Schrijfster dezer heeft nooit tot de categorie van hippe, minderjarige topmodellen met dito lijf behoord. Niet dat ze er van wakker ligt.
Ook een vrouw van pril-middelbare leeftijd kan honderduit vertellen over haar fantastische wijflijf. Over haar maatje-36-jeugdjaren, behoorlijk strak ondanks een overdaad aan hemeltergende zoetigheden. Over passionele aanbidders, minirokjes die weinig aan de verbeelding overlaten en stilettos waarmee ze in één haal kousenbanden en ander erotisch spul doormidden sneed.
Ze kan vertellen over al het wonderbaarlijke dat haar wijflijf heeft gerealiseerd. De tweehonderd meter sprint in Gent, tram 121 achterna op bovenvermelde stilettos. spreidzit in de dansles, dansmarathons met een te hoog alcolholgehalte en later, de kinderen die ze baarde.
Ze kan vertellen over het haperen tegenwoordig. Hoe het maatje 36 stilaan verdween en een tikje minder strak werd na bovenvermelde kinders. Daar kon geen stiletto, dans- of andere marathon of minirok aan baten.
Maar dat doet ze niet.
Ze zal je vertellen je wat je niet wilt horen. Over de aderlatingen en het prikken op zoek naar leven. HCG-waarden en konsoorten. Over curven die niet genoeg de hoogte in wilden, beelden die wazig bleven en waarop geen kloppend ding te bespeuren viel. Doktersbezoek en tranen. Maar u hoort haar niet klagen. Ze heeft haar kroost gebaard, haar aandeel in onze pensioenszekerheid voorzien.
Het wijflijf slikt en recht haar schouders.
Doet de koters naar de opvang, aktentas onder de arm en marcheert verder naar de volgende uitdaging.
Morgen probeer het wijflijf iets opgewekter te zijn. Echt waar. Beloofd.
Als je op drie weken tijd zes keer in je aderen geprikt wordt is dat geen goed teken. Als je van de dokter niet op reis mag vertrekken denk je wel twee keer na. Als je op Pasen bij diezelfde dokter langs moet gaat de wankele hoop aan het beven. De keerzijde is dat ik veel tijd heb om te treuren. En zijn boeken en gedichten te lezen en herlezen. Het gaat straks wel weer beter.
Dit bericht wordt even herhaald wegens razend relevant: We zijn genomineerd!
Zoepersnel werd genomineerd voor de Karel Verleyenprijs, die in 2008 voor het eerst wordt uitgereikt. Er zijn vier leeftijdsgroepen, waarbinnen telkens één auteur de prijs wint. Wie dat wordt, bepalen de kinderen zelf! Maar Zoepersnel heeft natuurlijk het nadeel dat het in de groep voor 3-5 jarigen zit. Vandaar deze oproep: Via de website www.langzullenwelezen.be kan je stemmen. Je kan één keer geldig stemmen voor elk boek uit jouw leeftijdsgroep. Het leuke is dat je door deelname ook zelf iets kan winnen. Hoe meer genomineerde boeken je hebt gelezen en voor hoe meer boeken je stemt, hoe meer kans je maakt om zelf de hoofdprijs te winnen: je gewicht in boeken én een bezoekje van de winnende auteur, illustrator of vertaler aan de klas! Ook hier is er telkens een winnaar per leeftijdsgroep. Naast de hoofdprijs winnen per leeftijdsgroep nog 10 klassen een mooi boekenpakket voor de klasbieb! Hier gaan we dan: geef Zoepersnel een tien (of overtuig je kinderen met (zachte) dwang om dat te doen), alsjeblief, alsjeblief, alsjeblief. En eet dan nog snel een paar boterhammen met chocopasta. Dat scheelt al snel een boek of twee op de weegschaal! p.s. Ik ga er gemakshalve van uit dat iedereen het boek in kwestie al heeft gelezen. Mocht dit niet zo zijn: schaamduu!
