Sinds 2000 ben ik 'Vlaams Beweger'. Ondertussen heb ik al heel wat watertjes doorzwommen. In december 2007 werd ik verkozen tot provinciaal N-VA-voorzitter van Vlaams-Brabant en Brussel. In die hoedanigheid zetel ik ook in het nationale N-VA-partijbestuur.
Hier lees je mijn mening over de actualiteit en kom je meer te weten over mijn politiek en maatschappelijk engagement.
Een schalkse ruiter voor Vlaamse onafhankelijkheid
28-04-2008
Schooldebat Aarschot: Vlaams Kartel afgestraft
Vorige week maandag nam ik namens N-VA deel aan een schooldebat te Aarschot (Damiaaninstituut). Het was een plenair debat voor twee groepen leerlingen van het zesde middelbaar ASO, TSO en BSO (om en bij de 100 leerlingen per groep). Er werd voor en na het debat naar de kiesintenties gepeild. Het Vlaams Kartel werd zwaar afgestraft. Vooral Jan Laurys (CD&V Vlaams parlementslid en burgemeester van Diest) kreeg het zwaar te verduren, maar ook ik verloor stemmen.
Partij GROEP 1 GROEP 1 GROEP 2 GROEP 2 VOOR DEBAT NA DEBAT VOOR DEBAT NA DEBAT
Sterk verlies dus voor de federale regeringspartijen CD&V(/N-VA) en Open VLD, forse winst voor LDD en VB. We werden communautair in de pan gehakt (en terecht als je het mij vraagt). Ik bleef maar herhalen dat we er bewust voor kozen om NIET in de federale regering te zetelen, dat wij de cactus in de broek van CD&V en België zijn en dat 15 juli voor ons wel degelijk de deadline der deadlines is, maar dat werd op schamper hoongelach onthaald. Onze geloofwaardigheid staat ver in het rood, het wordt hoog tijd dat deze communautaire boksmatch afgefloten wordt. En hopen dat we op het einde meer overhouden dan enkel vermoeidheidskrampen, blauwe plekken en een misselijk gevoel van totale uitputting.
Enige opsteker van de voormiddag: naar aanleiding van dit debat moesten de leerlingen vragen voorbereiden. Het overgrote deel van hun vragen ging over het communautaire en over B-H-V. Voor mij was dit een niet te missen voorzet om Goedele Wachters (de moderator van dienst) en Bruno Tobback eens ferm te confronteren met het socialistisch (media-) dogma 'dat er toch niemand wakker ligt van het communautaire of van dat 'symbooldossier' B-H-V en dat de politiek zich beter zou bezighouden met de échte problemen van de mensen'. Als zelfs deze jongvolwassenen het communautaire als politiek probleem nummer 1 beschouwen...
Bruno Tobback: dag in, dag uit bezig met de échte problemen van de mensen
Uit Het Laatste Nieuws van 22 april, AUTEUR: KRISTIEN BOSMANS
N-VA pleit voor inburgeringscursus in land van herkomst
Vlaams-Brabant
Vlaams volksvertegenwoordiger Gino De Craemer en provinciaal voorzitter Theo Francken, beide N-VA, pleiten voor een 'inburgering in het land van herkomst'. Ze doen dat naar aanleiding van inburgeringscijfers in Vlaams-Brabant.
«Concreet zouden we een basispakket met onderdelen 'Nederlandse taal' en 'maatschappelijke oriëntatie' kunnen opsturen», zeggen de N-VA'ers. «Daarmee zouden nieuwkomers zich al in hun eigen land kunnen voorbereiden op hun komst naar Vlaanderen, hetgeen hun integratie vlotter zou laten verlopen. En dat willen we toch allemaal.»
Inburgeringsattest
Het aantal nieuwkomers dat een inburgeringsattest behaalde in Vlaams-Brabant, ligt aan de lange kant. «Tussen 1 april en 31 december 2007 schreven 2.977 meerderjarige nieuwkomers zich in in een Vlaams-Brabantse gemeente», vervolgen de twee. «Leuven ontving daarvan 819 personen. Een pak minder dan Antwerpen en Gent, maar meer dan Hasselt en Brugge. Ook op vlak van aanmeldingen bij onthaalbureaus scoort Vlaams-Brabant gemiddeld. Tussen 1 april en 31 december 2007 meldden 1.273 inburgeraars zich aan in een onthaalbureau van Vlaams-Brabant, dat is minder dan de helft van het aantal nieuwkomers. Wat het aantal afgesloten inburgeringscontracten betreft, doet onze provincie het relatief goed. Vlaams-Brabant telde in 2006 368 en in 2007 al 833 afgesloten contracten.»
«Uiteraard zou een inburgeringstraject moeten leiden tot een attest. Dat bewijst dat de nieuwkomer het traject met succes heeft afgerond en dus over de nodige competenties beschikt. In Vlaams-Brabant is het aantal afgeleverde attesten voor de jaren 2004, 2005 en 2006 respectievelijk 36, 295 en 304. In 2007 waren het er 365. Dat is een totaal van 1.000 op 12.731. Het aantal attesten ligt in onze provincie gevoelig lager dan in de andere Vlaamse provincies. We moeten er dus op toezien dat dit cijfer verhoogt.» (KBH)
... Vandaag in Het Laatste Nieuws, auteur: Bart Vanspauwen
N-VA wil gratis starten voor ondernemers
lubbeek
N-VA Lubbeek lanceert een voorstel om de starterskosten voor ondernemers - vorig jaar in totaal 73 euro - door het gemeentebestuur te laten betalen. Dat moet inwoners aanmoedigen om een zaak te beginnen. Burgemeester Freddy Vranckx (Open Vld) spreekt van «een constructief voorstel».
«Sinds 2002 werden liefst 513 nieuwe kmo's opgericht in Lubbeek, en hun aantal gaat in stijgende lijn. In 2002 waren het er 67, vorig jaar 98, en dit jaar zagen al 32 zaken het levenslicht. Tegelijk ligt ook het slaagpercentage van de starters hoog in vergelijking met het Vlaamse gemiddelde», zeggen Davy Suffeleers en Theo Francken (N-VA).
