Vorige week speelde zich een drama af ten huize Zoeper. Ik onthoud u de details, maar de sfeerschepping was als volgt: zonnige tuin, spelende kinderen, pijl en boog. Een half uur later was dat lichtelijk omgeslagen naar ijselijk gekrijs, bloed, toegetakeld rechteroog en een hysterische moeder. Ondertussen gaat het goed met ons, dankuwel. Iedereen ziet weer uit zijn twee ogen en pijlen zijn voorgoed uit de tuin (en het huis, vanzelfsprekend) verbannen. Door die hele toestand moest ik vandaag met mijn oudste zoeper op controle. Op het middaguur. Bij de oogarts. In het rusthuis. Dat klinkt niet evident, maar daar heeft ze haar consultatie. Het hele rusthuis rook naar bloemkool en puree. Nu lijkt u dat misschien niet zo vreemd, maar vorige week rook het daar identiek hetzelfde. De enige logische conclusie lijkt dus dat ofwel het menu daar nooit verandert en dat die arme oudjes elke vrijdag bloemkool en puree geserveerd krijgen, ofwel scheelt er iets grondig met de kookkunsten van het keukenpersoneel. Ik gok op het laatste, want bij ons vertrek werd ons een glimp gegund op het bord van het personeel. Zij eten in tegenstelling tot de oudjes in de refter. Geen bloemkool of puree te bespeuren. Zelfs mijn bijna eenogige zoon vond het een raadsel.
Bruin. Dat is de (werk)titel van mijn volgende boek. En neen, er komen geen orkanen in voor en ook geen drakendoders (die komen later!). Het gaat over echte mensen, echte kinderen vooral, en hoe lief en wreed die voor elkaar kunnen zijn. Er komen ook prenten in, maar niet zoveel als bij de vorige boeken. Het wordt dus een echt leesboek dit keer voor acht- tot tienjarigen. Voorlopig weet ik nog niet wie de illustrator wordt (Marita maakt vast een schitterende keuze!), maar als die een beetje voortmaakt verschijnt het boek volgend voorjaar. En dit najaar is er natuurlijk nog eerst De Zesde Dag, samen met Tom Schamp. Meer info volgt op deze blog en op de site van de Eenhoorn.
Fantastisch vind ik dat! Dat er mensen bestaan die er van overtuigd zijn dat onze studentenjaren nog maar tien jaar achter ons liggen. Of die zo sympathiek zijn mij te laten geloven dat ze daarvan overtuigd zijn. En alvorens iedereen nu als een gek aan het rekenen slaat: het is natuurlijk maar een ietsiepietsie meer. Geen mens die valt over een jaar of vijf, zes, zeven verschil. En ik zie er gewoon onvoorstelbaar jong en hip uit voor mijn leeftijd. Dat komt door mijn totale geheelonthouding tijdens bovenvermelde studentenjaren. En alvorens enige overlevende uit die periode het tegendeel wil beweren: er waren geen getuigen. Of ze zijn in aangepaste (gesloten) instellingen geplaatst. Of dat kan nog komen. U weze gewaarschuwd. Met mijn liefste en hipste glimlach.
YESYESYES!!!! Zo klonk het ongeveer, maar dan onvoorstelbaar luid en er hoorde een vreugdedansje bij. Tot de kinderen kwamen kijken wat er scheelde met mama. Die had namelijk net een wondermooi bericht gekregen van haar uitgeefster. Dankjewel Marita!
Het grootste deel van deze toch wel bijzonder lange vakantie heb ik lezend doorgebracht. Omdat ik nogal een veelvraat ben (fictie en non-fictie, boeken voor volwassenen en kinderboeken...), probeer ik een lijstje bij te houden van wat er allemaal op mijn leesbord heeft gelegen. Bij deze: deel 1 Het geheim van de schrijver, Renate Dorrestein (aanrader) De ontdekking van de hemel, Harry Mulish (schitterend) Twee meisjes, Siska Goeminne en Anne Westerduin (wondermooi) De rode vogel, Astrid Lindgren en Marit Törnqvist (mooi) Fantastica, Merel Roze (leuk) Van een kind dat tikkertje speelt met de wind, Hilde Vandermeeren en Jan De Kinder (heel ontroerend) Feodoor heeft zeven zussen, Marjet Huiberts en Sieb Posthuma (niet bijzonder) Nina houdt van dansen, Tomas Nollet (mooi) Leesbeesten en boekenfeesten, Jan van Coillie (aanrader!) Drie Keltische verhalen, Ambioris Prins der Druïden (entertaining) Allemaal woorden, Ewoud Sanders (interessant) Alice in WonderlandLewis Caroll (hmmm?),
Blijf in je schrijfkot! Echt waar. Natuurlijk moet een schrijver het echte leven kennen zoals het is, meer wijsheid kunnen debiteren dan wat er in de doorsnee encyclopedie te lezen valt, intensere gevoelens hebben dan een fakir na een rugpeeling, meer psychologisch inzicht tentoonspreiden dan Jef Vermassen en Paul Jambers samen en meer medeleven opwekken dan Yves Leterme na een volkslieddébacle. Maar dat kan je tegenwoordig net zo goed van achter je computer. Bovendien is thuiszitten en naar een leeg scherm (of blad papier, for that matter) staren een uitstekende concentratieoefening. Net zo efficiënt als met je voorhoofd tegen een muur aan kloppen, maar iets minder pijnlijk. En een stuk productiever dan drieëntwintig toertjes rond het huis lopen én minder lastig. En tenslotte een stuk goedkoper dan Rilatine slikken. Je kot is namelijk de beste plek om te schrijven. Tenzij je Rowling heet en er een fantastisch café om de hoek is. Geen mens die je stoort in je schrijfkot, behalve misschien je hysterische kinderen, de ruziënde buren, de telemarketingdienst van een lokale wijnboer en diepvriesproducent, de rioleringswerken net voor je deur, de getuigen van Jehova en andere ambulante verkopers etc. Dan begint het café met de seconde aantrekkelijker te klinken. Misschien wordt het tijd dat ik leer drinken . Maar afgezien van alle eventuele ongemakken, blijf in je kot. Echt waar. Doen!
