Sinds 2000 ben ik 'Vlaams Beweger'. Ondertussen heb ik al heel wat watertjes doorzwommen. In december 2007 werd ik verkozen tot provinciaal N-VA-voorzitter van Vlaams-Brabant en Brussel. In die hoedanigheid zetel ik ook in het nationale N-VA-partijbestuur.
Hier lees je mijn mening over de actualiteit en kom je meer te weten over mijn politiek en maatschappelijk engagement.
Een schalkse ruiter voor Vlaamse onafhankelijkheid
06-03-2008
Turks in de basisschool, alvast niet in Leuven
Rudy Coddens, de rode onderwijsschepen van Gent, wil een project opstarten waarbij leerlingen in het Turks les zouden krijgen met als doel beter Nederlands te leren. Dit is een ideetje dat al langer leeft in progressieve middens, zo lanceerde ook Robert Voorhamme dit als Antwerps onderwijsschepen al eens eerder.
Ik schreef er toentertijd samen met Kris Van Dijck onderstaand vernietigend opiniestuk over. Opiniestuk 27/10/06: Het meertalig onderwijsfabeltje
Met de regelmaat van de klok besteden de media grotesk veel aandacht aan de eis van enkelingen voor meertalig onderwijs, Franse taalbaden, herhalingslessen in het Arabisch of Turkse taalinitiatie. Hierbij voelt niet één journalist, onderwijsschepen of taaldocent zich geroepen om de feitelijke onderwijssituatie in Vlaanderen even onder de loep te nemen. Nochtans hebben we in Vlaanderen al heel wat ervaring op dit vlak en is er niets nieuws onder de zon.
In de jaren zeventig heeft de EU een richtlijn uitgevaardigd die het onderwijs in de eigen taal en cultuur (OETC) als een recht van de inwoners van de EU beschouwt. In 1976 heeft een resolutie dit recht principieel aan onderdanen van derde landen toegekend.
In Vlaanderen was het OETC initieel een optionele werkingspijler van het onderwijsvoorrangsbeleid, later van het GOK-beleid. De scholen die het OETC inrichten, doen hiervoor een beroep op zogenaamde ambassadeleerkrachten. Eén van de meest gehoorde klachten is het feit dat deze ambassadeleerkrachten absoluut niet geïntegreerd zijn in de Vlaamse samenleving. Zo spreken sommigen na tientallen jaren nog steeds geen woord Nederlands.
Terwijl eind 1999 nog 49 scholen het OETC als een onderdeel van hun gewone curriculum in het basisonderwijs organiseerden, waren dit er in het schooljaar 2004-2005 nog maar 36 (in Antwerpen, Gent, Brussel en Limburg). Het OETC is met andere woorden niet echt een overweldigend succes te noemen. Het gaat hierbij hoofdzakelijk om de minderheidstaal Turks (19 scholen) maar ook Arabisch (2), Italiaans (9), Spaans (3), Hebreeuws (2) en Grieks (1) worden via het OETC aangeboden in Vlaanderen. Belangrijk is het inhoudelijke verschil tussen het OETC volgens het ondersteunende model (max. 20% van de lestijden Wereldoriëntatie worden bicultureel ingevuld) en het OETC volgens het biculturele model (de moedertaal wordt ook aangeleerd door er les in te geven). In Vlaanderen worden beide modellen naast elkaar gebruikt.
Zowel in Vlaanderen als internationaal is de verwerving van meerderheidstalen al grondig onderzocht. Toch is er onenigheid tussen de onderzoekers. Zo stellen sommige onderzoekers door het OETC een lichte vooruitgang in beide talen (thuis- en schooltaal) vast, andere wetenschappers weerleggen dit door tegenstrijdige bevindingen of door te wijzen op de motivatiebias (kinderen in het OETC zijn kinderen van ouders die betrokken zijn bij het onderwijs van hun kind en de mate van ouderlijke betrokkenheid is an sich een sterke indicator voor de geleverde schoolse prestaties van het kind).
Voor ons is het alvast overduidelijk, indien er in Vlaanderen al nood zou zijn aan een taalbad, dan is dat een taalbad Nederlands. Meertalig onderwijs, taalbaden Frans, initiatielessen Turks of herhalingslessen Arabisch brachten in het verleden geen zoden aan de dijk en zullen dat in de toekomst nog minder doen, gelet op de structurele veranderingen in onze leerlingenpopulatie.
Hoe groot de uitdaging is waarvoor we staan blijkt onder meer uit volgende cijfers:
-16% van de leerlingen in het basisonderwijs en 20% van de leerlingen in het secundair onderwijs spreken thuis een andere taal dan het Nederlands. In het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is dit zelfs méér dan 75%, in Antwerpen-stad ligt dit percentage al ver boven de 50%.
-Het percentage zittenblijvers in het lager onderwijs in de grote steden is veel hoger dan in de rest van Vlaanderen (Antwerpen 4.81%, Brussel 4.58%, Gent, 4.49%, Vlaanderen 2.59%). Ook in het secundair onderwijs is dit het geval (Antwerpen 9.86%, Hasselt 9.09%, Brussel 8.40%, Mechelen 7.92%, Leuven 7.42%, Gent 7.33%, Vlaanderen 5.82%). Deze verschillen worden deels verklaard door het grotere aandeel leerlingen dat niet het Nederlands als thuistaal heeft.
-In het secundair onderwijs ligt in het eerste leerjaar A het aantal zittenblijvers in Brussel met 10.3% en Antwerpen met 7.9% beduidend hoger dan het Vlaamse gemiddelde van 4%. Dit betekent dat hier leerlingen die in het eerste leerjaar A instromen, in het bezit van een attest basisonderwijs, veel minder gewapend lijken te zijn om het secundair onderwijs aan te vatten.
-Een vijfde van de kinderen die in 2004 geboren werden in Vlaanderen, heeft een moeder die niet het Nederlands als thuistaal heeft (Vlaams-Brabant: 29%, Antwerpen: 27%, Limburg en Oost-Vlaanderen: 15%, West-Vlaanderen: 10%).
-Eén op de vijf kinderen heeft een moeder met een andere dan de Belgische nationaliteit: één op de vier in Antwerpen, één op de tien in West-Vlaanderen.
-Elk jaar vestigen zich in het Vlaams Gewest om en bij de 25.000 nieuwkomers. Ongeveer 20.000 nieuwkomers hebben géén enkele notie van de Nederlandse taal.
Kortom, Vlaanderen staat voor één van de grootste onderwijsuitdagingen uit haar geschiedenis. Om de gapende kloof tussen allochtonen en autochtonen te dichten moeten we beginnen in het onderwijs. Dit kan enkel door voluit te gaan voor extra investeringen in de taalvaardigheid van onze jongeren in het Nederlands.
Kris Van Dijck, fractieleider N-VA Vlaams Parlement Theo Francken, onderwijsexpert N-VA
En kijk eens aan, we krijgen steun uit onverwachte hoek, Spirit deelt onze mening, althans Mohamed Ridouani, de Leuvense onderwijsschepen, doet dit vandaag in De Standaard met onderstaand opiniestuk.
