Onze befaamde Belgische zomers zijn er verantwoordelijk voor dat ik bij wisselvallig weer bijzonder neurotisch gedrag vertoon. Nog neurotischer dan gewoonlijk dus. Concreet: als het weerbericht een minimum aan zon heeft voorspeld, ren ik de hele dag gegarandeerd als een kip zonder kop heen en weer tussen keuken, bureau en terras. Genieten van de zon is namelijk een kwestie van organisatie, professionele aanpak en stressbestendigheid. Drie zaken waar ik dusdanig goed in ben, dat het beangstigend wordt. Niet in het minst voor mezelf.
Het komt er op aan alles tot in de puntjes voor te bereiden: stoel, laptop en fles water worden klaar gezet zodra de eerste ochtendkou is verdwenen. Indien mogelijk ook wat speeltuig en onverantwoord suikergoed om de kinderen rustig te houden. En dan is het kwestie van oplettend te zijn: zodra de temperatuur boven de twintig graden stijgt en er een glimp zon te bespeuren valt, storm ik naar buiten. Niet gehinderd door aanbrandend middageten, rinkelende telefoon of een totaal gebrek aan sportiviteit breek ik telkens weer mijn eigen snelheidsrecord. Ik installeer mij in mijn luie stoel, leg de laptop op mijn schoot en sluit mijn ogen. Bijzonder productief. Zodra de zon verdwijnt, haast ik mij nog sneller weer naar binnen, om tien minuten later in allerijl weer voor enkele minuten naar buiten te sprinten.
Het hele gedoe is ongetwijfeld erg bevorderlijk voor mijn conditie en een stuk minder ontmoedigend dan mijn ontelbare pogingen om start-to-run tot een goed einde te brengen, maar ik word er stekezot van.
Ik denk dat ik morgen een afspraak maak bij de zonnebank.
Dat ze een lief nodig hebben, denk ik grinnikend bij mezelf. En omdat ik ben wie ik ben, kan ik het natuurlijk niet laten mijn zonen die vaststelling even in het oor te fluisteren. Ze hangen al de hele avond rond mij in de grote zetel. Liggen, knuffelen en zoenen. Ontzettend gezellig en lief, maar mama houdt nu eenmaal van flauwe grapjes. Erfelijk belast als het ware. Al was het maar om de gespeelde verontwaardiging in hun ogen te zien, en de scheve grijns waarmee ze verkondigen dat ze van hun leven geen lief willen.
Nauwelijks een minuut later slaat de schrik mij om het hart. Ik bedenk opeens dat het binnenkort zo ver zou kunnen zijn. Dat ze een lief hebben en dat ik dan mijn deel van de zoenen en knuffels moet missen. Dat ik dan moederziel alleen in mijn grote zetel hang. Met een reep chocolade en een glas wijn als magere troost. Misschien is het tijd om op te houden met flauwe grapjes.
En dan nu eventjes helemaal vergeten wat we gisteren geschreven hebben: er bestaat geen leuker beroep dan dat van schrijver, en schrappen is absoluut de vurrukkullukste bezigheid in dit ondermaanse. Mijn boek is af en ligt ter lezing voor aan een kritisch, zij het niet geheel onbevooroordeeld publiek. Ze moeten morgen namelijk nog door mij gevoed worden. Maar aangezien het kinderen zijn van hun moeder en ik een vurig aanhangster ben van de erfelijkheidsleer, durf ik er desalniettemin van uit gaan dat ik het wel zal horen als het nergens op lijkt. Lezen dus, schatten, desnoods de hele nacht. Zodat mama morgen weer eens rustig kan slapen.
Oh wat is dit balen zeg! Is de eerste versie van dat prachtboek dan eindelijk af, kan je beginnen schrappen en herschrijven. Mag je het helemaal gaan herlezen en herwerken. En wat blijkt? De passages die je losjes uit je mouw hebt geschud met het idee om ze ooit nog eens ernstig over te doen, die zijn hilarisch goed, maar wat je na uren zwoegen zo prachtig dacht geformuleerd te hebben blijkt gezwets voor de prullenbak. Wie op dit moment durft te zeggen dat schrijven leuk is, die krijgt een mep.
We zijn thuis. Het was een echte vakantie: drie weken lang veel gelezen, voorgelezen, gezwommen, gewandeld en gespeeld. Ik ben er zelfs in geslaagd om te schrijven, met een half oog op mijn joelende natte kroost en anderhalf oog op de laptop. De meest vreemdsoortige constructies heb ik uitgedacht om digitaal schrijven en zonnen te kunnen combineren. Er kwamen tuinmeubelen bij kijken, strandlakens, een droogrek en een Mexicaans sjaaltje, maar het is gelukt: ik heb een script afgewerkt. Het is een jeugdboek over racisme, en volgens mijn oudste zoon is het bijzonder grappig. Vanaf volgend jaar hopelijk verkrijgbaar in de betere boekhandel...
