Alleen maar nette mensen | Robert Vuijsje | **** | Mooi? Neen, dat is het juiste woord niet. Wel snel, grappig en schokkend. En dat alles liefst tegelijkertijd. Of het boek daarom de Gouden Uil moest krijgen weet ik niet, maar ik raad het wel aan. Echt waar. Ook voor niet-Nederlanders en moraalridders. Vooral voor moraalridders. Lange dagen | Pia De Jong | *** | Best goed, een spannend en meeslepend verhaal met heel veel inlevingsvermogen geschreven vanuit een jong tienermeisje. Maar door die nominatie voor de Gouden Uil toch ook best een beetje ontgoochelend. Want voor een nominatie voor de Gouden Uil is best goed eigenlijk niet goed genoeg. Graz | Bart Moeyaert|** | Het eerste boek van Moeyaert waar ik niet helemaal gek op was. Waar ik mezelf zelfs een heel klein beetje doorheen moest sleuren. Dat hij doelbewust voor volwassenen schreef. Zou het daarmee te maken hebben? Ik ga nog even een stuk opnieuw lezen, voor het geval ik iets heb gemist. Want het bleef de hele tijd door mijn hoofd zeuren: En? Nou en? Oren in de knoop | Lydyia Rood| ** | Leuk. Groot genoeg voor een knuffel | Brigitte Minne en Suzy Castermans | *** | Een mooi prentenboek dat gebruikt kan worden bij de komst van een nieuwe baby in het gezin. Of gewoon zomaar. Wie zit waar? | Satory Onishi | *** | Kijk- en zoekboek. Strak gestileerde prentjes en fijn zoeken met kleuters. Meer moet dat niet zijn. Hier komen de Vikingen | Ari Berk | ** | Informatief voor de jeugd. Niet slecht, maar beetje oppervlakkig. Balthazar, de eenzaamste ezel ooit | Inge Misschaert en Marieke Coenen | **** | Mooi en ontroerend en om meermaals voor te lezen. Binnenkort gerecenseerd op www.derecensent.nl. Vogeltjelief | Kristien Aertssen | *** | Mooi en lief. Ballade van de Dood | Koos Meinderts, Harrie Jekkers en Piet Grobler | ***** | Ja! Nog van dat, alsjeblief! Vertelopa | Jaak Dreesen en Femke Gerestein | **** | Ook binnenkort op www.derecensent.nl. Nachtverhaal | Paul Biegel | **** | Avontuurlijk, ontroerend en gewoon heel erg mooi. Paul Biegel op zijn best. In België nog niet zo groot als in Nederland, en dat zou wat mij betreft mogen veranderen. Zuurstok is de mooste kleur | Imme Dros en Harrie Geelen | ***** | Ontzettend mooi voorleesverhaal over een kind dat zichzelf niet helemaal onder controle heeft. Ontroerend en grappig, prachtige prenten, Schitterend! Stekels | Martha Heesen | **** | Over Stazie en Adam, die het allebei best moeilijk hebben. Maar hoe dat toch weer goed komt. Bijna.
Bent u bang in het donker? Ik alvast wel. Het is een van die dingen die begon toen ik klein was en nooit meer is overgegaan. Net zoals mijn liefde voor zoetigheid, een grenzeloze fantasie en een lichte voorkeur voor mensen en dingen met een hoek af. Zowel de angst als de voorliefde zijn uiteraard volslagen irrationeel. Ik weet onderhand al dat niet alles of iedereen met een steek los even onschuldig is. Net zoals ik besef dat de nacht niet bevolkt wordt door duistere wezens die het op mijn kinderzieltje of erger nog: mijn leven hebben gemunt. Maar toch. Op een onbewaakt ogenblik piepen de boze trollenogen en andere gevaren toch weer even om de hoek. Gelukkig bestaat er voor al die ongegronde angst een remedie: boeken. Wij helpen die schaapjes van kinders wel even van hun schrik af, moeten de uitgevers hebben gedacht. Het resultaat leest u hier.