Onderwijs in de moedertaal: gegarandeerde flop met gevolgen
Verwondering slaat toe wanneer ik lees over het Gentse initiatief om in twee basisscholen les te geven in het Turks (DS 5 maart). Onderwijs in de moedertaal van minderheden is om verschillende redenen een slecht idee. In het beste geval kan je spreken van een creatieve oprisping, ongetwijfeld aangestuurd door een overijverig sociaal middenveld. Het ziet er somber uit voor de nieuwe generatie allochtonen in Gent want met dit doekje voor het bloeden zal men de onderwijsachterstand allerminst kunnen aanpakken. Vooreerst wordt, volledig in de leer van het cliché, een verkeerde conclusie getrokken over de grondoorzaak van taal- en onderwijsachterstand. De Gentse onderwijsschepen Rudy Coddens (SP.A) wijst deze achterstand letterlijk toe aan het feit dat kinderen thuis geen Nederlands spreken. Deze bewering is fout en ondertussen wetenschappelijk weerlegd. Het tegendeel is waar: kinderen die van jongs af verschillende talen spreken, ontwikkelen een talent voor taal. Studies tonen aan dat allochtone jongeren uit Antwerpen snel en probleemloos de switch maken (en zelfs de mix) tussen hun moedertaal, het Nederlands en het Antwerps dialect. Het beheersen van verschillende talen is amper een obstakel indien op tijd de taal wordt aangeleerd. De kern van het probleem is dat allochtone kleuters te laat de schoolwereld betreden. Het kleuteronderwijs als taalbad voor anderstalige kinderen kan zo zijn rol niet vervullen. Deze belangrijke bufferzone tussen het thuisfront en de lagere school betekent voor veel allochtone kleuters slechts een kortstondige pechstrook. De meesten doorlopen amper een volledig schooljaar en dat is duidelijk veel te kort om het Nederlands goed onder de knie te krijgen. Ziedaar hoe op dat moment taalachterstand (en niet meertaligheid) leidt tot onderwijsachterstand, en dat voor de rest van het studietraject. Mag je dan niet experimenteren? Best wel, maar hou dan rekening met twee zaken. Je moet enerzijds het experiment kúnnen uitvoeren. Het aantal leerkrachten dat op verantwoorde wijze deze jongeren kan onderwijzen in hun moedertaal is marginaal. De kans dat je vlot leerkrachten werft die een pedagogisch pakket Berbers, Turks, Nepalees, kunnen aanbieden (met bovendien als doel een verbetering van de kennis Nederlands) is nagenoeg nihil. Van start gaan met een dergelijk project zonder kwalitatief aanbod is roekeloos en onverantwoord vanwege de initiatiefnemers. Ten tweede moet je lessen durven trekken uit de fouten die in het verleden zijn gemaakt. Dit experiment is reeds uitgeprobeerd, en faliekant verkeerd afgelopen. OETC (Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur) werd in de jaren negentig geïntroduceerd in het gemeenschapsonderwijs als grensverleggend recept voor de taalachterstand bij allochtone jongeren. OETC werd gelanceerd met als oplossing, jawel, onderwijs in de moedertaal! Achteraf heeft men in stilte moeten vaststellen dat het project niet de gewenste resultaten opleverde. OETC was niet goed geïmplementeerd (te weinig middelen en geen aanbod geschikte leerkrachten) en groeide tot een lelijk monsterproject waar je vandaag niet veel meer van hoort. Dit zal menig betrokkene weten te beamen. Pijnlijker zijn de gevolgen van de slechte implementatie. Het falen van OETC heeft er oe geleid dat veel beleidsmakers, net als de Gentse onderwijsschepen, beweren dat het spreken van andere en dus meerdere talen op jonge leeftijd leidt tot onderwijsachterstand tout court. Dat men vandaag in Gent beslist om als remedie klasjes Turks in te richten, is ironisch en ondoordacht. In Leuven verkiezen we om in te zetten op kleuterparticipatie. We zullen allochtone (en andere) ouders individueel benaderen en hen overtuigen om hun niet-schoolgaande kleuters in te schrijven. Dit is de enige effectieve manier om taalachterstand, en dus ook onderwijsachterstand, te vermijden. Een kind dat twee jaar kleuteronderwijs heeft gevolgd, is in staat voldoende Nederlands te leren én thuis een andere taal te spreken. Deze meertaligheid zal later ongetwijfeld een sterke plus blijken.
Mohamed Ridouani is schepen van Onderwijs in Leuven
Karl Vanlouwe is al jaren één van mijn beste collega's. We trokken samen van het Vlaams Parlement naar het kabinet. Karl werkt er wel slechts deeltijds aangezien hij daarnaast nog actief is als advocaat in het advocatenkantoor van zijn zus te Brussel. 'Ijverig als een West-Vlaming, werelds als een Brusselaar' zo typeer ik hem liefst.
Als voorzitter van N-VA Brussel heeft hij het niet onder de markt. Het is een erg moeizaam proces om er terug iets opgestart te krijgen. Brussel is zowat de enige plek in Vlaanderen waar Spirit het grootste deel van de VU-erfenis inpalmde. Toch geeft Karl de moed niet op en dat begint stilaan resultaten op te leveren. Zo kreeg hij voor de eerste keer een paginagroot interview in Brussel Deze Week, de énige echte Brusselse stadskrant.
Hopelijk is dit een eerste stap in de goede richting, het veroveren van een Brussels parlementair mandaat in 2009!
PS: Karl's interview gaf aanleiding tot een schampere reactie van de Brusselse LDD.
De hetze rond het nieuwe stadion van Club Brugge/Loppem is al weken niet uit de actualiteit te branden. Maar Vlaanderen is meer dan blauw-zwart...
OHL is een ploeg in opmars. De ambities zijn hooggespannen. Tegen 2010 willen we in eerste klasse staan. Eens in eerste zal de roep groot zijn om een nieuw stadion te bouwen. Den Dreef is verouderd en er is te weinig parkeergelegenheid. De Vlaamse Regering bestelde een studie bij het gerenommeerde adviesbureau KPMG. De studie circuleert al enkele maanden binnen regeringskringen maar werd sinds kort ook vrijgegeven.
Voor de mensen die geïnteresseerd zijn in wat meer info over het nieuwe voetbalstadion van OHL, surf even naar volgende link:
In het eindrapport over Vlaanderen wordt het voor Leuven vanaf blz. 211 erg interessant. KPMG kiest alvast voor de locatie Kanaalzone (Leuven-Noord, kant Kessel-Lo). Ik citeer:
"Deze berekening toont aan dat bij de bouw van nieuwe stadions en de zoektocht naar de optimale locaties rekening moet worden gehouden met toekomstige potentiële evoluties. In Leuven zou een stadion van 10.000 plaatsen gelegen als landmark in de regio en met de mogelijkheden tot verdere uitbouw mogelijk moeten zijn. Bij een zoektocht naar een locatie moeten we rekening houden met een potentiële landmark-status en de tijdsafstand naar de consumenten. In dit kader kan een realocatie naar het Researchpark van Haasrode, gelegen bij de E40 of naar de Leuvense Kanaalzone en dan tussen Diestsesteenweg en Aarschotssesteenweg voorgesteld worden. Na een analyse van de marktpotentie van de club lijkt mij de tweede optie het voordeligst. Het stadion situeert zich dan in het geografische verzorgingsgebied en dicht bij de E314 naar het relatief voetballege gebied Aarschot-Diest. De locatie Brabanthal (Haasrode) aan de N25 ligt 4 kilometer van Leuven-centrum, 7 kilometer van de aansluiting E314/A2 met E40, op 1 kilometer van de afrit Haasrode-Heverlee maar is meer een defensieve locatie ten opzichte van het te veroveren geografische bedieningsgebied."
