Ik ben Maarten
Ik ben een man en woon in Brussel (België) en mijn beroep is redacteur.
Ik ben geboren op 02/12/1975 en ben nu dus 49 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Uitgaan, lezen, roddelen, op reis gaan, zwemmen, niksen, stroelen, lekker eten, fietsen, een stad beleven.
E-mail mij
Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.
THE MAN WITH THE PLAN
Maarten it is!
20-12-2006
63. Big spender - Shirley Bassey
* klik op de foto voor de video
Mocht ik het ooit in mijn kop krijgen om als drag queen het podium te bestijgen, dan zal het met dit nummer zijn. Het was een hit in 1967 maar klinkt alsof het van 1947 is. En als ik dan toch het podium opga, wil ik een boa. And let me get right to the point, het zal veel geld kosten!
Die heeft precies in haar broek gekakt. Met deze zin werd mijn aandacht voor het eerst op Tina Turner gevestigd. Op haar manier van dansen.
Ik vond het een toffe. Dat klinkt wel wat knudde maar het was zo. Haar lach, haar stem, haar gestes.
Na al die jaren blijf ik het een red bull-plaat van het zuiverste water vinden. En dan vooral die overgang van het trage begin naar de ontploffing. Ik heb het nummer ondertussen al door honderden anderen zien brengen maar er is er maar één die me helemaal weet te overtuigen. Die madam die in haar broek gekakt heeft.
Zowaar! Een nummer met een gitaar. Door een zeer stom toeval ben ik ooit op het Roskilde-festival in Denemarken beland. In een tentje. Mijn lief en ik kenden weinig tot niets van de affiche. Van Travis hadden we al wel eens gehoord. De groep kwam op toen het al donker was, iedereen zat op zijn gat in het gras, en van onder dat petje kwam een leuk liedje. En iedereen luisterde. En wij luisterden mee.
Toen ik terug in Brussel kocht ik de CD en toen viel me de tekst pas op. Wat is het tegenovergestelde van "op mijn lijf geschreven"? Dat is misschien nog net het meest fascinerende eraan: zo'n depressieve boodschap verpakken in zo'n vrolijk jasje. Zo wil ik ook nog wel depri zijn...
Why does it always rain on me? Is it because I lied when I was seventeen? Why does it always rain on me? Even when the sun is shining I cant avoid the lightning Oh, where did the blue skies go? And why is it raining so?
1985. De Doe Maar-hype was al een jaartje achter de rug. Niet dat ik me ervan bewust was, ik kende de groep niet. Ik mocht met mijn vader naar Nederland. Wij gingen voor zijn job spullen inkopen bij een groothandelaar. In de toonzalen lagen een aantal gadgets, alles in groen/roos. Doe Maar stond erop. Ik vond ze mooi. Vooral de kaften. Elk kind weet dan wat 'm te doen staat. Lang genoeg kijken, 4x omdraaien, treuzelen en zielig kijken. Een uurtje later zat ik met mijn Doe Maar-pakket in de wagen. Toen die kaften al lang weer op het stort lagen leerde ik de groep kennen. En was ineens weer trots op mijn kaften. Deze keer niet omdat ik die combinatie groen/roos cool vond, maar omdat ik Doe Maar goed vond..
In deze tijden van irritante telenet-deuntjes leg ik soms nog eens First time op. Omdat Coca-Cola toen nog cool was werd het bijhorende liedje van een reclamespot een wereldhit. In die periode gingen we met een aantal vrienden voor een week naar Center Parks. Dat was toen ook nog cool. In de cafetaria stond een jukebox waarvan we 2 nummers kenden: Total eclipse of the heart en deze. 2 meekwelers van jewelste. Het personeel heeft ons na een tijdje gevraagd niet altijd dezelfde nummers te kiezen. Het recht op vrije meningsuiting werd toen al geschonden. Dus kweelden wij uit protest maar zonder de begeleidende muziek. En werden we 5 minuten later buitengezet. Wat eigenlijk best vervelend was want daar waren geen andere cafés in de buurt.
Het blijft iets pervers. Een schatrijke man die zingt over de ellende in de wereld. Maar Michael mag dat. Hij heeft een excuus. Hij is zot.
Toen ik 12 was wisten we dat nog niet. Hij was een held, the king of pop. Als ik nu de archiefbeelden herbekijk was het toen toch ook al duidelijk.
Ik had een Michael Jackson-jasje. Een groen jasje waarop een grote Jackson-badge was opgenaaid. In mijn kamer hing een grote poster. Wanneer zijn nieuwe video in premiere ging zaten we klaar. Om 'm op te nemen. En daarna de dansjes na te doen.
Mijn generatie zal het moeilijk krijgen om later aan hun kinderen uit te leggen hoe populair Jackson wel niet was. Hoe vernieuwend hij toen was. Hoe uniek. Dat ie niet altijd een schertsfiguur is geweest.
