelt zich aanvankelijk zeer
goed thuis in Frederiks verfijnde en homosexuele hofhouding en ontmoet er een
aantal figuren die hij reeds kende.
Maupertuis bijvoorbeeld - die nog
wiskundelessen had gegeven aan Emilie, en ook haar minnaar was geweest - en die nu door Frederik benoemd was tot
hoofd van de Berlijnse Academie voor Wetenschappen. Voltaire zou het nog zeer aan de stok krijgen
met deze Maupertuis die, net als Emilie destijds, de stellingen van Leibnitz
verdedigde, en de theorie van het optimisme. Ook La Mettrie was daar : de man
van LHomme machine, en de markies dArgens, auteur van Therèse Philosophe, een van
de merkwaardigste afleveringen van de erotische productie van de radicale
Franse Verlichting waarin wellust niet langer als zondig werd beschouwd, maar
waar de volupté als de ware
drijvende kracht van het leven werd beschouwd.
Ondanks de rooskleurige en snoeverige brieven
die Voltaire schreef naar zijn vrienden in Parijs, werd hij verteerd door
heimwee en via Richelieu trachtte hij weer in de gunst te komen van Pompadour
en de Franse koning. Hij raakte verslaafd aan opium onder de vorm van Laudanum
en zou zelfs een zelfmoordpoging
hebben ondernomen tijdens een van zijn depressieve buien.
Net als toen in Engeland, eindigde zijn
verblijf in Pruissen weer eens met een financieel schandaal. Uiteindelijk zou
hij op zeer vernederende wijze het land worden uitgezet. Het ging over een
dispuut met 2 Joodse bankiers, vader en zoon Abraham Hirschel.
Voltaire zou hen een enormesom hebben
gegeven om illegaal Saksische obligaties te gaan kopen te Dresden om die nadien
met grote winst in Pruissen te verkopen, wat door Frederik streng werd
verboden. Toen Voltaire hoorde dat Frederik lucht gekregen had van zijn
voornemen, cancelde hij snel de opdracht en vroeg zijn geld terug. Om een of
andere reden kon Hirschel die enorme som niet meer meteen terugbetalen en
stelde hij Voltaire schadeloos met een hoeveelheid diamanten. Voltaire beweerde
echter dat de diamanten vals waren en sleepte de Jood voor de rechter. Onder
ede verklaarde Voltaire dat hij Hirschel naar Dresden gezonden had, niet voor
die Saksische obligaties nee, helemaal
niet - maar wel om diamanten en bontjassen te gaan kopen.
Iedereen wist dat Voltaire loog maar om de schone schijn te redden werd de Jood
veroordeeld. Gelukkig stierf Abraham Hirchel kort na het proces. De ganse zaak bracht hem de minachting mee
van Frederik en Voltaire werd eens te meer persona non grata waarop hij besloot
met al zijn geld naar de republiek Genève te vluchten.
Eerst vestigde hij zich met Mme Denis die hij steevast maman noemde,
en die steeds dikker werd naarmate hij vermagerde - in een statige woning die
hij Les Délices noemde. Het gebouw bestaat nog steeds en is nu een museum gewijd aan Voltaire. Vervolgens,
en voor de rest van zijn lange leven verbleef hij te Ferney, een kasteel en bijbehorende landerijen op de grens van de toenmalige
Republiek Genève en het Koninkrijk Frankrijk. En alsof het nog niet genoeg was kocht hij met zijn immense kapitaal ook nog
Tournay een aanpalend graafschap, inclusief de lijfeigenen, zodat hij zich nu
ook comte de Tournay kon noemen.
Hij was 60 toen hij in Ferney aankwam en zou er nog 24 jaar zijn kleine koninkrijkje als een verlicht despoot beheren. Op 84 jarige leeftijd trok hij naar Parijs om er enkele weken later uiteindelijk te sterven.
Het is een tijdje stil geweest op deze blog. Enerzijds door de prachtige voorbije zomer, anderzijds omdat ik me onledig hield met het omzetten van een boek dat ik onlangs publiceerde, in een een digitale versie. Dat boek, over schilders, meubels & maîtresses, met 320 bldz en meer dan 200 illustraties in full color, werd, via sponsoring, in beperkte oplage uitgebracht en is volledig uitverkocht. Gezien de kostprijs en het onderwerp dat slechts een zeer beperkt publiek kan boeien, is een herdruk niet doenbaar. Een Engelstalige versie is onderweg voor de Apple Store. Het boek was weliswaar initieel bedoeld voor aficionados van 18de eeuws Frans meubilair maar groeide gaandeweg uit tot een breed panoroma van Parijs onder Louis XV en XVI.