Toch wil N-VA wil de starters extra steunen. «Een zaak opstarten is immers niet evident. Als je aan een 25- of 30-jarige vraagt of die zal kiezen voor het comfort van het werknemersstatuut of de risico's van de zelfstandige, kiest de meerderheid voor het meer veilige werknemersstatuut. Toch zijn het de startende ondernemingen die op termijn nieuwe jobs creëren», leggen ze uit.
«We willen de inschrijvingskosten bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) daarom vanaf 2008 door de gemeente laten terugbetalen. Dit kan zonder administratieve lasten, mits er afspraken worden gemaakt met de ondernemersloketten in onze regio.»
Signaal
Volgens N-VA is de kostprijs van de maatregel zeker in verhouding met de doelstelling. «Als we rekenen op 100 starters per jaar komt dit neer op 7.300 euro. Hiermee geven we aan kandidaat-starters een duidelijk signaal dat de gemeente Lubbeek ze van harte welkom heet en ze wil ondersteunen.»
Burgemeester Vranckx reageert positief. «We willen hier zeker aan meewerken. Als het voorstel goedgekeurd wordt, volgt er een begrotingswijziging.» (BVH)
Morgen (17/04) organiseert de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) haar jaarlijkse Startersdag. Naar aanleiding van dit evenement lanceert N-VA Lubbeek een concreet starters- en ondernemersvriendelijk voorstel.
Ondernemers zijn belangrijk voor een samenleving. Ze zorgen voor welvaart en welzijn. Daarom juichen we toe als er mensen in onze gemeente een onderneming wensen op te starten. In totaal tellen we in Lubbeek honderden ondernemingen, gaande van kleine zelfstandigen in bijberoep tot grotere bedrijven. En er komen nog steeds starters bij, sinds 2002 werden er maar liefst 513 nieuwe KMOs opgericht te Lubbeek, en hun aantal stijgt sterk (zie tabel 1).
Tabel 1: Aantal opgestarte ondernemingen te Lubbeek, per deelgemeente:
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
Totaal
3210
Lubbeek & Linden
49
55
56
70
55
64
21
370
3211 Binkom
3
13
9
8
3
13
6
55
3212 Pellenberg
15
10
16
8
13
21
5
88
Totaal
67
78
81
86
71
98
32
513
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal ondernemingen dat gestart is in Lubbeek en hoeveel er daarvan vandaag nog actief zijn. Dit wordt geplaatst t.o.v. het landelijke gemiddelde.
Tabel 2: Aantal actieve ondernemingen te Lubbeek tov Vlaams gemiddelde
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Starters
67
78
81
86
71
98
Actief
50
66
67
68
66
94
Slaagpercentage Lubbeek
Vlaams slaagpercentage
75%
71%
85%
75%
83%
79%
79%
85%
93%
94%
96%
/
De N-VA wil onze starters extra steunen. Het is immers niet evident om een zaak te starten. Als je aan een 25 - 30-jarige vraagt of die zal kiezen voor het comfort van het werknemersstatuut of de risico's van de zelfstandige, kiest de meerderheid voor het meer veilige werknemersstatuut. Toch zijn het de startende ondernemingen die op termijn nieuwe jobs creëren. Daarom stellen we voor om het project Gratis Starten in te voeren.
Elke natuurlijk persoon of rechtspersoon die een zelfstandige activiteit wenst op te starten moet zich inschrijven in de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) via één van de 10 erkende ondernemingsloketten. Deze inschrijvingskost is wettelijk bepaald en bedraagt 73 EUR voor het jaar 2008. We willen de inschrijvingskost vanaf 2008 door de gemeente laten betalen. Dit kan op een zeer eenvoudige wijze zonder administratieve lasten voor de ondernemer. Een rechtstreekse betaling van de gemeente aan de Kruispuntbank kan juridisch niet maar we kunnen wel met de ondernemingsloketten uit onze regio afspreken dat alle inschrijvingen van nieuwe ondernemers worden bezorgd aan de gemeentediensten. De gemeente stort dan het inschrijvingsbedrag op de rekening van de ondernemer.
De kostprijs voor deze maatregel is zeker proportioneel ten opzichte van de doelstelling. Als we rekenen op 100 starters per jaar komt dit neer op 7.300 euro. Met deze maatregel geven we aan kandidaat-starters een heel duidelijk signaal dat de gemeente Lubbeek ze van harte welkom heet en wil ondersteunen.
Voorstel van beslissing
De gemeenteraad beslist
dat de gemeente vanaf 1 mei 2008 de inschrijvingskosten bij de Kruispuntbank terugstort aan de Lubbeekse ondernemers.
dat het College van Burgemeester en Schepenen hiervoor de noodzakelijke afspraken maakt met de ondernemingsloketten uit onze regio.
Bertrand Lekeux is een goede vriend van me en is ongetwijfeld één van de meest creatieve mensen die ik ken. Hij organiseert al enige tijd leuke Bad Bitch Berrie Party's te Leuven, Antwerpen en Mechelen. Zaterdag is het weer zover met een stevige eighties party te Mechelen. Surf naar: http://www.soireesbbb.be/
Hij maakte ook twee leuke aankondigingsfilmpjes, 't een samen met pseudo-Piet, 't ander met een zeker Kaatje, flinke meid.
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik dieper in op die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'.
--> De vijfde kaakslag: Het Vlaams inburgeringsbeleid
Vlaanderen voert sinds 1 april 2004 een eigen inburgeringsbeleid. In het Vlaams Gewest zijn er verplichte en vrijwillige inburgeraars, in Brussel enkel vrijwillige inburgeraars. Ons inburgeringsbeleid is bedoeld voor vreemdelingen van achttien jaar en ouder die zich langdurig in Vlaanderen of Brussel komen vestigen. Er zijn verschillende groepen inburgeraars:
nieuwkomers: Nieuwkomers zijn personen die zich onlangs in België gevestigd hebben. Het is belangrijk dat zij snel kennis maken met hun nieuwe thuisland en Nederlands leren. Hieronder vallen ook de minderjarigen (zij gaan naar het onthaalonderwijs voor anderstalige nieuwkomers (OKAN)).
oudkomers: Oudkomers zijn inwijkelingen die al langer dan een jaar in België wonen. Sommigen van hen zijn nog onvoldoende bekend met het reilen en zeilen in onze samenleving en kennen onvoldoende Nederlands.
bedienaarsvan erkende erediensten in plaatselijke kerk- en geloofsgemeenschappen die door de Vlaamse overheid zijn erkend. Bedienaars van erediensten hebben een voorbeeldfunctie binnen hun geloofsgemeenschap. Ze vormen vaak een aanspreekpunt en contactpersoon bij wie gelovigen te rade gaan. Hun positie binnen de geloofsgemeenschap vereist kennis van en inzicht in de samenleving.
Het inburgeringstraject bestaat uit een primair en een secundair gedeelte. Het primaire inburgeringstraject wordt gecoördineerd door het onthaalbureau inburgering en bestaat uit een vormingsprogramma ondersteund door een individuele begeleiding van de inburgeraar. Het vormingsprogramma wordt samengesteld uit lessenNederlands, maatschappelijke oriëntatie en loopbaanoriëntatie.
De lessen Nederlands als tweede taal (NT2) worden aangeboden door centra voor basiseducatie (CBE, voor analfabeten en laaggeschoolden), centra voor volwassenenonderwijs (CVO, voor hoog- en middengeschoolden) en universitaire talencentra (UT, voor hooggeschoolde met een educatief perspectief). Het pakket Nederlands dat wordt aangeboden is eerder beperkt en gericht op basiszelfredzaamheid (richtgraad 1.1, duurtijd: 90u in de UT, 120u in de CVO's en 240 tot 600 lesuren in de CBE's).
De doorverwijzing naar het meest aangepaste lessenpakket gebeurt door het Huis van het Nederlands, dit een taaltest en cognitieve vaardigheidstest afneemt om het niveau van de inburgeraar te bepalen.
Tijdens de cursus maatschappelijke oriëntatie maken de inburgeraars kennis met de Vlaamse samenleving. Dit lessenpakket behandelt themas als de Belgische staatsstructuur, onderwijs, mobiliteit, gezondheid, enzovoort. Daarnaast is er ook ruime aandacht voor waarden en normen. Maatschappelijke oriëntatie wordt aangeboden door het onthaalbureau inburgering in de contacttaal van de nieuwkomer.
Loopbaanoriëntatie is een begeleiding naar verder studeren, werken, deelname aan het socio-culturele aanbod, vrijwilligerswerk en andere vrijetijdsbesteding. Daarbij wordt vertrokken vanuit de ervaring en kwalificaties (zoals diplomas) die de inburgeraar vanuit zijn of haar thuisland meebrengt.
Inburgeraars die regelmatig het vormingsprogramma hebben gevolgd, ontvangen een attest van inburgering. Daarmee kunnen ze instappen in het secundaire inburgeringstraject. Dat wordt door de reguliere voorzieningen aangeboden. Zo kan de inburgeraar een beroepsopleiding bij de VDAB of een opleiding tot zelfstandig ondernemerschap bij het SYNTRA volgen. Daarnaast kan hij ook verder Nederlands studeren, zich in het hoger onderwijs inschrijven of kiezen voor vrijwilligerswerk.
STAVAZA: Het Vlaams inburgeringsbeleid is onder impuls van de huidige Vlaamse Regeringsploeg uitgegroeid tot een politieke prioriteit. Er is heel wat extra geld in gepompt met als gevolg dat alle wachtlijsten (o.a. voor cursussen Nederlands) weggewerkt zijn. Daarnaast werd de doelgroep uitgebreid naar oudkomers die leven van een uitkering of leefloon en werden er administratieve sancties ingevoerd voor weigeraars. Voogdijminister Keulen (Open VLD) steekt deze pluim heel graag op zijn hoed, en terecht. Gedurende het laatste jaar van deze legislatuur zullen er nog enkele technische besluiten worden goedgekeurd maar fundamentele discussies zullen er niet meer gevoerd worden. Het meeste werk is gedaan. ANEKDOTE/WEETJE: 1/ Minister Marino Keulen is de 'pietzak' van deze Regering. Door interne omstandigheden kreeg hij en niet Bart Somers deze erg aantrekkelijke portefeuille (die Somers voor zichzelf had onderhandeld tijdens de Vlaamse regeringsformatie in 2004). 'Vlaams minister van stedenbeleid, huisvesting, binnenlands bestuur en inburgering': om uw vingers van al te likken... Dat vond ook de N-VA, maar ondanks verwoede pogingen is het ons niet gelukt om dit pakket binnen te halen. Geert Bourgeois zou het nochthans fantastisch gedaan hebben... (Het is trouwens geen toeval dat 3 van de 5 'kaakslagen' zich binnen Keulen's portefeuille bevinden (wooncode, incivieke burgemeesters en inburgering).) 2/ Men zou verwachten dat het Vlaams Belang zich echt zou inwerken in en profileren op dit dossier, niets is minder waar. Eerst zetelde 'frustro-racistje' Rob - klop - Verreycken in deze commissie maar sinds zijn ontslag (omdat hij onze N-VA-fractiesecretaris Erik Maes bijna gemolesteerd had en erna over loog, ook tegen Dewinter en dat had hij beter niet gedaan), is het aan mijn Tiense regiogenoot, Wim Van Dijck om er de VB-honneurs waar te nemen, zonder veel inzet of succes. Welgeteld één schriftelijk vraagje en één (interessante) reflectienota, c'est tout. Kijk maar eens op: http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/resultaat.action?pIdPrs=2841&pContext=RESUME_BIOLEX
Woensdag trek ik enkele persoonlijke politieke conclusies uit dit Nieuw-Vlaams beleid.
'Amerikanen zijn domme mensen!' Het is een stereotype uitspraak natuurlijk, maar dat er iets schort aan het publieke onderwijs in de States is een 'understatement' van jewelste. Het algemene ontwikkelingsniveau van de gemiddelde Amerikaan is dan ook vaak het onderwerp van (internationale) spot. Kijk maar eens naar volgende filmpjes:
Pijnlijk grappig en er zit wel degelijk een kern van waarheid in. Internationaal presteren de VS op het vlak van leerplichtonderwijs al jaren ondermaats. Om dit aan te tonen deed ik wat 'research' met behulp van PISA. PISA staat voor 'Program for International Student Assessment' en is een belangrijke onderwijskundig programma dat gecoördineerd wordt door de OECD (Organisation for Economic Co-operation and Development) te Parijs. Het is een internationaal vergelijkend onderzoek naar leerresultaten bij 15-jarigen (62 deelnemende landen). Het leuke aan hun webstek is dat je er zelf interactieve vergelijkende tabellen mee kan creëren. http://pisacountry.acer.edu.au/
Onderwijs is bijgevolg een belangrijk presidentieel verkiezingsonderwerp (naast gezondheidszorg, immigratie, Irak en uiteraard 'the economy, stupid').
Een korte screening van de programma's van de verschillende kandidaten, maakt duidelijk dat de Democraten eerder de nadruk leggen op de democratisering van het onderwijs (gelijke kansen) terwijl John McCain focust op competitie en en concurrentie. Typisch is ook dat de Democratische presidentskandidaten niets goeds kunnen zeggen over de 'No Child Left Behind-Act' van Bush terwijl McCain de wet wel (een beetje) verdedigt.
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik elke dag dieper in op één van die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'.
à De vierde kaakslag: recht op wonen in eigen streek
De Vlaamse regering wil in haar nieuwe 'decreet betreffende het grond- en pandenbeleid' gemeenten toelaten om eigen inwoners voorrang te geven bij de verkoop van nieuwe bouwgronden. Dit komt er naar aanleiding van het zogenaamde decreet Demesmaeker. Het is namelijk 'onze' Mark Demesmaeker die de aanzet gaf tot nieuwe initiatief
De regering wil mensen die 'een band' hebben met een gemeente de mogelijkheid geven om in de eigen streek een betaalbare bouwgrond te kopen. Veel burgemeesters in de Vlaamse rand, aan de grens met Nederland en in de kuststreek stellen namelijk vast dat kinderen van oorspronkelijke bewoners door de komst van kapitaalkrachtiger inwijkelingen nauwelijks nog betaalbare gronden vinden. Door bij de verkaveling van nieuwe woonuitbreidingsgebieden een percentage percelen te reserveren voor mensen die al een tijdje in de gemeente wonen of die er werken, kan daar een mouw aan worden gepast.
STAVAZA: Het principe is aanvaard door de Vlaamse Regering en werd recent uitgeschreven in een 'voorontwerp van decreet betreffende het grond- en pandenbeleid' maar het moet nog naar de Raad van State. De vrees is dat decretale criteria voor kandidaat-kopers door dit rechtscollege als discriminerend zullen worden beschouwd. Franstalige politici (in de Rand en elders) zullen in ieder geval niet nalaten om dat te proberen aantonen via allerhande juridische procedures. Kortom, het punt is principieel binnengehaald maar nog niet effectief.
ANEKDOTE/WEETJE: In alle bescheidenheid durf ik toch stellen dat ook in dit dossier onze cel Algemeen Beleid een cruciale rol heeft gespeeld. Het decreet werd de facto van A tot Z uitgewerkt en -geschreven door Steven Van Muylder, mijn briljante collega en expert ruimtelijke ordening en economie. Ook op de talrijke IKW's (interkabinettenwerkgroep = het politiek-technisch overleg tussen kabinetsleden/raadgevers van de meerderheidspartijen) over het nieuwe decreet betreffende de ruimtelijke ordening was het Steven die dit dossier telkens als condicio sine qua non op tafel legde namens ons kabinet. Straf, zeker als je weet dat Dirk Van Mechelen, als énige minister van de Vlaamse Regering, zijn IKW's zélf voorzit. En geloof me, die man kent zijn dossiers door en door.
Morgen ga ik dieper in op de vijfde en laatste 'kaakslag: het Vlaams inburgeringsbeleid
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik elke dag dieper in op één van die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'
à De derde 'kaakslag: het Franstalig faciliteitenonderwijs
Eind december heeft de Commissie Onderwijs en Vorming van het Vlaams Parlement unaniem het voorstel van interpretatief decreet betreffende het faciliteitenonderwijs, met als hoofdindiener N-VA volksvertegenwoordiger Kris Van Dijck, goedgekeurd. Het voorstel bevestigt de grondwettelijke bevoegdheid en verantwoordelijkheid van de Vlaamse Gemeenschap ten aanzien van het Vlaamse Franstalige basisonderwijs in de Vlaamse randgemeenten. Kortom, dit decreet stelt dat de Vlaamse Gemeenschap niet enkel bevoegd is om de rekeningen te betalen maar ook verantwoordelijk is voor de pedagogische inspectie, de taallessen en de eindtermen. De Vlaamse meerderheid wil met dit decreet de kwaliteit van dit Vlaamse Franstalige onderwijs waarborgen zoals dit gebeurt voor alle andere kinderen die in Vlaanderen wonen. Kwaliteit waar de Vlaamse overheid nu geen enkel zicht op heeft. We willen dat, ondanks de houding van een aantal lokale politieke verantwoordelijken, ook deze kinderen toch kunnen genieten van de bijzondere inspanningen die Vlaanderen doet voor zijn basisonderwijs; onderwijs dat internationaal hoog aangeschreven staat.
Dit dispuut tussen de Franse en Vlaamse Gemeenschap sleept al jaren aan. Dankzij de N-VA werd in 2004, en later in de aanvullende regeringsverklaring van 18 mei 2005, een oplossing in het vooruitzicht gesteld. Met het decreet wordt hieraan eindelijk uitvoering gegeven. Het decreet treedt uiterlijk op 1 september 2009 in werking. Deze datum is verantwoord om tweeërlei redenen: enerzijds omdat dit het begin is van een nieuw schooljaar, zodat het schooljaar op een ordentelijke manier van start kan gaan. Anderzijds biedt deze termijn de verschillende basisscholen de mogelijkheid om zich volledig te conformeren met de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden van het Vlaams decreet basisonderwijs
Voor meer informatie over het faciliteitenonderwijs (hoeveel leerlingen, kostprijs, welke scholen,...) klik hier (link naar interessant online-dossier van Luk Vannieuwenhuysen, één van de weinige VB-parlementsleden die ook echt iets doet in het parlement).
STAVAZA: De Franse Gemeenschapsparlement riep onmiddellijk na de stemming een belangenconflict in. Er was op 22 februari 2008 nog een overleg tussen beide Gemeenschappen (o.l.v. Kris Van Dijck) maar zonder resultaat. Het vervolg van de procedure is dat het Vlaams Parlement het geschil aanhangig maakt bij de Senaat, die binnen een termijn van 30 dagen gemotiveerd advies uitbrengt aan het Overlegcomité. Dat beschikt dan over een termijn van 60 dagen om na te gaan of een oplossing mogelijk is. Nadien wordt de procedure in het Vlaams Parlement hervat en zal het voorstel van interpretatief decreet ter stemming worden voorgelegd aan de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement. Kortom, uiteindelijk zullen we onze slag wel binnenhalen. Máár, van zodra het decreet plenair gestemd is, kan de bevoegdheidskwestie nog juridisch aangevochten worden bij het Grondwettelijk Hof. Dit Hof zal uiteindelijk oordelen of de Vlaamse Gemeenschap bevoegd is voor de pedagogische inspectie of niet.
ANEKDOTE/WEETJE De totstandkoming van het interpretatief decreet was een echte processie van Echternach. De regeringsafspraak was om tegen uiterlijk 1 januari 2006 een definitieve oplossing voor de pedagogische inspectie in het faciliteitenonderwijs te vinden. Door ons onophoudelijk politiek gelobby en onze vastberadenheid is het er nu toch van gekomen. De eigenlijke auteurs van het decreet zijn Erik Maes, onze fractiesecretaris in het Vlaams Parlement en Jef Wellens, de sympathieke raadgever taalwetgeving, faciliteitenonderwijs en dies meer van minister Vandenbroucke (en echt een wandelende bibliotheek). Beiden verdienen in mijn ogen een heel dikke pluim (en op zijn minst een eervolle vermelding in de Encyclopedie van de Vlaamse Beweging).
--> Een soortgelijk gevoelig communautair dossier betreft het Vlaams basisschooltje te Komen. Dit schooltje zou in feite door de Franse Gemeenschap gesubsidieerd moeten worden (net zoals de Vlaamse Gemeenschap al jaar en dag het Franstalig onderwijs in de Rand betaalt), maar die weigert. Zogezegd omdat de aanvraag wettelijk niet in orde zou zijn. Tot op de dag van vandaag betaalt de Vlaamse Gemeenschap er dan maar voor, maar in feite zijn we hier extraterritoriaal bezig (en dat is net wat we de Franstaligen altijd verwijten...). Onder impuls van de vzw KNOKK (een sateliet van de Vlaamsgezinde internationale serviceclub 'de Marnixring') en haar gedreven voorzitter Daniël Petit slaagt het Vlaams schooltje erin om het hoofd boven water te houden. Meer nog, in november 2007 diende ze bij de Franse Gemeenschap opnieuw een officiële aanvraag in tot de oprichting van een Nederlandstalige taalwetschool in Komen. Tot nog toe zonder resultaat (zelfs geen antwoord), maar ditmaal zijn ze vastberaden en zullen ze alle wettelijke procedures uitputten. De Franse Gemeenschap moét in Komen haar verantwoordelijkheid nemen en het Vlaams schooltje te Komen van de nodige werkingsmiddelen en omkadering voorzien, punt andere lijn.
Maandag ga ik dieper in op de vierde 'kaakslag: het recht op wonen in eigen streek
Ook Het Laatste Nieuws rapporteert vandaag over mijn analysenota.
Auteur: Kristien Bosmans.
Veel werkonwilligen in onze regio, weinig sancties
Vlaams-Brabant
In de provincie Vlaams-Brabant krijgen te weinig werkonwilligen een sanctie opgelegd. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Werk Frank Vandenbroucke, ontleed door N-VA'ers Gino De Craemer en Theo Francken. VDAB doet voldoende haar best om werkonwilligen door te sturen naar de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), maar daar worden te weinig mensen gestraft.
Vlaams-Brabant is al lang koploper inzake werkgelegenheid. Met een werkloosheidsgraad van 5,2 procent doet geen enkele provincie beter. Toch telde onze provincie in 2007 nog altijd 21.218 werkzoekenden. Een deel daarvan - 4.411 om precies te zijn - bleek werkonwillig.
Sterke stijging
VDAB stuurde alle dossiers door naar de RVA met het oog op sanctionering. Dat is meer dan één op vijf, en dus ook meer dan het Vlaamse gemiddelde, waar het cijfer op minder dan 20 procent ligt. Het aantal doorverwijzingen lag ook nooit eerder zo hoog in Vlaams-Brabant. Ten opzichte van 2006 was er een stijging van 73 procent, ten opzichte van 2003 bedraagt die stijging zelfs 263 procent. Maar hoewel het aantal verwijzingen de laatste drie jaar verdrievoudigde, evolueerde het aantal sancties niet mee. De RVA strafte vorig jaar 'maar' 2.071 werkzoekenden in Vlaams-Brabant. Dat waren er vreemd genoeg 8,1 procent minder dan in 2006. In 2007 leidde dus minder dan 47 procent van de verwijzingen tot een sanctie. Een jaar voordien lag dit nog op bijna 88,3 procent. Maar één op de tien werkonwilligen werd effectief gesanctioneerd. In het arrondissement Halle-Vilvoorde waren er meer werkzoekenden en meer verwijzingen, maar in het arrondissement Leuven volgden er iets meer sancties.
Volgens VDAB en N-VA ligt de oorzaak bij het feit dat het Vlaamse VDAB en de federale RVA niet goed op elkaar zijn afgestemd.
«Werkzoekenden moeten twee keer op gesprek, dossiers worden niet behandeld», zegt Theo Francken. «Het is dus hoog tijd dat de sanctionering ook regionaal wordt ingekleurd.» (KBH)
... en in De Tijd stond enkele weken geleden (29/02) een erg interessant artikel dat ook inging op de communautaire tegenstellingen mbt het arbeidsmarktbeleid.
Kleine helft geactiveerde werklozen werkt
ARBEIDSMARKT
RVA-activering werkt beter in Vlaanderen dan in Wallonië of Brussel
-- (tijd) - Het activeringsprogramma waarmee de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) werklozen aanspoort actiever naar werk te zoeken, kan wel degelijk een positief effect hebben. Een kleine helft van de geactiveerden is intussen aan het werk. Maar veel hangt af van de lokale arbeidsmarkt en de ondersteuning door de gewestelijke bemiddelingsdiensten.
Die conclusies kunnen worden getrokken uit een schriftelijke enquête die het onderzoeksbureau IDEA Consult gisteren voorlegde aan een evaluatiecommissie. Die commissie boog zich begin vorige week al over een rapport waarmee de RVA probeerde aan te tonen dat het inderdaad werkt om werklozen geregeld op te roepen om te toetsen of ze wel hard genoeg naar werk zoeken.
Het gisteren voorgestelde onderzoek liet de werklozen zelf aan het woord. Net als de RVA-studie laat de enquête niet meteen toe onweerlegbare conclusies te trekken. Maar de wijzer wijst toch in de positieve richting.
De werklozen hebben wel erg gemengde gevoelens bij de activeringsprocedure. Wie erdoor geschorst werd, is zoals te verwachten ronduit negatief. Bij de anderen heeft 45 procent een postieve indruk. Een bijna even grote groep heeft geen mening.
ACTIE ondernemen
85 procent zegt enige actie te hebben ondernomen na het laatste contact met de RVA. Vaak ging het om een inschrijving bij een interimkantoor. Anderen gingen een opleiding volgen, solliciteerden vaker of stapten naar een regionale bemiddelingsdienst.
Wat dat laatste betreft bestaan wel enorme verschillen tussen de gewesten. Van de Vlaamse werklozen zegt 85 procent gebruik te maken van de diensten van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling (VDAB). Van de Walen kent 77 procent de weg naar de Forem, terwijl van de Brusselaars slechts 65 procent aanklopt bij Actiris.
Vooral voor het doorsturen van vacatures gaapt een diepe kloof tussen de diensten. 67 procent van de Vlamingen zegt al vacatures gekregen te hebben, tegen slechts 28,5 procent van de Walen en 22 procent van de Brusselaars. Die Waalse en Brusselse diensten zijn wel veel actiever als het aankomt op het informeren van 'hun' werklozen over de RVA-procedure.
ultieme Test
De ultieme test is natuurlijk het doorstromen naar werk. 47 procent van de ondervraagde geactiveerden zegt nu aan het werk te zijn. In Vlaanderen is dat met 57 procent wel een stuk hoger dan in Wallonië of Brussel (43%).
De vraag is of die percentages zonder activering zoveel lager zouden zijn. Het onderzoek suggereert van wel. Want bij een niet-geactiveerde controlegroep was dat maar 22 procent. Daarbij moet worden opgemerkt dat die controlegroep enkel uit mensen tussen 45 en 50 bestond, omdat bij de jongeren zowat iedereen al in de procedure zit. Maar volgens de onderzoekers was ook bij de geactiveerde ouderen 4 7 procent aan het werk. In iets meer dan de helft van de gevallen was die job tijdelijk en/of deeltijds.
De geschorsten vormen een groep apart. Vooral bij de vakbonden bestond de vrees dat velen van hen in een zwart gat zouden verdwijnen. Uiteindelijk valt dat mee. 25 procent van hen is ook aan het werk. Nog eens 44 procent krijgt toch nog een uitkering. In meer dan de helft van de gevallen is dat (opnieuw) een werkloosheidsuitkering. De anderen krijgen een leefloon of een ziekteuitkering. Daarbij moet worden opgemerkt dat de respons bij de geschorsten erg laag was.IB
Ik schreef het al eens eerder, ik ben fan van Lorin Parys. Of toch van zijn columns in De Standaard. Onder de titel 'De Paradox van Parys' geeft hij telkenmale het beste van zichzelf. Echte pareltjes zijn het.
U bent geflest
Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening probeert de flessenindustrie te verslaan op haar eigen terrein, de verpakking
Een eigenschap van water is dat het kleurloos en geurloos is. Het wordt bovendien rechtstreeks tot in uw keuken aangevoerd door middel van de kraan. Geen verpakking, geen transport nodig. Kraantjeswater is daarbij tot duizend keer goedkoper dan flessenwater. Je zou dus denken dat we met z'n allen massaal onder de gootsteen hangen. Maar dat is zonder de innovatieve ondernemers uit de drankenindustrie gerekend. Zij zijn er in geslaagd om een nood te creëren waar er vroeger geen was. En dat in tijden dat iedereen zijn mond vol heeft over Kyoto, carbon voetafdrukken en ecologisch zakendoen. Een sterk staaltje marketing. Niettegenstaande de waterkraan en het ontluikend wereldwijd milieubewustzijn kochten we ons vorig jaar te pletter aan water uit de fles. In totaal voor meer dan 170 miljard liter in de meest vervuilende verpakking op aarde. Bij het vervaardigen van die voorraad plastic flessen komt er bovendien nog eens drie keer zoveel water kijken. The Earth Institute maakte onlangs bekend dat de planeet bevoorraden met flessenwater 100 miljoen vaten olie kost. Maar dat lijkt ons consumenten niet te deren, want daar is de watersommelier. Zowaar een nieuw beroep dat wijst op de niet aflatende groei in de watermarkt. Enkele weken geleden deelde een lid van dat recente species ons in De Standaard Magazine mede dat het coolste water van het ogenblik het Noorse Voss is. 'Madonna drinkt het, de hele jetset drinkt het. Wanneer je één keer Voss gedronken hebt, wil je geen ander water meer.' Rep je dus naar de winkel van die man in Nieuwmunster waar hij enkel luxewaters verkoopt. Daar kunt u zich onder andere Bling aanschaffen. Een fles water waarin de naam van het merk met Swarovski kristallen is geslepen. Prijs: vijftig euro voor een fles. Of had u liever een vat Cloud9, 'geoogst in de Tasmaanse wildernis?' U weet het vanaf nu, als u op restaurant geen waterkaart wordt aangeboden, bent u in een ordinaire brasserie beland. In de VS pleit de 'Think Outside the Bottle'-campagne voor het herstel van het vertrouwen in kraantjeswater. En ook hier is kraantjeswater aan een pr-offensief begonnen. Vorige week kreeg ik, via een vriend van me, een cadeautje van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. Slimme jongens, want ze proberen de flessenindustrie te verslaan op eigen terrein, dat van de verpakking. Een hip, recycleerbaar pakketje bevatte leidingwater onder het motto 'eerlijk en gezond'. Het medium is hier meteen ook de boodschap. Op het kartonnen flesje leerde ik dat minder dan 1% van de watervoorraad in de wereld gebruikt kan worden als drinkwater en dat vijf minuten douchen 80liter water kost. Of nog dat een olifant water ruikt op een afstand van 4,8kilometer. En dat onze Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening ons water dagelijks aan 60strenge kwaliteitseisen onderwerpt. We zijn vrij om te geloven wat we willen en aan te kopen wat we lekker vinden. Maar water uit de kraan is net zo gezond, mineraalrijk, geurloos en smakeloos als flessenwater. Al willen de bonzen bij Coke, Nestlé en Pepsi ons anders doen geloven. Vorig jaar hadden ze alleen al in Noord-Amerika meer dan 160miljoen marketing dollars veil om ons van de kraan te houden. Zou het toeval zijn dat het werkwoord 'flessen' in Van Dale wordt uitgelegd als 'afzetten'? Lorin Parys is voorzitter van Flanders DC, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel. Meer informatie op: www.flandersdc.belorin.parys@flandersdc.be.
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik elke dag dieper in op één van die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'.
à De tweede kaakslag: De taalbereidheidsvereiste in de sociale huisvesting
Een basiskennis hebben van het Nederlands of bereid zijn het te leren is sinds enkele maanden een voorwaarde om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. Het betekent niet dat anderstaligen niet meer in aanmerking zullen komen voor een sociale huurwoning. Wie geen getuigschrift kan voorleggen van een school waar Nederlands de voertaal is, moet naar het Huis van het Nederlands in zijn buurt, een gespecialiseerde instelling. Daar volgt een gesprek en een testing, om na te gaan of de kandidaat een voldoende basiskennis heeft van het Nederlands.
De Vlaamse regering gaat ervan uit dat Franstalige Belgen in het Franstalig onderwijs voldoende kennis Nederlands opgepikt kunnen hebben om daaraan te voldoen. Wie toch onvoldoende Nederlands kent, moet een kosteloze basiscursus Nederlands gaan volgen van 240 uur. Het is verplicht om de lessen bij te wonen, maar na afloop moet de kandidaat geen examen afleggen. Daarmee wil de Vlaamse regering vermijden dat de taalbereidheidsvereiste zou verworden tot een uitsluitingsvoorwaarde voor laaggeschoolde mensen die het heel moeilijk hebben om de opgedane taalkennis in een examen te bewijzen.
Wat is hiervan de doelstelling?
De bedoeling is de leefbaarheid en de samenhang in sociale woonbuurten te verhogen en de interactie tussen huurders en maatschappij te bevorderen (ook in geval van nood zoals bijvoorbeeld brand of een gaslek). De voorwaarde van de taalbereidheid is vergelijkbaar met een werkloosheidsuitkering: je krijgt er maar een in de mate dat je bereid bent een opleiding te volgen bij de VDAB.
Vlaanderen biedt een kwalitatieve sociale woning aan tegen een betaalbare huurprijs, dan mag je van de huurder verlangen dat hij of zij mee wil werken aan een leefbare samenleving. Dat is geen straf of een manier van uitsluiten, maar deze maatregel wil juist mensen activeren in de samenleving en hen startkansen geven.
Waarom is het voorstel niet discriminerend of racistisch?
Het voorstel voorziet in objectieve voorwaarden die voor alle kandidaat-huurders gelden, ongeacht hun huidskleur of afkomst. Bovendien discrimineert de taalvoorwaarde niet, of is deze niet racistisch van aard, omdat de maatregel net de emancipatie en integratie van anderstaligen, die een beroep doen op een sociale voorziening, beoogt.
Nederlandsonkundigen worden trouwens niet van een sociale huurwoning uitgesloten, maar moeten wel bereid zijn een taalcursus te volgen. Bovendien wordt iedereen die een getuigschrift (lager onderwijs of hoger) kan voorleggen van een school waar Nederlands de voertaal is, vrijgesteld. Gezien de leerplicht, worden dus allochtonen van de 2de, 3de, , generatie automatisch vrijgesteld.
STAND VAN ZAKEN:
De Europese Commissie is op vraag van de Franstalige minister van wonen, André Antoine, een onderzoek gestart naar deze bepalingen. Wat hieruit zal komen is niet duidelijk. Minister Keulen is erg zeker van zijn zaak, onder meer omdat de Raad Van State eerder haar goedkeuring gaf aan dit dossier.
à In navolging heeft ook de gemeente Zaventem vorig jaar, op de Franstaligen na, een reglement unaniem goedgekeurd waarin staat dat de koper bij toewijzing van bouwgronden Nederlands moet kennen of een inspanning moet willen doen om zich onze taal machtig te maken, naar analogie met de bepaling in de Wooncode. Het gemeentelijk reglement van Zaventem kreeg het fiat van de provinciegouverneur.
ANEKDOTE/WEETJE Binnen de Vlaamse Regering was het een heel moeilijk politiek proces om dit ingevoerd te krijgen. Uiteindelijk werd de knoop doorgehakt op een urenlange IKW (interkabinettenwerkgroep) waar Steven VM en ik aanwezig waren. Het leek eindeloos te duren en de patstelling bleef... totdat de raadgever van minister Vandenbroucke (Vlaams minister van de Rand) zijn fiat gaf. Samen konden we dit doorduwen.
Morgen ga ik dieper in op de derde 'kaakslag: het Franstalig faciliteitenonderwijs
Onder impuls van de huidige Vlaamse Regering werd een aantal gemeenschapsvormende en versterkende initiatieven genomen. Deze initiatieven zijn het voorwerp van heel wat controverse. Vooral de Franstaligen beschouwen dit Nieuw-Vlaams beleid als een reeks pijnlijke kaakslagen. In deze reeks ga ik elke dag dieper in op één van die zogenaamde 'kaakslagen'. Eerst leg ik uit waarover het juist gaat, vervolgens geef ik de meest actuele stand van zaken om te eindigen met een anekdote of interessant 'weetje'.
De eerste kaakslag: de niet-benoeming van 3 incivieke FDF-burgemeesters
Keulen besliste in november 2007 om de drie kandidaat-burgemeesters van de faciliteitengemeenten Linkebeek, Kraainem en Wezembeek-Oppem niet te benoemen wegens hun systematisch overtreden van de Vlaamse decreetgeving.De burgemeester van Sint-Genesius-Rode werd wel benoemd.
De beslissing van minister Keulen kwam er na het advies van de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant. Deze was na de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 door de minister met een onderzoek naar de verantwoordelijkheid van de kandidaat-burgemeesters belast. Door oproepingsbrieven in het Frans te versturen, overtraden de vier kandidaat-burgemeesters uit Sint Sint-Genesius-Rode, Kraainem, Linkebeek en Wezembeek-Oppem de zogeheten rondzendbrief-Peeters. Deze rondzendbrief bevat duidelijke aanwijzingen voor een correcte interpretatie van de faciliteitenwetgeving.
Bij de federale verkiezingen van juni jongstleden volhardden drie van de vier kandidaat-burgemeesters in de boosheid. In Sint-Genesius-Rode werd de wet toen wel correct toegepast. De spreekwoordelijke druppel die de emmer deed overlopen kwam er op 22 oktober, toen in Kraainem, Linkebeek en Wezembeek-Oppem gemeenteraden werden georganiseerd waarbij de voertaal Frans was. Bovendien verklaarde een kandidaat-burgemeester voor de tv-cameras bewust de wet te negeren, waarna diezelfde persoon een week later na de stemming van in de federale Kamercommissie over de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle/Vilvoorde sprak over een oorlog met de Vlamingen als vijanden (zie filmpje).
Nochtans is het overduidelijk dat de burgemeester het voorbeeld dient te geven bij het naleven van de wet. Het is onaanvaardbaar dat een burgemeester voorop loopt bij het overtreden van de wet. Een burgemeester dient respect op te brengen voor de voogdijoverheid en voor al de inwoners van zijn gemeente. Het is onaanvaardbaar dat een burgemeester zich voortdurend weerspannig opstelt tegenover de toezichthoudende overheid en zich misprijzend uitlaat over die overheid en over een belangrijk deel van de inwoners van zijn gemeente.
STAND VAN ZAKEN
Het FDF blijft de benoeming eisen en wil dit in het federale onderhandelingspakket, de Vlaamse Regering blijft bij haar standpunt. Er zijn nog steeds geen nieuwe namen voorgedragen door de resp. gemeenteraden. Als ze dit blijven weigeren zal minister Keulen zelf iemand benoemen tot burgemeester, desnoods iemand van buiten de gemeenteraad.
ANEKDOTE/WEETJE
Het feit dat er 'incivieke' burgemeesters rondlopen in de faciliteitengemeenten is natuurlijk niet nieuw, het is een fenomeen waarmee Vlaanderen al jaren kampt. Hoe komt het dan dat er nu plots wel tegen opgetreden wordt? Wel, sinds het Lambermontakkoord van 2000 is Vlaanderen bevoegd voor de gemeente- en de provinciewet met als gevolg dat er nog voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 een geheel nieuw gemeentedecreet werd voorbereid en gestemd in het Vlaams Parlement. Het is dit Vlaams gemeentedecreet dat deze burgemeesters nu de das om doet. Meer bepaald het feit dat de controle en bestraffing nu in handen van de Vlaamse Regering liggen. In het verleden was immers de federale overheid bevoegd en gebeurde er, door haar paritaire samenstelling, niets. Tot slot nog dit, dé auteur bij uitstek van deze passage in het Vlaams gemeentedecreet is Didier De Tollenaere. Didier is de adjunct-kabinetschef (AKC) 'binnenlands bestuur' van minister Keulen en is 'uit het goede hout gesneden'... Didier komt uit de Volksunie, was ook al raadgever binnenlands bestuur van onze gewezen VU-minister Van Grembergen. Of hoe de geest van de teloorgegane Volksunie nog rond spookt in de Wetstraat.
Morgen ga ik dieper in op de tweede 'kaakslag': De taalbereidheidsvereiste in de sociale huisvesting