Het loopt vlotjes. Ik heb kort achter elkaar drie liften die me voorbij een kwart van het parcours brengen. Warm en droog is het en vandaag leer ik een nieuw woordje: 'polvo'. Je komt van alles tegen als je lift: felle wind, regen, zon, paardevliegen, jezelf en dus ook stof. Elke wagen die passeert laat een wolkje achter, het is een merde en het lijkt wel of al mijn kleren dezelfde kleur hebben - stofbruin. In de laadbak van de pickup wordt het niet beter. Ik sluit mijn ogen en laat de zandkorreltjes naar beneden tranen. We zijn dus weer onderweg. En dat voelt goed. Het landschap wordt, zoals de naam van de route laat vermoeden, gevuld met water en bergen. De Zeven-merenroute, jawel. Om de honderd meter denk je 'Hier kan ik wel een tentje zetten'. Het is ook het land van de Mapuches. Veel weet ik daar niet over, maar toen ik ooit de avonturen van Winnetou las, had ik dit landschap voor ogen. Het is iets voorbij mediodia en ik permiteer me de luxe om te picknicken - laat de auto's maar gaan. Dit zal ik me beklagen, want de komende twee uur is er geen auto die stopt. Als antwoord op mijn duim krijg ik gebaren die ik niet begrijp. De meest ontspannen chaufeurs zijn zij die met een volle wagen rijden. Ze hoeven zich niet te verklaren voor hun niet-medewerking en laten immer uitschijnen dat ze anders wel gestopt zouden zijn. In alle geval het vlot niet. En dit is een constante. Tussen twaalf en vier mag je het vergeten. Magic hour is tussen vier en vijf (vraag het maar aan Stanley Kubrick - hoewel, misschien is het daar net iets te laat voor). Het was zo in Torres del Paine, op de routa 40 richting Perito Moreno en vandaag is niet anders. Even na vieren stopt een wagen. De kinderen op de achterbank worden in een hoek geduwd, mijn mochila krijgt een zitje in het midden en ik ernaast. Qué barbaro! We hebben de ripioweg al even achter ons, als het meisje naast me begint te buikspreken. Met de lippen op elkaar wil ze iets duidelijk maken. Ze kijkt naar mij, ik kijk naar haar. Het buikspreken is gestopt, maar ze wordt een beetje rood en haar kaken staan fel gespannen. Ik kijk naar mijn rugzak in het midden, zij ook. De auto wordt langs de kant gegooid en net op tijd wordt de deur ontgrendeld. Het meisje smijt zich op haar buik met haar hoofd boven de weg. Dit moet deugd doen - een cascade in het berglandschap. En we zijn weer vertrokken. Mijn vervoer brengt me tot aan mijn adresje in Junin de los Andes. Hier ontmoet ik Toni en Alba weer. Ze zijn wat langer blijven plakken en wachten vol ongeduld op een Mapuche die hen zal introduceren in de comunidad, een beetje verderop in de bergen. Qué bueno! Het is een hoopje gezelligheid. Ines, mijn gastvrouw, heeft naast de Catalanen en mezelf nu ook een vreemde familie in huis, plus nog een actriese uit Zwitserland. De mate gaat vlotjes rond - het symbool van de Argentijnse gastvrijheid. Als de indiaan voor de deur staat, gaan de wegen weer uit elkaar. Ik neem afscheid van Toni en Alba en ook mijn liftfamilie is klaar om de reis verder te zetten. Wat zijn we weer goed beland. Hasta la proxima.
