En toen zat ik opeens tussen de struiken, met onder mijn arm zoon twee. Hij had twee truien en een badjas aan, twee mutsen en een sjaal en deed zijn best om heel verschrikt te kijken. Ik deed mijn best om vooral niet uitgeput te kijken of met een gezicht van zo meteen zegt het krak en kan ik geen poot meer verplaatsen. Twee centimeter meer naar links. Haarlok uit de ogen. Vastberadener blik. Toch maar weer een centimeter naar achteren. Of die arm naar beneden kon en die kin omhoog. En dat zoon twee vooral niet mocht lachen. Wat twintig minuten later helemaal geen issue meer was, omdat het arme kind ondertussen meer bloed in zijn hoofd dan in zijn tenen had door het lange ondersteboven hangen. Voorts werden we meermaals onderbroken door een pup die dacht dat het een spelletje was, een grote hond die dacht dat de lol van het spelletje er nu wel af was en dat we moesten ophouden met dat hysterische gekrijs van moeder en zoon, en een dochter die vond dat het onderhand genoeg was geweest met dat fotos maken waar zij niet op mocht. En toen mochten we eindelijk uit het jungle-struikgewas van onze tuin en konden we iets frissers aantrekken. Wat we uiteraard uitbundig gevierd hebben met lekker eten en voldoende wijn. Waardoor mijn hoofd vandaag iets minder fris is dan het had moeten zijn. Een mens moet wat over hebben voor de kunst.
Het is met boeken voor kinderen niet anders dan met die voor volwassenen: ze kunnen allerlei functies vervullen, maar meestal gaat het om ontspanning en creativiteit. Af en toe wordt er een vleugje politiek correcte moraal toegevoegd, en in het beste geval nog een portie esthetiek. Iedereen tevreden. Maar dan is er het genre van de educatieve kinderboeken: informatief, stichtend en opvoedend. Daar is op zich niets mis mee. Kinderen mogen ook wel eens wat opsteken uit een boek, zo ver wil ik nog volgen. Maar laat het dan alsjeblieft een beetje origineel verpakt worden. En daar wringt bij veel educatieve uitgaven het veel te nauwe kinderschoentje. Flauwe verhaaltjes, voor de handliggende boodschappen in een nog veel evidentere verpakking en een prekerig sausje bovenop. Meer leest u hier.
Zoals elke morgen kruipt zoon twee bij ons in bed. Hij zet zijn wekker net voor die van ons, zodat er nog tijd is voor een knuffel, voor het dagelijkse jakkeren begint. Ik kom jullie wakker knuffelen, zegt hij met een stem waar de slaap vanaf druipt. En hij wringt zich tussen ons in op het warmste plekje van het bed. Het is zalig, maar het heeft niet het gewenste effect. Zoon twee lijkt een katalysator voor onze slaap en wij voor de zijne. Zodra hij de juiste positie heeft gevonden wat gepaard gaat met talloze elleboogstoten en ondersteunend gekreun en het woelen stilvalt, hoor ik zijn ademhaling regelmatig worden. Zo regelmatig dat ik gaap. Dat ik de laatste elleboog zachtjes van mijn gezicht wegduw, terwijl mijn oogleden zo zwaar worden dat ik ze onmogelijk nog kan openhouden. Dus doe ik ze toe. En hij ook. En mijn man ook. We snurken een eind uit de morgen. Tot we wakker schrikken en zoals elke ochtend vaststellen dat het weer eens veel te laat is. En zo wordt het dus weer eens jakkeren.
Ik klop om kwart voor zeven de wekker af en geef mijn vent een duw. Een kleintje. Het helpt niet. Hij snurkt rustig door. Hm, ik dacht het niet, meneer. Het is Moederdag, dus ík mag lekker blijven liggen. Hij niet. Ik geef hem nog een duwtje. Een iets minder kleintje, met een venijnige elleboog. Aan de geluiden achter mij merk ik dat dat effectiever was. Het beoogde effect werd bereikt: hij stapt knorrig uit bed. Ik draai me om en trek de dekens weer tot net boven mijn oor. Er staat hem een hele rist aan taken te wachten: koffiekoeken halen, tafel dekken, bloemen schikken, kinderen wakker maken en cadeautjes boven halen. Liefst in die volgorde, anders wordt de chaos te groot en het lawaai niet te harden. Ik weet dat mijn rust van korte duur is. En inderdaad. Enkele ogenblikken later staan drie razend enthousiast zingende kinderen en een echtgenoot aan de kant van het bed. Het is hartverwarmend. Nog enkele ogenblikken later zitten, hangen en springen ze allemaal bovenop het bed. Het inpakpapier en de linten dwarrelen in het rond. Het is zalig wakker worden zo, ook al weet ik dat het straks rennen en spurten wordt. Want net op deze zelfde dag doet onze jongste haar communie. De bloemen moeten nog op tafel en de laatste kaartjes geschreven. Laat ik eerlijk zijn: alle kaartjes moeten nog geschreven. Hoog tijd dus om te stressen. Dochterlief loopt lichtjes te hyperventileren voor het grote gebeuren. Ondertussen neuriet ze de liedjes voor straks. Dat ze een kindje van Jezus zal worden en meer van die dingen. Wanneer er woorden in voorkomen die ze niet helemaal begrijpt, neuzelt ze een vreemd soort Latijn erdoorheen. Ze trappelt van ongeduld om haar feestjurk aan te trekken en ze kan niet wachten op het bijhorende kapsel. Niet dat ik zo handig ben met krullen en linten, integendeel. Ik ben een regelrechte kluns met twee linkerhanden. Maar ze is amper zes, en heeft een eindeloos vertrouwen in moeders kunnen. Gelukkig.
