Terug on line en reeds dobberend op een plastieken krokodil in de Indische oceaan
Het is op deze blog even windstil gebleven. Na Graskop hoopten we on line te kunnen in Swaziland, maar dat bleek een foute veronderstelling (foute veronderstellingen of afwezige vanzelfsprekendheden overkomen ons wel meer hier) Ondertussen zitten we dus in Santa Lucia aan de Indische ocean en is het nodig om even met de teletijdmachine terug te gaan naar Graskop Zuid-Afrika (typefouten zijn een gevolg van een qwertyklavier, de v en de spacebar die vettig vastplakken of mijn foute kennis van de spelling of alles tegelijk)
Graskop ligt mooi, op grote hoogte, vlakbij enkele belangrijke toeristische trekpleisters in de afdeling Natuurschoon. De volledige econo;ie van graskop is dan ook gericht op toerisme: prijzige supermarkt, veel straatverkoop, souvenirwinkels, hotel, selfcatering cottages,... In die afdeling te bezoeken natuurschoon gaan we langs de mac mac pools en wandelen over het "secretarisvogelpad". We verwachten dan ee kaart met uitgestippelde wandeling, met infoborden over de omgeving en het bedreigde bestaan van de secretarisvogel en we hopen dat schoon beest te zien, maar we verwachten duidelijk verkeerd of te veel. Wat krijgen ze wel? EEn mooie wandeling in een omgeving die voor ons uniek is: rond een heuvel in dor gras, tussen rotsblokken en eilandjes met tropische, groene vegetatie en bergen op de achtergrond. En die secretarisvogel hadden we tenslotte al in Krugerpark gezien. Daarna zakken we nog even af naar de mac mac watervallen en de Maria Shires watervallen. Rond Graskop zijn er veel door water uitgesleten ravijnen en dus veel spectaculaire watervallen te bezoeken. De mooiste moest nog komen.
Sportflash: in het Zuid-Afrikaans kampioenschap UNO leidt Arif nog steeds autoritair, maar de volwassenen hebben beslist om een front te vormen. In het voetbal kunnen Thomas en ikzelf die 2 nog af.
We hebben nog 2 dagen Graskop, maar er moeten keuzes gemaakt worden, we kunnen nie alles doen. We doen de panorama route. Via pilgrimsrest ( een goudzoekersdorp (eind 19de eeuw) waar de tijd stille bleef staan, nu omgeturnd in een "touristrap") rijden we tot in/aan de Echo caves. DE gids, hij noemt zichzelf Elvis, is leuker dan de grotten. We trekken verder en rijden nu langs de Blyde Canyon. Om de uitkijkpunten te betreden dient wel altijd iets betaald te worden. OPvallend om te zien hoe zwaar bemand die toegangen zijn. Beschikbare jobs EN de respectievelijke lonen worden gedeeld onder elkaar. EErst paseren we de 3 rondavels ( 3 grote rotsformaties in de vorm van een Afrikaans huis) DE uitzichten zijn mooi, maar de lichtinval slecht (onze fotograaf wijst ons daar terecht op) en DEbbie heeft al de Grand Canyon gezien en kan dus alles goed relativeren> WE rijden verder richting Graskop en stoppen nog aan Burkes Luck pottholes. Ik verwijs hier graag naar de foto's voor al de natuurpracht. DE madam van de internetshop vraagt om af te ronden en dat doe ik. Morgen zal DEbbie nog een stukje Graskop en Swaziland doen. Ngomile.
Behalve een prachtige grote Olifantenstier en een geweldige Tawny Eagle en een kleine springhaas (hupt als een kangoeroe), de roep van een hyena, massa's sporen en de nodige uitleg erbij, bleef onze wandeling vrij beestloos. Maar dat zouden we later inhalen. Onze eigen tochten waren zeer succesvol, met zelfs een neushoorn in het vizier. In Pallaborwa kochten we twee boekjes met het wildlife van ZuidAfrika... dat staat nu al vol fluo aanduidingen van wat we allemaal zagen. Vooral de vogelpagina's geraken redelijk vol. De kinderen moesten weliswar veel in de auto zitten, maar ze zijn minstens zo enthousiast als wij. De belonen hen met een sunset drive in het park de laatste avond. Met een groot open voertuig rijden we door het park in de hoop ook wat nachtdieren te spotten. We zien twee grote uilen in onze zaklampen kijken, maar naast de olifanten en giraffen, zebra's en 250.000 impala's (het blijven prachtige dieren hoor), zien we spijtig genoeg geen katachtigen of neushoorns. De laatste dag is er sneller dan gedacht... ook omdat kwebbel en bebbel (eekhoorns ontbijten graag samen met een enkele gast - aan tafel - en lusten trouwens graag banaan) op het dak van onze hutten ruzie maakten. We vertrekken naar het zuiden en besluiten een strak schema aan te houden om op tijd in Graskop te geraken... maar ja, die beestjes he. Eindelijk neushoorns, een secretarisvogel (met uitsterven bedreigd), een grote groundhoornbill, en..... LEEUWEN - 2 keer nog wel, met welpjes. Toeristen worden er erg egocentrisch van en blijven veel te lang in file staan kijken, de weg blokkerend. Eigenlijk is de lijst met beesten te lang om op te noemen, aan vogels willen we zelfs niet beginnen. We arriveren in Graskop om 17 uur en besluiten lekker te gaan eten in een Portugees - Mozambikaans restaurant - een lekker maal, na Kruger, waar de fret en de bediening toch iets te wensen overlieten. De volgende dagen brengen we jullie verslag uit over onze uitstappen in the blyde Canyon en naar de vele watervallen hier. Misschien doen we dat wel in het internetcafe verder op, waar ze tegelijkertijd ook doodskisten verkopen Afrika, we love it! Aan iedereen de groeten, ook van de kinderen - die jullie uiteraard absoluut niet missen Debbie en Christel (eigenlijk een beetje zoals wortels en erwtjes)