Het zit er bijna op, het Patagonisch avontuur. Na twee maanden ronddolen in het diepe zuiden kunnen we er een streep onder trekken. Wat ons rest is terugblikken. Terugkijken naar een periode van vele emoties en indrukken. Weinigen wagen zich eraan, voor velen is het een verre droom, maar de meesten hebben er nog nooit van gehoord - Patagonia. Ik heb me er alvast in gebeten. We hebben het allemaal geproefd. En hoe. Uren hebben we doorgebracht op desolate plekken. Wachtend op die ene auto. Veel tijd heb ik alleen doorgebracht. Met rugzak en tent kilometers afgelegd in prachtige parken. Dikwijls alleen, maar vaak ook fantastische mensen ontmoet. Op de baan of bij mensen thuis. Unieke ervaringen waren het. Met de beklimming van de Lanín (een Rus zou jalours zijn op zo'n naam) is het plaatje compleet. Met zijn drieduizend zevenhonderd en een goeie zestig meter is deze vulkaan net niet de hoogste berg in Patagonia. Hij torent overal bovenuit en je hebt een mooi zicht op de andere vulkanen rondom - onder andere de Villarica in Chili. Een fantastische ervaring was het, vooral ook omdat het mijn eerste sneeuwbeklimming was - crampons onder de voeten en pikkel in de hand. Zoals gezegd een mooie afronder. Nu op richting Mendoza. Hasta luego.
Hej chicos. Ik ben net toegekomen in Malargüe - provincia Mendoza. Patagonia ligt nu achter ons. Tijd om wat te bekomen van al het liften en zo zijn we weer aan het wwoofen. Bedoeling is om hier twee weekjes te blijven. Wat het zal worden zal de tijd uitwijzen, maar ik heb alvast een privécaravan gekregen. Zowaar Django Reinhardt achterna. Barbaro. Un beso grande y hasta luego.
Hoe gaat ie. Tegenwoordig werk ik in den bouw en help ik mee aan de constructie van een ecologisch hostel. Dat betekent de stellingen op. In de hoogte is het heerlijk toeven ende fluiten, want die permissie krijg je er gratis bij. Bouwen is een leuke bezigheid, meer veel straffe verhalen levert dat vooralsnog niet op. Tenzij je Hugo, die van het dak viel, mee telt. Het is hier allemaal heel gezapig en op het ritme van de zon. Deze week was er weer assado en elke zaterdag gaat er een geit in de oven. Malargüe heeft trouwens vorige maand het wereldrecord geiten bakken gebroken. Heb je zin in een leuk en origineel tuinfeestje, ga dan voor de zeshonderdentwee geiten tezamer op de bbq. Een plaatsje in het guinessbook is dan uw deel. Ondertussen hou ik me bezig met het systematisch afproeven van alle smaakjes in de heladeria. Momenteel ben ik wild van lemon tropical - citroen met stukjes aardbei en ananas. Vanilla blijft altijd goed, maar ook chocolate bariloche- , dulce de leche-, flan-, tiramisu-, calafate-, witte wijn- en kersensmaak zijn een vermelding waard. Voor zij die even niet meer weten waar het over gaat, helada is ijs en zoals u weet, super lekker.
Voor de vizuelen onder jullie, heb ik nog wat foto's toegevoegd van onder andere de beklimming van de Lanín en alsook van mijn nieuwe huisje (casilla). Let u hierbij vooral op het leuke gezichtje met een groot en klein oog. Dit was het. Nog veel plezier met Verhofstadt Drie en tot de volgende. P
Wat gaat de tijd snel. Ondertussen een dikke twee weken in Malargüe. Enkele dagen terug is er een derde Belg gearriveerd. We tellen nu één Vlaming, één Brusselaar en één Waal. Voor de gelegenheid is het niet de Waal die in een caravan slaapt - maar dat wist u al. Bernard is een supertoffe kerel, lifte ook de 40 en werkt als een beest. Daar kunnen de Vlamingen nog van leren. Hij houdt van bier, van frieten en zwart werken - een echte Belg, soit. Fantastisch. Het bouwen gaat vlotjes. Voor de ramen gebruiken we flessen en oude autoruiten. Krijg je een mooi organisch effect en goedkoop - en lekker (die wijn). Momenteel loopt er een cursus op de werf. Veel volk over de vloer en u raadt het nooit, wederom fataal voor mijn fototoestel. Se fue. Ik heb er genoeg van en ga er geen derde kopen. Momenteel brows ik op een nieuwe vorm van reizen. Na het hitchhiken, het wwoofen en het couchsurfen ben ik nu de trotse uitvinder van het fotosharen. Als een volleerde Japanner posteer ik me waar er aan digitale fotografie wordt gedaan. Een korte explicatie en het uitwissellen der e-mail directie volstaan om later thuis alsnog te genieten van visueel materiaal. Handig en goedkoop. Morgen zit het er hier op. Met Bernard trek ik voor enkele dagen naar Tunuyan om een ander project te bezoeken. Weer wat nieuws in de soep. Hasta la proxima.