Ik ben, als voorzitter van één van de Leuvense supportersclubs, als provinciaal N-VA-voorzitter en als raadgever Sport van Vlaams Minister Bourgeois, uiteraard sterk betrokken partij. Het dossier ligt me logischerwijs nauw aan het hart. Het is mijn overtuiging dat Leuven, met een eersteklasseticket op zak, nood heeft aan en recht heeft op een modern voetbalstadion die naam waardig
. OHL: volgens KPMG een club met een marktpotentie in eerste klasse van om en bij de 7.500 bezoekers gemiddeld per wedstrijd
Stadion Den Dreef te Heverlee: binnenkort een mooie herinnering?
Toen Katleen Cools gisteren op Voor de Dag aan CD&V-voorzitter Schouppe de vraag stelde of hij vond dat het glas halfleeg of halfvol was, antwoordde Schouppe dat het voor hem best wel halfvol was. En toen moest hij nog naar Bart De Wever bellen...
In mijn ogen is het glas halfvol noch halfleeg, maar zit er niet meer dan een bodempje schraal bier in.
- Welke grote staatshervorming tegen 23 maart? - Welke splitsing van B-H-V zonder prijs? - Welke homogene bevoegdheidspakketten? - Welk confederalisme? - Welke Copernicaanse revolutie?
Neen, dit is slecht, rotslecht. Noem me naïef maar ik hoopte toch op meer. Ook al wist ik al enkele weken dat het niet goed zat, toch hoopte ik op zijn minst op de beloofde 'homogenisering', maar ik lees enkel meer heterogenisering. De pachtwet en de huishuur wel, het algemeen huurrecht en de handelshuur niet. Sommige verkeersregels wel, andere dan weer niet. En wat te denken van de mogelijkheid die de federale overheid opeist om in onze Vlaamse beheersorganen te zetelen. Een Belgische schoonmoeder in Kind en Gezin? Neen bedankt.
En dan die zogenaamde 'tweede stap', enkel onder de sluitende voorwaarde dat 'Dit in geen geval de interpersonele solidariteit, en in het bijzonder de sociale zekerheid op de helling zal zetten.' In het Wetstratees te lezen als 'over en uit voor de splitsing van de RVA en het RIZIV'. Arbeidsmarktbeleid splitsen zonder overheveling van budgetten maar waarschijnlijk wel met een 'inschakelingsbonus', als zoethoudertje voor Vlaamsgezinde CD&V'ers. Een ideetje dat volgens alle experten in de praktijk totaal onuitvoerbaar is. Wie is hier in feite zot op symbolen?
Als de CD&V er ons wil afrijden, dan zijn ze goed bezig.
We kopen enkele maanden tijd, hopelijk net voldoende tijd om ook onze kartelvrienden te doen inzien dat het Belgisch participatief overlegmodel totaal failliet is, zo failliet als Zimbabwe.
Het is ondertussen al 40 jaar geleden dat de strijdkreet 'Leuven Vlaams!' weerklonk door de Leuvense straten. Ik zal er dit jaar meermaals op terugkomen. Ik heb ook geruchten opgevangen als zou de Stad Leuven hiervoor niets extra voorzien: herdenking noch verjaardagsfeestje ;-) Er zou hiervoor geen eurocent op de stadsbegroting opgenomen zijn. Spijtige zaak die de Vlaamse beweging op zijn minst toch wel even mag aankaarten.
Hoe dan ook, de N-VA laat dit thema niet links liggen, wel integendeel. Meer nieuws volgt!
Hier alvast een interessant filmpje uit die tijd, Vanden Boeynants heeft het nog altijd niet begrepen...
Poker is dé hype van het ogenblik. Iedereen speelt. Van alle pokerspelen is No-Limit Texas Hold'em veruit het populairste, het koninginnennummer, de honderd meter sprint. Ik ben er dol op. We spelen elke donderdagavond bij Lorenz thuis met een tiental van mijn allerbeste vrienden. Avonden die ik voor geen geld ter wereld wil missen, al kan ik vaak pas erg laat aanschuiven (elke vrijdagmorgen is het Vlaamse ministerraad, dus donderdag racen we op ons kabinet ferm tegen de tijd).
Soms loopt het natuurlijk ook wel eens zo af (met excuses voor de vele Engelse krachttermen):
Gisterenmorgen 9 uur stipt, mijn eerste les in jaren. Ik tussen een 500-tal eerste bachelorstudenten Rechten, het gaf me een bevreemdend gevoel (zo geconfronteerd te worden met mijn leeftijd). Maar wat me vooral opviel was dat ook onze toekomstige generatie advocaten heel erg blank zal zijn. Zo goed als geen enkele allochtone student op te merken... En toch is er verbetering op komst, althans dat beloofde rector Vervenne plechtig tijdens de opening van het lopend academiejaar. En kijk eens aan: op de webstek van de K.U.L wordt sinds kort een aantal concrete initiatieven aangekondigd op: http://www.kuleuven.be/diversiteit/allochtonen/ Zomercursussen Academisch Nederlands, Buddyprojecten, een Fonds voor Allochtone Studenten, een studentenmoskee, welkomstdagen en brochures... één voor één behartenswaardige initiatieven, dat zeker. Maar of ze ook iets zullen opleveren? De zogenaamde 'tweede democratiseringsgolf' die het hoger onderwijs beoogt, is vooral een kwestie van het leerplichtonderwijs (én het kleuteronderwijs). Als we daar op korte termijn geen kentering zien, zal de KUL nog vele jaren een blanke burcht blijven hoe veel bruggen, toegangspoorten en goodwill we ook creëren.
Tot slot misschien nog even dit: niettegenstaande ik het globale pakket steun, heb ik bedenkingen bij één initiatief. Met name de Turkse en Arabische folders om allochtone ouders te informeren over onze Leuvense universiteit en haar mogelijkheden. Het gaat hier om allochtonen die al tientallen jaren in Vlaanderen wonen, hun kinderen liepen minstens 12 jaar school in Vlaanderen en toch blijven we ze dergelijke faciliteiten aanbieden... Ik vind dit een totaal verkeerd signaal. Als men in de 12 jaar dat hun kinderen naar een Vlaamse school gingen, weigerde Nederlands te leren, zal men wel niet bijster geïnteresseerd zijn in hun onderwijs. Waarom dan nog een dergelijke geste? Misschien nog even ter aanvulling: in de stad Genk is men sinds enkele jaren volledig afgestapt van het vertalen van brochures, richtlijnen en reglementen. Niet omdat er geen vraag naar zou zijn, wel omdat het bestuur inzag dat ze hiermee een totaal verkeerd signaal gaf.
De KUL: hoogstwaarschijnlijk ook de komende jaren nog een blanke burcht
Nog exact twee weken en het startschot van seizoen 2008 wordt gegeven! Verwacht je de komende maanden aan nog hetere feestjes met nog grotere namen uit de internationale housescene. Zijn nu reeds geconfirmeerd: Kenny Hawkes (UK, mff), Justin Long (USA, dotbleep), Massimo Dacosta (B, Om, ass), Adam B & Tom Golden (UK, stylus).