Dag iedereen,... we leven nog. Sinds het vorige bericht hebben we gewoon geen internet toegang meer gevonden. En we hebben ondertussen toch wel wat gezien en beleefd. In Phallaborwa zijn we bootje gaan varen op de Olifantsrivier ( Thomas had het eerder over de Oranjerivier... onzin natuurlijk, die stroomt ergens anders.) Het stuk waar we de boottocht deden grenst aan Krugerpark, waardoor we buiten de verwachtte nijlpaarden en krokodillen ook heel wat ander wild hebben gezien: onze eerste olifanten, giraffen, buffels, een zeldzame nyala, dassie's op de rotsen (Afrikaanse marmotachtigen) en massa's vogels (waaronder de blijkbaar erg zeldzame zwarte ooievaar). Na de verschrikkelijke autorit - een echte aanrader voor 4x4 fans - bleek de boottocht de moeite te zijn. Er waren nog enkele andere Afrikaner gasten die er lustig op los braaiden gelijkdeks... en omdat wij niet voorzien waren van worsten en kotteletten, kregen we aan het eind van hun festijn toch nog een heel eind boerewors cadeau. Dit boottochtje was een voorproefje van de echte bush - Kruger! Omdat we slecht 3 dagen in Olifantsrestcamp geboekt hadden, besloten we er lange dagen van te maken en zoals alle toeristen zeer vroeg op te staan om te vertrekken. Het inpakken gebeurde 's avonds, om de kinders met pyama en dekens in de auto te gooien om 6 u 30. Aanvankelijk dachten we dt de rit naar on s restcamp niet zo lang zou duren - 't was immers maar 97 km - maar tegen 30 per uur en omdat het daar nu eenmaal vol wild zit om naar te kijken, valt dat toch wat tegen (we arriveerdern rond 15u). De eerste wauw's en oh's volgenden bij het zien van een kleine kudde olifanten vlak naast de weg... prachtige dieren van dichtbij. Anna was een beetje bank en vroeg telkens opnieuw om gas te geven. Ons kamp bleek een prachtig ver uitzicht te hebben over Olifantsrivier, waar we inderdaad veel olifanten konden zien oversteken. Mama's met kalfjes aan hun staart; enkele solitaire stieren die soms erg hard sleurden aan bomen en struiken. We bleven die eerste dag staren over de rivier en de bush tot de sterren aan de lucht stonden (wel al om 18 uur). De volgende twee ochtenden hadden we een morningwalk geboekt voor de twee volwassen koppels... kinderen mochten lekker uitslapen. Wij trokken er op uit om 5 u 15 met een gewapende ranger op zoek naar groot wild. De ranger had twee keer ingezet op de witte neushoorn... we vonden vooral veel stront - soms redelijk vers. Je hebt geen idee van de hoeveelheid dat ze produceren. Het was erg de moeite om tijdens de ochtend de geur van de bush op te snuiven, het gras te voelen en te weten dat je in een gebied vol gevaarlijke en minder gevaarlijke beestjes zit, maar eigenlijk kwamen we niet veel tegen.
Eindelijk nog eens een internetcafe gevonden. Met qwerty alweer. Please don't mind the mistakes. We zijn vandaag vertrokken uit Tzaneen en gearriveerd in Phalaborwa. We zitten nu vlak bij Kruger. De ingang is op 2 minuten rijden van hier. Morgen gaan we varen op de Oranjerivier. We zijn hier heel druk bezig met het inslaan van de nodige proviand. Overmorgen rijden we immers naar Olifants Kamp in het Kruger reservaat zelf. Niet dat ze daar geen winkels hebben maar hier gaat het iets goedkoper zijn. Neem even de atlas er bij om te zien waar we zijn. Of beter nog Google Earth.
Ons verblijf in Tzaneen was erg ontspannend. We verbleven op een Game Farm. Te voet kan je dan een heleboel dieren zien. Een Game Farm is een groot omheind terrein, dus wel anders dan bvb. Kruger. Alhoewel dat ook omheind is. We hebben vooral veel antilopesoorten gezien. We kochten ons ondertussen ook een gids om alle vogels en zoogdieren te kunnen identificeren. We verdiepen ons momenteel in mest. Zeer interessante materie. Toen we gisteravond terugkwamen van onze uitstap naar de Degebeni Watervallen gingen we nog voor een avondwandeling. De kinderen bleven spelen in het huisje. Dat maakt een verschil. Het is soms wat lastig voor hen stil te moeten zijn. Zo zagen we o.a. voor het eerst een Kudu (google even voor een foto), dat was vrij impressionant. Ook enkele wildebeesten en giraffen en zebra's. Op een binnendoorpad vond Debbie, de enige die een beetje deftig kan zien hier, een dode bushbuck. Dat hebben we dan gemeld aan de eigenaar. Vanmorgen zijn we die dan ook gaan opzoeken met een bakkie (4x4). Ik vooraan bij die Afrikaner en Bart en William in de laadruimte achterin. Door de bush, best wel leuk. Er zaten al wat meer vliegen op deze keer. Debbie had het goed. Het was wel degelijk een bushbuck (een vrouwtje) (google om een idee te krijgen). Het was niet aangevallen door een jakhals (die ook op het terrein zat), zoveel was duidelijk. Dus waarschijnlijk gaat het om een ziek dier of om een slangebeet. In het rode zand nog sporen van de doodstrijd.