Onze befaamde Belgische zomers zijn er verantwoordelijk voor dat ik bij wisselvallig weer bijzonder neurotisch gedrag vertoon. Nog neurotischer dan gewoonlijk dus. Concreet: als het weerbericht een minimum aan zon heeft voorspeld, ren ik de hele dag gegarandeerd als een kip zonder kop heen en weer tussen keuken, bureau en terras. Genieten van de zon is namelijk een kwestie van organisatie, professionele aanpak en stressbestendigheid. Drie zaken waar ik dusdanig goed in ben, dat het beangstigend wordt. Niet in het minst voor mezelf.
Het komt er op aan alles tot in de puntjes voor te bereiden: stoel, laptop en fles water worden klaar gezet zodra de eerste ochtendkou is verdwenen. Indien mogelijk ook wat speeltuig en onverantwoord suikergoed om de kinderen rustig te houden. En dan is het kwestie van oplettend te zijn: zodra de temperatuur boven de twintig graden stijgt en er een glimp zon te bespeuren valt, storm ik naar buiten. Niet gehinderd door aanbrandend middageten, rinkelende telefoon of een totaal gebrek aan sportiviteit breek ik telkens weer mijn eigen snelheidsrecord. Ik installeer mij in mijn luie stoel, leg de laptop op mijn schoot en sluit mijn ogen. Bijzonder productief. Zodra de zon verdwijnt, haast ik mij nog sneller weer naar binnen, om tien minuten later in allerijl weer voor enkele minuten naar buiten te sprinten.
Het hele gedoe is ongetwijfeld erg bevorderlijk voor mijn conditie en een stuk minder ontmoedigend dan mijn ontelbare pogingen om start-to-run tot een goed einde te brengen, maar ik word er stekezot van.
Ik denk dat ik morgen een afspraak maak bij de zonnebank.
Dat ze een lief nodig hebben, denk ik grinnikend bij mezelf. En omdat ik ben wie ik ben, kan ik het natuurlijk niet laten mijn zonen die vaststelling even in het oor te fluisteren. Ze hangen al de hele avond rond mij in de grote zetel. Liggen, knuffelen en zoenen. Ontzettend gezellig en lief, maar mama houdt nu eenmaal van flauwe grapjes. Erfelijk belast als het ware. Al was het maar om de gespeelde verontwaardiging in hun ogen te zien, en de scheve grijns waarmee ze verkondigen dat ze van hun leven geen lief willen.
Nauwelijks een minuut later slaat de schrik mij om het hart. Ik bedenk opeens dat het binnenkort zo ver zou kunnen zijn. Dat ze een lief hebben en dat ik dan mijn deel van de zoenen en knuffels moet missen. Dat ik dan moederziel alleen in mijn grote zetel hang. Met een reep chocolade en een glas wijn als magere troost. Misschien is het tijd om op te houden met flauwe grapjes.
En dan nu eventjes helemaal vergeten wat we gisteren geschreven hebben: er bestaat geen leuker beroep dan dat van schrijver, en schrappen is absoluut de vurrukkullukste bezigheid in dit ondermaanse. Mijn boek is af en ligt ter lezing voor aan een kritisch, zij het niet geheel onbevooroordeeld publiek. Ze moeten morgen namelijk nog door mij gevoed worden. Maar aangezien het kinderen zijn van hun moeder en ik een vurig aanhangster ben van de erfelijkheidsleer, durf ik er desalniettemin van uit gaan dat ik het wel zal horen als het nergens op lijkt. Lezen dus, schatten, desnoods de hele nacht. Zodat mama morgen weer eens rustig kan slapen.
