Inhoud blog
  • De Goede Plek
  • La Voltairomanie.
  • Een Amerikaan in Parijs, Benjamin Franklin (1706-1790). Achtergronden 1
  • Jacques-Louis David, revolutionair of opportunist ? (2)
  • Jacques-Louis David, revolutionair of opportunist ? (1)
  • Louise 0'Murphy
  • Vier zussen in het bed van de koning.
  • Wolfgang Amadeus Mozart op de 'thé à l’anglaise' bij Conti in de Temple.
  • Belisarius, een Byzantijnse generaal als proto-revolutionair icoon in de 18de eeuw.
  • In de Rue Neuve des Petits-Champs: Adelaïde, Jeanne, Vincent "et les autres".
  • Diderot : brieven aan Sophie Volland (3)
  • Diderot : Brieven aan Sophie Volland (2)
  • Diderot : Brieven aan Sophie Volland (1)
  • Diderot : huwelijk en eerste affaire
  • Een dubbel portret door Roslin uit 1954 in het Göteborgs Konstmuseum
  • Een merkwaardig portret van Louis XIV en zijn familie.
  • Een Vlaams-Duitse familie in Parijs of de Gentse roots van Eugène Delacroix.
  • Een nieuwe jas voor Diderot.
  • Verzamelde Lumières in het Salon van Mme Geoffrin.
  • Diderot, Greuze en Mademoiselle Babuti (2).
  • Diderot, Greuze en Mademoiselle Babuti (1).
  • Het trieste eind van Mme du Barry. (2) De obsessie van Grieve.
  • Het trieste eind van Mme du Barry. (1) De dood van Brissac.
  • Soufflot (1713-1780), architect van het Pantheon.
  • De smadelijke aftocht van Voltaire uit Pruisen.
  • over schilders, meubels & maîtresses
  • Opkomst en ondergang van de hertog van Choiseul
  • Voltaire : de smadelijke vlucht uit Engeland.
  • Het drama van Metz en het Pantheon
  • De mythische diamanten van Marie-Antoinette (2)
  • De serre-bijoux en de mythische diamanten van Marie-Antoinette (1)
  • Diderot verhuist naar het Pantheon.
  • Een 18de eeuwse galante abbé in de slaapkamer van Madame C.
  • 2013. Het jaar van Denis Diderot.
  • Shakespeare en Voltaire. Geslepen zakenlui en fraudeurs.
  • Voltaire vlucht voor een duel aan het hof van Stanislas te Lunéville.
  • Voltaire in Versailles, vicino al piu puzzolente cacatoio di Versailes.
  • Boucher en de Chinoiserieën (2).
  • Ontbijt met oesters en champagne
  • Boucher en de Chinoiserieën (1).
  • Een knipoog van Lavoisier.
  • Van bordeelmeisje tot First Lady
  • Our Lady of the Potatoes
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    18de Eeuws Parijs

    Over kunst, wetenschap, techniek, politiek, mannen, vrouwen en roddels in het 18de eeuwse Parijs.

    © Guido VanPoucke.
    Wil je verwittigd worden als er een nieuw item wordt gepost, geef dan je emailadres op.

    07-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het trieste eind van Mme du Barry. (2) De obsessie van Grieve.

    In oktober 92, een maand na de dood van Brissac vertrekt du Barry weer naar Londen in de hoop eindelijk haar juwelen te recupereren. Door de Revolutie ontvluchtten een groot aantal Fransen hun vaderland en werden de wetten op emigratie zo sterk verstrengd dat emigratie meestal illegaal werd waardoor de bezittingen van de emigrant verbeurd konden worden verklaard. Du Barry was zich daar terdege van bewust en zorgde er voor dat haar papieren in orde waren. Ten overvloede kreeg ze nog een attest mee van Lebrun, minister van Buitenlandse Zaken : het ging om een zakenreis  en het was niet de bedoeling het land te ontvluchten.