Er zullen wellicht al stapels studies verschenen zijn over de link tussen het Eurovisiesongfestival en homosexualiteit. In iets beperktere mate zullen er ook al scripties volgeleuterd zijn over de band tussen Liliane St Pierre en homosexualiteit. Voeg die 2 samen en dan heb je natuurlijk fatal attraction! Ik zou zeemzoete herinneringen kunnen aanhalen van een groot familietafereel met nootjes maar dat zou dan net weer te voor de hand liggend zijn. Bij dit nummer krijg ik gewoon om me in te schrijven bij de lokale toneelvereniging of bij het Leger des Heils. Van alle Belgische inzendingen blijft dit mijn favoriet, en ik vrees voor mijn vrienden dat dit nog jaren zo gaat blijven.
Ballads zijn mijn ding niet. Nu weet ik uit ervaring dat een uitzondering meestal de regel bevestigd. Macy Gray toonde (voor mij) aan dat niet elke trage klef en vals moest zijn. Het was liefde op het eerste gehoor. Van het typische "Hé, wie zingt dit?" naar de winkel "krijg ik een percentje" tot thuis met een sigaret na en "nou, dat was lekker". Het kind klinkt op het nummer zo triest dat ik bijna een zakdoekje in mijn cd-speler had geduwd en op zoek ging naar wraakacties om me op al haar exen te wreken.
Ze zag eruit als Doortje uit FC De Kampioenen en zong als een strenge lerares in een meisjesinternaat. Enkele jaren geleden trad ze op tijdens Golden Years en tot mijn grote vreugde zag ze er nog altijd uit als een (weliswaar) bejaard Doortje. Zonder die irritante voetbalploeg in haar buurt.
Downtown is voor mij de stadshymne bij uitstek. Alles gebeurt in de grote stad. Zelfs toen al. Je zou voor minder op de trein springen of naar Brussel liften.
En dan die opbouw. Het is alsof er op het einde vuurwerk gaat afgestoken worden en de hemel helemaal roze zal kleuren. Van mij mag het.
Ik haat Bobby Brown. Hoe kan een mens nu nog denken aan Whitney Houston zonder er meteen alle miserie bij te denken. Ze was zo onschuldig en zong zo mooi. Zo zorgeloos. Zo fris. Zo vrolijk. Zo poppy.
Toen ik nog jong genoeg was om playbackshows op school te houden was Whitney na Madonna de meest gekozen artieste. Ter info: ik was Danny De Mun
Ik ben ervan overtuigd dat er ooit nog een geweldige biopic van Whitney zal gemaakt worden: The rise and fall of a Superstar. In een wereld zonder drugs en drank en Bobby Brown zou ze nu nog steeds een hele grote geweest zijn. Spijtig.
Hoe leer je Barry White kennen? Ik kan me echt niemand herinneren die me vroeger op het bestaan van de Grafstem gewezen heeft. Thuis hoorde ik het nooit, en op school nog minder. Toch is het alsof ie er altijd is geweest. En nog altijd is.
Ere wie ere toekomt, Ally McBeal heeft Barry weer helemaal hip gemaakt. Vanop het toilet. Dat is een ok-gegeven.
Ik ben ook trots dat ik 'm ooit in actie zag op het podium van het Sportpaleis. Zwetend als een rund, maar met de stem waarmee je London Bridge kon laten opengaan. En niet meer dichtkreeg.
Laat ik maar met een cliché eindigen dat klopt als een bus van Van Hool. Dit is sexmuziek. Maar dan wel alleen bij heeeeeeeeeel goede sex.
I'm too sexy for my love was een zeer leuke gimmicksingle. Maar na 15 jaar is de grap er een beetje vanaf. Deeply dippy vind ik wel nog altijd waanzinnig leuk. Met het tofste trompetje van alle trompetten. Ooit gaven ze een concert op de schaatsbaan van Geel met hun netkousen blousjes aan. Op de eerste rij stond ik. Zonder netkousen blousje. Ik kocht er een t-shirt die ik tot op de draad versleten heb. Pure jeugdnostalgie!
Popgeschiedenis. Het gebeurt niet vaak dat een meisjesgroep zo populair wordt dat er poppen van gemaakt worden. En nee, ik heb nooit zo'n pop gekocht. Heb het wel ooit overwogen. De magie werd verbroken toen Ginger Spice opstapte. Maar tot dan waren ze mijn favoriete meidengroep ooit.
Geri Halliwell was mijn favoriete Spice. Ik heb nog altijd visioenen van het broekje dat ze droeg tijdens het Belgisch concert. Tijdens de premiere van hun film Spiceworld stond ze even, heel even, naast me. Met een iets langere broek. En klopte op mijn schouder. Thank you for being here zei ze. It's my pleasure antwoordde ik, uit de grond van mijn hart.