Na nog een babbeltje met de mensen van de Mowana Game Farm zijn we dan vertrokken naar Phalaborwa. Ik heb nog eens gereden. Toch vreemd dat links rijden. Je hebt voortdurend een "pechstrook" aan je linkerkant. Het is de bedoeling dat je daar in gaat rijden wanneer je wordt ingehaald door snellere wagens (er wordt stevig gereden in Zuid-Afrika). Of wanneer je zelf moet passeren gaan de andere voertuigen daarin. Af de weg eigenlijk. Een bedankje geef je dan door met de parkeerlichten 1 x te flikkeren.
Ik zit hier zelf met William (hij doet jullie de groetjes). De anderen zijn naar de supermarkt in de shoppingmall. Vrij Amerikaans allemaal. Wij zorgen dus voor wat nieuws en de anderen voor proviand. We zijn eerder een hapje gaan eten in een steakhouse. Voor verfijnde keuken moet je duidelijk niet in Zuid-Afrika zijn. Ik at al twee keer steak. Normaal gezien doe ik dat bijna nooit. Fastfood is big hier.
We zijn nu dichter bij Kruger, dus het wordt ook warmer. Stilletjes aan maken we ons op voor het echte werk. We gaan natuurlijk voor de big five: leeuw, buffel, olifant, luipaard en neushoorn. Ik heb al heel wat mooie foto's van dieren, maar daar mogen er nog heel wat bij. Binnen enkele dagen dus heel vroeg opstaan. 's Morgens zie je het nu eenmaal het meest. Hopelijk zijn de kinderen dan ook enthousiat. ;-)
autorijden in Pretoria spannend STOP met nissan en VW door Afrika STOP landschap van vlake, naar heuvels, naar bergen STOP vegetatie geweldig STOP nu in Mowana Game Resort - Tzaneen - STOP op de R71 rijden ze als zotten STOP Game resort aan R 71 is paradijsje langs weg STOP gescheiden door electric fence met automatische poort STOP hebben eigen Remote to open and close STOP Wauw STOP we zijn enige gasten STOP 2 chalets naast elkaar STOP hebben babyhippo op de stoep STOP hipposnot tegen broek is vies STOP lopen tussen giraffen, antilopes, zebra's, struisvogels STOP voor papa - vogelpracht ongezien STOP met dun stokje door termietenheuvel steken lukt niet STOP Saartjie van Mowana is lieflik en vrindlik maar swartes moeten in hut zijn om 18 u STOP Apartheid leeft voort ? ons koopt ons waar bij swartes op markt in Tzaneen STOP gisteren grote braai in donker met aanseekhulp STOP net opgestaan - bushbok onder raam STOP kinderen nog steeds aan leiding met uno STOP woord van de dag - beseering= ongeval STOP programma van dag = biggest baobab in world + Modjajiskloof STOP kinderen geweldig in sas STOP ze doen groeten en kusjes aan iedereen STOP tel christel = 0835243498 - niet bellen, wel e-mailen STOP
Zaterdag, we slapen lekker lang uit, zo'm lange vliegtuigreis kruipt in je kleren. We wandelen door de resenditiele wijk (geen hond op straat maar achter de draad) via de Afrikaanse middenstanderswijk naar Church Square, het historisch cemtrum van Pretoria. Het zonnetje schijnt op ons gezicht, ik schat 20 graden, de Afrikaanse winter is vergelijkbaar met onze indian summer. De meeste Afrikanen lopen dan ook vrolijk ingepakt rond, wij doen het met trui en jas en lippenzalf. Na een bezoekje aan cafe riche en een lokale filmset, (iets over het leven van Mandela) trekken ze naar het Kruger House. Het blijkt een bijzondere locatie, een laag huis temidden van hoge appartementsblokken. We slenteren nog wat rond, passeren het oude kerkhof, spijtig genoeg gesloten en nemen een taxi naar de Union Buildings, de parlementsgebouwen, gelegen op een heuvel. Helaas pindakaas, mag er niet gevoetbald worden in het park, misschien hebben ze er genoeg van? Het uitzicht op Pretoria is mooi. Na een lekkere maaltijd in een Afrikaans restaurant, trekken we terug naar onze cottage. We steken de open haard aan en starten met het wereldkampioenschap UNO : duur 1 maand, 1ste prijs een grooooot ijsje. Zondag , Mandeladag , Madiba wordt 92! Gefeliciteerd. We wandelen deze keer meer naar het zuiden van de stad en belanden in Burger Park. We hangen, liggen, voetballen hier en verbroederen met Zuid-Afrikanen en Burundezen. Ook hier blijkt voetballen verboden ... Aan de overzijde van het park bevindt zich het prachtige Melrose House, een huis van rijke industrielen, Victoriaanse-Edwardiaanse stijl, in beslag genomen door Kitchener in de oorlog tussen Boeren en Britten. De moeite waard. Seffens nog een rondje UNO en morgen pikken we onze gereserveerde auto op en trekken naar het noorden, Tzaneen, waar de temperaturen nog beter zullen zijn. Woord van dit weekend = sielkundige (psycholoog) Tot in Tzaneen! Bart
