De essentie van het
leven, menselijkheid. De blog van vandaag is niet mijn verhaal, het is het
verhaal van Rodolf en het hondje Xena (genoemd naar de Xena, the warrior
princess mijn favoriete tv-serie toen ik nog zeer jong was). Ik was een klein
hoofdstuk in het verhaal, maar wat voor één.
Weet je, mijn reisjes
naar Marokko hebben me in de tijd heel veel geleerd hou even je vooroordelen
voor jezelf waaronder solidariteit en respect voor mensen die met heel weinig
heel veel doen en vaak nog anderen helpen. Dit klinkt naïef en romantisch, dat
kan dan wel zo zijn, toch heeft mijn ontwapende naïviteit en de romanticus in
mij een glimlach getoverd op het gezicht van een thuis- of dakloze man met een
hondje, het symbool van moed, hoop en bovenal menselijkheid.
s Morgens, in Brussel
toekomend, terwijl ik nog half slapend over straat liep, nadenkend over wat ik
deze avond zou eten, zat er een man met hond op straat. Hij zat daar gewoon,
stilletjes in de schaduw van zichzelf, wachtend op Godot, zoals in het absurde
toneelstuk in twee bedrijven van de Ierse schrijver Samuel Beckett, waarin twee
zwervers, Vladimir en Estragon, tevergeefs wachten op een zekere Godot, een
persoon die nooit zal komen. Waarbij Godot staat voor verlossing of
verlichting. De man bedelde niet, vroeg niks. Hij zat daar gewoon met zijn
hondje, die al 14 jaar oud bleek.
Natuurlijk, zoals het
meestal vergaat, loopt iedereen gewoon voorbij, in het beste geval. In het
ergste geval worden er nog vieze gezichten getrokken of worden zon mensen gemeden
en wordt er vooral geen oogcontact gemaakt, we gaan het negeren, dan gaat het
weg.
Toen ik de meneer
eindelijk zag zitten, het leek alsof ik even een helder moment had waarop ik
hem effectief zag zitten, bedacht ik op welke manier ik hem en zijn lieve hond
kon helpen. Hoe doe je dat? Die mensen zijn vaak argwanend, ze worden als het
grof vuil van onze maatschappij gezien die door hun eigen schuld in de miserie
zitten en waar we dus absoluut geen medelijden moeten mee hebben, we zijn ze
beter kwijt dan rijk of zoiets toch. Gewoon zeggen, Hoi, hier is eten voor je,
lijkt me nu ook geen goed idee.
Hoe veel geluk heb ik
dan wel niet? Ik maak me druk over spaghetti thuis of restaurant, terwijl deze
meneer wel andere zorgen heeft. Ik had boterhammen gesmeerd, extra water bij en
een suikerwafel dat toch niet goed is voor mijn lijf.
Mijn innerlijke zelve deed
teken dat ik er niet zo diep moest over nadenken. Ik stapte op hem af, vroeg
hem of hij Frans of Nederlands sprak. Hij keek me heel bang en verward aan.
Waarschijnlijk dacht hij dat ik hem zou wegjagen of uitschelden, ik kon het zo
van zijn gezicht af lezen. Ik gaf hem mijn lunch, water en tussendoortje zonder
nog iets te zeggen en aaide heel even zijn lieve hond, die me lekjes gaf.
De hond was goed
verzorgd en zag er heel gelukkig uit. Dat gaf me vertrouwen dat deze man
verantwoordelijk omging met zorg voor anderen en hij zag er ook helemaal niet
verslaafd uit of dronken. Het leven stond wel gegrift op zijn gezicht. Zijn
blik was eerder leeg - net zoals zijn
maag, fluisterde mijn innerlijke zelve met een zeer trieste blik.
Met diezelfde bange blik
antwoordde hij Je parle français. Ik overhandigde hem heten en schonk hem de
meest vriendelijke lach die ik in me bezat ik wilde niet bezwijken aan de
emoties die deze man bij mij naar boven haalde. Ik stapte weg, ik wilde hem
niet de kans geven om te weigeren of misschien liep ik weg van de triestheid
die zo diep in hem zat. Alsof de lekjes van zijn lieve hond, de enige hoop was
op Godot.
Die avond sliep ik
amper. Ik nam me voor dat ik vanaf nu elke dag iets zou meenemen voor hem en
zijn lieve hond. Als mijn hubby 2 be kleren weg deed dan zou ik ze aan hem
geven. Mijn snode plan was om op die manier een gesprek aan te gaan om te zien
in welke mate ik hem nog kon helpen, zoals papieren in orde maken ofzo. Maar
dat was voor later.
Zo geschiedde het!
Hoewel mijn hubby 2 be doorhad dat de kaas sneller verdween dan ervoor en het
brood sneller opraakte net als het water, het fruit, de suikerwafels en ook de
hondenkorrels 😉. Toch kon hij het niet
thuisbrengen. Ik zweeg in alle talen en ik had een pinky-swear-sillence afgesproken
met mijn innerlijke zelve dat ook zij zou zwijgen. Gewoon omdat ik geen zin had
in een onzinnige debat dat hij al van in het begin zou verliezen. Als ik iets
in mijn hoofd heb, praat je het er toch niet uit. Zo is dat! Toch!
Ik nam alles mee wat ik
kon vinden en wat wij konden missen, wat in essentie toch wel kon tellen.
Beetje bij beetje verscheen er een lach op zijn gezicht, eerst een smal lijntje
en dan zo een beetje breder. Zijn kleine hond werd mijn grote vriend.