Op donderdag 21 februari nodigen we jullie uit voor de aftrap met een exclusief feestje in de Rumba & Co. Niemand minder dan TROYDON (USA, Phonoshuffle, Om) én dj Homewrecker (USA, guesthouse, aj) staan die nacht achter de Moodclub-decks.
Er zijn slechts een beperkt aantal kaarten in vvk te verkrijgen! Zijn ze allemaal de deur uit dan kan je niet meer binnen. We raden jullie daarom aan tijdig een kaart te halen.
Kaarten kan je voor 5 euro vinden op onderstaande adressen:
Bart Somers zou tot dusver de enige kandidaat-voorzitter zijn voor Open VLD. Met nog een week te gaan zou het me ten stelligste verbazen moest er niemand anders kandideren.
De geruchten noemen Rik Daems...
Alleszins als Daems het doet en mikt op de donkerblauwen dan mag Bartje zijn tenen beginnen uitkuisen...
Rik Daems (of is dit Silvio Berlusconi?): neemt hij de handschoen op?
Marc Cordeel, de baas van de gelijknamige bouwreus, stopt met de nationale politiek. Met welgeteld 14 mondelinge parlementaire vragen op 13 jaar (van 1995-2008), gaat hij ongetwijfeld de geschiedenisboeken in als het meest luie (of minst actieve?) parlementslid ooit. Met een netto parlementaire wedde van om en bij de 4.000 per maand, streek deze liberaal tijdens zijn nationale politieke 'carrière' om en bij de 624.000 belastingsgeld op ofte 44.571 per parlementaire vraag, een slordige twee miljoen oude Belgische franken per vraagje, zeg maar. En dan te weten dat dit voor hem niet meer dan een leuke schnabbel is...
Zijn grootste verwezenlijkingen zijn dan ook niet terug te vinden in de parlementaire archieven maar wel in het bouwen van verschillende miljardenprojecten van de Vlaamse overheid à la Deurgangdok en het nieuwe Huis der Vlaamse Volksvertegenwoordigers.
Gevraagd naar de reden voor zijn ontslag, zegt hij in Het Volk: "Er is geen echte reden voor mijn ontslag.Ik ga me nu concentreren op de Temsese afdeling van de liberale partij. Die leed in oktober 2006 een zware verkiezingsnederlaag, door drie zetels te verliezen. Desondanks handhaafden we ons in de meerderheid. Ik wil mijn partij weer op de sporen zetten in Temse en mijn energie investeren in jonge mensen."
Energie... welke energie?
Zo'n figuren geven ons politiek bestel de slechte naam die het heeft. 'Alle politiekers zijn vuile zakkenvullers!' Tja...
Hoe dan ook, door zijn ontslag uit het Vlaams Parlement komt er een opvolger in zijn plaats, ... of hoe je als negende opvolger nog in het parlement raakt.
Opvolgers Open VLD Oost-Vlaanderen
1. Herman Decroo: Kamer
2. Marc Cordeel: opvolger van K. De Gucht -> FedReg
3. Paul Wille: opvolger van G. Verhofstadt -> FedReg
4. Hilde Eeckhout: opvolger André Denys -> gouverneur
5. Hilde Bruggeman -> deputé
6. Fientje Moerman -> tja, waarom komt Fientje niet naar het parlement?
Kersvers Vlaams Parlementslid Hilde Dierickx (Open VLD), niet te verwarren met het knappe Kamerlid Leen Dierick (CD&V), beiden uit Dendermonde maar wel lid van een andere partij.
Mijn besluit staat vast, ik keer terug naar mijn Alma Mater en ga vanaf volgende week opnieuw studeren. Ik heb me ingeschreven aan de K.U.Leuven voor twee cursussen uit het tweede semester: de cursus 'Staats- en administratief recht' van Prof. Dr. André Alen (heel erg gerespecteerde professor én rechter bij het Grondwettelijk Hof (en baron) en Prof. Dr. Marc Boes (je kent hem misschien als de man van de stevige studie Boes over de vernederlandsing van het straatbeeld in onze Vlaamse Rand) en de cursus 'Inleiding tot de marketing' van Prof. Dr. Luk Warlop. Lijkt me op het eerste zicht een vlotte, jonge prof die houdt van punk en ook blogt. Beide cursussen zijn erg interessant voor mijn werk. Daarbij komt dat het sinds de flexibilisering van ons Vlaams hoger onderwijssysteem allemaal veel gemakkelijker is om als werkende mens terug te studeren. Gewoon een creditcontract afsluiten en klaar is kees.
Theo tuurt terug op de schoolbanken, wie had dat ooit gedacht...
Als je op Youtube de zoekterm 'marketing' invoert, kom je op maar liefst 48.000 resultaten. Ik kies er 2 uit:
Bert Wollants is een collega-raadgever op het kabinet. Hij blogt onder de naam Bert Blikt. Bert komt van de OVAM en is onze expert in milieu- en energiebeleid, een knappe kop met pakken talent. We hebben de laatste jaren onderling al heel wat stevige discussies gevoerd over energie, leefmilieu en het klimaat. Onlangs hadden we het over de stijgende energieprijzen en de maatschappelijke gevolgen hiervan. In al mijn naïviteit durfde ik pleiten voor een hernationalisering van de energiesector. 'Want die liberalisering heeft de prijzen enkel de hoogte ingejaagd', luidde mijn nogal populistische redenering. Bert zou Bert niet zijn als hij niet met een of ander statistiekje, grafiekje of tabelletje kwam aanzwaaien dat mijn stelling integraal naar de prullenbak verwees. En ja hoor, hij deed het weer. Kijk maar eens naar dit grafiekje. Ter info, in Wallonië werd de energiemarkt pas op 1 januari 2007 geliberaliseerd, in Vlaanderen al op 1 juli 2003...
Ook volgend grafiekje is verhelderdend. Enerzijds omdat we zien dat sinds de vrijmaking van de Waalse energiemarkt onze prijzen naar elkaar toegroeien en anderzijds omdat dit onze hoge energieprijzen toch enigszins relativeert (kijk maar eens naar wat 'de Hollanders' betalen voor electriciteit en aardgas (hebben ze nochthans genoeg van, me dunkt)).
Bert Blikt Wollants: niet te kloppen
Een Hollander: je zou voor minder met de caravan op vakantie gaan
Minister Vandenbroucke vindt het geweldig ons te bestempelen als 'verkrampte dommerikken'. Of het nu gaat over de manier waarop wij de Vlaamse zaak behartigen, over de verengelsing van het hoger onderwijs of over wetenschappelijke publicaties en de daarbijhorende bibliometrie: verkrampt, verkrampt, verkrampt... Whatever.
Kris Van Dijck is al jaren één van onze sterkhouders in het Vlaams Parlement. Hij heeft sinds kort ook een blog, Kris kras (www.bloggen.be/krisvandijck), en hij geeft er Vandenbroucke ferm van langs.
Kris is het parlementslid waarmee ik sinds 2000 het nauwst samenwerk aangezien hij ook het Vlaams onderwijs- en sportbeleid opvolgt. Kris is van goudwaarde voor onze partij, zowel in de Kempen (hij werd vorig jaar met een absolute N-VA-meerderheid terug burgemeester van Dessel) als in Brussel. Ik heb hem echt graag, hij is een man naar mijn hart. Eén anekdote: toen OHL vorig seizoen tegen Dessel Sport moest spelen, nodigde Kris me uit bij zijn thuis. Wat hij niet wist was dat ik een supergrote spandoek had gemaakt met daarop 'I LOVE KRIS VAN DIJCK'. Ik hing hem op tussen alle spandoeken van de spionkop van OHL. Heel het stadion keek toe en begon te lachen en te applaudisseren toen ik de spandoek aan het ophangen was. Kris stond ontzettend te glunderen in de eretribune...