We kijken naar het kunstschaatsen op tv. Kinderen aan alle kanten, naast mij, op mij, achter mij en voor mij. Het zijn er drie, maar het lijken er meer. Gebiologeerd staren ze naar het scherm. Een vinger streelt langs mijn zij, een wang naast mijn oor.
Op het scherm glijdt het koppel traag en sierlijk voorbij. Zelfs mijn zonen worden er stil van. Voor even. Dan ontwaken ze uit de betovering. Eentje maakt een buiteling in de zetel, de ander een pirouette op één been. Mijn dochter stuitert als een ronde roze tutu door hun giechelende geweld.
Aan het einde van het lied applaudisseren ze enthousiast voor zichzelf.
We kijken nog even naar de punten die het koppel in de wacht sleept. Bij een 8.2 haalt de jongste minachtend haar neus op.
Ze staat heel dicht bij mij. Haar ogen heeft ze tot spleetjes getrokken en haar gezicht zweeft op twintig centimeter afstand van het mijne. Dat doet ze vaker wanneer ze Iets Heel Belangrijks En Gewichtigs mee te delen heeft.
Lens heeft zijn broek uitgedaan, zegt ze. En zijn blote billen aan de hele speelplaats getoond.
Ik gniffel. Ze maakt vast een grapje.
Het is echt waar, mama.
Lichaamstaal heeft geen geheimen meer voor haar.
Hij heeft zijn riem losgemaakt, broek naar beneden en kont omhoog. En dan aan iedereen tonen. Ze haalt snel adem. En als wij iets durven zeggen dan schreeuwt hij en vloekt hij. En hij roept: je mama heeft een domme kop en een dikke poep.
Haar ogen schieten van mijn hoofd langs mijn romp naar beneden.
En dat is niet waar.
Ik geef haar een zoen.
En dan hebben we het verteld aan meester Gerard en die wou hem straffen. Maar Lens liep op de rooster en toen plaste hij er op en toen deed hij zijn broek uit. Ze houdt even op om de spanning op te voeren. Naar meester Gerard!
Ik bijt op mijn onderlip en doe mijn uiterste best om verontwaardigd te kijken.
Naar meester Gerard?
Ja! En toen rende hij weg en meester Gerard liep er achter en zo hebben ze de hele speelplaats rond gelopen voor de meester hem kon pakken. En dan werd hij gestraft.
Dramatische pauze.
En de directeur heeft zijn moeder gebeld.
Ze komt nu nog dichter bij me staan. Vijf centimeter. Ze leunt voorover naar mijn oor en fluistert:
En zijn mama heeft zelf een dikke poep. Ik heb het met mijn eigen ogen gezien. En Tania ook. En Marie-Louise. Marie-Louise heeft gezegd dat ze ook een stomme kop heeft, maar ik denk het niet.
zondag 02/03/08: 3 lezingen in het SMAK voor de opening van de Jeugdboekenweek (4-6 jaar) maandag 03/03/08: 2 lezingen in Assenede (1e - 2e leerjaar) dinsdag 04/03/08: 2 optredens met Zeppelientje in Waregem (multicultureel project voor kleuters) woensdag 05/03/08: 2 optredens met Zeppelientje in Waregem (multicultureel project voor kleuters) donderdag 06/03/08: 1 lezing in Roeselare (3e kleuter) en 2 optredens met Zeppelientje in Waregem (multicultureel project voor kleuters) vrijdag 07/03/08: 2 lezingen in Niel + signeren op boekenbeurs van de school (4-6 jaar) maandag 10/03/08: 3 lezingen in Meulebeke (4-6 jaar) dinsdag 11/03/08: 1 lezing in Halle (8-10 jaar + onderwijzers in opleiding) donderdag 13/03: 2 lezingen in Waregem (6-8 jaar) maandag 17/03/08: 2 lezingen in Oostrozebeke (2e en 3e leerjaar) donderdag 20/03/08: 1 lezing in Eeklo (8-10 jaar) Voor meer info: mail
Uit De Morgen online deze middag: Noëlla Elpers en Tom Schamp winnen Boekenleeuw en Boekenpauw 2008
Dolores van Noëlla Elpers is de winnaar van de Boekenleeuw 2008, de prijs voor het beste kinder- of jeugdboek van het voorbije jaar. Illustrator Tom Schamp krijgt de Boekenpauw 2008, de prijs voor het mooist geïllustreerde kinder- of jeugdboek, voor zijn illustraties in De zesde dag van Tine Mortier. Dat is woensdag in Gent bekendgemaakt.