En toen zat ik opeens tussen de struiken, met onder mijn arm zoon twee. Hij had twee truien en een badjas aan, twee mutsen en een sjaal en deed zijn best om heel verschrikt te kijken. Ik deed mijn best om vooral niet uitgeput te kijken of met een gezicht van zo meteen zegt het krak en kan ik geen poot meer verplaatsen. Twee centimeter meer naar links. Haarlok uit de ogen. Vastberadener blik. Toch maar weer een centimeter naar achteren. Of die arm naar beneden kon en die kin omhoog. En dat zoon twee vooral niet mocht lachen. Wat twintig minuten later helemaal geen issue meer was, omdat het arme kind ondertussen meer bloed in zijn hoofd dan in zijn tenen had door het lange ondersteboven hangen. Voorts werden we meermaals onderbroken door een pup die dacht dat het een spelletje was, een grote hond die dacht dat de lol van het spelletje er nu wel af was en dat we moesten ophouden met dat hysterische gekrijs van moeder en zoon, en een dochter die vond dat het onderhand genoeg was geweest met dat fotos maken waar zij niet op mocht. En toen mochten we eindelijk uit het jungle-struikgewas van onze tuin en konden we iets frissers aantrekken. Wat we uiteraard uitbundig gevierd hebben met lekker eten en voldoende wijn. Waardoor mijn hoofd vandaag iets minder fris is dan het had moeten zijn. Een mens moet wat over hebben voor de kunst.
Het is met boeken voor kinderen niet anders dan met die voor volwassenen: ze kunnen allerlei functies vervullen, maar meestal gaat het om ontspanning en creativiteit. Af en toe wordt er een vleugje politiek correcte moraal toegevoegd, en in het beste geval nog een portie esthetiek. Iedereen tevreden. Maar dan is er het genre van de educatieve kinderboeken: informatief, stichtend en opvoedend. Daar is op zich niets mis mee. Kinderen mogen ook wel eens wat opsteken uit een boek, zo ver wil ik nog volgen. Maar laat het dan alsjeblieft een beetje origineel verpakt worden. En daar wringt bij veel educatieve uitgaven het veel te nauwe kinderschoentje. Flauwe verhaaltjes, voor de handliggende boodschappen in een nog veel evidentere verpakking en een prekerig sausje bovenop. Meer leest u hier.
Zoals elke morgen kruipt zoon twee bij ons in bed. Hij zet zijn wekker net voor die van ons, zodat er nog tijd is voor een knuffel, voor het dagelijkse jakkeren begint. Ik kom jullie wakker knuffelen, zegt hij met een stem waar de slaap vanaf druipt. En hij wringt zich tussen ons in op het warmste plekje van het bed. Het is zalig, maar het heeft niet het gewenste effect. Zoon twee lijkt een katalysator voor onze slaap en wij voor de zijne. Zodra hij de juiste positie heeft gevonden wat gepaard gaat met talloze elleboogstoten en ondersteunend gekreun en het woelen stilvalt, hoor ik zijn ademhaling regelmatig worden. Zo regelmatig dat ik gaap. Dat ik de laatste elleboog zachtjes van mijn gezicht wegduw, terwijl mijn oogleden zo zwaar worden dat ik ze onmogelijk nog kan openhouden. Dus doe ik ze toe. En hij ook. En mijn man ook. We snurken een eind uit de morgen. Tot we wakker schrikken en zoals elke ochtend vaststellen dat het weer eens veel te laat is. En zo wordt het dus weer eens jakkeren.
Ik klop om kwart voor zeven de wekker af en geef mijn vent een duw. Een kleintje. Het helpt niet. Hij snurkt rustig door. Hm, ik dacht het niet, meneer. Het is Moederdag, dus ík mag lekker blijven liggen. Hij niet. Ik geef hem nog een duwtje. Een iets minder kleintje, met een venijnige elleboog. Aan de geluiden achter mij merk ik dat dat effectiever was. Het beoogde effect werd bereikt: hij stapt knorrig uit bed. Ik draai me om en trek de dekens weer tot net boven mijn oor. Er staat hem een hele rist aan taken te wachten: koffiekoeken halen, tafel dekken, bloemen schikken, kinderen wakker maken en cadeautjes boven halen. Liefst in die volgorde, anders wordt de chaos te groot en het lawaai niet te harden. Ik weet dat mijn rust van korte duur is. En inderdaad. Enkele ogenblikken later staan drie razend enthousiast zingende kinderen en een echtgenoot aan de kant van het bed. Het is hartverwarmend. Nog enkele ogenblikken later zitten, hangen en springen ze allemaal bovenop het bed. Het inpakpapier en de linten dwarrelen in het rond. Het is zalig wakker worden zo, ook al weet ik dat het straks rennen en spurten wordt. Want net op deze zelfde dag doet onze jongste haar communie. De bloemen moeten nog op tafel en de laatste kaartjes geschreven. Laat ik eerlijk zijn: alle kaartjes moeten nog geschreven. Hoog tijd dus om te stressen. Dochterlief loopt lichtjes te hyperventileren voor het grote gebeuren. Ondertussen neuriet ze de liedjes voor straks. Dat ze een kindje van Jezus zal worden en meer van die dingen. Wanneer er woorden in voorkomen die ze niet helemaal begrijpt, neuzelt ze een vreemd soort Latijn erdoorheen. Ze trappelt van ongeduld om haar feestjurk aan te trekken en ze kan niet wachten op het bijhorende kapsel. Niet dat ik zo handig ben met krullen en linten, integendeel. Ik ben een regelrechte kluns met twee linkerhanden. Maar ze is amper zes, en heeft een eindeloos vertrouwen in moeders kunnen. Gelukkig.