Verkrampte toonzetters
Het is in de mode: de N-VA afschilderen als oubollig en bekrompen. Vlaams vice-ministerpresident en minister van Onderwijs Frank vandenbroucke heeft er alvast een patent op genomen. De term verkrampt is dan nooit ver weg. Op die manier een politieke concurrent de mond trachten te snoeren is erg goedkoop. Want wat is dat nu, dat verkrampt?
Als we het over de laatste aankondigingen van de minister over het onderwijs in Brussel hebben, kunnen we als N-VA fier stellen dat dit net is wat we een half decenium geleden voorstelden. We waren toen de roependen in de politieke woestijn. We zetten toen de toon. En ik kan het nog bewijzen ook. Vooreerst wil ik ook duidelijk stellen dat naast de N-VA tal van organisaties en instanties die zich bezig houden met het Nederlandstalig onderwijs in Brussel knap werk verrichtten. Door hen, en de inspanningen van honderden leerkrachten, is het Nederlandstalig onderwijs in Brussel een baken voor de Vlaamse aanwezigheid in onze hoofdstad en trekken we één vierde van de Brusselse jongeren aan. Mooi!
Maar hoe zit dat nu met het beleid en de stem van de N-VA daarin?
In september 2002, bij het begin van het schooljaar, pakten we uit met een actieplan Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Het kwam tot stand in nauw overleg met tal van betrokkenen: ouders, leerkrachten, directies en experten, met een speciale vermelding van dankbaarheid en erkenning voor wijlen Gijs Carré, toenmalig voorzitter van het Vlaams Onderwijscentrum. Het actieplan bevatte een twintigtal maatregelen, ingrepen, acties en prioriteiten.
Op onze vraag werd vervolgens in de schoot van de commissie Onderwijs in het Vlaams parlement een sub-commissie Nederlandstalig onderwijs in Brussel geïnstalleerd waarvan ik het voorzitterschap mocht opnemen. Dit resulteerde in een voorstel van resolutie, goedgekeurd in de plenaire vergadering van 26 november 2003. Er werd knap samengewerkt.
Maar; twee punten kon ik toen niet hard maken. Ze waren te radicaal, te vergaand, althans in de ogen van mijn goede collegas. Ze werden niet opgenomen in de resolutie.
In de loop van vorig jaar legde de rondetafelconferentie Brussels onderwijs haar bevindingen neer. Hier doken die twee punten weer op. En zie, wat kondigt de minister nu aan? Juist datgene dat die verkrampte N-VAers vijf jaar geleden al stelden: een engagementsverklaring en de Brussel premie.
In het eerste eisen we van de ouders dat zij een aantal verplichtingen nakomen. De term engagementsverklaring was toen, in 2003, te radicaal
De Brussel premie is dan weer de extra financiële vergoeding die leerkrachten krijgen als ze in Brussel les blijven geven. Onbespreekbaar in 2003
Bart De Wever is onze enige kandidaat voor het partijvoorzitterschap. Niemand durft de handdoek tegen hem op te nemen, en terecht, hij is en blijft onze rots in de branding. Ik steun zijn kandidatuur met overtuiging. Met mensen als Bart De Wever, Geert Bourgeois, Frieda Brepoels, Jan Jambon en Ben Weyts aan het roer, zal ons partijtje met haar krachtig onafhankelijkheidsdiscours het nog héél ver schoppen. Tot spijt van wie het benijdt...
Bart's intentieverklaring geef ik graag even mee:
Beste N-VAers,
Ruim drie jaar geleden stelde ik mij kandidaat voor het voorzitterschap van onze partij. In mijn motivatie van destijds waarschuwde ik u expliciet voor het feit dat ik een man ben met minstens evenveel gebreken als kwaliteiten. Vandaag heb ik dan ook geen enkele moeite om te erkennen dat tijdens mijn voorzitterschap niet alles vlekkeloos is verlopen. Integendeel, onder mijn verantwoordelijkheid liep het soms ook wel eens grondig fout.
Toch durf ik mij vandaag opnieuw kandidaat stellen voor een tweede termijn als nationaal voorzitter. Want dankzij de hulp van het hele partijbestuur en van onze bescheiden, maar sterke personeelsploeg, meen ik dat we kunnen terugblikken op een periode waarin het goede overheerste.
Drie verkiezingsoverwinningen op rij
In juni 2004 wonnen we de Vlaamse en Europese verkiezingen. De N-VA telt vandaag zeven Vlaamse volksvertegenwoordigers en één Europees parlementslid. Mijn voorganger, Geert Bourgeois, werd minister in de Vlaamse regering. Bij de gemeente- en provincieraadsverkiezingen van 2006 wist onze partij haar aantal lokale mandatarissen gevoelig uit te breiden en in de provincie Antwerpen bekwamen we een bestendig afgevaardigde. Bij de federale verkiezingen van 2007 overtroffen we de stoutste verwachtingen. Het Vlaams kartel steeg tot 30%, waardoor de N-VA nu niet minder dan zes kamerleden en twee senatoren telt.
Partij in beweging
Ondanks al die campagnes en verkiezingen lag inmiddels de partijwerking zeker niet stil. De N-VA werkte zich voortdurend in de kijker: met de gedurfde actie in Strépy waar we de Vlaams-Waalse geldstroom aan de kaak stelden, met onze actie aan de fl itspalen in Vlaanderen als voorbeeld van de vele scheeftrekkingen, met onze betoging in avondkledij tegen de manifestatie van het FDF in Linkebeek, met originele webstekken als www.sos-mug.be of www.vollebussen.be,... Inhoudelijk pakte de partij uit met een hele reeks hoogstaande colloquia en congressen: over de Vlaamse natievorming in een globaliserende wereld, over lokale economie, over asiel en migratie, over de Vlaamse gezondheidszorg, over 50 jaar Europese integratie en over de Vlaamse grondwet.
Goed bestuur voor Vlaanderen
Binnen de Vlaamse meerderheid gaf de N-VA mee gestalte aan een goed bestuur voor Vlaanderen. Zo blies onze minister onder meer het Vlaamse buitenlands beleid eindelijk weer nieuw leven in. Vlaanderen slaat weer zijn vleugels uit in de wereld, tot spijt van de velen die het benijden. Onze parlementsleden oefenden hun controle- en initiatiefrecht ten volle uit, waarvan onze leden via de elektronische post op de hoogte werden gehouden. Een bijzondere vermelding verdient het beleid voor de Vlaamse rand dat dankzij de N-VA wordt gevoerd. Ik denk daarbij onder meer aan de nieuwe Wooncode die vereist dat men Nederlands moet leren als men in Vlaanderen een sociale woning aanvraagt en het decreet dat de voogdij over het faciliteitenonderwijs opeist. Persoonlijk ben ik trots op mijn bijdrage aan het verplicht inburgeringsbeleid voor nieuwkomers, volledig volgens de visie van het N-VA-congres dat we daarover organiseerden.