    Terwijl de juridische procedure in Londen eindeloos aansleept frequenteert ze er de kringen van de Franse émigrés. Het nieuws uit Parijs is alarmerend: op 21 januari 1793 wordt de koning onthoofd, en daarmee vervliegt alle hoop op een herstel van de monarchie. In Londen wordt een officiële rouwperiode aangekondigd en du Barry draagt de voorgeschreven rouwkledij. Een en ander wordt door spionnen van de Republiek getrouw doorgebriefd aan het Comité du Salut Public in Parijs als bewijs van haar royalistische sympathie.

    Eind februari 73 is er eindelijk een doorbraak in het juridische kluwen. De juwelen worden als haar eigendom beschouwd en de beloning voor De Symon geregeld. De bekrachtiging van dit definitieve vonnis is gepland in april waarna ze haar juwelen zal kunnen gaan ophalen bij de bank van Ransom, Morland & Hammersley en haar leven in Louveciennes hervatten met haar nieuwe minnaar Alexandre Louis Auguste hertog van Rohan-Chabot. Ze had deze in Londen leren kennen en hem daar een substantiële lening gegeven om hem toe te laten zijn bezittingen in Frankrijk te gaan beschermen (later zou dit door het Revolutionaire Tribunaal uitgelegd worden als verkapte steun aan de antirevolutionaire opstandelingen in de Vendée waar Rohan-Chabot bezittingen had).

    Haar plannen werden echter doorkruist door de obsessie van één man : George Grieve, een radicale politiek actieve Brit. In zijn jeugdjaren had hij Marat leren kennen, toen deze voor zijn studies in Engeland verbleef om als apotheker vooralsnog geneesheer te worden. Later zou Grieve in Amerika actief zijn in de Onafhankelijkheidsoorlog waar hij Washington en Franklin frequenteerde. Hij was wel degelijk een revolutionair.

    Maar Grieve had een morbide - en naar sommigen beweren - seksuele fascinatie opgevat voor du Barry. Die fascinatie ging schuil onder zogenaamde revolutionaire motieven. Zo tekende hij een anti du Barry pamflet als : Greive (sic), défendeur officieux des braves sans-culottes de Louveciennes, ami de Franklin et de Marat, factieux et anarchiste de premier ordre, et désorganisateur du despotisme dans les deux hémisphères depuis vingt ans.’   

    In de winter van 1792-93, terwijl du Barry in Londen verbleef, logeerde hij in het dorp Louveciennes en snuffelde rond in haar kasteel, daarbij geholpen door 2 ontevreden personeelsleden : de butler Salanave en de “neger” Zamor. Hij kreeg er info uit de eerste hand over het komen en gaan van aristocraten en hun gedragingen. Hij klaagde du Barry aan als illegale emigrant en op 16 februari 1793 verkreeg hij het order haar kasteel en de inhoud ervan te verzegelen.

    Du Barry werd hiervan verwittigd en ze vertrok op 5 maart hals over kop uit Londen om het misverstand over haar zogezegde illegale emigratie op te helderen. Met het attest van Lebrun kon ze haar verblijf in Londen verklaren. Begin april werden de zegels verwijderd en ze kreeg enkele maanden respijt tot Grieve eind juni een nieuwe actie ondernam.  Hij slaagde erin een kleine minderheid van de dorpelingen van Louveciennes een petitie te laten ondertekenen waarin du Barry beschuldigd werd van incivisme, lèze-nation en royalisme. Salanave en Zamor bevestigden bovendien dat aristocratische genodigden werden aangesproken met hun adellijke titels in plaats van citoyen zoals voorgeschreven. Op grond daarvan werd ze aangehouden om naar de gevangenis van Versailles overgebracht te worden. Ze protesteerde hevig en bekwam dat ze haar arrest in haar kasteel  mocht uitzitten. Maar ook hier kreeg Grieve het deksel op zijn neus : onder druk van de lokale bevolking die betoogde dat du Barry een echte citoyenne was en bovendien hun weldoenster werd het arrest herzien en op 13 augustus kwam ze vrij. Het hielp Grieve ook al niet dat Marat, zijn vriend en medestander in zijn kruistocht tegen du Barry, in juli was vermoord. Maar Grieve liet niet los, zo groot was zijn obsessie om du Barry op het schavot te krijgen.