Oh wat is dit balen zeg! Is de eerste versie van dat prachtboek dan eindelijk af, kan je beginnen schrappen en herschrijven. Mag je het helemaal gaan herlezen en herwerken. En wat blijkt? De passages die je losjes uit je mouw hebt geschud met het idee om ze ooit nog eens ernstig over te doen, die zijn hilarisch goed, maar wat je na uren zwoegen zo prachtig dacht geformuleerd te hebben blijkt gezwets voor de prullenbak. Wie op dit moment durft te zeggen dat schrijven leuk is, die krijgt een mep.
We zijn thuis. Het was een echte vakantie: drie weken lang veel gelezen, voorgelezen, gezwommen, gewandeld en gespeeld. Ik ben er zelfs in geslaagd om te schrijven, met een half oog op mijn joelende natte kroost en anderhalf oog op de laptop. De meest vreemdsoortige constructies heb ik uitgedacht om digitaal schrijven en zonnen te kunnen combineren. Er kwamen tuinmeubelen bij kijken, strandlakens, een droogrek en een Mexicaans sjaaltje, maar het is gelukt: ik heb een script afgewerkt. Het is een jeugdboek over racisme, en volgens mijn oudste zoon is het bijzonder grappig. Vanaf volgend jaar hopelijk verkrijgbaar in de betere boekhandel...
Een spannend boek met heel veel bloed een haak en een piratenhoed de lappenpop van zus verstoppen het laatste doelpunt binnenkoppen gebakken varkensspek met ei dat maakt mij elke dag weer blij.
Ken je personages! Echt waar. Er is niets vervelender dan een verhaal te moeten lezen waarbij de personages dingen doen die ongerijmd of volslagen onzinnig overkomen. Ieder personage moet handelen op die ene manier, die volgens zijn of haar karakter, achtergrond en doelstellingen, de ene juiste en mogelijke manier van handelen is. het personage handelt volgens een innerlijke noodzaak. Als je personage maar wat aanmoddert, dan weet je als schrijver niet waarmee je bezig bent. En als jij het al niet weet, hoe kan je publiek het dan ooit snappen? Een hulpmiddel is om van elk personage een fiche bij te houden met basisgegevens over uiterlijk, karakter, achtergrond etc, maar dit lukt niet bij iedereen. Laat je personages in elk geval niet met jou op de loop gaan. Jij bent per slot van rekening de baas in je verhaal. Je bent god, en met god wordt niet gesold! Dus zorg er voor dat je net zo alwetend bent als god. En dat kan alleen door een goede voorbereiding. Door met je personages in dialoog te treden en hun drijfveren en motieven te kennen. Door, met andere woorden, je huiswerk te maken. Echt waar. Doen!
De voorbije maanden was het Gezelligste Moment van de dag al een paar keer uitgesteld, of erger nog, had het moeten wijken voor Dringender Zaken. Groot is het drama als zoiets gebeurt. Nog groter is het drama als een oude gezinstraditie eerder uitzondering dan regel wordt. Maar daar hebben we sinds een week paal en perk aan gesteld. Vanaf nu is het voorleesmoment heilig. Alleen Vreselijk Slechte Manieren of Bijzonder Onvoorziene Omstandigheden kunnen de normale gang van zaken nog belemmeren. Maar aangezien ik schatten van kinderen heb die zich onvoorstelbaar voorbeeldig gedragen en aangezien zij een moeder hebben die heel slecht tegen tranen en gesmeek kan als hun gedrag toch enigszins afwijkend zou zijn, is er nog geen enkel Heilig Moment gesneuveld. En dus zijn we sinds een paar dagen begonnen met Winnie de Poeh. Ronduit fantastisch. Van vier en een half over acht en tien tot zesendertig (zucht), we genieten allemaal even intens, en zitten samen te gniffelen, lachen en brullen. Af en toe wordt het Heilig Moment dan ook even onderbroken omdat mama niet meer uit haar woorden raakt, maar geen mens die daarvan wakker ligt. Ze slapen de laatste dagen trouwens opmerkelijk rustig en zalig vast
Schrap! Echt waar. In elke tekst, hoe mooi en origineel en perfect je hem bij het schrijven ook vond, zitten massas overbodige woorden. Tenzij jij de grote uitzondering zou zijn die waarom niet, Mozart achterna een meesterwerk in één enkel kladje foutloos op papier kan neerkrassen, bestaat je tekst ongetwijfeld voor bijna de helft uit spul dat je er beter uit kunt gooien. Als je bezig bent met een langer verhaal, richt dan niet enkel je aandacht op het schrappen van woorden, zinnen of passages. Bij elke gebeurtenis, personage of object dat je introduceert, moet je jezelf de vraag stellen of dit nodig is voor het verloop van het verhaal. Als je hierop niet volmondig positief kunt antwoorden, gooi het ding er dan uit. Kill your darlings. Het is niet leuk, en echt makkelijk wordt het nooit, maar je kan je er wel in oefenen. En daarvoor geldt nog steeds die ene, gulden regel: schrijven en schrappen, opnieuw en opnieuw en opnieuw. Echt waar. Doen!