Onze twee eerste dagen reizen zitten erop. Maar een 'African feel', moet nog komen. De reis was verliep immers niet zonder problemen. Bij de Smeuldersenbegon het al in Berchem, waar de IC naar Brussel Noord gewoon werd afgeschaft. We werden doorverwezen naar een ander perron en stapten - ja echt waar - op een boemmeltrein naar Brussel. We zouden nooit onze aansluiting naar de luchthaven halen zonder nog een extra overstap... bon, we hadden 4 treinen nodig om er uiteindelijk te geraken en ons toe te voegen aan een lange rij wachtenden in Zaventem. Het leuke was wel dat Debbie en Bart stonden te supporteren langs de kant en ons konden voorzien van koffie en thee. Daarna hadden we moesten Debbie en ik nog een grondige controle ondergaan omdat bij ons het systeem bleef piepen. Dat alles en het feit dat onze eerste vlucht met meer dan een uur vertraging vertrok, was eigenlijk allemaal niks vergeleken met wat ons in Cairo nog te wachten stond. Drie pascontroles, stempels, piepende of niet werkende handbagagescans later, zaten we om 00:30 op het tweede vliegtuig. We zouden spoedig opstijgen, dus we wachtten en wachtten en wachtten... er kwamen menige verontschuldigingen en een onduidelijk bericht over een technisch defect vanwege boordpersoneel, het zou nog een half uurtje langer duren, maar het werden uiteindelijk een dikke twee uur. Af en toe zonder airco in het vliegtuig... het was 32 graden in Cairo, dus de mensen werden na een tijdje toch wel onrustig. Er werden waterbedelingen georganiseerd door de reizigers zelf en de excuses werden niet meer op prijs gesteld. Maar behalve dan dat we hierdoor de reis herinneren als bijzonder zwaar en vermoeiend zijn we uiteindelijk heelhuids - technisch probleem toch opgelost - in Johannesburg gearriveerd. Door de vertraging was onze gereserveerde chauffeur nergens te bespeuren in de luchthaven... we moesten bellen met Pretoria Backpackers. Die bleken bovendien niet te beschikken oer een voertuig voor 8 personen, en er moest nog onderhandeld worden over een tweede voertuig. Debbie en ik zijn met de meisjes apart vertrokken naar Backpackers in een oeroude Mercedes-taxi met 412.000 km op de teller en een snelheidsmeter die niet werkte. Dit is Afrika - onze tweedehandsvoertuigen leiden er nog een laaang tweede leven. Onze selfcatering cottage heeft een mooi ligbad en heeft op zijn eigen manier best wel een Afrikaanse sfeer, tussen veel groen en met het verwachte braaistel. Maar het is erg koud en de komende nacht belooft niet veel goeds, als we ons niet bedekken met alle dekens die we kunnen vinden. Pretoria Backpackers blijkt achter een onopvallende gevel in een absoluut dode straat in een beter wijk van Pretoria te liggen. Uiteraard valt meteen op dat alle huizen er een electric fence of voldoende bobwire op na houden... maar dat weerhoudt ons niet om een verkennende wandeling langs het Pretoria Soccer Stadium te maken, om zo verder te dolen door de straten in de nabije omgeving van onze verblijfplaats. We twisten wat over jaccaranda's en accacia's en eten daarna een pannenkoek in Harry,s Pancakes... Lekker en niet duur. Ondertussen hebben we - terug in backpackers - een lekker maal genoten, spelen de kinderen pool en Uno met de papa's en steken we subiet het haardvuur aan om dan - zonder twijfel - in honderduizend frennen te vallen. Enfin, morgen begint ons Afrika-avontuur pas goed,
Ik zal hier toch maar een eerste berichtje plaatsen. Ik zie immers reeds 30 bezoekers op de teller staan. En dan vinden die enkel ons relaas uit Thailand. Het is al Zuid-Afrika deze keer. Dit keer zijn we niet langer met vier. Bart, Debbie, Arif en Mira zullen ons vergezellen. Voor die laatste twee wordt het hun eerste verre reis. Dat wordt dus allemaal best wel een beetje spannend.
Onze rugzakken liggen klaar in onze living, de inhoud voorlopig nog verspreid over de vloer. Die moet hier en daar nog aangevuld worden. Het is niet eenvoudig. Wat neem je mee en wat laat je thuis? Je bent meer dan vier weken van huis maar tegelijk moet je goed op het gewicht letten. Bovendien pakken we ook voor de kinderen. Die hebben wel een eigen kleine rugzak, maar dat is voor wat persoonlijke spulletjes. Na een schooljaar met zware boekentassen willen we die wat ontzien. Drie broeken of vier? Neem ik boeken mee? Geen mp3? Welke schoenen? Een warme trui (Johannesburg is slechts 10°C en we trekken ook de bergen in)? Thailand was wat pakken betreft makkelijker, want warm en vochtig. Nu moeten we met meerdere weersomstandigheden rekening houden.
Als we vrijdagochtend in Johannesburg landen zal het in ieder geval een pak frisser zijn dan hier in België. Het is winter in Zuid-Afrika. Om 9 uur vandaag was het 3°C. (Mmm, misschien toch een trui?).We gaan dus op wintervakantie. Nou ja, dat valt wel mee hoor. Ik kijk even naar andere plaatsen die we zullen aandoen en daar schommelen de temperaturen rond de 20°C. En bij Phalaborwa (Dat is in de buurt van het Krugerpark) zelfs 25°C.
