Een blogbericht, een alerte journalist en een voorpagina-artikel
dat volstaat om een stevig debat uit te lokken over Erasmus, Bologna, en de verengelsing van ons hoger onderwijs. Een debat waaraan ministers Ceysens en Vandenbroucke graag deelnemen. Voor hen is het duidelijk dat de te beperkte aanwezigheid van buitenlandse (Erasmus)studenten in Vlaanderen het gevolg is van de taalregeling in ons hoger onderwijs. Ceysens wil deze achterhaalde regelgeving versoepelen, Vandenbroucke op zijn minst evalueren.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Ceysens verwijst daarvoor naar een aanbeveling uit een rapport waarover zelfs geen (parlementair) debat heeft plaats gevonden, het rapport Soete (2007) over de doorlichting van het Vlaams innovatie-instrumentarium. Dit rapport pleit letterlijk om het taaldecreet met onmiddellijke ingang af te schaffen voor het hoger onderwijs. Een volledige afschaffing dus, Prof. Dr. Soete en co gaan hiermee nog veel verder dan Nederland, het Mekka van de verengelsing. Deze drastische maatregel is in hun ogen noodzakelijk aangezien deze verplichting de internationale aantrekkingskracht van Vlaanderen voor buitenlands talent nodeloos beknelt en beperkt. Niet mis te verstane woorden
Maar is dit wel zo? Beknelt onze taalregeling onze internationale aantrekkingskracht? Laten we de feiten eens bekijken.
Vooreerst is het lang niet bewezen dat Vlaanderen, in vergelijking met onze buurlanden, minder buitenlands talent binnenhaalt. Meer nog, naar participatie in Erasmus behoort Vlaanderen zelfs tot de absolute top in Europa en presteren we beter dan onze buurlanden, dito voor docentenmobiliteit. Daarnaast zien we dat het aantal buitenlandse studenten in de opleidingen die al jaren integraal in het Engels worden aangeboden, niet stijgt maar daalt. Beweren dat het versoepelen van de taalregeling zal leiden tot een grotere instroom van buitenlandse studenten, lijkt ons bijgevolg nogal kort door de bocht. Op dit ogenblik is dit alvast niet het geval, meer nog, momenteel leidt de taalregeling er vooral toe dat er zich meer Vlaamse, Nederlandstalige, studenten inschrijven voor een Engelstalige opleiding... Tot slot blijft het toch erg opmerkelijk dat er meer buitenlandse studenten op Erasmus gaan naar Vlaanderen dan dat er Vlamingen op Erasmus gaan naar het buitenland.
De argumenten pro versoepeling blijken dus niet te kloppen. Bovendien zijn er nog de argumenten contra. Zo bestaat het risico dat talentvolle studenten, hoewel ze hun vakgebied beheersen, problemen krijgen met hun studies wegens een gebrekkige kennis van het Engels. Een bijzondere groep zijn de vele Vlaamse jongeren van allochtone oorsprong waarbij het Engels een derde of zelfs vierde taal is. De 'tweede democratiseringsgolf' die de Vlaamse Regering beoogt, is niet gebaat bij een doorgedreven verengelsing van ons hoger onderwijs.
Dit geldt ook voor het overgrote deel van de uitwisselingsstudenten dat het Engels niet als moedertaal heeft. En zij klagen net als de Vlaamse studenten over het gebrekkige Engels van de docenten. Onderzoek toonde aan dat heel wat docenten hun taalvaardigheid moeten verbeteren, en dat de taalvaardigheid van studenten wel toereikend is voor het volgen van lessen in het Engels, maar niet voor het schrijven van papers of het geven van mondelinge presentaties. Uiteraard staan onderzoek en onderwijs niet los van elkaar: studenten moeten Engelstalige teksten kunnen begrijpen, in bepaalde masteropleidingen is het gebruik van het Engels een vanzelfsprekendheid en het gros van onze doctoraten en publicaties gebeurt, gelukkig maar, in het Engels. Maar dit is allemaal al mogelijk binnen het huidige wettelijke kader. Dus, wat is in feite het probleem?
Tenslotte verwijzen we op onze beurt graag naar een wetenschappelijk rapport, het rapport Oosterhof (2007) over het gebruik van het Engels in het hoger onderwijs in Nederland en Vlaanderen. De Nederlandse Prof. Dr. Oosterhof bepleit er, na een grondige analyse van de evoluties in Vlaanderen en Nederland én dito bespreking in de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland, eerder strenge dan soepele regels
Kortom, een aanpassing van de huidige taalregeling is in onze ogen niet opportuun. Wel pleiten we voor beter en meer Engels in het secundair onderwijs, voor een verplichte cursus beroepsmatig Engels in elke studierichting en voor meer studentenmobiliteit door het verhogen van de beurzen, budgetten en bekendheid.
Wij willen Vlamingen zijn om Europeeërs te worden, luidde het meer dan 100 jaar geleden al, deze boutade lijkt actueler dan ooit.
Soete vs Oosterhof: interessant debat
|