Hejhej. We zitten in Tunuyan. De duim had ik in de valies gelaten. Niet gelift dus, maar als alternatief had ik twee Rosarianas aan m'n zijde om te bussen. Met Raquel en Ximena op schok naar de finca van Vida, waar Betrand in dienst is van Adriana, een eco-architecte. Ondertussen zijn de Rosarianas verder door naar Mendoza en ben ik op de finca gebleven samen met Bertrand. Hier ga ik even blijven om mee te helpen in de tuin en bij de constructie van een nieuw te bouwen huis. Een pareltje zal het worden. Een soort van spiraal met een oplopende vloer en een binnen tuin. Dit alles met natuurlijke materialen - muren van stro en modder zeg maar. Het huis dat er nu staat heeft geen stromend water, geen elektriciteit en geen WC. Kakken doen we in de banjo seco en we douchen op zongewarmd water. Vlakbij is er een beekje waar het heerlijk zwemmen is tijdens de siesta of na de werkdag. Een zeer efficiente manier om je te wassen. Alé - u hoort het al - we zitten hier goed. De eerste avond hebben we meteen een assadootje gestoken. De twee Belgen waren assadero van dienst. Dit tot grote spijt van de Argentijnen - haha, die niet veel moeten weten van een bloederig steakje. Volgende keer op z'n Argentijns - muy tranquilo y poco mas seco. Salud.
Zoals gezegd zijn we hier eerder beperkt kwa faciliteiten. Onze behoeften leggen we in een put, waarna we het geheel bedekken met een schepje zagemeel. Geen ergje aan, maar vanaf heden, en dit tot ongenoegen van mezelf en Bertrand, zijn we genoopt tot selectief deponeren. Het plasje behoort in een fles. Van dit sopjes zal er compost gemaakt worden als voedsel voor de fruitboompjes. De discussie draait om de universele rechten van de man, alszijnde het vrij ende ongedwongen plassen in de natuur. De vrouwen voerden nog weerwerk met het argument dat dit ook kan met de fles in de hand. Doch na veel beraadslag ende palaber zijn we tot een compromis gekomen. De mannen verlenen hun medewerking aan het project 'piscompost', maar krijgen enkele beurten vrijstelling om van straal te gaan. Iedereen content en dat de boompjes mogen groeien. Listo.
De fles is vol. De voorbije dagen zijn bloedheet geweest. Vochtig en warm. De remedie is een lange siesta. Van één tot vijf leggen we de wapens neer. Een lange dut of een plons in het fantastische beekje een beetje verderop is ideal. Met den bouw gaat het gestaag verder. De coördinaten liggen vast. Geen eenvoudige klus omwille van de ongewone vorm van het huis. Ondertussen zijn we de strook voor de fundamenten aan het graven. Het is best wel een beetje artie - een megaspiraal van zo'n meter diep. Met een beetje ondernemingszin kan je dit verkopen als kunst. In alle geval het was geen kunstje om het uit te tekenen. Het werkvolk is hier niet zo thuis in de wondere wereld der mathematica en supersonische meettoestellen zijn er niet. Gelukkig is Bertrand naar school geweest. In Wallonië weliswaar, maar het volstaat. Ik, op mijn beurt, heb me toegelegd op de constructie van droogrekken. Het heeft wat voeten in de aarde gehad, maar ze staan er en de eerste druifjes en peertjes zijn al te drogen gelegd. Heden wordt het wachten op de post die Bertrand zal worden toegestuurd: een grote doos met chocolade, andalouse-saus, trappist y otras cosas. Qué barbaro.