Natuurlijk ontvingen
mijn acties ook de nodige commentaren, Wat doe jij nu, dat helpt toch helemaal
niet! of wat dacht je van deze, zo gaan ze helemaal niet weg,
sebiet staan ze hier in
een rij omdat jij eten geeft. of de beste uitspraak van allemaal, het is vaak
hun eigen schuld dat ze in die situatie zitten, dus ja
.
je kunt natuurlijk
begrijpen dat ik moest reageren, dat ik niet anders kon dan reageren op zon
uitspraken: Natuurlijk gaan ze niet weg, ze zijn er al even en hun aantal
groeit, dat jij dat niet wilt zien, is een andere discussie, Gimmeshelter schat
het aantal thuis- of daklozen op 50.000 in 2015. Natuurlijk is dat moeilijk in
te schatten, veel mensen slapen bij vrienden, familie (sofaslapers genoemd) in
kraakpanden of in autos. Ze staan al in de rij, letterlijk, de
opvangcentra zitten overvol, wat zeg jij nu allemaal. En Hoezo dat helpt
niet? Besef je dat niet dat elke kleine beetjes voor deze mensen rust brengt
in hun hoofd? Dat ze dan al niet moeten nadenken over dat ene probleem en
meer tijd en ruimte hebben om over de andere problemen na te denken? Los van
het feit of dat het al dan niet hun eigen schuld is? Vind je nu niet dat ze
al genoeg gestraft worden? Denk even na, ze hebben geen dak, moeten wisselen van
slaapplaats, geen eten, kunnen zich niet in veilige omstandigheden begeven,
trotseren warmte, koude, regen op zoek naar eten of andere dingen, meestal
zonder enig vooruitzicht op verbetering. Weet je wat dat met mensen doet?
Weet je hoe moedig dat eigenlijk is? De schaamte die zij voelen wanneer
mensen hun negeren, hun als vuiligheid behandelen, ze ontwijken en er dan nog
zo over praten, zoals jij? Mensen plegen zelfmoord voor veel minder.
Mijn innerlijke zelve
zei, ademen Zali, ademen. Wat maakt hun mening uit. Ze mogen erover denken
wat ze willen, dat verandert niks aan jouw idee om die persoon te helpen op
jouw eigen manier.
Ze had gelijk, ik
draaide me om en zei ik wens jullie een fijne, warme, veilige dag toe met veel
liefde, warmte en geluk, zoals ik dat voor die meneer daar ook wens.
Mijn innerlijke zelve applaudisseerde.
Weken gingen voorbij,
terwijl mijn hubby 2 be het steeds vreemder en vreemder begon te vinden, zeker
nu ik ook de restjes die ik normaal s avonds opat, meenam in potjes die hij
altijd proper terug meebracht de andere ochtend keek ik steeds meer en meer
uit naar mijn korte ontmoetingen met de meneer met zijn hond. Tot vorige week.
Ik had buiten de gebruikelijke lunch, fruitjes en suiker, wat kledij bij tegen
de regen, gezien de laatste regenweken, typisch België.
Deze keer lachte hij al
van ver naar mij. In het Frans zei hij, Vanaf volgende week zul je mij hier
niet meer zien en dat is helemaal jouw schuld.
Ik was in schok, ik weet nog steeds niet precies waarom, kwam het doordat het
de langste zin was die hij had gesproken tegen mij in al die weken of kwam het
doordat iets mijn schuld was waarvan ik totaal niks afwist? Wat was er gebeurd?
Had iemand geklaagd?
Hij lachte naar me,
waarschijnlijk trok ik nu diezelfde bange verwarde blik, Jij ben zo goed en
vriendelijk voor ons geweest, en dat gaf me de moed om opnieuw naar het
O.C.M.W. te gaan, mijn dossier te laten heropenen en voor mijn dossier te vechten.
Ik wist niet wat ik
hoorde. Ik stond perplex, hij had dat niet door, gelukkig maar. Mijn aderen
werden warm, mijn hart klopte super luid. Ik weet zeker dat Xena, de hond het
kon horen. Ik ben daar gisteren nog eens geweest en ik heb een toewijzing
gekregen voor een woonst, waardoor ik een vaste verblijfplaats heb en eindelijk
werk kan zoeken.
Hij was zo gelukkig,
zijn blik was warmer, voller. Zijn lach was breed, alsof hij klaar was om aan
de zijde van Xena de wereld te veroveren. Wauw, ik ben zo blij voor u. zei ik
oprecht en legde mijn hand op mijn hart dat elk moment uit mijn borstkas zou
springen. Zonder nadenken gaf ik hem een high five en hij gaf me er één terug.
Dit is echt geen leven, ging hij verder, alleen, ja, nu ga ik jou niet meer
zien., hij meende het oprecht en het raakte me diep, heel diep. Tranen
sprongen in mijn ogen, die ik uit alle macht bedwong. Meneer
, Noem me maar
Rodolf. Rodolf, ik hoop dat we elkaar zullen terug zien, in veel betere
omstandigheden. Ik hoop dat ook en dan breng ik jou boterhammen. We lachten
allebei om zijn uitspraak en toen volgde een stilte. Hoe neem je afscheid van
iemand die je eigenlijk niet kent? Alsof hij mijn gedachten las zei hij, Je
hebt me altijd vriendelijk en menselijk behandeld en me moed gegeven, ik zal je
nooit vergeten.
Zonder nadenken,
antwoordde ik, Jij bent degene die mij moed heeft gegeven om vriendelijk en
menselijk te zijn. ik gaf hem een hand, Het gaat je goed, vriend.
Mijn innerlijke zelve en ik konden zich nog net inhouden tot aan het gebouw. We barstten allebei uit in
tranen, gemengde tranen van geluk en triestheid. Ik kon alleen maar denken:
Godot bestaat echt en is dan toch gekomen.
(Ik heb Rodolf en Xena
niet meer gezien, dus ik vermoed dat het goed met hen gaat!)