Onuitputtelijk boek De zesde dag is volgens de jury een onuitputtelijk boek geworden. Telkens opnieuw komt de illustrator verrassend uit de hoek met geestige details en visuele grapjes, slimme verwijzingen, een ongewone textuur, gewaagde kleurenpaletten, een gedurfde en uitgekiende vormgeving. Je raakt niet uitgekeken op de genereuze en uitnodigende driedimensionale wereld van Tom Schamp, luidt het.
Schamp viel eerder al in de prijzen. Zo won hij in 1994 de Gouden Ezel Award voor het beste jeugdboekomslag met De klokken luiden witte vlokken. In 2001 werd Mijn zus draagt een heuvel op haar rug bekroond met een Boekenpluim. Ook in 2007 ontving hij een Boekenpluim voor De buidelbaby.
De winnaar van de Boekenpauw ontvangt een geldprijs van 2.500 euro en een gouden speld. Dolores wordt uitgegeven door Van Goor/Standaard Uitgeverij. De zesde dag is een uitgave van De Eenhoorn. (belga/mvdb)
Hiphoi hiphoi. Ze komt er weer aan: de leukste week (2 weken eigenlijk) van het jaar. Veertien dagen toeren door het Vlaamsche Land, van Oeselgem naar Assenede, Niel naar Halle en alle andere onvindbare plekken hier te lande om kinders gelukkig te maken met een voorlees- en vertelsessie. Wie in deze periode niet persé op de baan hoeft te zijn blijft dan ook beter thuis. U weze gewaarschuwd: ik rijd met een vuile kleine groene Rover en ik kan gevaarlijk uit en om de hoek komen wanneer ik voor de honderzesendertigste keer verkeerd gereden ben. Ik heb het geprobeerd met Mappy, Routeplanner en zelfs met een GPS. Mappy en Routeplanner zijn steevast verkeerd (nee, het ligt niet aan mij!) en mijn gps heeft oftewel geen bereik op de boerenbuiten, oftewel geen bereik door teveel hoge gebouwen, oftewel dondert hij van mijn ruit door iets te snel over een snelheidsdrempel te rijden en dan krijg ik hem niet meer aan, want alleen mijn echtgenoot kan dat rotding programmeren. Dus zelfs als hij niet buiten bereik is of van mijn venster dondert moet ik op de tast naar huis, want hij staat alleen maar geprogrammeerd voor de heenweg. Maar nooit of te nimmer zullen kinders en kleuters iets merken van de stress. Want ze zijn om op te eten, dat verzeker ik u. Mocht mijn Rover niet zo klein en zo vuil zijn, ik nam ze allemaal mee naar huis iedere keer! Binnenkort een overzichtje van wie waar en wanneer. Supporters zijn welkom als ze even braaf en schattig zijn als de kinders!