Een spannend boek met heel veel bloed een haak en een piratenhoed de lappenpop van zus verstoppen het laatste doelpunt binnenkoppen gebakken varkensspek met ei dat maakt mij elke dag weer blij.
Ken je personages! Echt waar. Er is niets vervelender dan een verhaal te moeten lezen waarbij de personages dingen doen die ongerijmd of volslagen onzinnig overkomen. Ieder personage moet handelen op die ene manier, die volgens zijn of haar karakter, achtergrond en doelstellingen, de ene juiste en mogelijke manier van handelen is. het personage handelt volgens een innerlijke noodzaak. Als je personage maar wat aanmoddert, dan weet je als schrijver niet waarmee je bezig bent. En als jij het al niet weet, hoe kan je publiek het dan ooit snappen? Een hulpmiddel is om van elk personage een fiche bij te houden met basisgegevens over uiterlijk, karakter, achtergrond etc, maar dit lukt niet bij iedereen. Laat je personages in elk geval niet met jou op de loop gaan. Jij bent per slot van rekening de baas in je verhaal. Je bent god, en met god wordt niet gesold! Dus zorg er voor dat je net zo alwetend bent als god. En dat kan alleen door een goede voorbereiding. Door met je personages in dialoog te treden en hun drijfveren en motieven te kennen. Door, met andere woorden, je huiswerk te maken. Echt waar. Doen!
De voorbije maanden was het Gezelligste Moment van de dag al een paar keer uitgesteld, of erger nog, had het moeten wijken voor Dringender Zaken. Groot is het drama als zoiets gebeurt. Nog groter is het drama als een oude gezinstraditie eerder uitzondering dan regel wordt. Maar daar hebben we sinds een week paal en perk aan gesteld. Vanaf nu is het voorleesmoment heilig. Alleen Vreselijk Slechte Manieren of Bijzonder Onvoorziene Omstandigheden kunnen de normale gang van zaken nog belemmeren. Maar aangezien ik schatten van kinderen heb die zich onvoorstelbaar voorbeeldig gedragen en aangezien zij een moeder hebben die heel slecht tegen tranen en gesmeek kan als hun gedrag toch enigszins afwijkend zou zijn, is er nog geen enkel Heilig Moment gesneuveld. En dus zijn we sinds een paar dagen begonnen met Winnie de Poeh. Ronduit fantastisch. Van vier en een half over acht en tien tot zesendertig (zucht), we genieten allemaal even intens, en zitten samen te gniffelen, lachen en brullen. Af en toe wordt het Heilig Moment dan ook even onderbroken omdat mama niet meer uit haar woorden raakt, maar geen mens die daarvan wakker ligt. Ze slapen de laatste dagen trouwens opmerkelijk rustig en zalig vast
Schrap! Echt waar. In elke tekst, hoe mooi en origineel en perfect je hem bij het schrijven ook vond, zitten massas overbodige woorden. Tenzij jij de grote uitzondering zou zijn die waarom niet, Mozart achterna een meesterwerk in één enkel kladje foutloos op papier kan neerkrassen, bestaat je tekst ongetwijfeld voor bijna de helft uit spul dat je er beter uit kunt gooien. Als je bezig bent met een langer verhaal, richt dan niet enkel je aandacht op het schrappen van woorden, zinnen of passages. Bij elke gebeurtenis, personage of object dat je introduceert, moet je jezelf de vraag stellen of dit nodig is voor het verloop van het verhaal. Als je hierop niet volmondig positief kunt antwoorden, gooi het ding er dan uit. Kill your darlings. Het is niet leuk, en echt makkelijk wordt het nooit, maar je kan je er wel in oefenen. En daarvoor geldt nog steeds die ene, gulden regel: schrijven en schrappen, opnieuw en opnieuw en opnieuw. Echt waar. Doen!
Hehe. Wij zijn ondertussen op vakantie. Maar maak je geen zorgen, ik ben op alles voorzien. Op gezette tijden valt hier zoals gewoonlijk één en ander te lezen...
De ponys op het strand hadden aan mij vroeger een geduchte klant. Desnoods breidde mijn actieterrein zich zelfs uit tot ezels als andere kinderen mij te snel af waren geweest. Ik droom van paardrijden sinds ik het mij kan herinneren. Weer of geen weer, ik zou rijden. Groot was dan ook de ontgoocheling, toen bij een miezerige regen telkens weer bleek dat ik niet als een wilde amazone door de branding kon galopperen. Meer dan een moedeloos geslof viel er uit de ouwe knollen niet te halen.
En bovendien was ik zo allergisch als de pest.