Zo, nu staat er toch iets. Aan alle ongeruste familieleden, geïnteresseerde fans en nieuwsgierige nieuwkomers nog het volgende. Via de knop Allo Zuid-Afrika (zie links) kunnen jullie ons een persoonlijke mail sturen. Maar wil je gewoon reageren of een korte opmerking maken en plein public dan doe je dat best door te klikken op de link "reactie" die je telkens onderaan een bericht ziet staan. We gaan ons best doen om af en toe een onderhoudend tekstje te plaatsen. We zijn met vier, dus dat worden vier verschillende stijlen, ieder met eigen invalshoek vermoed ik. verwacht geen prachtige volzinnen. Het is lectuur. Hou er rekening mee dat we misschien niet altijd toegang tot internet hebben en dat er wel eens een sessietje van tussen zal vallen. En het kan ook voorvallen dat we ff gewoon geen zin hebben. Het is immers vakantie.
Nog een klein dingetje. Wij gaan helaas niet in op de talrijke vraag naar vuvuzela's. We brengen die niet mee. Er zijn genoeg sites waar je die plastieken decibels kan kopen. Veel in het oranje heb ik gezien. Een ietwat treurige kleur heden ten dage.
We zijn weer thuis en hoewel het leuk is om iedereen weer te zien viel het afscheid van Thailand ons zwaar. We hebben er een fantastische reis opzitten. Het deed ongelooflijk veel deugd daar te vertoeven. Wanneer vakantiegangers gevraagd wordt hoe het tijdens de vakantie geweest is krijg je vaak het volgende qntwoord te horen: heel goed, vriendelijke mensen, lekker eten en goed weer. Dat is dan een cliché. Wel dat cliché geldt zeker ook voor onze vakantie. Het was plezant nog een keertje ondergedompeld te worden in een land waar al je gewoonlijke referentiepunten van geen tel zijn. Niet alleen voor de kinderen maar ook voor ons was het het grote onbekende. Je leest een heel jaar over Thailand, maar er daadwerkelijk ook zijn is uiteraard het uiteindelijke doel geweest. We zijn vele ervaringen rijker en we zijn in onze overtuiging gesterkt dat we zo snel mogelijk opnieuw een verre reis gaan maken. Met de kinderen uiteraard. Zo lang ze nog mee willen. Die volgende verre bestemming zal nog niet voor volgend jaar zijn. Reizen kost centjes (vooral als je het vliegtuig moet nemen) en die centjes vallen niet uit de lucht. Volgend jaar houden we het op het zuiden van Frankrijk. We trekken er dan weer met de tent op uit. Er is iets misgegaan met het laatste bericht dat Christel neerschreef in het hotel in Bangkok. Ze had niet veel tijd omdat we rond het middaguur moesten uitchecken en in haar haast vergat ze op de knop publiceren te klikken. Het relaas over onze terugreis naar Bangkok hebben jullie daardoor moeten missen, waarvoor onze excuses. Ook onze laatste dag in Bangkok en de terugreis staan niet op onze blog. Ik vind het een beetje jammer dat we op deze onhandige (onvolledig) manier afsluiten, maar nu we al enkele dagen opnieuw in België zijn is de heimwee naar Thailand nog heel vers en daarom vind ik het ietwat lastig om de laatste dagen nog tot in detail te beschrijven. Ik ga daar toch alleen maar depri van worden. Want het is weeral voorbij. Het werk wacht weer (Christel is sinds gisteren weer aan de slag, ik heb nog respijt tot maandag). Ik heb me gisteren al een reisgids aangeschaft voor Zuid-Frankrijk. Het verzacht de pijn enigszins. Ik wil graag iedereen die onze blog heeft gevolgd heel erg bedanken. Ik zag net dat we toch 181 unieke bezoeker hebben gehad. Niet slecht voor een blog zonder foto's. Ik heb begrepen dat onze schrijfsels in de smaak vielen, dat iedereen met veel plezier onze "avonturen" heeft gevolgd. Zelfs mensen die ons niet kenden (collega's van mijn papa) behoorden op den duur tot onze fans. Hopelijk hebben we de reiskriebels bij iedereen aangewakkerd en mochten jullie dan een verre bestemming overwegen: Thailand is een absolute aanrader! Ook met kinderen. Gewoon doen!
Christel en ik gaan ervoor zorgen dat iedereen die onze blog heeft gevolgd binnenkort ook kunnen genieten van de foto's die we daar gemaakt hebben. Jullie gaan daar allen een berichtje voor krijgen. Daarin vinden jullie dan een link naar een online fotoalbum. Nog even geduld daarvoor.
En mochten we opnieuw een verre reis maken, dan brengen we vast en zeker deze blog weer tot leven. Zuid-Amerika misschien, of Canada, of Nepal, dat zou ook fantastisch zijn of wie weet toch opnieuw naar Azië, of nog een keer naar een Afrikaans land dit keer met de kinderen... Alleen al een bestemming kiezen is al spannend. Van zodra we kunnen zijn we weg. Reizen is rijkdom!