Vlaamse natievorming op de politieke agenda
Maar het belangrijkste resultaat dat onze partij de afgelopen periode boekte, is ongetwijfeld dat de communautaire problematiek weer bovenaan de politieke agenda is gezet. Na grondig onder mat te zijn geveegd door de paarse regering en door tal van opiniemakers, zorgden wij er na de verkiezingen van 10 juni voor dat letterlijk de hele wereld zicht kreeg op het erbarmelijke Belgische huwelijk. In het Vlaams kartel hielden wij stand rond de eis tot een grote staatshervorming. Daardoor zal 2007 de geschiedenis ingaan als het jaar waarin België zijn langste crisis ooit beleefde, waarin het Belgische establishment zijn greep op de gebeurtenissen verloor, waarin de keuze voor een evolutie naar Vlaamse onafhankelijkheid voor tal van Vlamingen bespreekbaar en wenselijk werd. De N-VA speelde hierin een doorslaggevende rol. In 2008 zullen wij onwrikbaar doorgaan met het verdedigen van het algemeen Vlaams belang. Onze partij, realistisch in haar optreden maar rotsvast in haar overtuiging, is en blijft de beste Vlaamse garantie.
Beste N-VAers, De leider moet een verhaal vertellen dat het team kan inspireren. De inhoud is dus van groot belang. Maar misschien wel van even groot belang is de wijze waarop hij het vertelt en de manier waarop de anderen bij de invulling van het verhaal worden betrokken. Het is een wijsheid van voetballegende Johan Cruijff.
Daarom kan ik tot slot niet genoeg beklemtonen dat we al het bovenstaande samen gerealiseerd hebben. Onze partij bestaat immers maar dankzij onze leden en dankzij de vrijwillige inzet van zovelen. U allen hebt de N-VA stevig op de kaart gezet als een Vlaams-nationale partij, ideologisch gestoeld op gemeenschapsdenken en het streven naar een goed ondernemingsklimaat.
Ik ben dankbaar dat ik hieraan als voorzitter kon meewerken en hoop op uw steun om dit in de toekomst te mogen blijven doen. Alvast bedankt voor uw steun en vertrouwen!
Ik was tussen mijn 15de en 25ste een verwoed lifter. Honderden zoniet duizenden kilometers heb ik in andermans wagen doorgebracht. Goedkoop, snel en als potige jonge gast moest ik niet echt schrik hebben van mensen met verkeerde bedoelingen. Wat niet wegneemt dat ik soms toch weigerde om in te stappen. Zo herinner ik me een keer dat de bestuurder op de passagierszetel een revolver had liggen en me doodleuk vroeg in te stappen. Geen denken aan. Ik heb er zelfs een hele theorie over ontwikkeld. 'Theo's-10-punten-lifttheorie', zeg maar. Hier komt ie: 1/ Hoe kleiner de auto, hoe meer kans dat hij stopt; 2/ Vrouwen stoppen nooit voor mannen; 3/ Zorg dat je er verzorgd uitziet, als je een boekentas bijhebt, hou ze ostentatief in je linkerhand; 4/ Zet altijd je bril op, hoe sulliger je eruit ziet, hoe meer kans op succes; 5/ Mercedessen nemen je nooit mee, BMW's evenmin; 6/ Audibestuurders zijn erg sympathiek; 7/ Elk stukje dat je mee kan rijden is een stukje gewonnen; 8/ 's Nachts liften is gekkenwerk; 9/ Deur open doen en eens ferm ruiken, bij de minste alcoholwalm resoluut weigeren mee te rijden; 10/ Als je met meer dan twee bent, zorg dan dat de rest zich verstopt en pas opduikt als er iemand gestopt is, zoniet, vergeet het maar;
Deze 10 principes en stellingen ontsproten uit mijn jarenlange liftervaring. Je kan het natuurlijk ook anders aanpakken. Dit filmpje is alvast een even interessant als hilarisch liftexperiment:
Enkele dagen geleden werd duidelijk dat mijn voorspellende krachten niet om over naar huis te schrijven zijn (zie blogbericht 11/01/2008). Vandaag doet Prof. Stefaan Walgraeve (samen met Carl Devos één van de weinige politicologen die ik graag bezig hoor) een poging in De Morgen. Het is een redelijk lange voorspelling maar echt de moeite waard om eens te lezen.
De verkiezingen van 18 mei 2008
Guy Verhofstadt stapt op paasmaandag naar de koning en biedt zijn ontslag aan. Daarna komen er nieuwe verkiezingen
Stefaan Walgrave kijkt in een donkere glazen bol
Sommige politicologen denken dat het allemaal wel goed komt. Maar niet alle politieke wetenschappers zijn even optimistisch. Een oefening in nonscience fiction.
Op dinsdag 15 januari 2008 gaat Octopus van start. Het overleg start onder een slecht gesternte. Di Rupo speelt stokebrand en sommige partijen dreigen al op te stappen vooraleer het spel goed en wel begonnen is. In het begin komt er weinig naar buiten van Octopus. In de media wordt gespeculeerd over grote vooruitgang. De partijen lijken zich allemaal te houden aan de interne afspraak om zonder pottenkijkers te onderhandelen.
Midden februari wordt het moeilijker. Er zijn wat halve akkoorden die in deelgroepen zijn gefabriceerd, maar over bijna niets is er een finaal akkoord van alle partners, laat staan dat er over het hele pakket een consensus bestaat. Sommige Octopuspartners voelen zich gepasseerd omdat ze niet bij alle besprekingen betrokken worden. Het zwaartepunt van de onderhandelingen verschuift naar de partijvoorzitters, de 'wijzen' verdwijnen geleidelijk op de achtergrond. Eind februari lekken sommige deelakkoorden uit, waarop de verliezers ervan hevig ontkennen dat ze er ooit mee hebben ingestemd. Jean-Luc Dehaene, die tot dan toe op vraag van Leterme zeer actief is geweest, is furieus over de loslippigheid van de onderhandelaars en stapt op. Vooral PS en cdH aan de ene kant en CD&V-N-VA aan de andere kant staan lijnrecht tegenover elkaar. MR houdt zijn FDF-vleugel onder controle. De groene partijen roepen op tot redelijkheid, maar hun geluid gaat verloren. In de Vlaamse media ontstaat een semantische discussie over wat een 'grote' staatshervorming nu juist is en hoe groot de hervormingen minimaal moeten zijn om als groot beschouwd te kunnen worden.
Geen grond De Franstaligen eisen, in ruil voor de splitsing van B-H-V, dat er iets gebeurt met het territorium van Brussel. Voor vele Vlaamse onderhandelaars is dat onbespreekbaar, ze willen wel geld geven aan Brussel, maar geen grond. De Vlamingen willen meer sociaaleconomische autonomie, de Franstaligen kunnen alleen instemmen als die autonomie wordt ingesnoerd door strikte convergentiecriteria. Ten gronde draait het niet alleen om de communautaire kwestie. Samen met het communautaire wordt immers ook parallel onderhandeld over een sociaaleconomisch programma voor de nieuwe regering. Met oranje-blauw in 2007 ging dat nog min of meer goed, nu met de PS erbij wordt alles op de helling gezet: het moet linkser, en vooral Open Vld gaat tekeer als een duivel in een wijwatervat om de oude akkoorden te behouden. Ook persoonlijk zit het goed scheef tussen de onderhandelaars. Het kerstreces heeft deugd gedaan, maar sommige onderhandelaars kunnen elkaar niet meer rieken of zien. Bovendien weegt ook de onzekere samenstelling van de nieuwe, definitieve regering op de onderhandelingen.