    In september ondernam hij een nieuwe aanval, hij wendde zich nu rechtstreeks tot het zopas opgerichte Comité de Sûreté Générale in Parijs, daarbij de lokale autoriteiten passerend. Dat Comité - een soort “ministerie van terreur” - was gemachtigd alle verdachten van inciviek gedrag aan te houden en hen naar het Tribunal révolutionnaire te sturen. Dit laatste was in feite niet meer dan een doorgeefluik naar de guillotine.

    Dat du Barry “verdacht” was kon Grieve gemakkelijk aantonen en hij verkreeg moeiteloos de beslissing om haar te arresteren.

    Hij verkreeg zelfs subsidies om haar in eigen persoon naar Parijs te brengen met een gewapende wacht naar zijn keuze. Op 21 september 1973 stond hij triomfantelijk voor haar deur in Louveciennes om haar op te pakken waarbij hij volgens verschillende getuigen uiterst hardhandig te keer ging. Op weg naar de Parijse gevangenis Sainte-Pélagie, zou hij zelfs gepoogd hebben haar te verkrachten.

    Eenmaal in de handen van het “Ministerie van Terreur” was het lot van du Barry voorspelbaar. Op 6 december verscheen zij voor het Tribunal révolutionnaire met de geduchte aanklager Fouquier-Tinville. Zijn requisitoir, volledig van de pot gerukt, waarin hij du Barry vergelijkt met de beruchte oud-Griekse hetaïre Laïs, voor wiens schaamteloos genot, een despoot, een moderne Sardanapalus (Louis XV) het bloed en de bezittingen van zijn volk opofferde, deze hoer die het zelfs met Pitt zou aangelegd hebben (Pitt: Engelse Prime Minister, die de oorlog verklaarde aan het revolutionaire Frankrijk), zijn requisitoir dus overdonderde de 12 juryleden dusdanig dat die prompt du Barry naar de guillotine verwezen. Hetgeen dan ook geschiedde op 8 december 1793, onder oorverdovend gekrijs, sterk contrasterend met de stoïcijnse houding van Marie-Antoinette, koningin van Frankrijk, die een paar weken voordien hetzelfde lot had ondergaan.

    Haar juwelen die nog altijd in een Londense bank lagen werden op 19 februari 1795 werden openbaar geveild door Christie (de stichter van het huidige Christie’s in Londen).

    En hoe liep het af met Grieve ? Na de val van Robespierre werd hij gearresteerd maar ontsnapte aan een veroordeling en vluchtte naar Newcastle, Amerika. Uiteindelijk kwam hij terug naar Europa en vestigde zich in Brussel waar hij overleed op 22 februari 1809. Het zou interessant zijn eens op te zoeken waar ergens in Brussel die man werd begraven en als daar nog een grafzerk of zoiets te vinden is.

    In 1935 verscheen een boek van James Henry Duveen (die aan de basis ligt van de huidige collectie van 18de- eeuws Frans meubilair in de beroemde Huntington collectie te San Marino, California, US) waarin het vermoeden werd geuit dat Grieve zelf zou betrokken geweest zijn bij de diefstal van du Barry’s juwelen op 10 januari 1791.  

    Bronnen ( alles integraal digitaal downloadbaar van het internet):

    Marion Ward: The du Barry inheritance (1967). 
    Georges Leclerc: La juridiction consulaire pendant la Révolution (1909)  
    H. Fleischmann : Réquisitoires de Fouquier-Tinville (1911). 
    Charles Vatel: Histoire de Mme du Barry (1883)

















    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail
    URL
    Titel *
    Reactie * Very Happy Smile Sad Surprised Shocked Confused Cool Laughing Mad Razz Embarassed Crying or Very sad Evil or Very Mad Twisted Evil Rolling Eyes Wink Exclamation Question Idea Arrow
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Archief per week
  • 31/10-06/11 2022
  • 05/09-11/09 2022
  • 20/04-26/04 2020
  • 22/12-28/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 26/05-01/06 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 02/12-08/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 04/11-10/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 27/05-02/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs