Sinds 2000 ben ik 'Vlaams Beweger'. Ondertussen heb ik al heel wat watertjes doorzwommen. In december 2007 werd ik verkozen tot provinciaal N-VA-voorzitter van Vlaams-Brabant en Brussel. In die hoedanigheid zetel ik ook in het nationale N-VA-partijbestuur.
Hier lees je mijn mening over de actualiteit en kom je meer te weten over mijn politiek en maatschappelijk engagement.
Een schalkse ruiter voor Vlaamse onafhankelijkheid
18-01-2008
Bangelijke vooruitblik
Enkele dagen geleden werd duidelijk dat mijn voorspellende krachten niet om over naar huis te schrijven zijn (zie blogbericht 11/01/2008). Vandaag doet Prof. Stefaan Walgraeve (samen met Carl Devos één van de weinige politicologen die ik graag bezig hoor) een poging in De Morgen. Het is een redelijk lange voorspelling maar echt de moeite waard om eens te lezen.
De verkiezingen van 18 mei 2008
Guy Verhofstadt stapt op paasmaandag naar de koning en biedt zijn ontslag aan. Daarna komen er nieuwe verkiezingen
Stefaan Walgrave kijkt in een donkere glazen bol
Sommige politicologen denken dat het allemaal wel goed komt. Maar niet alle politieke wetenschappers zijn even optimistisch. Een oefening in nonscience fiction.
Op dinsdag 15 januari 2008 gaat Octopus van start. Het overleg start onder een slecht gesternte. Di Rupo speelt stokebrand en sommige partijen dreigen al op te stappen vooraleer het spel goed en wel begonnen is. In het begin komt er weinig naar buiten van Octopus. In de media wordt gespeculeerd over grote vooruitgang. De partijen lijken zich allemaal te houden aan de interne afspraak om zonder pottenkijkers te onderhandelen.
Midden februari wordt het moeilijker. Er zijn wat halve akkoorden die in deelgroepen zijn gefabriceerd, maar over bijna niets is er een finaal akkoord van alle partners, laat staan dat er over het hele pakket een consensus bestaat. Sommige Octopuspartners voelen zich gepasseerd omdat ze niet bij alle besprekingen betrokken worden. Het zwaartepunt van de onderhandelingen verschuift naar de partijvoorzitters, de 'wijzen' verdwijnen geleidelijk op de achtergrond. Eind februari lekken sommige deelakkoorden uit, waarop de verliezers ervan hevig ontkennen dat ze er ooit mee hebben ingestemd. Jean-Luc Dehaene, die tot dan toe op vraag van Leterme zeer actief is geweest, is furieus over de loslippigheid van de onderhandelaars en stapt op. Vooral PS en cdH aan de ene kant en CD&V-N-VA aan de andere kant staan lijnrecht tegenover elkaar. MR houdt zijn FDF-vleugel onder controle. De groene partijen roepen op tot redelijkheid, maar hun geluid gaat verloren. In de Vlaamse media ontstaat een semantische discussie over wat een 'grote' staatshervorming nu juist is en hoe groot de hervormingen minimaal moeten zijn om als groot beschouwd te kunnen worden.
Geen grond De Franstaligen eisen, in ruil voor de splitsing van B-H-V, dat er iets gebeurt met het territorium van Brussel. Voor vele Vlaamse onderhandelaars is dat onbespreekbaar, ze willen wel geld geven aan Brussel, maar geen grond. De Vlamingen willen meer sociaaleconomische autonomie, de Franstaligen kunnen alleen instemmen als die autonomie wordt ingesnoerd door strikte convergentiecriteria. Ten gronde draait het niet alleen om de communautaire kwestie. Samen met het communautaire wordt immers ook parallel onderhandeld over een sociaaleconomisch programma voor de nieuwe regering. Met oranje-blauw in 2007 ging dat nog min of meer goed, nu met de PS erbij wordt alles op de helling gezet: het moet linkser, en vooral Open Vld gaat tekeer als een duivel in een wijwatervat om de oude akkoorden te behouden. Ook persoonlijk zit het goed scheef tussen de onderhandelaars. Het kerstreces heeft deugd gedaan, maar sommige onderhandelaars kunnen elkaar niet meer rieken of zien. Bovendien weegt ook de onzekere samenstelling van de nieuwe, definitieve regering op de onderhandelingen.
We zijn 18 maart, nog vijf dagen voor de deadline. Het is tijd voor de grote packagedeal, de ultieme synthese. De nota-Verhofstadt wordt in het publieke debat opnieuw als een mogelijk compromis naar voren geschoven. Iedereen kijkt naar Yves Leterme, maar die kan zich niet echt opwerpen als consensusfiguur. Hij weet dat zijn kartel dan aan diggelen gaat, de N-VA kan niet instemmen met maatregelen die de federatie versterken. Bij de splitsing van het kartel zou de schade voor CD&V niet te overzien zijn: ze zullen door de nijdige kleine partner genadeloos aan de muur genageld worden als verraders van de Vlaamse zaak. Vooral de MR wil alles doen om de crisis te ontmijnen. Reynders treedt uit de schaduw van Leterme en zoekt openlijk mee naar het compromis. CdH en PS gaan niet akkoord met een ultiem voorstel van de formateur. Leterme trekt de stekker uit: CD&V-N-VA stapt niet in de regering zonder communautair akkoord. Zonder het kartel is er geen meerderheid aan Vlaamse kant mogelijk. Kort wordt er gespeculeerd over het voortzetten van de interim-regering tot aan de regionale verkiezingen van 2009. Elio Di Rupo roept op om de communautaire spanningen opzij te zetten en een regering van nationale eenheid te maken. Guy Verhofstadt stapt op paasmaandag naar de koning en biedt zijn ontslag aan. Op 18 mei 2008 komen er nieuwe verkiezingen. Alle onderhandelaars vertrekken op vakantie. De verkiezingen zijn misschien wel ongrondwettelijk doordat B-H-V nog niet is gesplitst, maar de partijen spreken af dat hun nieuw gekozen parlementairen de uitslag zullen legitimeren, het Vlaams Belang en Lijst Dedecker schreeuwen moord en brand.
Het electorale risico van de nieuwe verkiezingen is enorm. Er is geen regering geweest en ook geen oppositie, en dus kunnen de partijen alleen afgerekend worden op een jaar van politieke crisis, niet op hun beleid of hun verzet daartegen. De partijen hebben ook geen tijd gehad om nieuwe programma's op te stellen. De partijkassen zijn leeg, de militanten moe en teleurgesteld. En in 2009 zullen het weer verkiezingen zijn. Gelukkig is de campagne kort. Het is naar Belgische normen een ongezien vuile en negatieve campagne, er wordt op de man gespeeld. Wie krijgt de schuld van de mislukking in zijn nek gedraaid? Sp.a en Open Vld hakken genadeloos in op Yves Leterme. Hem worden onkunde en valse beloften verweten, en het kiezen voor het welzijn van het kartel in plaats van het welzijn van het land. Leterme zegt dat hij woord heeft gehouden, dat hij hard gewerkt heeft en dat voor hem een beter beleid voor de mensen belangrijker is dan de postjes. Inhoudelijk trekken sp.a en Open Vld de sociaaleconomische kaart. Ze proberen tijdens de campagne het communautaire zoveel mogelijk aan de kant te schuiven. CD&V-N-VA schuift opnieuw Leterme naar voren als kopman en stelt zich communautair minder scherp op. De campagne draait helemaal niet om het voortbestaan of de splitsing van België. 18 mei 2008 Op 18 mei 2008 gaat de MR er licht op achteruit. Door het spel van de zetelverdeling gaat het marktleiderschap in Franstalig België opnieuw nipt naar de PS. Vooral cdH doet het erg goed, Joëlle Milquet krijgt staatsvrouwallures. Ecolo verliest licht. In Vlaanderen betalen de sp.a en het Vlaams Belang het gelag. Dedecker is de grote winnaar. Groen! haalt slechts heel nipt de kiesdrempel. Bij CD&V en Open Vld verandert er niet zoveel. Ze blijven samen de Vlaamse meerderheid houden en Yves Leterme blijft de populairste politicus, maar hij laat heel wat van zijn pluimen. Door de minder gunstige lijstvorming binnen het kartel zijn de N-VA-parlementairen niet meer nodig voor een meerderheid aan Vlaamse kant.
Leterme en Reynders vinden elkaar na de verkiezingen opnieuw. Er volgen korte onderhandelingen over het vormen van een symmetrische oranje-blauwe regering met de deelakkoorden van 2007 als uitgangspunt. Eindelijk wordt de cheque van regeren zonder PS geïnd. De cdH gaat mee omdat er van geen grote staatshervorming sprake is: de aanval op de eenheid van het koninkrijk is afgeslagen. Communautair heeft de nieuwe regering een miniprogramma met alleen maatregelen die zonder tweederde kunnen worden ingevoerd, maar over B-H-V wordt wel een akkoord bereikt. Het land moet nu geregeerd worden, er is geen tijd te verliezen. Het Vlaamse kartel splitst. Op 12 augustus 2008 wordt Leterme I ingezworen, een jaar over tijd.
Ik hoop hartsgrondig dat ik de bal compleet missla, en dat we op 18 mei 2008 een stevige regering hebben en een goede staatshervorming. Maar ik zou niet weten hoe.
Ik weet het, ik ben een beetje laat met mijn prijsuitreiking. Anyway, hier komt ze: de banaan van december gaat naar... het Generatiepact!
Het is de eerste maal dat niet 'iemand' maar 'iets' deze exclusieve prijs wint. Misschien een beetje vreemd, ik verklaar me dan ook nader.
Eind december zag, na maanden van totale impasse, een federale regering het licht. Zogezegd om 'dringend iets aan de koopkracht van de mensen te doen'. Hoe die vork in de steel zit weten we ondertussen wel... In een ultieme poging om deze regering op de been te helpen, deed Leterme een ferme geste. Hij ontnam Vervotje haar eerder toegezegde ministerportefeuille van 'Werkgelegenheid' en bood dit op een schaaltje aan het Cdh van Joëlle Milquet aan. Milquet zag haar kans schoon, greep het schaaltje met beide handen en overhandigde het aan haar partijgenoot Josly Piëtte. Het eerste wat kersvers Minister van werk Piëtte deed was 'kameraad' Gilbert De Swert aanstellen tot kabinetschef. Het lot van het Generatiepact was hiermee definitief bezegeld. Piëtte en De Swert, twee vakbondsleiders, waren en zijn zowat de hevigste tegenstanders van dit pact. En nu delen ze de lakens uit op 'Werkgelegenheid' en moeten ze het Generatiepact uitvoeren. Een trieste Belgische mop... Moest de vergrijzing niet als een HST-trein op ons afkomen, zou ik er eens ferm om lachen maar nu, neen, een banaan, dat kan ze krijgen voor deze eerste klasse begrafenis.
Op brugpensioen? Natuurlijk man, Josly en Gilbert will take care!
Een blogbericht, een alerte journalist en een voorpagina-artikel dat volstaat om een stevig debat uit te lokken over Erasmus, Bologna, en de verengelsing van ons hoger onderwijs. Een debat waaraan ministers Ceysens en Vandenbroucke graag deelnemen. Voor hen is het duidelijk dat de te beperkte aanwezigheid van buitenlandse (Erasmus)studenten in Vlaanderen het gevolg is van de taalregeling in ons hoger onderwijs. Ceysens wil deze achterhaalde regelgeving versoepelen, Vandenbroucke op zijn minst evalueren.
Ceysens verwijst daarvoor naar een aanbeveling uit een rapport waarover zelfs geen (parlementair) debat heeft plaats gevonden, het rapport Soete (2007) over de doorlichting van het Vlaams innovatie-instrumentarium. Dit rapport pleit letterlijk om het taaldecreet met onmiddellijke ingang af te schaffen voor het hoger onderwijs. Een volledige afschaffing dus, Prof. Dr. Soete en co gaan hiermee nog veel verder dan Nederland, het Mekka van de verengelsing. Deze drastische maatregel is in hun ogen noodzakelijk aangezien deze verplichting de internationale aantrekkingskracht van Vlaanderen voor buitenlands talent nodeloos beknelt en beperkt. Niet mis te verstane woorden
Maar is dit wel zo? Beknelt onze taalregeling onze internationale aantrekkingskracht? Laten we de feiten eens bekijken.
Vooreerst is het lang niet bewezen dat Vlaanderen, in vergelijking met onze buurlanden, minder buitenlands talent binnenhaalt. Meer nog, naar participatie in Erasmus behoort Vlaanderen zelfs tot de absolute top in Europa en presteren we beter dan onze buurlanden, dito voor docentenmobiliteit. Daarnaast zien we dat het aantal buitenlandse studenten in de opleidingen die al jaren integraal in het Engels worden aangeboden, niet stijgt maar daalt. Beweren dat het versoepelen van de taalregeling zal leiden tot een grotere instroom van buitenlandse studenten, lijkt ons bijgevolg nogal kort door de bocht. Op dit ogenblik is dit alvast niet het geval, meer nog, momenteel leidt de taalregeling er vooral toe dat er zich meer Vlaamse, Nederlandstalige, studenten inschrijven voor een Engelstalige opleiding... Tot slot blijft het toch erg opmerkelijk dat er meer buitenlandse studenten op Erasmus gaan naar Vlaanderen dan dat er Vlamingen op Erasmus gaan naar het buitenland.
De argumenten pro versoepeling blijken dus niet te kloppen. Bovendien zijn er nog de argumenten contra. Zo bestaat het risico dat talentvolle studenten, hoewel ze hun vakgebied beheersen, problemen krijgen met hun studies wegens een gebrekkige kennis van het Engels. Een bijzondere groep zijn de vele Vlaamse jongeren van allochtone oorsprong waarbij het Engels een derde of zelfs vierde taal is. De 'tweede democratiseringsgolf' die de Vlaamse Regering beoogt, is niet gebaat bij een doorgedreven verengelsing van ons hoger onderwijs.
Dit geldt ook voor het overgrote deel van de uitwisselingsstudenten dat het Engels niet als moedertaal heeft. En zij klagen net als de Vlaamse studenten over het gebrekkige Engels van de docenten. Onderzoek toonde aan dat heel wat docenten hun taalvaardigheid moeten verbeteren, en dat de taalvaardigheid van studenten wel toereikend is voor het volgen van lessen in het Engels, maar niet voor het schrijven van papers of het geven van mondelinge presentaties. Uiteraard staan onderzoek en onderwijs niet los van elkaar: studenten moeten Engelstalige teksten kunnen begrijpen, in bepaalde masteropleidingen is het gebruik van het Engels een vanzelfsprekendheid en het gros van onze doctoraten en publicaties gebeurt, gelukkig maar, in het Engels. Maar dit is allemaal al mogelijk binnen het huidige wettelijke kader. Dus, wat is in feite het probleem?
Tenslotte verwijzen we op onze beurt graag naar een wetenschappelijk rapport, het rapport Oosterhof (2007) over het gebruik van het Engels in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. De Nederlandse Prof. Dr. Oosterhof bepleit er, na een grondige analyse van de evoluties in Vlaanderen en Nederland én dito bespreking in de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland, eerder strenge dan soepele regels
Kortom, een aanpassing van de huidige taalregeling is in onze ogen niet opportuun. Wel pleiten we voor beter en meer Engels in het secundair onderwijs, voor een verplichte cursus beroepsmatig Engels in elke studierichting en voor meer studentenmobiliteit door het verhogen van de beurzen, budgetten en bekendheid.
Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden, luidde het meer dan 100 jaar geleden al, deze boutade lijkt actueler dan ooit.
Is de taalregeling de oorzaak van het geringe aantal Erasmusstudenten in Vlaanderen?
Er is nogal wat ophef ontstaan over mijn analysenota mbt de Erasmusstudenten in Vlaanderen. Zo wordt de oorzaak van het geringe aantal buitenlandse Erasmussers o.a. door Minister Ceyssens bij de 'te strikte taalregeling' gelegd. Ik betwijfel dit ten zeerste. Zo laat de taalregeling op dit ogenblik al heel wat ruimte voor anderstalige opleidingen. Daarnaast zien we dat het aantal buitenlandse studenten in de opleidingen die al jaren volledig in het Engels worden aangeboden, niet stijgt maar daalt. De cijfers bewijzen dit. Beweren dat het versoepelen van de taalregeling zal leiden tot een grotere instroom van buitenlandse studenten, lijkt me bijgevolg nogal kort door de bocht. Op dit ogenblik is dit alvast niet het geval, meer nog, momenteel leidt de taalregeling er vooral toe dat er zich meer Vlaamse, Nederlandstalige, studenten inschrijven voor een Engelstalige opleiding... Tot slot blijft het toch erg opmerkelijk dat er meer buitenlandse studenten op Erasmus gaan naar Vlaanderen dan dat er Vlamingen op Erasmus gaan naar het buitenland.
Het is dan ook niet zozeer de taal die een barrière vormt om op Erasmus te gaan of te komen, wel haar beperkte beurzen, budgetten en bekendheid. En het 'lekker dicht bij de mama'-gevoel natuurlijk.
CIJFERS
(Bron: Statistische jaarboeken van het Vlaams onderwijs)
Universiteiten
Schooljaar 2002-2003
4.329 studenten met een vreemde nationaliteit op 65.648 = 6,59%, waarvan 2.115 (49%) ingeschreven in een basisopleiding en dus 2.214 ingeschreven in een aanvullende (vooral Engelstalige) opleiding (GAS, GGS) op 7.107 (= 31,2%).
Schooljaar 2006-2007
4.727 buitenlandse universiteitsstudenten op 73.129 = 6,46%, waarvan 2.714 (57%) ingeschreven in een basisopleiding en dus 2.013 ingeschreven in een aanvullende (vooral Engelstalige) aanvullende opleiding (Ma-na-Ma, GAS, GGS) op 6.231 (= 32,3%).
Hogescholen*
Schooljaar 2002-2003
2.354 studenten van vreemde nationaliteit op 103.257 = 2,28%, waarvan 2.262 (96%) ingeschreven in een basisopleiding.
Schooljaar 2006-2007
3.459 studenten van vreemde nationaliteit op 105.825 = 3,27%, waarvan 3.300 (95%) ingeschreven in een basisopleiding.
* Zeker bij de hogescholen moeten we de cijfers voorzichtig benaderen omdat het hier voornamelijk gaat om mensen met een vreemde nationaliteit die echter al heel hun leven in Vlaanderen wonen en er ook SO volgden. Het gaat niet in de eerste plaats om studenten met een vreemde nationaliteit die aangetrokken worden vanuit het buitenland om hier te komen studeren.
In juni deed ik onderstaande voorspelling op m'n blog. In 't BLAUW zet ik er nu mijn score bij.
22-06-2007
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand...
De drukke verkeersader die de Wetstraat is, wordt de laatste dagen overstemd door het geluid van honderden geruchten en voorspellingen. Wie gaat naar waar? Welke posten worden aan wie bedeeld? ...
Ook ik haal graag mijn glazen bol eens boven. Het volgende kan ik er lezen:
1/ Peeters wordt Minister-President, Leterme premier --> KLOPT HALF, Leterme is nog geen premier. 0,5/1
2/ Cathy Berckx wordt Vlaams minister van Welkzijn --> KLOPT NIET. 0/1
3/ Vandeurzen Vlaams minister van Leefmilieu of Hilde Crevits (en Vandeurzen op Welzijn) --> Crevits zit wel op Leefmilieu maar Vandeurzen zit federaal op Justitie. 0,5/1
4/ Geert Lambert neemt ontslag als voorzitter van Spirit --> KLOPT OOK MAAR HALF, Lambert nam geen ontslag maar deed gewoon zijn mandaat uit en werd opgevolgd door Bettina Geysen. 0,5/1
5/ Bruno Tobback wordt fractievoorzitter van SPa in de Kamer --> KLOPT NIET, Tobback moest de duimen leggen voor Vanvelthoven. 0/1
6/ Herman Van Rompuy, Pieter De Crem, Inge Vervotte zijn zekerheden voor de Regering --> KLOPT VOOR 2/3de, Van Rompuy blijft Kamervoorzitter. 0,5/1
7/ N-VA krijgt één ministerpost (ALS het kartel standhoudt), wie dat wordt is totaal onduidelijk -->IS NOG NIET INGEVULD DUS GEEN PUNTEN
8/ Bogaert is ook een dikke kanshebber, eventueel als staatssecretaris --> STAATSSECRETARIATEN ZIJN NOG NIET INGEVULD DUS GEEN PUNTEN
9/ Etienne Schouppe wordt CD&V-voorzitter --> KLOPT. 1/1
Over een paar maanden maak ik het bilan op: wedden dat ik meer dan 5 op 10 haal?
--> Ik haal een schamele 4 op 8 en dan ben ik zeker niet al te streng voor mezelf geweest. Ik zal mijn glazen bol toch nog eens goed moeten poetsen en opblinken want haar voorspellingskracht is duidelijk niet meer wat ze geweest is...
Het gezaghebbende Federaal Planbureau pakt vandaag uit met een interessante primeur. Voor het eerst in haar geschiedenis splitst ze de nationale economische vooruitzichten uit per regio. Dit unieke rapport is het resultaat van een samenwerking tussen het Federaal Planbureau (FPB), het Brussels Instituut voor Statistiek en Analyse (BISA), de Studiedienst van de Vlaamse Regering (SVR) en het Institut wallon de lévaluation, de la prospective et de la statistique (IWEPS).De cijfers zeggen het allemaal. Ook op economisch vlak zijn Vlaanderen en Wallonië twee totaal andere staten. En toch blijven de Franstaligen hardnekkig 'non' zeggen tegen bvb. een splitsing van de arbeidsmarkt. Ik vraag me af of de Franstaligen dit rapport dan niet lezen? Dit valt toch niet op verschillende wijzen te interpreteren? Dit komt toch van een objectieve bron? Milquet en co kunnen dit toch gewoon niet langer ontkennen?
Wie is er nu eigenlijk onverantwoord bezig...
Kerncijfers van de regionale projectie
Gemiddelden
2005
2006
2007
2008
2009-2012
1986-1995
1996-2005
2006-2012
1. Bruto binnenlands product in volume (1)
Het Rijk
1,1
3,0
2,3
2,2
2,1
2,3
2,1
2,2
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1,6
2,4
2,2
1,7
1,9
1,3
2,2
2,0
Vlaams Gewest
1,0
3,4
2,4
2,4
2,2
3,1
2,2
2,4
Waals Gewest
0,7
2,4
2,2
1,9
1,8
2,3
1,7
2,0
2. Bruto-investeringen in volume (1) (2)
Het Rijk
4,3
4,0
2,8
3,6
3,1
3,5
3,4
3,2
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
-1,9
9,8
-2,6
4,4
1,6
1,3
2,4
2,6
Vlaams Gewest
5,8
1,5
3,9
2,0
3,4
4,5
3,8
3,0
Waals Gewest
5,5
6,1
3,9
7,3
3,1
3,6
3,4
4,3
3. Reële productiviteit per hoofd (marktbedrijfstakken) (1)
Het Rijk
-0,2
1,8
1,1
1,2
1,3
1,8
1,2
1,3
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
1,2
2,8
1,7
1,3
1,8
1,8
1,6
1,8
Vlaams Gewest
-0,2
1,8
0,9
1,2
1,2
1,8
1,3
1,3
Waals Gewest
-1,0
1,2
1,1
1,0
1,1
2,1
0,9
1,1
4. Reële loonkosten per hoofd (marktbedrijfstakken) (1)
Het Rijk
-1,6
-0,2
0,0
0,4
1,5
2,3
0,4
0,9
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
-1,4
0,2
0,9
0,1
1,5
2,4
0,5
1,0
Vlaams Gewest
-1,5
-0,1
-0,1
0,5
1,5
2,6
0,6
0,9
Waals Gewest
-1,7
-0,4
-0,2
0,3
1,4
1,8
0,2
0,8
5. Binnenlandse werkgelegenheid (1)
Het Rijk
1,0
1,0
1,1
0,9
0,8
0,6
0,9
0,9
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
0,4
-0,2
0,4
0,4
0,3
-0,2
0,7
0,2
Vlaams Gewest
1,1
1,4
1,3
1,1
1,0
1,1
0,9
1,1
Waals Gewest
1,1
1,0
1,0
0,8
0,7
0,2
0,8
0,8
6. Werkloosheidsgraad (concept FPB) (3) (4)
Het Rijk
14,3
13,9
13,5
13,2
12,0
12,3
13,8
12,9
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
22,5
22,9
22,1
21,3
18,3
15,7
21,3
20,4
Vlaams Gewest
10,3
9,5
8,9
8,4
6,8
10,3
10,2
8,1
Waals Gewest
19,2
19,4
19,3
19,4
19,4
15,1
18,3
19,4
7. Werkgelegenheidsgraad (4)
Het Rijk
62,0
62,2
62,5
62,9
64,8
57,8
60,9
63,4
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
54,7
54,1
54,7
55,2
57,6
54,7
53,6
55,9
Vlaams Gewest
65,7
66,1
66,6
67,0
69,3
59,9
64,3
67,6
Waals Gewest
57,5
57,5
57,6
57,8
59,0
54,8
56,8
58,1
(1) Groeivoet in procent. (2) Zonder investeringen in woongebouwen. (3) Volgens het FPB-concept omvat de werkloosheid ook de oudere niet-werkzoekende werklozen. (4) In de kolom 2009-2012 wordt de waarde op het einde van de periode (2012) weergegeven.
De Amerikaanse verkiezingen worden superspannend. Obama versloeg - tegen de peilingen in - Clinton in Iowa, Clinton gaf gisteren Obama een koekje van eigen deeg in New Hampshire. Ik kies kant voor Obama. Ik geloof dat er echte verandering kan komen met deze zwarte democraat. Mijn voorliefde voor Obama ontstond toen ik op CNN zijn aankondigingspeech beluisterde. Het was op een luie zondag en ik lag in de zetel een beetje te zappen. Hij hield me onmiddellijk in z'n ban. Zo'n redenaarstalent, echt prachtig.
Op Youtube kan je er sommige stukjes van herbekijken, zoals dit:
Nederland heeft, in tegenstelling tot Vlaanderen, een heuse traditie op het gebied van stand-up comedy en cabaret. Ze staan mijlenver voor op ons met grote namen als Youp van 't Hek, Hans Teeuwen, Theo Maassen, Najib Amhali, Eric van Sauers, Javier Guzman, Toon Hermans, Freek De Jonge (allemaal mannen, vreemd hé). Ze hebben zelfs een webstek die alles over Nederlandse cabaret en stand-up comedy verzamelt: http://www.zwartekat.nl/ Ik ben een echte fan van de Nederlandse humor. Hun cabaretiers durven veel meer, zo is bijvoorbeeld de islam er veel minder een taboe dan bij ons, en dit ondanks de moorden op Fortuyn en Van Gogh. In het politiek correcte Vlaanderen blijft het in mijn ogen vooralsnog wachten op grote cabaretiers (Coppens en Hoste ten spijt). Want als ik Nigel Williams of Wim Helsen bezig hoor, krullen mijn tenen van frustratie.
Lorin Parys schrijft al geruime tijd pareltjes van columns over innovatie en management in De Standaard. Lorin is de gewezen woordvoerder van Vlaams economieminister Patricia Ceyssens (Open VLD). Hij kreeg vanuit die functie de wel erg aantrekkelijke job van algemeen directeur van Flanders District of Creativity, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit (gevestigd in Leuven), in de schoot geworpen. Enige tijd geleden verwisselde hij van job en trok hij naar Uplace (www.uplace.eu) om er de COO te worden. Toch nam hij zeker geen afscheid van FlandersDC want hij werd er voorzitter van de raad van bestuur.
Uplace is op haar beurt geen onbekend bedrijf. Het werkte het dossier uit van het nieuwe voetbalstadion annex shoppingmall van Club Brugge/Loppem en doet heel wat werk in Mechelen (voor Somers en co). Uplace werkt overigens nauw samen met het gerenomeerde Leuvense architectenbureau Jaspers-Eyers (www.jaspers-eyers.be). Zij deden o.a. de renovatie van het prestigeuze kabinet van de Vlaamse Minister-President op het Martelarenplein. (Dhr. Eyers is trouwens een dorpsgenoot).
Maar goed ik wijk af, over Lorin Parys' pareltjes nu, vandaag pleit hij voor minder managers en meer inspraak. Niet mis, hij geeft er ook een leuk voorbeeld bovenop, Whole Foods (www.wholefoodsmarket.com). Nu, ik ken Whole Foods een beetje, het is inderdaad een ontzettend aangename winkelketen. Toen An en ik in de States waren gingen we er bijna dagelijks lekker verse 'foods & drinks' halen. Maar of hun sterke merknaam en grote populariteit nu onmiddellijk de gevolgen zijn van hun moderne 'managersarme' organisatie zoals Lorin beweert weet ik niet. Ik durf er zelfs een beetje aan te twijfelen. Ik sloeg er alleszins de slag van 2007. Door een verkeerde scanning aan de kassa, mijn bijhorende klacht en de Babylonische toestanden die er op volgden, ging ik naar buiten met twee flessen wijn (waarvan maar één betaald) en nog eens 50$ extra (in mijn ogen onterechte) 'refund' op zak. Het is misschien anekdotisch, maar mij was het duidelijk dat dit louter het gevolg was van een gebrek aan communicatie tussen de verschillende afdelingen (wijnafdeling, kassa en klachtendienst). 'Hier kunnen ze wel wat management gebruiken' dacht ik toen. Grappig dat Lorin in zijn column van vandaag nu net de reductie van het aantal managers (o.a. in Whole Foods) de hemel in prijst...
minder managers, meer innovatie
Te veel managers houden vernieuwing vaak tegen in plaats van ze te stimuleren
Vooruit dan, ook deze column waagt zich aan een prognose voor het nieuwe jaar. 2008 wordt het jaar waarin de functie van manager onder druk komt te staan. De managers zijn niet alleen met te veel, ze benaderen hun job ook te vaak op ouderwetse wijze. Daardoor houden ze vaak vernieuwing tegen in plaats van ze te stimuleren. Het eerste probleem is dat vandaag iedereen 'manager' is. Een duur Engels woord kost nu eenmaal minder dan een loonsverhoging. Zo promoveerde de sanitair verantwoordelijke tot facilities manager. En verschilt het takenpakket van een office manager vaak in niets van wat een goede secretaresse presteert. Stil maar zeker rukt zo het leger managers op, een leger waarin elke soldaat strijdt voor zijn eigen territorium en manschappen. 'Iedereen manager' betekent meer bureaucratie. Meer bureaucratie leidt tot minder innovatie. Dat is een natuurwet. Stilaan groeit het besef dat er iets moet worden gedaan. Herman Nauwelaerts, de grote baas van 3M, verklaarde vorig jaar op het Creativity World Forum dat het tijd was voor managers om uit de weg te gaan staan. En om de mensen van 3M te laten innoveren. Bij Belgacom moest vorig jaar een flink pak managers verdwijnen, net als in de farmasector. De openbare omroep VRT is van plan om evenveel programma's te maken met tien procent minder managers. Maar de manager geeft zich nog niet gewonnen en verovert voorheen onontgonnen terrein. De politiek, bijvoorbeeld. Een ex-VRT-manager leidt nu de links-liberalen van Spirit. Open VLD doet een beroep op een strategisch manager. Een oude spoormanager is de nieuwe voorzitter van de christendemocraten. De opmars is dus nog niet gestopt. Een tweede probleem is dat de basisbeginselen van de managementdiscipline dateren uit de late negentiende eeuw, toen de toenemende industrialisering mensen nodig had die productiemiddelen zo efficiënt mogelijk besteedden. De Harvard Business School zag een gat in de markt en organiseerde de eerste Masters in Business Administration in 1921. Beide wereldoorlogen -met hun militair-organisatorische uitdagingen- hebben verder hun stempel gedrukt op het beroep. Net na de Tweede Wereldoorlog schreef Peter Drucker Concept of the Corporation, de bijbel van het moderne management. Sindsdien is er al heel wat veranderd, maar de fundamenten blijven gestoeld op een hiërarchische leest uit de vorige eeuw. Daar komt verandering in, al is daar in de praktijk nog niet overal wat van te merken. Dat is een van de redenen waarom Gary Hamel, de oprichter van het Management Innovatie Lab, een lans breekt voor een nieuwe reeks managementopvattingen. In zijn nieuwe boek, The Future of Management, legt hij uit dat die vernieuwing gebaseerd moet zijn op meer inspraak van de 'gemanageden'. Een mooi voorbeeld van hoe minder managers meer tevreden klanten en betere resultaten kunnen opleveren illustreert Whole Foods. Die supermarktketen specialiseert zich in verse producten. Elke vestiging bestaat uit acht teams die autonoom werken maar één missie delen: Amerika gezonder voedsel voorschotelen. Ieder team kan zijn eigen leden aanwerven of ontslaan en beslist zelf over wat er in de rekken komt te liggen. Die vrijheid gaat gepaard met een flinke dosis verantwoording. Zo kan iedereen de resultaten van elk team openlijk consulteren en hangen bonussen helemaal af van de teamprestaties. Het interessante is dat alle lokale winkels snel op de markt kunnen inspelen en hun aanbod vernieuwen. Voor de bazen betekent dat dat ze niet langer hoeven te wachten tot een probleem zo wijdverspreid wordt dat het op hun radarscherm opduikt met de bijbehorende dure oplossing. Minder en modernere managers kunnen onze economie dus vooruithelpen. Aangezien een afslanking en een modernisering managementbeslissingen bij uitstek zijn, rest ons enkel hen daarvan te overtuigen.
Lorin Parys is voorzitter van FlandersDC, de Vlaamse organisatie voor ondernemingscreativiteit. Hij schrijft deze column in eigen naam. www.standaard.be/paradoxvanparys
De NMBS ambieert om tegen 2012 een kwart meer treinpassagiers te vervoeren. Het kan, maar dan zal de media ook een handje moeten toesteken. Ze brengen echter niets dan slecht nieuws over onze spoorwegen. Ik vraag me soms af of al die journalisten zelf wel eens de trein nemen want lang niet alles is kommer en kwel. Voor ons, de tienduizenden reizigers uit Leuven (de grootste Vlaamse pendelstad met een provinciale pendelintensiteit van maar liefst 43%) was 2007 een uitstekend jaar. De verbinding Leuven-Zaventem werd verder geoptimaliseerd (van 55 min naar 15 min reistijd), de verbinding Leuven-Brussel werd nog sneller (van 23 min naar 17 min reistijd) en de meest recente uurregeling is opnieuw een forse verbetering. En dat allemaal terwijl de dagelijkse files op de E 314 en de E 40 in 2007 hallucinante hoogtepunten bereikten...
Er is zeker nog werk aan de winkel (Leuven-Antwerpen!), maar we moeten alles toch in het juiste perspectief blijven zien. Ik ben en blijf een fervent gebruiker én verdediger van het openbaar vervoer.
De eenheid van dit land wordt niet verzekerd door de massa, 'le peuple', wel door een select kransje topindustriëlen, advocaten, diplomaten, zakenmensen en politici. Deze mensen treffen elkaar in de beruchte 'salons belges'. La Cercle de Lorraine of de Club van Lotharingen is hiervan de meest prestigeuze. Neem een kijkje op: http://www.cerclelorraine.be/ en je komt meer te weten over de (Belgicistische, blanke, mannelijke) elite die dit land bijeen houdt.
e Club van Lotharingen opende in de lente van 1998 haar deuren te Brussel. Op initiatief van een groep privé-partners werd een V.Z.W. opgericht die met de vriendschappelijke steun van vooraanstaande en zowel Nederlands- als Franstalige personaliteiten uit de financiële gemeenschap boven de doopvont werd gehouden. Al deze stichters zijn verenigd in een erecomité.
l van bij het prille begin stelde de Club van Lotharingen zich tot doel een uitzonderlijke, elitaire plek te creëren, voorbehouden voor een beperkt aantal representatieve personaliteiten uit de zakenwereld, en voor een aantal vrije beroepen. Alle kandidaten werden geselecteerd door een aanvaardingscommissie.
ot deze groep behoren ook een vijftigtal vrouwen die hoge posten bekleden aan de balie of in grote ondernemingen. Deze voorzitters, afgevaardigde bestuurders, bedrijfsleiders, titularissen van vrije beroepen en leden van het diplomatieke corps verenigen zich in de Club van Lotharingen in een prestigieus kader. De Club is ondergebracht in een park van 4,5 ha, aan de Prins van Oranjelaan te Ukkel, één van de prestigieuze gemeenten van de Europese hoofdstad.
elegen in de onmiddellijke buurt van het Zoniënwoud, is het kasteel van FondRoy makkelijk toegankelijk. Bovendien bevindt het zich op een steenworp van het centrum van Brussel en van de Louizawijk.
eze uitzonderlijke locatie is eveneens een recreatieoord waar leden en hun gasten in de zomer op het schitterende terras dat uitgeeft op het park, kunnen lunchen.
e vele activiteiten brengen de leden bij elkaar : lunchconferenties, thema-avonden, Nieuwjaarscocktails, vernissages, muzikale avonden, spelavonden (bridge, ).
et kasteel staat trouwens ter beschikking van leden die er familiefeesten willen organiseren.
Ik ken je niet, of misschien net wel. Hoe dan ook, je bent één van m'n honderden unieke bezoekers. Hiervoor wil ik je bedanken. Ik doe mijn best om mijn blog onderhoudend, grappig en creatief te houden, maar moest ik niet zoveel bezoekers hebben, zou mijn motivatie lang niet zo hoog zijn...
Bij deze wil ik je dus van harte bedanken, meer nog, ik wens je er een spetterend 2008 bovenop!
En, zoals je misschien weet ligt het niet in mijn aard om mijn gevoelens of gedachten te verbergen, daarom dit familievreugdedansje:
Een goede vriend van me is televisiejournalist. Hij vertelde me een tijdje geleden tijdens de lunch hoe hij echt dood kan vallen van de achterlijke vragen die de nieuwslezers (mannen én vrouwen) hem soms stellen wanneer hij live ter plaatse is.
Dit filmpje deed me aan zijn gedurfde uitspraak denken.
Editoriaal uit Het Belang van Limburg van vandaag:
Van kerstekind tot paaskuiken
Het is op de valreep toch nog gelukt. Alle Belgen vinden vandaag een nieuwe regering onder de kerstboom. Daarvoor heeft de politiek wel een zeer bijzondere inspanning moeten leveren. 27 jaar was het geleden dat de Kamer nog eens op een zondag bijeengekomen was. De bedankjes en hartelijke wensen van de politici aan het parlementair personeel dat gisteren moest opdraven in volle kerstperiode waren dan ook ten zeerste op hun plaats.
En daarmee is Verhofstadt III, de regering die niemand wilde, vertrokken voor exact negentig dagen, waarna het kerstekind Guy plaats zal ruimen voor het paaskuiken Yves, al waren de voorbije dagen de allusies op een kruisiging met Pasen niet van de lucht. Want hoewel de CD&V-Kamerleden gisteren al wat beter enthousiasme konden veinzen dan vorige vrijdag, is het geloof in de slaagkansen van de tweede fase van het experiment Verhofstadt-Leterme niet erg groot. Al kan er aan het voluntarisme van Guy Verhofstadt om weer vertrouwen tussen de partijen te brengen niet getwijfeld worden.
Toch is er nog een externe garantie voor de slaagkansen van Yves Leterme om tegen Pasen een geloofwaardige staatshervorming in de startblokken te zetten, een garantie die hij en zijn CD&V begin dit jaar zelf gecreerd hebben door kartelpartner N-VA te dwingen hun nieuw lid Jean-Marie Dedecker meteen aan de deur te zetten.
Dedecker moest daarna wel een eigen partij oprichten omdat niemand hem nog wilde, en de score van LDD, een partij die op de dag van de verkiezingen drie maanden oud was, werd het politieke feit van 2007. Daardoor is de ex-judocoach een zwaard van Damocles boven het kartel CD&V/N-VA geworden. Bart De Wever koos destijds wel eieren voor zijn geld door Dedecker buiten te zetten, maar er zijn nog altijd N-VA'ers die daar boos over zijn, en als het fout loopt met Letermes staatshervorming, is de vorming van een kartel N-VA/LDD of een nieuwe partij wellicht een kwestie van dagen. In een situatie van een mislukte staatshervorming heeft die combinatie een gigantisch kiespotentieel, in hoofdzaak bij kiezers van CD&V, en van Open Vld.
Het is dus voor Yves Leterme en Guy Verhofstadt en hun partijen ook een kwestie van welbegrepen eigenbelang om al het mogelijke te doen om de staatshervorming te doen slagen. Het is zelfs een argument om de drie Franstalige regeringspartners tot enige inschikkelijkheid te bewegen. Want als die nu geen zaken willen doen met de tandem Leterme-Verhofstadt, moeten ze het de volgende keer misschien doen met de tandem De Wever-Dedecker.
Gisterenavond woonde ik ons congres bij. Bart was in bloedvorm: grappig, gevat, strijdvaardig maar vooral heel, heel realistisch. De kans op slagen is minimaal (zijn Titanic-beeldspraak liet weinig aan de verbeelding over). Het vertrouwen in Verhofstadt is nihil, de eerste communautaire afspraken zijn onbestaande. Maar goed, we kunnen niet anders, nu aan de zijlijn gaan staan is al helemaal geen optie. 23 maart is alvast voor mij de vervaldatum. Als er op dat ogenblik geen verdedigbaar communautair akkoord op tafel ligt moeten we er gewoon mee kappen. De martelgang zal dan lang genoeg geduurd hebben, de uitstroom van kiezers naar LDD ook.
Daarmee komt dan ook een einde aan het participatief Belgisch overlegmodel. Hoe ver kan je gaan, hoe diep kan je buigen voor de minderheid van de bevolking? Wat als na 4 (kartel)jaren kei- en keihard werken de wijn naar vaal water smaakt?
Burke, conservatisme, evolutie geen revolutie, 'België is een bruistablet': ik heb het er allemaal mee gehad. Sorry Bart, als het nu niet lukt betekent dat het failliet van jouw paradigma. Dan rest er ons enkel de optie om via het Vlaams Parlement eenzijdig de onafhankelijkheid uit te roepen. Neen, niet nu, wel over 5, 10, 15 jaar. En dan zullen we onze politieke strategie daar ook op moeten afstemmen. In dat geval kan het bijvoorbeeld onze ambitie zijn om uiterlijk in 2012 een referendum over Vlaamse onafhankelijkheid uit te schrijven. Geen meerderheid pro? Geen probleem, in Québec zullen ze binnenkort hun derde onafhankelijkheids-referendum achter de rug hebben...
Of, mijn geliefde voorzitter, zie ik het verkeerd? Ben ik het die ditmaal te zwartgallig is?
Onze Bart De Wever: de Mohammed Ali van de Vlaamse politiek 'floats like a butterfly, stings like a bee'
Edmund Burke: Wat als er geen evolutie meer mogelijk is?
De hoofddoelstelling van de Bolognaverklaring uit 1999 is het creëren van een Europese ruimte voor hoger onderwijs. Dit idee was eigenlijk al gegroeid bij de viering van het 750-jarig bestaan van de Parijse Sorbonne-universiteit in 98. De aanwezigen werden er toen aan herinnerd dat in de middeleeuwen studenten en docenten ook vlot van de ene naar de andere universiteit reisden. Kortom, het bevorderen van de mobiliteit in het Europese hoger onderwijs, werd prioritair. Men wil hiertoe komen door:
vergelijkbare diploma's door de Bachelor-Masterstructuur (BaMa)
overdracht van studiepunten
uitwisseling van studenten en docenten
bevorderen van samenwerking tussen opleidingsinstituten.
onafhankelijke kwaliteitscontrole
In een eerste analysenota (d.d. 17/05/07) ging ik dieper in op de export van Vlaamse studenten en docenten naar de rest van de wereld. We konden vaststellen dat er nog heel wat werk aan de winkel was om onze Bologna-ambities waar te maken.
In deze tweede nota verdiep ik me in het importverhaal. Hoeveel Erasmusstudenten studeren er in Vlaanderen? En wat is de evolutie?
1.1Cijfers
Het aantal studenten dat via een Erasmusuitwisselingsprogramma tijdelijk aan een Vlaamse hogeschool of universiteit studeert, steeg de afgelopen drie jaren.
Terwijl er 4 jaar geleden (sj 2003-2004) 2.648 Erasmusstudenten ingeschreven waren in een Vlaamse hoger onderwijsinstelling, waren dat er in het schooljaar 2005-2006 al 3.157 (+ 19%). Hoewel de stijging opvallend hoger ligt bij de hogescholen (+ 25%) dan bij de universiteiten (+ 15%), leidt deze inhaalbeweging er (nog) niet toe dat er meer Erasmusstudenten aan onze hogescholen zitten dan aan onze universiteiten (1.755 vs 1.402 of 56% vs 44%).
Als we dit vergelijken met de cijfers van het aantal Vlaamse Erasmussers zien we dat er nu méér Erasmusstudenten naar Vlaanderen komen dan dat er Vlamingen naar het buitenland trekken (zie analysenota I: bvb. sj 2001-2002: 2728 studenten, sj 2006-2007: 2980). Dit gegeven nuanceert sterk het schrikbeeld van sommigen als zou Vlaanderen onaantrekkelijk worden voor buitenlandse studenten.
à Op een totaal van 173.586 studenten in Vlaanderen (sj 2005-2006), blijft het hele mobiliteitsgegeven hoe dan ook erg beperkt. Eerder kwamen we al tot de vaststelling dat minder dan 2% van de Vlaamse studenten via Erasmus- of Socrates in het buitenland studeert (zie analysenota I). Nu zien we dat ook minder dan 2% via Erasmus aan onze Vlaamse instellingen studeert. Samen goed voor minder dan 4% van de totale studentenpopulatie!
Relatief gezien zijn er dan wel dubbel zoveel universiteitsstudenten (1.755 op 67.971 of 2,6%) bij dan hogeschoolstudenten (1.402 op 105.615 of 1.3%).
Op instellingsniveau noteren we een aantal opmerkelijke cijfers:
-De KULeuven is de grootste afnemer. Ze ontving in het schooljaar 2004-2005 763 Erasmusstudenten, bijna goed voor een kwart van het totale aantal (24%). De UGent volgt met 634 Erasmussers.
-De VUB presteert erg zwak met slechts 108 Erasmussers. Enkel de Universiteit Hasselt doet het nog minder goed (48). Dit is toch wel erg opmerkelijk voor onze universiteit in de Europese Hoofdstad. Zelfs de Europese Hogeschool Brussel doet het beter met 111 studenten.
-De Katholieke Hogeschool Zuid-West-Vlaanderen telt al enkele jaren het hoogste aantal Erasmusstudenten onder de hogescholen (205).
-Groep T, de hogeschool te Leuven telde in het schooljaar 2004-2005 slechts één (Britse) Erasmusstudent.
Een interessante oefening is het maken van een profiel per instelling. Dit zijn de resultaten:
-De KUL scoort bij alle nationaliteiten goed maar zeker bij de Spanjaarden (160 op 763) en bij de Duitsers (76 van de 188);
-De UGent ontvangt veel Spanjaarden (160 op 763), Italianen (66 op 229) en vooral Polen (93 op 342);
-De UAntwerpen ontvangt relatief gezien het meest aantal Polen (41 op 198) en Duitsers (27 op 198);
1.3Herkomstlanden
Het totale aantal Erasmusherkomstlanden ligt al jaren rond de 30. De belangrijkste vaststelling in onze eerste analysenota was dat de drie grootste vakantielanden voor de Vlaming, ook al jaren ongeveer de helft van alle studenten ontvangen (06-07: Spanje: 684, Frankrijk: 551 en Italië: 240). Spanje is hierbij de absolute topbestemming met ongeveer een kwart van alle uitwisselingen.
Als we de analyse van de importzijde maken, komt opnieuw Spanje in beeld als de grootste leverancier van Erasmusstudenten aan onze Vlaamse hoger onderwijsinstellingen (689 studenten in 2005-2006). Frankrijk (208) en Italië (229) zijn ook sterk vertegenwoordigd. Maar vooral voor Frankrijk zien we duidelijk dat er veel meer Vlaamse studenten naar daar trekken dan dat er Fransen naar hier komen om te studeren (551 vs 208). Echt opvallend is ook al jaren de tweede plaats van Polen. Met niet minder dan 342 waren ze, de Poolse studenten die in 2005-2006 in Vlaanderen kwamen studeren. Ze studeren vooral aan onze Vlaamse universiteiten, en, hoewel we dit zouden kunnen verwachten, niet alleen aan onze katholieke universiteiten. De UGent telt bijvoorbeeld meer Poolse studenten dan de KUL (93 vs 91).
Volgende zaken springen ook in het oog:
-De sterke stijging van het aantal Turkse Erasmusstudenten (van 45 in sj 2003-2004 naar 141 in het sj 2005-2006 (+ 213%));
-De stevige vertegenwoordiging van de Scandinavische landen (40 uit Denemarken, 104 uit Finland, 52 uit Zweden, 41 uit Noorwegen, 3 uit Ijsland);
-Sterke stijging van het aantal Erasmusstudenten uit de nieuwe EU-lidstaten (114 uit Hongarije, 96 uit Litouwen, 94 uit Roemenië, );
-Relatief zwakke Erasmusvertegenwoordiging uit Groot-Brittanië (86) en Nederland (144).[2]
Conclusies
Uit bovenstaande analyse kunnen we concluderen dat de Bologna-ambities nog lang niet waar gemaakt worden. Internationale mobiliteit van studenten blijft een ver-van-mijn-bed-show voor het overgrote deel van onze hoger onderwijsinstellingen. Er is dan ook nood aan een stevige inhaalbeweging.
Ik ben een grote voorstander van een verdere groei van de mobiliteit van studenten. Mobiliteit moet werkelijk een recht worden voor alle studenten. Op Europees niveau pleit ik voor het opzetten van een Europees mobiliteitsfonds dat moet bijdragen tot een gebalanceerde mobiliteit. Er moet volgens mij ook een structuurfonds worden opgericht met als doel de verdere ontwikkeling van het hoger onderwijs in Bolognalanden waar het hoger onderwijs nog onderontwikkeld is. Daarnaast moet er nagedacht worden om een Europese onderwijservaring een wezenlijk onderdeel te maken van élk mastercurriculum en moeten de beurzen omhoog voor iedereen. Deze studiebeurzen moeten ook gekoppeld worden aan de levensstandaard in het bestemmingsland (bvb. Vlaanderen vs Helsinki).
[1] Ik beschik spijtig genoeg niet over de tabellen die de herkomstinstellingen van waaruit onze Vlaamse studenten op Erasmus vertrekken, weergeven.
[2] Let op, er schrijven zich echter wel heel wat Nederlanders van in het begin in aan een Vlaamse hoger onderwijsinstelling. In het schooljaar 2006-2007 waren ze goed voor maar liefst 3.150 inschrijvingen (op 9.550 inschrijvingen van buitenlanders = 33%, 1/3de van de buitenlandse studenten in Vlaanderen zijn Nederlander, als we kijken naar het aantal buitenlandse inschrijvingen voor een basisopleiding is de verhouding zelfs bijna 1 op 2 (2.893 op 5.986= 48%)).
Binnen de Sp.a rommelt het van alle kanten. Gennez is kop van jut voor Sp.a Rood, de donkerroden. Hun leider is Erik De Bruyn: vakbondsman, milieuambtenaar, Antwerpenaar, Belgicist, anti-Spiritist en wel erg stevig links. Bijna 34% van de stemmen bij de voorzittersverkiezingen. Niet mis, zeker als je weet dat het één tegen allen was. Het 'partijestablishment' spuwde hem uit en doet dat nog steeds, want, zo beweert De Bruyn, hij werd sinds de voorzittersverkiezingen nog niet één keer gebeld door Gennez, laat staan om advies gevraagd. Niet zo verstandig lijkt me. 'Take your friends close, but your ennemies closer' zo wist Vito Corleone al. Nu, elk verhaal heeft twee kanten, ook het deze, De Bruyn maakt zichzelf niet erg 'toegankelijk'. Hij is een die-hard sos die alle heil ziet in het nationaliseren van onze industrie (electriciteit, gas, farma,...), België het einde vindt en dweept met het Cubaans regime, dat in zijn ogen 'een even onvolmaakte vorm van democratie hanteert als wij'. (Alhoewel dat laatste niet echt een hinderpaal voor een gesprek kan zijn. Steve Stevaert en Frank Vandenbroucke dwepen immers ook met Cuba. Onbegrijpelijk, maar soit.). Meer nog, hij vindt het een schande dat Gennez niet durft kiezen tussen Toscane en Cuba. Daarnaast blijft hij volop tegen de schenen van het 'establishment' schoppen. Zijn nieuwste 'guerrilla' is het proberen samenroepen van een open ledenvergadering van de Sp.a stadpartij Antwerpen. Hij heeft hiervoor 350 Antwerpse ledenhandtekeningen nodig. De campagne loopt sinds 30 november. Het is me niet duidelijk of hij ze al verzameld heeft. Je leest er alvast alles over op zijn blog: http://www.bloggen.be/derodevoorzitter/. (Wel een beetje een pijnlijke naam; misschien toch maar gauw veranderen in 'http://www.bloggen.be/derodeschaduwvoorzitter/?)
Hoedanook, met Erik De Bruyn moet rekening gehouden worden. Hij vertegenwoordigt een stroming binnen de Sp.a die niet te onderschatten valt. Als Gennez op korte termijn niet tot een 'way of living' komt met hem voorspel ik heel zware ruzie. En dan mogen ze hun 'pollekes kussen' dat hij niet meer charisma heeft. Want moest hij van het kaliber J-M Dedecker zijn, dan was het hek er totaal van de dam.
Het doet me ook terugdenken aan de tijd dat Geert Bourgeois voorzitter wou worden van de VU, met dien verstande dat Geert in 2000 wél won van establishmentkandidaat/Anciauxboy Vankrunkelsven. Maar goed, we weten ondertussen allemaal hoe dat verhaal afgelopen is...
Erik De Bruyn: luis in de pels
Er worden tegenwoordig niet te veel handen geschud bij de Vlaamse socialisten
Vlaams-Brabants inburgeringsbeleid verloopt erg moeizaam, maar verbetering is in zicht
-Ongeveer één op vijf van alle nieuwkomers in Vlaanderen vestigt zich in de provincie Vlaams-Brabant, elk jaar goed voor om en bij de 5000 nieuwkomers;
-Leuven is de sterkste aantrekkingspool in de provincie, goed voor één op drie nieuwkomers;
-Minder dan één op drie nieuwkomers meldt zich aan bij één van de negen satellieten van het provinciaal onthaalbureau, de laagste aanmeldingsgraad in Vlaanderen;
-Slechts 447 Vlaams-Brabantse nieuwkomers tekenden een inburgeringscontract in de loop van 2006 en dit resulteerde in de uitreiking van amper 222 inburgeringsattesten, opnieuw de laagste cijfers van heel Vlaanderen;
-Sinds het begin van het inburgeringsbeleid behaalde minder dan 5% van de Vlaams-Brabantse nieuwkomers een inburgeringsattest;
-Slechts 8% van het totale aantal uitgereikte inburgeringsattesten werd in Vlaams-Brabant uitgereikt;
-De cijfers voor 2007 vertonen een stijging tot een 900-tal contracten, 2008 wordt een cruciaal jaar;
Uit cijfers van Vlaams Minister van Inburgering Marino Keulen (Open VLD), en geanalyseerd door Vlaams Volksvertegenwoordiger Mark Demesmaeker en Provinciaal voorzitter Theo Francken, blijkt dat het inburgeringsbeleid in de provincie Vlaams-Brabant erg moeizaam verloopt, maar dat er stilaan verbetering in zicht is.