Ik moet bekennen dat ik niet meteen overloop van enthousiasme of gillend uit mijn dak ga wanneer ik een prentenboek in handen krijg met als titel Goudlokje en de drie beren. Zeker niet wanneer op de kaft ook nog een foto prijkt van een net iets te schattige pop met pijpenkrullen, een rode noppenjurk en drie kommetjes pap. Maar daar kwam snel verandering in, want al vanaf de schutbladen begon ik te vermoeden dat dit boek helemaal niet was wat het leek. Kleine krioelende beestjes leiden de lezer naar het titelblad, waarop een vreemde prent van Benjamin Duarri het roze boek al enigszins relativeert. De rest van deze recensie over het boek van Lauren Child leest u hier.
Jelle van Riet, juryvoorzitster van de Gouden Uil Jeugdliteratuurprijs is boos. Heel erg boos. En gelijk heeft ze. De laureaat van de jeugdprijs zal vanavond bij de uitreiking niet op televisie te zien zijn. Rond 20 uur wordt namelijk de winnaar van de Gouden Uil voor volwassenenliteratuur bekendgemaakt op het Antwerpse stadhuis. Het programma Terzake zal daar enige aandacht aan besteden, en de winnaar van de Jeugdliteratuur zal terloops vermeld worden. Ze heeft dus gelijk dat ze boos is. En met haar iedereen die de jeugdliteratuur een warm hart toedraagt. Meer hierover op www.verteleens.be.
Dat kan best. Dit is wat ik de voorbije weken heb gelezen: §Hanna en ik; Bettina Wegenast; Lemniscaat: **** - een eenvoudig, maar aangrijpend verhaal over een meisje dat haar vriendin verliest. Om zelf te lezen. §Het grote boek van Pelle; Joke van der Kamp en Els van Egeraat; Querido: *** - uitstekend voorleesmateriaal. §Waarom bijt de hond mijn sloffen kapot? Martine en Caroline Laffon en Anne Simon; Uitgeverij Holland: ** - boek met vreemde weetjes over beesten. Helaas is het concept beter geslaagd dan de uitwerking. §De dwergjes van Tuil; Paul Biegel; Lemniscaat: ***** - klassieke voorleesverhalen... §Ik wou dat ik anders was; Paul Biegel; Lemniscaat *** - net iets minder dan het voorgaande, omwille van de te nadrukkelijke boodschap. §Koe en daarmee koe; Erik van Os en Piet Grobler; Lemniscaat: ***** - pareltjes van gedichten met eenvoudige, maar o zo sfeervolle illustraties. Vanaf 6 jaar. §Hoe Molletje aan zijn auto kwam; Zdenek Miler en Eduard Petiska; Gottmer: * - hoe klassiek en/of populair dit in de jaren zestig in tekenfilmvorm ook geweest mag zijn, er valt tegenwoordig weinig lol meer aan te beleven. §Hoe Molletje aan zijn auto kwam; Zdenek Miler en Eduard Petiska; Gottmer: * - idem hierboven. §Zeno op zwemles; Edel Rodriguez; De Fontein: ** - leuk, maar te nadrukkelijk educatief. §Slaap lekker, lieve dieren; Ian Whybrow en Ed Eaves; De Fontein: * - Oh jee §Fiet wil rennen; Bibi Dumon Tak en Noëlle Smit; Querido: **** - bijzonder fijn prentenboek over een hyperactieve struisvogel. §Al zijn eendjes; Christian Duda en Julia Friese; Gottmer: *** - verrassend veel tekst en heel speciale illustraties. §Kiekeboe; Chih-Yuan Chen; De Fontein: ** - over wat er uit dat ene eendenei komt en er met die scherpe tanden toch wel heel biezonder uitziet §Naar het ziekenhuis; Imme Dros en Harrie Geelen; Querido: *** - een nieuwe Ella, of hoe een bobbel op je kin naar het ziekenhuis kan leiden. §Piraten van de Lage Landen; Peter Smit en Typex; Rubinstein: *** - een razend interessant informatief boek, maar te weinig aangepast aan de doelgroep. Schiet zijn doel dus eigenlijk voorbij. §Goudlokje en de drie beren; Lauren Child, Polly Borland en Emily Jenkins; Gottmer: **** - Een boek dat gelukkig helemaal anders is dan de kaft doet vermoeden. §Welterusten sterren; Anu Stohner en Henrike Wilson; Lemniscaat: ** - mooi, maar braaf prentenboek voor het slapengaan. §Allebei blij; Lorenz Pauli en Kathrin Schärer; Gottmer: *** - de tekst loopt niet altijd even vlot, maar de prenten en het thema maken veel goed. §Een bos vol enge wilde beesten; Chris Wormell; Gottmer: **** - een hilarisch prentenboek over schrik in het donker. §Hoe overleef ik mijn ouders; Francine Oomen; Uitgeverij Areopagus: ** - ik vond dat ik er toch eens eentje moest gelezen hebben. Bij deze. En dring vooral niet aan, daar blijft het bij. §Anna was hier; Gerda De Preter; Querido; ***
We zijn genomineerd! Bruin! staat op de leeslijst van groep 3 voor de Kinder- en Jeugdboekenjury Vlaanderen 2010. En ik begin alsvast te lobbyen: elke derde- of vierdeklasser die niet op Bruin! stemt, kan de hoop op een uitnodiging voor verjaardagsfeestjes en andere feestelijkheden allerhande ten huize Zoeper alvast een jaartje opbergen. Bij deze.