Ja, ze kan hier elk moment opduiken. De setting is er alvast. Mijn jonge Fa en ik zijn ondertussen verhuisd naar een veel leukere bungalow. Met airco (geen overbodige luxe, want je kan dan slapen). Gisteren zijn we getipt. Hier vlakbij zou een breed wit strand zijn. Het strandje bij ons huisje is ook mooi, maar bij laag water is de zee echt te ver. We trekken dus naar Siam Beach iets verderop. Omdat we nogal geisoleerd zitten, hebben we besloten om ons twee scooters aan te schaffen. Voor een prikje hebben we een fijne scooter. Christel was er niet helemaal gerust in, maar we springen er zeer behoedzaam mee om. Het heeft wel iets: met t-shirtje op de scooter, de wind in je haar, leuk grietje achterop (in mijn geval is dat Anna). De mensen van de guesthouse keken nogal verwonderd naar ons aanvankelijke gepruts. Hoe starten? Hoe krijg je die zitplaats omhoog om een en ander op te bergen? Je zag ze denken: als dat maar goed afloopt. Maar het gaat zonder problemen. We moeten wel goed uitkijken. De wegen hier zijn weliswaar rustig, maar toch af en toe link. Het gaat soms heel steil naar boven en beneden. We zijn gisteren, na een laat ontbijt, op het gemakje naar Siam Beach gereden. En ja hoor, het is zoals in de reclamespots. Mooi breed strand, palmbomen. Het is ook erg rustig. Vlakbij ligt een luxe resort, maar daar hebben we geen last van. We zitten in de schaduw, reuzeschommel aan een tak, te turen naar het blauwe water, naar toevallige passanten of we lezen een boek. Niks doen is het motto. In de namiddag snorren we naar Bang Bao, een paaldorp verderop. Beetje toeristisch, veel stalletjes, maar zeker de moeite waard. Bij een leuke knul uit het zuiden (Koh Phi Phi) koopt Christel nog enkele met de hand gemaakte juweeltjes. Anna, die nog 200 baht mocht besteden, kocht er een heel leuke armband. Iedereen in zijn nopjes dus. Wel een beetje jammer is dat we eerder vandaag hebben moeten afzien van ons plan om te gaan snorkelen. We zijn gaan informeren bij een duikbedrijfje hier of ze geen snorkelprogramma hadden. Dat hadden ze, maar toen ik ter sprake bracht dat ik brildrager ben en geen hand voor mijnogen zie wanneer ik brilloos ben, bleek dat een streep door de rekening. In mijn onervarenheid dacht ik dat ze wel een bril zouden hebben waar de mijne in zou passen, maar dat bleek een dom idee. En duikbrillen met mijn sterkte glazen hadden ze evenmin. Ik ben hier dus de spelbreker. Het heeft echter geen zin om te gaan snorkelen als je achteraf enkel maar kan vertellen dat je blauw, rood en groen zag. Ach we vinden het niet erg. Antonio zou hier zijn hartje kunnen ophalen want ze organiseren hier ook vistochtjes en aan de foto's te zien kan je hier serieuse knapen uit het water sleuren. Twee van die serieuse knapen lagen op ons bord gisteravond. White snapper (moet Antoinio maar eens opzoeken). Het was bijzonder lekker. Het restaurant was ook bijzonder geslaagd. Je zit namelijk met je benen onder een glazen tafelblad. Je benen bengelen door een gat in de vloer boven het water. Vooral de kinderen vonden dat leuk (wij ook hoor). Jullie lezen het: we are totally relaxed. Kers op de taart gisteravond: rechtstreekse uitzending van de koninginnerit in de Tour. Bij jullie kwam sastre rond 18 uur over de finish, hier bij ons rond 23 uur. Het heeft iets surrealistisch: je zit in een verzorgd bungalowtje in bed naar die rit te kijken, op 20 meter rollen de golven af en aan. Je bent in de warme tropen en kijkt naar de haarspeldbochten in een Alpenlandschap. Ik wist het al langer: maar dit is vakantie op zijn best.
Aan mijn kleine broertje en Lenemie: breng een flesje mee voor me. Of zo'n kartonnetje met drie flessen, nog beter. Kunnen we die samen soldaat maken. Kunnen misschien een flesje kraken op het vlot. Aan mijn werkende broertje: merci voor de update. Voor belangrijk nieuws moet je bij jou zijn. Zorgt dat papa kalm blijft en veel succes met het vinden van de juiste balkjes. Aan Ans: geen wilde onderwaterverhalen vrees ik, maar dat is niet Christels schuld. Aan Bart en Debbie: amuseer jullie ginder aan die meertjes. We moeten gauw nog eens op bezoek komen. We missen jullie. Aan mama en papa: alles goed met ons. Christel droomt al wel enkele nachten van tomate crevette Aan Ed en Smoef: veel plezier in Berlijn. Misschien krijgen we binnenkort opnieuw tips van jullie? Lijkt me immers een leuke bestemming voor een city tripke.
En Madonna zong: La isla bonita - had ze 't over Koh Chang?