Wat een land, Argentinië. De architecte heeft zin in wat vakantie en is er even tussenuit zomaar in de volle opbouw van het project. Geen nood, we redden het wel. Als toetje mogen we haar auto gebruiken. Een babyblauwe Chevrolet (1956) en ik denk dat hij ooit nog van de familie Wemmel is geweest. Vliegen doet ie alvast niet meer, maar hij bolt. Leuk voor een uitstapje op zondag en zo geschiedde. Drie gringo's naast elkaar in een huge van een oldtimer op weg naar een meertje om wat te zwemmen. Halverwege krijgen we gezelschap van twee lifters - een vers koppeltje en behoorlijk high in the sky. Ze krijgen een ligplekje in de laadbak. Dankzij een gouden tip van een local weten we een goed baanrestaurantje te traceren. Slecht is ie niet, die choripan (broodje worst) en de papas fritas zijn enorm. Goeie tip en de zondag kan al niet meer stuk zowaar - ook al blijkt het meertje niet echt een zwemmeertje te zijn. No nadar, pero une siesta esta una buena alternativa. Na de dut terug in de truck. De lifters zijn nog steeds aan onze zijde en we leggen ze netjes weer detras in den bak. Hop naar huis voor een duik in ons eigenste beekje. Wat jammer dat we niet op de gastank gelet hebben. Als een slokop gaat het peil naar beneden en wanneer de lampjes rood kleuren zit er niets anders op dan de wegberm op te zoeken. Niet veel later vinden we een sympathieke collega chevroletter met een stevig stuk touw die ons naar het volgende naftstation sleept. Qué adventura. En zo komen weer thuis voor de welverdiende plons. Nog even opschudding als Katy wordt gebeten door een vis (?), een slang (?), een otter (?) of iets anders in het water. God mag het weten, maar ze heeft het overleefd en dat is ook al goed. Listo.
Op weg naar de finca passeren we telkens een minikioskje. Het moet zijn twee vierkante meter groot zijn en de trotse uitbater is 'El Negro'. Hij lijkt wel uit een spaghetti western te komen - scherp in het gezicht, een ruwe donkerroodbruine huid, plat zwart haar en piepfijne oogjes. Onze leverancier van frisse pintjes is hij en ondertussen zijn we vaste klant. De handel gebeurt via een raampje met tralies. Een fles past er net tussen - ideal. Soms is het luikje naar beneden, maar een 'hola, Negro' vanop straat volstaat om de boel te openen. Fantastische kerel, die Negro. Leg er nog eentje koud voor vanavond.
Hoho amigos. Ik zit op een scheet van Mendoza, de wijnstad van Argentina. Al het lekkers uit den Delhaize wordt hier geproduceerd. Dit vraagt een kijkje. En kijk. Is het nu net niet de maand van de Vendimia - het jaarlijkse wijnfestijn? Wat een toeval seg, dat we net nu naar Mendoza gaan. Amai, qué surprisa. U ziet maar. Nu zaterdag gaan we nippen van de tempranillo. Om jullie al in de sfeer te brengen zend ik alvast de webpagina door. Schol.
Elke dag moet er voor water worden gezorgd. Drinkwater tappen we af van het kraantje aan het Shell-station. Water voor den afwas halen we bij de buren. Dit is weliswaar een voorlopige oplossing. In de toekomst zal de diepe grond ons voorzien van het nodige water. Een put van twintig diep hebben we nodig. Het team dat dit euvel al klaren bestaat uit een werkman, een assadoman en een baas. De eerste dag wordt er een uur gewekt. De baas kijkt toe en de assadoman zorgt voor het vlees. Eerst dacht ik, wou - die gaat veel bokes eten. Maar uit zijn lunchpakket toverde hij zowaar heelder lappen vlees. Barbeque op het werk dus. Stel je voor dat je in ons landje loodgieter bent en alvorens naar de cyfon te kijken eerst op zoek gaat naar de bbq. Het bereiden en eten neemt zo'n drie uur in beslag. Om de dag af te ronden wordt er nog een uurtje gewerkt en we zitten nu zo'n tien diep. De volgende dag hetelfde ritueel, maar rond meter twintig breekt heel de boel af. Dag drie moet het gebeuren - volledig van vooraf aan. En jawel, de assado wordt ingekort en het levert op. Vandaag hebben we water in 't putteke. Het zal ons veel moeite besparen. Superbueno.