Ik heb dit boek nu omgezet in een interactieve PDF versie, leesbaar op elk platform, PC of Mac, en uiteraard op de iPad of gelijkwaardig tablet. U kunt via mail een link bekomen waar u het volledige boek kunt downloaden (prijs 10 , ca 25 MB) of desnoods de DVD bestellen (+ verzendkosten).
Inhoudsopgave
VOORWOORD 2
Inleiding 9
Deel I Achtergronden 14
Hoofdstuk I. Koningen en
maîtresses 16
Hoofdstuk II. Les Lumières. 31
De eeuw van de Verlichting 31
Newtonianismo per le dame. 33
Het Laatste Avondmaal van de
Patriarch. 37
Marmontel en Belisarius. 39
Verzamelde Lumières in het
Salon van Madame Geoffrin. 42
Hoofdstuk III. Wetenschap
& Techniek. 45
Le Jardin des Plantes . 46
Le Cabinet Physique de M.
Bonnier de la Mosson. 48
De Encyclopedie. 50
Verkenningen te land: de
meridiaan van Parijs. 52
Verkenningen in de lucht:
Montgolfières & Charlières. 54
Verkenningen ter zee: De reis
van La Pérouse. 58
De lamp van Argand 61
Rien ne se crée, rien ne se
perd. 64
Hoofdstuk IV. Architectuur
& Interieur. 69
Architectuur in de eerste
helft van de 18de eeuw. 69
Architectuur in de tweede
helft van de 18de eeuw. 79
Ornamentiek van laat Louis XIV
tot Rococo. 87
Het Neoklassieke Interieur. 96
Hoofdstuk V. De Meubelkunst 102
De Meubelmakers 102
De marchands-merciers. 111
Gersaint en Watteau. 114
Meubelstijlen. 119
Hoofdstuk VI. De Schilderkunst 149
Deel II. Schilderijen 155
A. Eerste helft van de 18de
eeuw 155
Hoofdstuk I. Nicolas de
Largillière 156
Hoofdstuk II. Jean-François de
Troy 160
Hoofdstuk III. François
Boucher (1703-1770) 169
Le Déjeuner: prototype van een
burgerlijk rococo-interieur. 169
Boucher en de Chinoiserieën. 171
Boucher en Diderot. 174
Madame Boucher 176
Hoofdstuk IV. Jean-Siméon
Chardin. 180
B. Pompadour, Marigny &
Angiviller 186
Hoofdstuk I. Pompadour. 187
Alexander Roslin, 1754. 187
Maurice Quentin de la Tour,
1755. 189
François Boucher,1756. 195
François Guérin, 1763. 198
François-Hubert Drouais, 1764. 201
Hoofdstuk II. Marigny. 211
De Troy, 1750. 211
Tocqué, 1755. 212
Roslin, 1761. 214
Hoofdstuk III. Angiviller. 217
Duplessis, 1779. 217
C. Tweede helft van de 18de
eeuw 221
Hoofdstuk I. Pierrre-Antoine
Baudouin (1723‑1769) 222
Hoofdstuk II. Jean-Baptiste
Greuze 225
Het meubilair van Lalive de
Jully en de style grecque. 225
Le contrat van Fragonard:
style grecque. 231
Een portret van Watelet. 234
Over de mislukking van Greuze
als Peintre dHistoire. 235
De dubbele moraal van Greuze
en de Greuze girls. 239
Hoofdstuk III. Van
Blarenberghe en de snuifdoos van Choiseul 242
Wie was Van Blarenberghe? 242
Wie was Choiseul? 243
La tabatière de Choiseul. 245
Hoofdstuk IV. Joseph-Marie
Vien (1716-1809). 258
Hoofdstuk V. Genretaferelen. 267
De familie Devin. 267
Mozart in de Temple 268
Jean-Fréderic Schall 270
Lavreince 271
Louis Léopold Boilly 274
Moreau le Jeune. 275
Hoofdstuk VI. Vrouwen in
hogere sferen. 279
Adelaïde Labille 279
Elisabeth-Louise Vigée 285
Hoofdstuk VII. J. Louis David
(1748-1825). 293
Een schilder in dienst van de
politiek ? 293
David in Rome. 295
De smart van Andromache
(1783). 298
De eed der Horatiërs (1784). 300
Pâris en Helena (1788). 303
De lictoren brengen Brutus de
lichamen van zijn zonen,1789. 306
Epiloog 311
Genealogie van de Bourbons 313
Illustratieverantwoording 314
Bibliografie 314
Register van schilders en
graveurs met afbeeldingen. 316