Dag luitjes in het verre Belgie, Thomas en de kinderen spelen Uno in het restaurant en drinken grote bekers cocos shake. Ik profiteer alvast van de gelegenheid om te komen vertellen over onze laatste twee dagen in Thailand. Na onze geweldige ervaring in Kao Yai moesten we met pijn in het hart de junglestreek Pak Chong verlaten. De mensen van het guesthouse waren echt erg behulpzaam en supervriendelijk. Poo kloeg wel dat ze al 3 jaar niet meer in de Lonely Planet staat en dat dit echt een probleem is. Om haar te helpen schrijf ik voor ons vertrek een warme aanbeveling in het Nederlands in het gastenboek. Ik beloof haar een mail te doen aan lonely Planet om toch nog eens langs te gaan bij Poo en Jep - de service was verbluffend en ook al hadden we (weliswaar flinke) kinderen mee, de zware tocht beviel ons zeer. Jep had ons de vorige dag aangeraden om de trein van 10 uur te nemen naar Ayuthaya, in plaats van die van 11 u. Die laatste zou ongelofelijk duur zijn omdat het een express is. Die van 10 uur zou niet meer kosten dan een paar Bath. En dat was ook zo... maar dat hebben alle Thai ook geweten. Van klasse-keuze was in deze wagons geen sprake, en bovendien bleek dit de laatste vakantiedag voor vele Thai te zijn - de drukste dag van het jaar werd gezegd. Fijn. De trein zat met andere woorden propvol. Hoe we er uiteindelijk in geraakt zijn met onze loodzware zakken, weet ik niet. Maar iedereen vond onze komst meer dan amussant. Ik belandde op een bankje tegenover 5 jonge Thai (op en door elkaar gestapelde mensen). Anna zat weer ergens anders en William leunde tegen een stoel aan in de gang. Thomas moest met zijn rugzak in het gangetje bij de WC blijven staan. Marieke en haar mama zaten eerst in een andere wagon, maar bij de eerste stopplaats van vele, zag ik hen met hun rugzakken naar achteren op het perron komen lopen. Ze propten zich in de onze en merkten daar tot hun spijt dat het achteraan niet veel beter was dan in hun eerste wagon. De Thai bleven maar instappen en de mensen die zoals gewoonlijk eten verkopen op de trein bleven ook komen - onwaarschijnlijk. En dat ze al hun spul dan nog verkochten, was nog onwaarschijnlijker met die drukte. De moeder van Marieke kwam naast mij terecht en Anna nam boven op mij plaats om weer plaats te ruimen voor de nieuwe passagiers. William zat half op Mariekes moeder. Op de tweezitbank tegenover ons zaten nog steeds 5 Thaise jongeren. Ze dronken sterke drank en aten de hele tijd door zakjes die ze van voorbij wriemelende venters kochten. Eerst waren er de gegrilde kuikentjes: kopje eraf bijten, pootjes afpeuzelen en de restjes door het open raam smijten. Dan volgenden de zakjes vreemd fruit, en gedroogde fruit-chips. Ze boden ons telkens vanalles en nog wat aan, maar na die kippetjes duurde het toch minstens tot de zakjes gedroogde fruit-chips eer we iets wilden proeven. Wat aan het hele gebeuren nog ontbrak was levend pluimvee - dat had niet misstaan. In ieder geval waren we erg blij om na 2 en een half uur in Ayuthaya te arriveren. We wuiven naar de Thaise jongelui (zij reizen door naar bankkok; ze eten nog steeds, net hobbits) tot de trein het station uit is, ze zien ons precies niet graag gaan. Stinkend en bezweet begeven we ons naar het guesthouse waar we de eerste keer ook verbleven in Ayuthaya. De mevrouw van het guesthouse had dezelfde kamer vrijgehouden en liet ons rustig onze intrek nemen - douchen kan toch leuk zijn he. De verdere dag doen we niks. We gaan eens wandelen, eten een hapje, kopen een ijsje en komen uiteindelijk terecht in het winkelcentrum van Ayuthaya. Ja, je leest het goed: een winkelcentrum. Waar ze echte etalagepoppen gebruiken om panty's te showen: Panty's in Thailand? Waar Anna en ik fluoriserende glitternagellak kopen voor 20 bath het flesje (40 cent) - konden we echt niet laten. En daarna lopen we met een doos donuts en chocoladebollen op stokjes naar het guesthouse terug... belachelijk, maar lekker. In het guesthouse regelen we vervoer voor de volgende dag - de man van de uitbaatster zal ons voor een behoorlijk bedrag naar Koh Chang voeren - tot aan het resort dat ik via het internet heb weten te boeken voor we naar Kao Yai vertrokken. Het belooft een erg lange reis te worden (6 a 7 uur) en prive rijden zien we wel zitten. Hoe die man hier winst mee kan maken, weet ik niet. Hij moet immers met een lege auto terugkomen. We vertrekken om 8 u 30. Onderweg eten we in Chantaburi eendensoep met mie... Onze chauffeur is best zorgzaam, hij koopt ons water en koffie en voert ons uiteindelijk naar de boot, op de boot, zet mee over en rijdt dan nog eens 20 km naar het resort op Koh Chang. Het is hier prachtig. Appelblauwgroen zeewater met overhangende palmbomen en de zoals altijd stralende zon. La isla bonita dus.De bungalow die ik geboekt heb voor een spotrijsje van 400 bath per nacht (8 euro) blijkt niet zo fantastisch. We zitten immers in het nationaal park dat Koh Chang is, waar het oerwoud grenst aan de bewoonde wereld. Het hutje waar we zouden verblijven, heeft een strooien dak zonder binnenafwerking of isolatie en twee rieten ramen (zonder glas), twee dubbele bedden = 1 matras op de grond, en een bed op een verhoogje. De hele kamer is daardoor bed. Er hangen twee ventilatoren in de hut, en ieder bed is voorzien van een muskietennet, vol gaten en scheuren. De badkamer is zo groot als een WC en vertoont barsten - op die manier krijgen we een prima kijk op het buitenleven. Dit is als kamperen in de jungle zonder net... Thomas vond het maar niks. Maar deze eerste nacht zit er niks anders op dan te blijven slapen. De kinderen vinden het allemaal niet zo erg, zij kunnen na een halfuurtje immers de zee induiken tot de zon ondergaat ... ze willen wel niet op