We zijn 18 maart, nog vijf dagen voor de deadline. Het is tijd voor de grote packagedeal, de ultieme synthese. De nota-Verhofstadt wordt in het publieke debat opnieuw als een mogelijk compromis naar voren geschoven. Iedereen kijkt naar Yves Leterme, maar die kan zich niet echt opwerpen als consensusfiguur. Hij weet dat zijn kartel dan aan diggelen gaat, de N-VA kan niet instemmen met maatregelen die de federatie versterken. Bij de splitsing van het kartel zou de schade voor CD&V niet te overzien zijn: ze zullen door de nijdige kleine partner genadeloos aan de muur genageld worden als verraders van de Vlaamse zaak. Vooral de MR wil alles doen om de crisis te ontmijnen. Reynders treedt uit de schaduw van Leterme en zoekt openlijk mee naar het compromis. CdH en PS gaan niet akkoord met een ultiem voorstel van de formateur. Leterme trekt de stekker uit: CD&V-N-VA stapt niet in de regering zonder communautair akkoord. Zonder het kartel is er geen meerderheid aan Vlaamse kant mogelijk. Kort wordt er gespeculeerd over het voortzetten van de interim-regering tot aan de regionale verkiezingen van 2009. Elio Di Rupo roept op om de communautaire spanningen opzij te zetten en een regering van nationale eenheid te maken. Guy Verhofstadt stapt op paasmaandag naar de koning en biedt zijn ontslag aan. Op 18 mei 2008 komen er nieuwe verkiezingen. Alle onderhandelaars vertrekken op vakantie. De verkiezingen zijn misschien wel ongrondwettelijk doordat B-H-V nog niet is gesplitst, maar de partijen spreken af dat hun nieuw gekozen parlementairen de uitslag zullen legitimeren, het Vlaams Belang en Lijst Dedecker schreeuwen moord en brand.
Het electorale risico van de nieuwe verkiezingen is enorm. Er is geen regering geweest en ook geen oppositie, en dus kunnen de partijen alleen afgerekend worden op een jaar van politieke crisis, niet op hun beleid of hun verzet daartegen. De partijen hebben ook geen tijd gehad om nieuwe programma's op te stellen. De partijkassen zijn leeg, de militanten moe en teleurgesteld. En in 2009 zullen het weer verkiezingen zijn. Gelukkig is de campagne kort. Het is naar Belgische normen een ongezien vuile en negatieve campagne, er wordt op de man gespeeld. Wie krijgt de schuld van de mislukking in zijn nek gedraaid? Sp.a en Open Vld hakken genadeloos in op Yves Leterme. Hem worden onkunde en valse beloften verweten, en het kiezen voor het welzijn van het kartel in plaats van het welzijn van het land. Leterme zegt dat hij woord heeft gehouden, dat hij hard gewerkt heeft en dat voor hem een beter beleid voor de mensen belangrijker is dan de postjes. Inhoudelijk trekken sp.a en Open Vld de sociaaleconomische kaart. Ze proberen tijdens de campagne het communautaire zoveel mogelijk aan de kant te schuiven. CD&V-N-VA schuift opnieuw Leterme naar voren als kopman en stelt zich communautair minder scherp op. De campagne draait helemaal niet om het voortbestaan of de splitsing van België. 18 mei 2008 Op 18 mei 2008 gaat de MR er licht op achteruit. Door het spel van de zetelverdeling gaat het marktleiderschap in Franstalig België opnieuw nipt naar de PS. Vooral cdH doet het erg goed, Joëlle Milquet krijgt staatsvrouwallures. Ecolo verliest licht. In Vlaanderen betalen de sp.a en het Vlaams Belang het gelag. Dedecker is de grote winnaar. Groen! haalt slechts heel nipt de kiesdrempel. Bij CD&V en Open Vld verandert er niet zoveel. Ze blijven samen de Vlaamse meerderheid houden en Yves Leterme blijft de populairste politicus, maar hij laat heel wat van zijn pluimen. Door de minder gunstige lijstvorming binnen het kartel zijn de N-VA-parlementairen niet meer nodig voor een meerderheid aan Vlaamse kant.
Leterme en Reynders vinden elkaar na de verkiezingen opnieuw. Er volgen korte onderhandelingen over het vormen van een symmetrische oranje-blauwe regering met de deelakkoorden van 2007 als uitgangspunt. Eindelijk wordt de cheque van regeren zonder PS geïnd. De cdH gaat mee omdat er van geen grote staatshervorming sprake is: de aanval op de eenheid van het koninkrijk is afgeslagen. Communautair heeft de nieuwe regering een miniprogramma met alleen maatregelen die zonder tweederde kunnen worden ingevoerd, maar over B-H-V wordt wel een akkoord bereikt. Het land moet nu geregeerd worden, er is geen tijd te verliezen. Het Vlaamse kartel splitst. Op 12 augustus 2008 wordt Leterme I ingezworen, een jaar over tijd.
Ik hoop hartsgrondig dat ik de bal compleet missla, en dat we op 18 mei 2008 een stevige regering hebben en een goede staatshervorming. Maar ik zou niet weten hoe.
Ik weet het, ik ben een beetje laat met mijn prijsuitreiking. Anyway, hier komt ze: de banaan van december gaat naar... het Generatiepact!
Het is de eerste maal dat niet 'iemand' maar 'iets' deze exclusieve prijs wint. Misschien een beetje vreemd, ik verklaar me dan ook nader.
Eind december zag, na maanden van totale impasse, een federale regering het licht. Zogezegd om 'dringend iets aan de koopkracht van de mensen te doen'. Hoe die vork in de steel zit weten we ondertussen wel... In een ultieme poging om deze regering op de been te helpen, deed Leterme een ferme geste. Hij ontnam Vervotje haar eerder toegezegde ministerportefeuille van 'Werkgelegenheid' en bood dit op een schaaltje aan het Cdh van Joëlle Milquet aan. Milquet zag haar kans schoon, greep het schaaltje met beide handen en overhandigde het aan haar partijgenoot Josly Piëtte. Het eerste wat kersvers Minister van werk Piëtte deed was 'kameraad' Gilbert De Swert aanstellen tot kabinetschef. Het lot van het Generatiepact was hiermee definitief bezegeld. Piëtte en De Swert, twee vakbondsleiders, waren en zijn zowat de hevigste tegenstanders van dit pact. En nu delen ze de lakens uit op 'Werkgelegenheid' en moeten ze het Generatiepact uitvoeren. Een trieste Belgische mop... Moest de vergrijzing niet als een HST-trein op ons afkomen, zou ik er eens ferm om lachen maar nu, neen, een banaan, dat kan ze krijgen voor deze eerste klasse begrafenis.
Op brugpensioen? Natuurlijk man, Josly en Gilbert will take care!
Een blogbericht, een alerte journalist en een voorpagina-artikel dat volstaat om een stevig debat uit te lokken over Erasmus, Bologna, en de verengelsing van ons hoger onderwijs. Een debat waaraan ministers Ceysens en Vandenbroucke graag deelnemen. Voor hen is het duidelijk dat de te beperkte aanwezigheid van buitenlandse (Erasmus)studenten in Vlaanderen het gevolg is van de taalregeling in ons hoger onderwijs. Ceysens wil deze achterhaalde regelgeving versoepelen, Vandenbroucke op zijn minst evalueren.