Hij is op uitstap. Voor vier dagen maar liefst, op kasteelklas naar Veldegem met de hele zesde klas, zijn twee juffen, drie boeken voor de saaie momenten, een gitaar en een song van Iggy Pop op zak. Want hij mag er optreden, samen met zijn neef. En voor de kinderlozen en/of gepensioneerden onder u: de tijd van 'vrolijke vrienden' is definitief voorbij. Nu is het 'the passenger' en 'lust for life'. Wat uiteraard een stuk mooier en hipper klinkt, ook als is zijn onbehaarde bast nog net iets te tenger om Iggy overtuigend te imiteren. En zijn stem nog te ondoorrookt, gelukkig. Maar hij zit daar dus op dat kasteel, met een echte baron die ze er gratis bovenop kregen om de rondleidingen te doen. De adel is ook niet meer wat hij geweest is. Enfin. Het is droog gebleven vandaag. En voor morgen heeft hij reserveschoenen, -broeken, -truien, -kousen en al de rest mee. En gestreken onderbroeken. Slips, want die andere wil hij niet meer.
Hebt u dat ook? Dat u om onverklaarbare redenen onderbroeken begint te strijken? Mooi glad en met een plooi erin en dan nog netjes vouwen. Wanneer de poetshulp hier ten huize Zoeper de strijk doet, vis ik de onderbroeken en handdoeken op voorhand uit de wasmand. Kwestie van geen onnodig werk te betalen, want sommige mensen zouden werkelijk álles strijken. Maar wanneer ik zelf - heel uitzonderlijk geef ik toe - het strijkijzer ter hand neem, strijk ik de onderbroeken toch weer gewoon mee. (De handdoeken niet, ik ben niet helemaal zot hé.) Ik kan die dingen dus om de een of andere bizarre reden niet laten liggen. En voor u zich allerhande dwazigheden in het hoofd haalt: we hebben allemaal min of meer normale maten, dus geen pamperzakken of halve lakens aan ons gat hier. Ik ken u! En dat wou ik dus weten: doet u dat ook, onderbroeken strijken? En waarom? Of ligt het weer eens gewoon aan mij?
Onhandigheid - of lompheid zo u wilt - kent bij tijden ook zijn voordelen. Zo heb ik daarnet proefondervindelijk kunnen vaststellen dat het morsen van melk met oploskoffie op blote benen een minstens even mooi bruin én egaler resultaat oplevert dan bruinen zonder zon. Bovendien kunt u na applicatie uw vingers gewoon aflikken, in plaats van ze urenlang onder de kraan te moeten schrobben met één of ander bijtend product, ten einde vuile nagelranden te vermijden. Het wordt een goedkope zomer en het leven lacht ons toe, met hagelwitte tanden en zongebruinde benen.