Ik moet bekennen dat ik niet meteen overloop van enthousiasme of gillend uit mijn dak ga wanneer ik een prentenboek in handen krijg met als titel Goudlokje en de drie beren. Zeker niet wanneer op de kaft ook nog een foto prijkt van een net iets te schattige pop met pijpenkrullen, een rode noppenjurk en drie kommetjes pap. Maar daar kwam snel verandering in, want al vanaf de schutbladen begon ik te vermoeden dat dit boek helemaal niet was wat het leek. Kleine krioelende beestjes leiden de lezer naar het titelblad, waarop een vreemde prent van Benjamin Duarri het roze boek al enigszins relativeert. De rest van deze recensie over het boek van Lauren Child leest u hier.
Jelle van Riet, juryvoorzitster van de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs is boos. Heel erg boos. En gelijk heeft ze. De laureaat van de jeugdprijs zal vanavond bij de uitreiking niet op televisie te zien zijn. Rond 20 uur wordt namelijk de winnaar van de Gouden Uil voor volwassenenliteratuur bekendgemaakt op het Antwerpse stadhuis. Het programma Terzake zal daar enige aandacht aan besteden, en de winnaar van de Jeugdliteratuur zal terloops vermeld worden. Ze heeft dus gelijk dat ze boos is. En met haar iedereen die de jeugdliteratuur een warm hart toedraagt. Meer hierover op www.verteleens.be.
Dat kan best. Dit is wat ik de voorbije weken heb gelezen: §Hanna en ik; Bettina Wegenast; Lemniscaat: **** - een eenvoudig, maar aangrijpend verhaal over een meisje dat haar vriendin verliest. Om zelf te lezen. §Het grote boek van Pelle; Joke van der Kamp en Els van Egeraat; Querido: *** - uitstekend voorleesmateriaal. §Waarom bijt de hond mijn sloffen kapot? Martine en Caroline Laffon en Anne Simon; Uitgeverij Holland: ** - boek met vreemde weetjes over beesten. Helaas is het concept beter geslaagd dan de uitwerking. §De dwergjes van Tuil; Paul Biegel; Lemniscaat: ***** - klassieke voorleesverhalen... §Ik wou dat ik anders was; Paul Biegel; Lemniscaat *** - net iets minder dan het voorgaande, omwille van de te nadrukkelijke boodschap. §Koe en daarmee koe; Erik van Os en Piet Grobler; Lemniscaat: ***** - pareltjes van gedichten met eenvoudige, maar o zo sfeervolle illustraties. Vanaf 6 jaar. §Hoe Molletje aan zijn auto kwam; Zdenek Miler en Eduard Petiska; Gottmer: * - hoe klassiek en/of populair dit in de jaren zestig in tekenfilmvorm ook geweest mag zijn, er valt tegenwoordig weinig lol meer aan te beleven. §Hoe Molletje aan zijn auto kwam; Zdenek Miler en Eduard Petiska; Gottmer: * - idem hierboven. §Zeno op zwemles; Edel Rodriguez; De Fontein: ** - leuk, maar te nadrukkelijk educatief. §Slaap lekker, lieve dieren; Ian Whybrow en Ed Eaves; De Fontein: * - Oh jee §Fiet wil rennen; Bibi Dumon Tak en Noëlle Smit; Querido: **** - bijzonder fijn prentenboek over een hyperactieve struisvogel. §Al zijn eendjes; Christian Duda en Julia Friese; Gottmer: *** - verrassend veel tekst en heel speciale illustraties. §Kiekeboe; Chih-Yuan Chen; De Fontein: ** - over wat er uit dat ene eendenei komt en er met die scherpe tanden toch wel heel biezonder uitziet §Naar het ziekenhuis; Imme Dros en Harrie Geelen; Querido: *** - een nieuwe Ella, of hoe een bobbel op je kin naar het ziekenhuis kan leiden. §Piraten van de Lage Landen; Peter Smit en Typex; Rubinstein: *** - een razend interessant informatief boek, maar te weinig aangepast aan de doelgroep. Schiet zijn doel dus eigenlijk voorbij. §Goudlokje en de drie beren; Lauren Child, Polly Borland en Emily Jenkins; Gottmer: **** - Een boek dat gelukkig helemaal anders is dan de kaft doet vermoeden. §Welterusten sterren; Anu Stohner en Henrike Wilson; Lemniscaat: ** - mooi, maar braaf prentenboek voor het slapengaan. §Allebei blij; Lorenz Pauli en Kathrin Schärer; Gottmer: *** - de tekst loopt niet altijd even vlot, maar de prenten en het thema maken veel goed. §Een bos vol enge wilde beesten; Chris Wormell; Gottmer: **** - een hilarisch prentenboek over schrik in het donker. §Hoe overleef ik mijn ouders; Francine Oomen; Uitgeverij Areopagus: ** - ik vond dat ik er toch eens eentje moest gelezen hebben. Bij deze. En dring vooral niet aan, daar blijft het bij. §Anna was hier; Gerda De Preter; Querido; ***