Kardinaal de Rohan had als
gewezen ambassadeur in Wenen geen al te goede indruk nagelaten bij keizerin Maria Theresia van Oostenrijk en dus ook niet bij
haar dochter de Franse koningin Marie-Antoinette. Dit stond haaks op de ambitie van de kardinaal om premier ministre te
worden. En dus probeerde hij weer op goede voet te komen bij Marie-Antoinette.
Dit was ter ore gekomen van Jeanne
de La Motte, een gewiekste boerendochter, die zich door allerlei intriges en
vervalste documenten liet doorgaan als afstammend van Henri II, een
van de laatste koningen uit de Valois-dynastie. Zij maneuvreerde zich in de
entourage van de kardinaal en liet daar uitschijnen dat zij een gunstelinge was
van de koningin. De Rohan trapte in de val en gaf haar belangrijke sommen om
voor hem te lobbyen bij de koningin. Als bewijs van haar succes schreef Jeanne
brieven naar de kardinaal die ze ondertekende als Marie-Antoinette de France.
De toon van die brieven werd steeds intiemer naarmate Jeanne meer geld toegestopt
kreeg en de kardinaal zag zijn dromen bijna verwezenlijkt. De La Motte had een
hoertje gevonden, Nicole Le Guay, die wat bijkluste als actrice en die
opvallend leek op de koningin. Jeanne arrangeerde een afspraakje tussen de
kardinaal en de vermeende koningin, op een donkere avond in het park van
Versailles. De actrice moest niet veel meer doen dan de kardinaal een roos aan
te bieden en hem toe te fluisteren dat hij wel wist wat dat betekende. De
kardinaal was nu als was in de handen van Jeanne de La Motte en zij zag haar
kans schoon voor een van de grootste oplichterijen van de 18de eeuw.
De juweliers Böhmer en
Bassenge hadden destijds een exuberant diamanten halssnoer vervaardigd ten
koste van een astronomisch bedrag in de hoop dat Louis XV het zou aankopen voor
zijn maîtresse, Madame du Barry. Maar de koning stierf voor het klaar was. Nu
trachtten ze het aan Marie-Antoinette te verkopen maar deze weigerde, het
halssnoer leek haar te vulgair en teveel in stijl met du Barry die ze
verafschuwde. De juweliers waren radeloos en de La Motte was daarvan op de
hoogte.
Zij wist de Rohan te
overtuigen dat de koningin dit juweel wenste te kopen maar via een discrete
tussenpersoon om kritiek van het volk over haar hang naar dure juwelen te
vermijden. De kardinaal leek de geknipte persoon daarvoor. Jeanne schreef hem
een brief, vervalst uiteraard, waarin de koningin bevestigde dat ze het juweel
wenste te kopen op voorwaarde dat het direct zou geleverd worden en dat de
betaling later zou volgen gespreid over vier termijnen waarvan de eerste op 1
augustus 1785. De kardinaal liet het juweel bij hem thuis brengen en overtuigde de
juweliers dat de koningin garant stond voor de betaling. Op 29 januari 1785
werd het juweel gebracht en werd meteen
gegeven aan een zogezegde bode van de koningin, in werkelijkheid een minnaar van de La
Motte. Zij ontmantelde het juweel en verkocht de meer dan 500 afzonderlijke
diamanten in Londen. Met de opbrengst kocht ze een landgoed dat paste bij haar
verzonnen adellijke afkomst en liet het inrichten met niet minder dan 42 wagenladingen
met meubels van Adam, tapijten van dAubusson, etc .
Op de vooravond van de eerste
vervaldag was er nog steeds geen geld, en er zou ook geen komen want de
koningin wist van deze hele handel niets af. De volgende dag informeerde de La
Motte de juweliers dat ze bedrogen waren door middel van een vervalste brief.
De juweliers trokken naar de koningin en de waarheid kwam onmiddellijk aan het
licht. De kardinaal, de la Motte, Le Guay en Cagliostro een charlatan die
meegeholpen had aan het komplot werden gearresteerd en het kwam tot een
openbaar proces. De zaak mocht zich verheugen in een enorme belangstelling van
het publiek en er verschenen honderden pamfletten, prenten en pornografische
schotschriften waarvan de algemene teneur was dat de koningin een spilzieke
slet was die voor niets terugdeinsde om haar lusten te bevredigen. Het proces
dat ruim een jaar later volgde was een soort straattheater waar de advocaten
het publiek naar de mond praatten net zoals in sommige recente assisenprocessen bij
ons. Het gevolg laat zich raden : de Rohan werd vrijgesproken, de la Motte
veroordeeld en gebrandmerkt met de grote V van voleuse. Ze wist echter na enige tijd naar Engeland te ontsnappen van
waaruit ze een virulente campagne voerde tegen Marie Antoinette waarvoor ze een
gretig publiek vond bij de bevolking van Parijs. Ze beweerde een lesbische
verhouding te hebben gehad met de koningin die haar gebruikt had om de Rohan
ten val te brengen omdat hij op de oneerbare voorstellen van de koningin niet wilde
ingaan. De wildste verhalen deden de ronde en het gepeupel raakte er van
overtuigd dat de koningin nog steeds tal van diamanten bewaarde in haar
serre-bijoux.
Zo kwam het dat in de nacht
van 5 op 6 oktober 1789 het woedende volk Versailles binnen drong, tot in de
slaapkamer van de koningin. Deze kon op
het laatste nippertje nog ontsnappen via een geheim deurtje van haar alkoof.
Het blijft onduidelijk of de plunderaars daar de serre-bijoux van Ewald of die
van Schwerdfeger aantroffen. In elk geval is sindsdien het meubel van Ewald
spoorloos.