Het begon al meteen goed. De bus die me die ochtend vroeg zou oppikken, pikte dit niet. Pier mag het weten en zo stond ik daar twee uur te blinken. Als een schooljongetje voor de grote dag. Maar er gebeurde niets. Nada. Wachten op de namiddagbus maakte geen deel uit van de taktiek. Benen met wandelkriebels laten zich moeilijk verzoenen met een afwachtende houding. Liften dus - met de duim omhoog en de neus in de wind. Weinig succes is mijn deel. Vele autos en een uur later heb ik dan toch prijs. Duitse touristen zowaar. Ze stellen me een alternatieve route voor met als eindbestemming het park. Ik kan me wel vinden in dit plan en ik vleid me op de achterbank. De achterbank die ik deel met een kakki jasje van de Duitse manschaft. Het valt me moeilijk om niet aan Alo alo! en the fallen Madonna met de je-weet-wel te denken. Altijd sympathiek blijven tegen Zjeurmans die je meenemen en even voorbij halverwege kruisen onze wegen met een welgemeende handdruk. We zijn het park in, dat is al iets. Een kleine twintig kilometer resten me nog van de start van het circuit. Het plan om die dag nog aan te zetten had ik al geborgen. Ik kijk om me heen. Het landsschap is prachtig, maar we pillen vooruit en voorzichtig zet ik er al wat pas in, in afwachting van de eerste wagen. Welgeteld honderd meter zijn we ver als ze boven een raam openzetten. Een wind die je niet voor mogelijk houdt wipt me van de grond. Dit is immens. Ik zit hier tussen twee bergketens in en het nabijgelegen Lago Nordenskjold is ideaal om je als windje een loopje te nemen. Ik probeer de kant van de weg op te zoeken, maar elke twee passen moet ik bijsturen. Don Quichote mag het hebben en ik zet me langs de kant. Tijd voor de windstopper. Het lukt me simpelweg niet om mijn vestje aan te krijgen. En op deze manier kom ik niet te weten of dit welbetaald kledingsstuk werkelijk de wind kan stoppen (alszijnde een soort van variant op de Harry Potter-mantel zeg maar). Nog geen auto te zien en ik neem het plan op om even het plan op te nemen. Niet slim natuurlijk. Een seconde en de wind reet het in twee. Hier sta ik dan kennis te maken met Patagonië. Wat me nog rest is een poging tot het opbergen van de map en als ik opkijk staat er zowaar een camper te pinken. Een dame houdt met man en macht de deur open en ik beantwoord het gebaar. Dit is geweldig, ze gaan de goede kant uit en ik krijg een zitje aan de tafel. Michel en zijn vrouw komen uit Frankrijk begin de zestig. Een wereldkaartje aan de wand van de muur toont me de weg die ze hebben afgelegd. In Antwerpen vertrokken. Met de camper een zeeschip op en een maand later in Buenos Aires eraf. Daarna naar het putje van de wereld en zo gaan ze weer naar boven tot in Canada. Dit moet genieten zijn. Het is één van de coolste liften dit ik al heb gehad. Vooruit gaat ie niet onze camper. Ook hij moet boksen tegen de wind en bergop haalt hij de snelheid van een pausmobiel. Dit is op en top onthaasting en ik beklaag het me niet dat ik de bus heb gemist. Ik kijk door het keukenraampje en zie een dertigtal Guanacas. Prachtige dieren zijn het en van alle lamas vind ik hen de leukste. Stil is het in de camper en we laten het lekker tot ons doordringen. Niet ver van de eigenlijke start word ik dan gedropt. Een lange weg hebben ze nog te gaan en ik wens hen een goede reis. Adios amigos. Het einde van een lange dag en nog geen voet gestapt..