Roodgezwollen ogen en een gestaag lopende neus trotserend bleef ik manhaftig op mijn ros. Met gesloten ogen en dankzij de zeewind lukte het af en toe zelfs om mij in te beelden dat het vooruit ging. Tot de werkelijkheid mij weer inhaalde.
Sindsdien heb ik nog een paar keer geprobeerd om rijles te volgen. Op een echt paard! Het resultaat was dat ik tot driemaal toe met rode ogen en een snotneus plus een bijzonder pijnlijke kont in de smurrie van de manege terecht kwam. Onherroepelijk groeide tussen mij en het paardenras een groot wederzijds wantrouwen en ongegronde angst.
Tot Arcos er kwam. Mooi en onvoorstelbaar lief. Vooralsnog weigert hij om een poot te verzetten als ik op zijn rug zit. Hij draagt mijn zittende aanwezigheid met groots geduld. Met mijn man daarentegen draaft en galoppeert hij zoals ik het in mijn dromen ook zou willen.
Maar mijn tijd komt nog.
Ik heb alvast mijn eerste les in de manege geboekt.
We staan op de parking bij zijn werk en slaan een praatje door het raam van de wagen. Overmorgen is het elf jaar dat we elkaar kennen. Af en toe overvalt het mij nog, dan zie ik hem lopen en springt mijn hart op en neer en denk ik: jummie. Meestal denk ik dat stilletjes en blijft het binnensmonds. Af en toe zeg ik het hardop, als er niemand anders bij is, zodat hij alleen het hoort.
Maar nu ontsnapt het mij. Ik mompel sexy papa, en staar hem na.
Sexy papa? Het kleine stemmetje naast mij schiet de hoogte in.
Sexy papa? Ze blijft het herhalen tot ze een reactie krijgt.
Echt waar. Elke dag, opnieuw en opnieuw. Maakt niet uit wat je schrijft, als je maar schrijft. Ga aan je tafel zitten en begin. Denk niet na over een origineel onderwerp, let niet op spellings- of stijlfouten en probeer zo weinig mogelijk op je blad te kijken. Als je meeleest met wat je schrijft, zit je jezelf al te verbeteren en te censureren. Laat je volledig gaan en schrijf tien (jawel hoor! tien!) minuten aan een stuk. En maak je geen zorgen, dit levert inderdaad zelden grote literatuur op, maar het is wel een fijne training. Aan de meeste schrijvers zijn geen grote sporters verloren gegaan (een beetje zelfkennis en projectie kunnen geen kwaad), maar een minimum aan oefening en onderhoud van schrijfverstand en spieren kan geen kwaad.
Je hoeft je krabbels niet meteen voor het grote publiek te gooien, in dit eerste stadium schrijf je nog lekker voor jezelf. Je hebt nog zeeën van tijd om die 11 miljoen verstokte fans van je over de brug te halen. Maar begin alvast je pen te scherpen
Ik zit aan tafel, zegt ze. Het bad is een groot, plat bord en links liggen de pureepatatjes. Die heeft ze badschuimsgewijs met haar pollepel vakkundig naar de ene kant gedreven. Zij is het worstje, of de koteletjes, dat maakt niet uit. Ik schep saus op het vlees, en dan eet ik een hap, met een lepel puree erbij. Dat ik moet smakken, en dat ik de kroetjes uit de pan op het bord moet doen. Een half uur duurt het keukenspel in de badkamer. Nu kan alles, zelfs pepertjes en hajuintjes. Voor één keer speelt ze het allemaal naar binnen, zonder kokhalzen.
Ondertussen moet ik ook nog een prentenboek voorlezen, mét stemmetjes. Alles hangt hier samen: eten, wassen, lezen en straks slapen. Het leven zoals het is.
Ik wou dat ik er een glaasje rode wijn bij geserveerd kreeg.
Volg een cursus. Echt waar. Niemand kijkt er raar van op als je les volgt om te schilderen, dansen of beeldhouwen. Maar schrijven, ho maar! Schrijvers worden verondersteld met een zeldzame afwijking geboren te worden. Schrijven hoor je helemaal vanzelf te kunnen, alsof er geen techniek bij komt kijken die je kan leren, verfijnen en oefenen. Toegegeven, als je geen talent hebt, zal je ook na vijf jaar cursus niet het grote meesterwerk van de literatuur der Lage Landen uit je pen wringen. Maar je kan je talent wel aanscherpen en je stijl bijschaven. En zo je kansen vergroten om een uitgever te vinden voor dat boek dat al zo lang in een lade van je hoofd ligt te wachten. Je vindt een vrij volledig overzicht van de schrijfcursussen in Vlaanderen op www.creatiefschrijven.be. Check ook eens de website van wisper: www.wisper.be, of neem contact op met een muziekconservatorium in je buurt. Sinds kort zijn er heel wat conservatoria die ook een cursus Literaire Creatie in hun aanbod binnen de afdeling woord hebben opgenomen. Echt waar. Doen!