Onze provincie staat al jaren op de tweede plaats (na de provincie Antwerpen) als het over het aantal nieuwkomers gaat. Met 5194 waren ze, de ingeschreven nieuwkomers in Vlaams-Brabant (periode 1/4/2006 31/3/2007). Ongeveer één op vijf van de nieuwkomers in Vlaanderen vestigde zich in Vlaams-Brabant (5.194 op 28.807 nwk in het Vlaams Gewest). Vooral de stad Leuven springt in het oog, met 1805 nieuwkomers ligt Leuven maar net onder Gent (1962 nieuwkomers) en laat het andere provinciehoofdsteden als Brugge (576 nwk) en Hasselt (327 nwk) ver achter zich. Ook Vilvoorde (198 nwk), Zaventem (290 nwk), Tervuren (254 nwk) en Overijse (229 nwk) zijn echte aantrekkingspolen voor buitenlanders. Belangrijk te weten is dat ongeveer de helft van het aantal nieuwkomers in Vlaanderen uit de EU komt, de ander helft komt van een land buiten de Europese Unie. In Vlaams-Brabant ligt het aandeel EU-nieuwkomers hoogstwaarschijnlijk wel een stuk hoger gelet op de aanwezigheid van de Europese instellingen te Brussel.
Dat onze provincie elk jaar aardig wat nieuwkomers verwelkomt staat vast, toch vertaalt dit zich niet in de parameters van het inburgeringsbeleid. Vlaams-Brabant telt al jaren relatief gezien het minste aantal aanmeldingen aan het onthaalbureau, het minste aantal afgesloten inburgeringscontracten en het minste aantal uitgereikte inburgeringsattesten. De cijfers spreken voor zich. Zo meldden zich in de periode 1/4/2006 31/3/2007 slechts 1.671 van de 5.194 nieuwkomers aan bij één van de negen satellieten van het provinciaal onthaalbureau of een verhouding van minder dan één op drie. Geen enkel onthaalbureau in het Vlaams Gewest presteert slechter. Zo haalt het onthaalbureau van de stad Antwerpen een aanmeldingsgraad van maar liefst 56% (4.100 aanmeldingen op 7.301 nieuwkomers), zelfs het uitgestrekte en landelijke West-Vlaanderen behaalt een mooie één op twee verhouding (1.549 aanmeldingen op 3.043 nieuwkomers). Deze slechte cijfers kunnen enigszins gerelativeerd worden door het feit dat het geen zuivere één op één relatie is aangezien nieuwkomers drie maanden de tijd hebben om zich aan te melden en door het feit dat de doorsnee nieuwkomer in Vlaams-Brabant van sociale stratificatie moeilijk te vergelijken valt met de doorsnee nieuwkomer in bvb. Antwerpen-stad. Maar toch blijven de cijfers ondermaats.
Dat de effectiviteit van het gevoerde inburgeringsbeleid staat of valt met het aantal aanmeldingen, is een open deur intrappen. We zien dan ook dat de slechte cijfers zich doorzetten in de andere parameters. Slechts 447 Vlaams-Brabantse nieuwkomers tekenden een inburgeringscontract in de loop van 2006, het minste van heel Vlaanderen. Dit resulteerde in de uitreiking van amper 222 inburgeringsattesten in 2006. Opnieuw het laagste aantal van alle provincies. Sterker nog, over de hele periode van het Vlaams inburgeringsbeleid (vanaf 1/4/2004) scoort Vlaams-Brabant het slechtst. Amper 686 Vlaams-Brabantse nieuwkomers behaalden een inburgeringsattest in de periode 1/04/2004 31/03/2007 terwijl we weten dat er zich in diezelfde periode om en bij de 15.000 nieuwkomers in onze provincie vestigden (nog geen 5% dus) én dat er in die periode in het Vlaams Gewest al 8.315 inburgeringsattesten uitgereikt werden, goed voor een magere 8%.
Toch zien we stilaan licht aan het eind van de tunnel. De cijfers voor 2007 tonen een stijging tot een 900-tal afgesloten contracten en de vooruitzichten voor 2008 zijn rooskleurig. Zo is het toegewezen personeelscontingent eindelijk volledig ingevuld (37,5 voltijdse eenheden) en is er sinds februari een nieuwe directeur. Kortom, het ziet ernaar uit dat het Vlaams-Brabantse inburgeringsbeleid eindelijk op volle toeren begint te draaien en dat het Vlaams-Brabantse streefcijfer van 1638 afgesloten inburgeringscontracten per jaar voor het eerst binnen handbereik ligt.
Mark Demesmaeker en Theo Francken (N-VA) zijn ervan overtuigd dat ons samenlevingsmodel slechts stand kan houden als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt. Integreren door het leren van onze taal, normen en waarden is een noodzakelijke voorwaarde om te komen tot een evenwichtige balans. In Vlaams-Brabant verloopt dit proces erg moeizaam. Voor alle betrokken partijen moet het de uitdaging zijn om het inburgeringsbeleid in Vlaams-Brabant in 2008 echt op de sporen te zetten. De N-VA is zeker bereid haar steentje hiertoe bij te dragen.
Inburgering in Vlaams-Brabant: erg veel werk aan de winkel.
Banaan van de maand november: Ministers van Staat (in ontbinding)
Bent u ze ook zo beu als 'kou pap'? Ik kan ze niet meer horen of zien. Onze Ministers van Staat, met hun parmant gedrag, hun flauwe grappen, hun doorbloede ogen en arrogante woorden: Homo hypocritus Wilfried Martens, Dame Edna Annemie Neyts, homo corruptus Willy Claes, Mark Eyskens ('God is groot, maar ik ben groter') of zuurpruim Jos Geysels. Ja zelfs, Louis Tobback werkt me tegenwoordig danig op de zenuwen (en geloof me, die heeft nochthans enige 'street credibility', ook bij mij).
Ze hebben ze verdiend, die bananen.
Onrijpe bananen voor overrijpe politici.
Wilfried Martens: Minister van Staat in ontbinding alsook Minister in staat van ontbinding.
Vandaag werd het interpretatief decreet betreffende het faciliteitenonderwijs ('het decreet Van Dijck') unaniem goedgekeurd door de onderwijscommissie in het Vlaams Parlement. Vreemd genoeg waren het net de niet-stemgerechtigde commissieleden die voor de nodige animositeit in het parlementaire debat zorgden: Kris Van Dijck (uiteraard als hoofdindiener, en hij was subliem!), Jef Tavernier ('Groen! zou tegenstemmen moesten we stemrecht hebben' (sic!)) en Christian Van Eycken (Union Francophone is uiteraard tegen deze zogenaamde 'derde kaakslag').
Opvallend waren de lovende woorden van het Vlaams Belang aan het adres van Kris Van Dijck. Ze keurden dit decreet dan ook vol overtuiging mee goed.
De Franstaligen stemden zopas in het Franse Gemeenschapsparlement een belangenconflict. Whatever... net zoals met de Vlaamse Wooncode (ditmaal met de Nederlandse taalbereidheidsvereiste voor nieuwe huurders van sociale woningen als 'kaakslag') zal dit niets opleveren, enkel wat vertraging.
Voor de N-VA is dit alweer een ferme overwinning. Het pijnpunt van de pedagogische inspectie in het Franstalig faciliteitenonderwijs sleept al decennia aan. Dankzij ons wordt dit probleem definitief opgelost, uit respect voor onze Grondwet.