Ceysens verwijst daarvoor naar een aanbeveling uit een rapport waarover zelfs geen (parlementair) debat heeft plaats gevonden, het rapport Soete (2007) over de doorlichting van het Vlaams innovatie-instrumentarium. Dit rapport pleit letterlijk om het taaldecreet met onmiddellijke ingang af te schaffen voor het hoger onderwijs. Een volledige afschaffing dus, Prof. Dr. Soete en co gaan hiermee nog veel verder dan Nederland, het Mekka van de verengelsing. Deze drastische maatregel is in hun ogen noodzakelijk aangezien deze verplichting de internationale aantrekkingskracht van Vlaanderen voor buitenlands talent nodeloos beknelt en beperkt. Niet mis te verstane woorden
Maar is dit wel zo? Beknelt onze taalregeling onze internationale aantrekkingskracht? Laten we de feiten eens bekijken.
Vooreerst is het lang niet bewezen dat Vlaanderen, in vergelijking met onze buurlanden, minder buitenlands talent binnenhaalt. Meer nog, naar participatie in Erasmus behoort Vlaanderen zelfs tot de absolute top in Europa en presteren we beter dan onze buurlanden, dito voor docentenmobiliteit. Daarnaast zien we dat het aantal buitenlandse studenten in de opleidingen die al jaren integraal in het Engels worden aangeboden, niet stijgt maar daalt. Beweren dat het versoepelen van de taalregeling zal leiden tot een grotere instroom van buitenlandse studenten, lijkt ons bijgevolg nogal kort door de bocht. Op dit ogenblik is dit alvast niet het geval, meer nog, momenteel leidt de taalregeling er vooral toe dat er zich meer Vlaamse, Nederlandstalige, studenten inschrijven voor een Engelstalige opleiding... Tot slot blijft het toch erg opmerkelijk dat er meer buitenlandse studenten op Erasmus gaan naar Vlaanderen dan dat er Vlamingen op Erasmus gaan naar het buitenland.
De argumenten pro versoepeling blijken dus niet te kloppen. Bovendien zijn er nog de argumenten contra. Zo bestaat het risico dat talentvolle studenten, hoewel ze hun vakgebied beheersen, problemen krijgen met hun studies wegens een gebrekkige kennis van het Engels. Een bijzondere groep zijn de vele Vlaamse jongeren van allochtone oorsprong waarbij het Engels een derde of zelfs vierde taal is. De 'tweede democratiseringsgolf' die de Vlaamse Regering beoogt, is niet gebaat bij een doorgedreven verengelsing van ons hoger onderwijs.
Dit geldt ook voor het overgrote deel van de uitwisselingsstudenten dat het Engels niet als moedertaal heeft. En zij klagen net als de Vlaamse studenten over het gebrekkige Engels van de docenten. Onderzoek toonde aan dat heel wat docenten hun taalvaardigheid moeten verbeteren, en dat de taalvaardigheid van studenten wel toereikend is voor het volgen van lessen in het Engels, maar niet voor het schrijven van papers of het geven van mondelinge presentaties. Uiteraard staan onderzoek en onderwijs niet los van elkaar: studenten moeten Engelstalige teksten kunnen begrijpen, in bepaalde masteropleidingen is het gebruik van het Engels een vanzelfsprekendheid en het gros van onze doctoraten en publicaties gebeurt, gelukkig maar, in het Engels. Maar dit is allemaal al mogelijk binnen het huidige wettelijke kader. Dus, wat is in feite het probleem?
Tenslotte verwijzen we op onze beurt graag naar een wetenschappelijk rapport, het rapport Oosterhof (2007) over het gebruik van het Engels in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. De Nederlandse Prof. Dr. Oosterhof bepleit er, na een grondige analyse van de evoluties in Vlaanderen en Nederland én dito bespreking in de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland, eerder strenge dan soepele regels
Kortom, een aanpassing van de huidige taalregeling is in onze ogen niet opportuun. Wel pleiten we voor beter en meer Engels in het secundair onderwijs, voor een verplichte cursus beroepsmatig Engels in elke studierichting en voor meer studentenmobiliteit door het verhogen van de beurzen, budgetten en bekendheid.
Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden, luidde het meer dan 100 jaar geleden al, deze boutade lijkt actueler dan ooit.
Is de taalregeling de oorzaak van het geringe aantal Erasmusstudenten in Vlaanderen?
Er is nogal wat ophef ontstaan over mijn analysenota mbt de Erasmusstudenten in Vlaanderen. Zo wordt de oorzaak van het geringe aantal buitenlandse Erasmussers o.a. door Minister Ceyssens bij de 'te strikte taalregeling' gelegd. Ik betwijfel dit ten zeerste. Zo laat de taalregeling op dit ogenblik al heel wat ruimte voor anderstalige opleidingen. Daarnaast zien we dat het aantal buitenlandse studenten in de opleidingen die al jaren volledig in het Engels worden aangeboden, niet stijgt maar daalt. De cijfers bewijzen dit. Beweren dat het versoepelen van de taalregeling zal leiden tot een grotere instroom van buitenlandse studenten, lijkt me bijgevolg nogal kort door de bocht. Op dit ogenblik is dit alvast niet het geval, meer nog, momenteel leidt de taalregeling er vooral toe dat er zich meer Vlaamse, Nederlandstalige, studenten inschrijven voor een Engelstalige opleiding... Tot slot blijft het toch erg opmerkelijk dat er meer buitenlandse studenten op Erasmus gaan naar Vlaanderen dan dat er Vlamingen op Erasmus gaan naar het buitenland.
Het is dan ook niet zozeer de taal die een barrière vormt om op Erasmus te gaan of te komen, wel haar beperkte beurzen, budgetten en bekendheid. En het 'lekker dicht bij de mama'-gevoel natuurlijk.
CIJFERS
(Bron: Statistische jaarboeken van het Vlaams onderwijs)
Universiteiten
Schooljaar 2002-2003
4.329 studenten met een vreemde nationaliteit op 65.648 = 6,59%, waarvan 2.115 (49%) ingeschreven in een basisopleiding en dus 2.214 ingeschreven in een aanvullende (vooral Engelstalige) opleiding (GAS, GGS) op 7.107 (= 31,2%).
Schooljaar 2006-2007
4.727 buitenlandse universiteitsstudenten op 73.129 = 6,46%, waarvan 2.714 (57%) ingeschreven in een basisopleiding en dus 2.013 ingeschreven in een aanvullende (vooral Engelstalige) aanvullende opleiding (Ma-na-Ma, GAS, GGS) op 6.231 (= 32,3%).
Hogescholen*
Schooljaar 2002-2003
2.354 studenten van vreemde nationaliteit op 103.257 = 2,28%, waarvan 2.262 (96%) ingeschreven in een basisopleiding.
Schooljaar 2006-2007
3.459 studenten van vreemde nationaliteit op 105.825 = 3,27%, waarvan 3.300 (95%) ingeschreven in een basisopleiding.
* Zeker bij de hogescholen moeten we de cijfers voorzichtig benaderen omdat het hier voornamelijk gaat om mensen met een vreemde nationaliteit die echter al heel hun leven in Vlaanderen wonen en er ook SO volgden. Het gaat niet in de eerste plaats om studenten met een vreemde nationaliteit die aangetrokken worden vanuit het buitenland om hier te komen studeren.