Merken dat je een kledingstuk binnenstebuiten aan hebt is niet leuk. Vooral niet wanneer je daar bij thuiskomst fijntjes op gewezen wordt door manlief. Na de les welteverstaan. En dat het de tweede keer was. Bij dezelfde cursisten. En mens zou zich afvragen hoe het komt dat ik daar nog aan huis mag komen. Volgens mij hebben ze oftewel een bizar gevoel voor humor, oftewel een bizar gevoel voor mode. Of anders zijn ze blind, dat kan natuurlijk ook.
met werk, kinders, huishouden en alle andere dinges waar ik nu wegens een veel te moe en veel te warrig hoofd even niet kan op komen, maar die mij zonder twijfel binnenkort op een totaal ongepast moment in de nek zullen springen. Waaraan dat allemaal te wijten is? Grabbel lustig in de ton (en kies uit onze mooie prijzen: nieuw boek Mechelen - veertigtal lezingen Jeugdboekenweek - ziek kind - theaterstuk - kort verhaal voor Nederlands tijdschrift Boekieboekie - ziek kind - verbeteringen huiswerk - Schrijfdag - ziek kind - lessen DKO - script AVI-boek - zelf ziek - recensies - redactiewerk...). Pik eruit wat u aanstaat en smijt de rest terug. Die schone prijs mag u houden, gratis en voor niks. Want ik vertrek binnenkort. Uitgebreid verslag in woord én beeld volgt uiteraard. Tenzij ik het vergeet.
... want een week is het al lang niet meer. Begonnen net voor de krokusvakantie en uitlopers tot na de Paasvakantie. Maar hei, mij hoor je niet klagen. Ik doorkruis het Vlaamsche land van Lommel tot Bachten de Kupe en mag overal kindertjes gelukkig maken. Doe mij maar nog zo'n maand.
Ik had een nominatie en was daarmee absoluut in de wolken. Voor mij hing er weinig of geen spanning in de lucht. Want hoezeer een nominatie ook doet zweven, ik sta voldoende met beide voetjes op de grond om te weten dat het te vroeg is voor meer. Mijn kans komt heel misschien binnen een paar jaar. Toch was ik een beetje nerveus. Er waren namelijk nog een pak vrienden en bekenden in de running voor meer. En kijk: Do kreeg een verdiende welp en Peter ook. Els Beertens prijsbeest ben ik vorige week gaan halen in de bieb en ligt naar me te lonken. Sabine heeft met haar mieren een heel sterke prestatie neergezet en de jury zal het dan ook moeilijk hebben gehad met de verscheurende keuze tussen haar en Carll. Maar hij is dan weer geheel terecht kandidaat van IBBY voor de Hans Christian Andersen Award. Mijn absolute lievelingsboek van het voorbije jaar: Het geheim van de keel van de Nachtegaal werd dus dubbel bekroond, met een Pluim en een Welp. En is dat niet precies wat de winnaars van de Gouden Uil Jeugdliteratuur vorig jaar binnen haalden? En zo werd het dus toch nog een bijzonder gelukkige dag. Proficiat en dikke zoen aan alle laureaten. (foto: boek.be)
Hij is nauwelijks een uur het huis uit wanneer de telefoon klinkt.
Of ik hem wil depanneren. Dat hij de lichten van de wagen heeft aangelaten en die start niet meer.
Ik kijk naar buiten. Het is vier uur en een heldere dag. Waarom hij dan de lichten had aangedaan, vraag ik. Het blijft stil, maar ik voel de temperatuur door de hoorn stijgen.
Dat de startkabels in de kelder liggen, onder de trap. Ik ga kijken, maar daar liggen ze niet. Net zo min als op de drie andere plekken die hij suggereert. De temperatuur blijft stijgen, nu ook aan mijn kant van de lijn.
Wanneer ik eindelijk de ondingen heb gevonden, vraag ik waar hij staat. Op de parking van het koopcentrum waar heel ons verarmd maar desalniettemin kooplustig Vlaanderen zijn vrije zondagnamiddagen doorbrengt. Ik gooi net niet de telefoon op de haak. We hebben geen haak meer aan onze telefoon.
Vijf minuten later rij ik de parking van het koopcentrum op. Onderweg heb ik boze blikken getrotseerd van heel Vlaanderen en een stuk Noord-Frankrijk op zoek naar parkeerplaats. Kooplustige mensen op zoek naar een parkeerplaats zijn allesbehalve tolerant. Vertrokken monden en opgestoken middelvingers als je een centimeter te ver uitwijkt of een seconde te lang aarzelt tussen links en rechts. Waarom blijven ze komen, elke zondag opnieuw, vraag ik me af. In stilte uiteraard. Ik hou niet van blikschade en vermijd ook liever de benen van onder mijn gat gereden te worden.
De kinderen vinden het fantastisch. Als hun held na amper dertig seconden de wagen aan de praat krijgt, zitten ze te juichen alsof hij net een wereldrecord heeft gevestigd.
Ik zeg niets. Ik snuif. Ik vertrek.
De volgende keer kan hij kooplustig Vlaanderen om hulp vragen.