Dit schiet mij ineens te binnen (kan gebeuren als je ziek te bed ligt en fut noch goesting hebt om iets anders te doen): Mens, er zijn nogal wat Vlamingen die Spaans spreken. Teveel als u het mij vraagt. Wie ooit op het onzalige idee zou komen om een Spaanstalige vriend te nemen omwille van intieme gesprekken in een romantisch café is er totaal aan voor de moeite. Althans in Gent. Groot is de kans dat u binnen het kwartier door een van uw buren wordt aangesproken met de vraag of het niet stoort dat hij of zij (nog erger!) er even bij komt zitten. Of ze doen het gewoon zonder vragen, er zijn echt mensen die zich alles permitteren. Want dat dit een enige gelegenheid is om die roestige talenkennis een beetje bij te spijkeren. Leuk is anders. Als u het daarentegen doet omwille van de stomende Latijnse passie....
De miserie houdt niet op. Deze morgen heb ik alle ajuinen uit mijn huis verwijderd. De gesneden welteverstaan. Na drie dagen kinders met snottebellen, blijk ik over een hoeveelheid versnipperde ajuinen te beschikken die moeiteloos een doorsnee bejaardentehuis van een voedzame, zij het niet geheel van bijwerkingen gespeende soepmaaltijd kan voorzien. Maar zie. Het Lot wil natuurlijk dat er een en ander misloopt. Gisteren hadden mijn leerlingen van het vierde jaar een oriëntatietocht. Met een visgraatplan en fluojasjes werden ze de hort op gestuurd. Dat eerste dient om verwarring te zaaien: ze moeten telkens net niet doen wat er op het plannetjes staat, dolle pret! De fluojasjes dienen om hen naderhand gemakkelijk te kunnen spotten wanneer ze zoals verwacht verloren lopen. Als educatief verantwoorde leerkrachten rijden wij dan in een busje onophoudelijk het parcours af om te zien dat ze niet al te ver verdwalen, niet op café gaan en geen andere pubertoeren uithalen. Nu was dat busje natuurlijk een slag warmer dan het gortige mistweer waar wij onze bloedjes van leerlingen doorjoegen, maar toch nog minder warm dan een mens zou denken. Bovendien vertelde mijn collega mij pas na een half uur doodleuk dat de cabine van zijn busje nogal eens gebruikt werd als nestplaats voor zijn halve kinderboerderij. Kijk, ik heb niets tegen kinderboerderijen, laat dat meteen duidelijk zijn. Ze zijn educatief verantwoord en zorgden ten huize Zoeper al voor menige kreet van enthousiasme, zij het voornamelijk bij de kinders. Maar ik ben ALLERGISCH. Met hoofdletters, jawel. Allergisch voor alles wat veel haar heeft en op vier poten loopt. Behalve mijn echtgenoot en mijn kinders dan, die enkel geheel per uitzondering op vier poten lopen. Enfin, ondertussen zat ik dus al de hele tijd te snotteren dat het geen zicht was. Twee hele pakjes papieren zakdoeken en de ellende was nog maar begonnen. Maar wat blijkt vandaag? Dat was geen allergie. Welnee. Het is een doodgewoon geval van interfamiliale besmetting. Waardoor ik vanaf heden ook gezegend ben met een griep om u tegen te zeggen. Dus staat er momenteel een soepkom gesneden ajuin naast mijn computer.
zo bij mijzelf dat ik niet de enige ben die het verschil niet kent (zie hieronder). Mensen met enigerlei aanleg voor biologie of andere vreemdsoortige wetenschappen, laat u horen!
Sinds ik mij heb laten vertellen dat de geur van ajuin zuiverend is, hamster ik aan het begin van de winter altijd een voorraadje. Niks exuberant, een halve droogzolder vol. Waar ik die fameuze en bijzonder waardevolle volkswijsheid vandaan heb weet ik niet meer. Zo gaat het wel vaker. Vooral bij dingen die ik graag geloof, maar waarvan ik denk dat ze misschien niet helemaal koosjer zijn. Ik sla de informatie op en vergeet de bron. Heel handig. Zo kan niemand mij ooit voor de voeten werpen dat ze in de Libelle of enig ander vrouwenblad, vul aan naar godsvrucht en vermogen wel meer van die onzin vertellen. Of iets in die aard.