The Spice Girls waren het bewijs dat een kartel lonend is. De groep samen was sterker dan de som van de delen. Het waren wel veel lekkerdere wijven dan Frieda Brepoels en Els Van Weert.
Scott Robinson in Neighbours. Als ik nu langs mijn Australische vrienden uit Ramsey street zap herken ik niemand meer. Dat is ooit anders geweest.
Op de speelkoer hadden we zelfs een clubje. De dames zaten op hun aktetasje in een cirkel. En ik zat er soms bij. Ook op een aktetas. Een Samsonite. De mooiste van allemaal natuurlijk. Noblesse oblige.
Samen overliepen we gebeurtenissen in Neighbours. Samen gingen we naar de platenwinkel voor de eerste single van Charlene aka Kylie. En samen trokken we naar diezelfde winkel voor de eerste single van Scott aka Jason.
Iedereen had een poster van Jason boven zijn bed hangen. Toch alle dames. Op hun aktetasjes hingen zelfs stickers van Jason.
Ik niet. Een ontluikende tienerjongen kon zich dat niet permitteren. Zelfs toen zou dat al dodelijk geweest zijn op een doorsnee speelkoer. Die Samsonite was al op 't randje. Maar ik had een grote mond dus dat lukte nog net.
Ondertussen zijn de dames geëvolueerd. Gaan naar theatervoorstellingen en drinken thee. De aktetas is een handtas geworden. Jason is vergeten.
Ik heb in mijn hoofd een tiental liedjes zitten. Die ik meteen kan inzetten en volledig opdragen. Dit is er zo eentje. Al 18 jaar. Misschien wel omdat zangeres Eddi de relatie bezingt die ik zou willen. Bij gebrek aan die relatie zing ik maar verder tegen de zetel, de tafel, de afwas. Maar ik ben niet wanhopig, ik heb geduld, want zoals zangeres Eddi zong:
I don't want to have half-hearted love affairs I need someone who really cares Life is too short to play silly games I've promised myself I won't do that again
Too many people take second best But I won't take anything less It's got to be yeah perfect!
Onlangs was ik in een videotheek met een kopie van Mannequin met Andrew McCarthy in mijn hand. De band lag ik in de afvalbakken. 30 cent per band. Heiligschennis noem ik zoiets. Dankzij die film werd elke paspop immers een sexsymbool. En dankzij die film werd Nothing's gonna stop us now een hit. Een bombastische jaren '80-deun met een dramatische tekst. Waarom heb ik godsnaam die film niet meegepakt?
De kleine Jackson. Ik heb altijd een beetje medelijden gehad met Janet. Het moet niet gemakkelijk geweest zijn om op te tornen tegen het instituut Michael. Niet tijdens zijn gloriejaren, maar nog minder nu. Hoe kan je hem verslaan in een wedstrijdje krantenkoppen scoren éénmaal hij op dreef is. Tepeltje laten zien? Liever niet. Haar nummers lijken in de vergetelheid te geraken. Waarom spelen ze op een feestje nooit What have you done for me lately, Control of Nasty? Nasty? Ik vind Janet vooral lief. En dan komt vooral door Together again. Voor mij misschien niet het mooiste meer zeker het liefste nummer dat ooit gemaakt is voor iemand die dood is.
Everywhere I go Every smile I see I know you are there Smilin' back at me Dancin in moonlight I know you are free Cuz I can see your star Shinin' down on me
In Herentals had je 2 jeugdclans. De johnies en de alternativo's. Op één of andere rare manier ben ik op mijn zestiende in de tweede groep beland. We gingen elke week naar fuiven waar ik Nirvana, Rage against the machine en Sonic Youth in mijn maag gesplitst kreeg. Een mens doet rare dingen in zijn leven.
Rond één uur begon echter het vrolijke half uurtje. En volgden er nummers die ik echt leuk vond. Waaronder deze France Gall.
Later werd me duidelijk waarom ik het zo goed vond. Het Eurovisiesongfestival! 1965. Met hoofdletter!
Dank je France Gall, want zonder jou zou ik die periode nooit overleefd hebben. Want geloof me: niemand staat goed met een Arafatsjaal.
In 1987 kocht ik mijn eerste CD. Een compilatie-cd met de grootste hits van toen. Tot dan kocht ik elpees. Die This is what I call music '87 deel 2 heb ik al lang niet meer opgelegd. Mijn tweede CD wel. Introducing the hardline according to Terence Trent D'arby.
Hij komt uit een tijd dat ik elke week keurig op tijd in de zetel zat voor Countdown op Veronica. En kennismaakte met dreadlocks.
Dance little sister. Wishing well. Sign your name. Rain. En If you let me stay. Ik kan ze nog allemaal meezingen. En ik vind ze nog altijd beregoed. Spijtig dat die kerel is beginnen flippen.