Enfin, ajuin dus. Fijn gesneden en op strategische plaatsen door het huis verspreid. Om virussen, bacteriën (kan iemand mij voor eens en altijd het verschil tussen beide op een bevattelijke manier uitleggen? Asjeblief?) en ander onwelkom ongedierte de stuipen op het lijf te jagen.
In de hoop dat de kinderen daardoor verlost worden van neusemulsies waarvan u de kleur en de samenstelling niet wenst te weten, geloof mij. In de hoop ook dat de koorts zal zakken tot enigerlei controleerbaar niveau en ik de fles Junifen (foei!) kan laten staan. Dat de hoest wegtrekt en de dokter morgen niet nog een keer moet langskomen.
Of verwacht ik nu toch net iets te veel van die ajuinen?
Wie in het onderwijs staat heeft massas vakantie. Vrije dagen in bulk die vlot worden gevuld met tandartsbezoek, winkelen, koken en kinderen entertainen. Gisteren was de orthopedist gepland. En omdat een mens met massas vakantie zijn moeder niet wil belasten met kinderopvang, nam ik alle drie mijn zoeperkinders mee.
Alledrie. Dolle pret!
De reden voor het bezoek was vastgestelde platvoet bij zoeper 2 en een vermoeden van bij zoeper 3. Zoeper 1 zat er bij en keek er naar. Tegen alle verwachtingen in was het superdruk in het dagcentrum. We zaten dan ook geduldig (oh ja!) onze beurt af te wachten tussen hordes bejaarden, toen mijn dochter zich luidop afvroeg of al die mensen platvoeten hadden.
Misschien wel nog erger, zei de jongste zoon, met een herkenbaar gevoel voor dramatiek. Misschien hebben ze helemaal geen voeten meer
Waarop zij uitvoerig ging controleren.
'Of bloed op hun hoofd,' ging hij rustig verder na de eerste inspectieronde. Waarop zij uitvoerig ging controleren. En zo ging de gruwel nog enige tijd door. Het was genant en hilarisch tegelijkertijd.
Toen het een half uur later aan onze beurt was hebben we nog even uitgebreid de orthopedist geëntertaind en/of tot wanhoop gedreven door minstens vier ipv de gebruikelijke 2 voetafdrukken nodig te hebben, alle nieuwjaarsbrieven en caranvalsversjes op te zeggen, en hem er fijntjes op te wijzen dat mama eigenlijk ook haar voeten helemaal krom zet, dus wat zou het.
Ik probeer mijn kinderen in standaard Nederlands op te voeden. Niet omdat ik niet van dialect hou, integendeel. In tijden van liefde en oorlog heb je al eens een deftige krachtterm in het West-Vlaams nodig. Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat ze die wonderschone variant van het Nederlands wel zullen oppikken in school, jeugdbeweging, of van mijn grootmoeder. Dus thuis spreken wij zoals op de VRT. Hm.
Maar hoe hard een mens zijn best doet, toch sluipt er een onbewaakte enkele keer een minder beschaafde klank onze gesprekken binnen. Vooral als ik moe ben, gestresseerd, net wakker of een combinatie van de drie. En dat wil nogal eens voorvallen.
De afrekening volgt onvermijdelijk.
Deze morgen kwam mijn dochter de kamer binnen. Het was al een uur of negen en ik lag nog in bed. Haar voeten klonken minder opgewekt dan gewoonlijk. Ze slofte.
Ik heb een beetje hoofdpijn.
Ze hield de rug van haar hand dramatisch tegen haar voorhoofd.
Dat is van te lang slapen, schat.
Ze keek me argwanend aan.
Te lang?
Ja hoor. Als ik te lang in bed blijf liggen krijg ik ook hoofdpijn.
Ze dacht even na.
Zeg mama! Haar wenkbrauwen schoten de hoogte in, samen met haar stem.
Zo is t altijd wat. Vorige week zei je van vermoeitijd en nu is t van slaaptijd!