de matras op de grond, want daar kropen mieren over (en andere beestjes, waar ik maar stilletjes over gezwegen heb). Die eerste nacht op Koh Chang was dus niet zo fantastisch als gehoopt, maar daar brengen we de volgende ochtend snel verandering in. De bungalows bij de buren zijn immers super - vlak aan het witte (en volledig verlaten) strand, voorzien van Airco, goede kleine badkamer, een bed op poten en ramen waar ook echt glas in zit. Dit alles voor 700 bath, deze keer inclusief ontbijt - dus geven we niet eens meer geld uit. Ondertussen hebben we er een eerste stranddag opzitten. We genieten van het niks doen, maar morgen willen we misschien eens een keertje gaan snorkelen of op de bromfiets het eiland gaan verkennen. We hebben geen zittend gat - helpt wel op een zonovergoten eiland - en dus zoeken we wel weer wat actie op. Maar daar vertellen we later nog wel over, Groetjes aan iedereen, Christel en de smeuldersclan
Ontbijten en vertrekken om 7 u 30. We moeten er vroeg bij zijn vandaag. Het genootschap wordt uitgebreid tot 9 (blijkbaar het vereiste aantal) met een zestigjarige tweeling uit Nederland (duidelijk geen bedreigde diersoort in Thailand), beide kranige dames met bijzonder veel reiservaring. En een jonger Duits meisje, Yasmina. Ze is 24 en hier in Thailand als vrijwilligster. Drie maanden lang vertoeft ze in het noorden van Thailand om Engels te geven. Met z'n allen weer in de pick up richting Khao Yai dit keer. We rijden tot bij de ingang van het park, waar we door onze gids, Jip en zijn assistent eerste en vooral wat uitleg krijgen over de te volgen route en het verdere programma. Vooraleer we verder rijden krijgen we een soort oversokken, grote witte instaplakens, die we goed moeten aantrekken. Dat gaat als volgt: je trekt je schoenen uit, je stapt in die reuzesok met touwtjes, je stopt je broekspijpen daar goed in en je knoopt die touwtjes boven je knie goed vast, ten slotte stap je weer in je schoenen. Laat die bloedzuigers nu maar komen. Naar het schijnt zijn het nogal hardnekkige rakkers die niet te beroerd zijn om zich een weg te banen naar het eerst blootliggende stukje huid. Anna is er niet gerust in, maar we proberen haar zoveel mogelijk gerust te stellen. Terwijl we verder rijden hebben we het achterin algauw over Nederland en Belgie, schrijvers, jeugdprogramma's, de poltiek in de lage landen (betreurenswaardig horen we van jullie), Jip en Janneke enz. Met al dat geklets vergeten we even dat we in een nationaal park zijn. Gelukkig zijn onze gidsen wel alert en spotten die algauw een eerste makaak vlak bij de weg. Voor ons is de dag nu al geslaagd. We rijden nog verder naar het informatiecentrum. We nemen daar een kijkje en zien daar de opgezette vrouwtjestijger die in 1991 twee rangers aanviel. Een zeer uitzonderlijk voorval. In Thailand gebeuren beduidend minder ongevallen dan in bvb in India of Sri Lanka, waar de mensen veel meer op de rand van tijgergebied gaan wonen. De twee rangers moesten naar het ziekenhuis gevoerd worden met zware verwondingen. Andere ter hulp gesnelde rangers wisten de tijger te verjagen. Nu komt zo'n beest altijd terug als ze ergens prooi denkt te vinden. Zo ook deze tijgerin. De volgende nacht om 2 uur probeerde ze de hut binnen te dringen van alweer een andere parkwachter. Er werd in de lucht geschoten maar toen ze niet te verjagen bleek zag de man zich genoodzaakt doorheen de deur van de hut te vuren. Daarbij werd de tijger dodelijk getroffen. Het bleek om een oude tijger te gaan, die waarschijnlijk geen normale prooien meer te pakken kreeg. Nu staat ze in een glazen kast in het bezoekerscentrum. Beetje stoffig te wezen. Over tot de actie nu. Tijd om de jungle in te trekken. Er wacht ons een tocht van zeven kilometer doorheen dichtbegroeid bos. Onze gidsen lopen voor en achter. Wij tussenin. Ik weet het onmiddellijk. Dit is echt fantastisch. Ook al zien we geen olifanten of tijgers (toch maar liever niet) onze dag is al geslaagd. We vertoeven in de jungle. Ongelooflijke geluiden omringen ons, de hitte valt goed mee. Na een tijdje horen we onze eerste gibbon. Hij zit heel duidelijk ergens boven ons hoofd, maar we krijgen hem door het gebladerte niet te zien. Maar we hebben hem wel duidelijk horen roepen. Prachtig. Terwijl ik me gisteren nog Michael Palin waande ben ik vandaag David Attenborough. Doorweekt met zweet door de bush, op fluistertoon om de beesten niet weg te jagen. De tocht gaat verder. Oh ja de bloedzuigers doen inderdaag pogingen maar dat blijkt goed mee te vallen. Ik had me aan die dikke verwacht. Van die kanjers waar ze vroeger medische behandelingen mee deden. Deze echter lijken op kleine wormen. Ze verplaatsen zich als spanrupsen. De eerste vijf minuten loop je voortdurend je oversokken te controleren om die beesten eraf te slaan. Maar uiteindelijk valt dat goed mee. Anna en William zijn superflink en blijven goed kalm. Anna is er niet helemaal gerust in. Haar grote ogen staan af en toe wat angstig maar ze vergeet alles wanneer we dit keer toch onze eerste gibbon zien. Deze sympathieke slingeraap laat zich heel kort zien. Hij flitst voorbij en het is slechts een glimp maar het telt he. William is wat stoutmoediger. De gids zet op een gegeven moment een joekel van een duizendpoot op zijn arm. Niet iedereen van het gezelschap durft het aan om het beest een toertje te laten maken op hun arm. Na een tijdje zien we ook neushoornvogels. Verder krijgen we prachtige bomen te zien, tropisch hardhout op zijn best, grillige lianen, veel modder (erg glibberig) en heel veel planten. De gidsen geven tekst en uitleg. Naar het einde toe moeten we een rivier doorwaden. Sompige sokken horen erbij niet waar. We zien ook olifantenmest op ons pad. Dat die dikhuiden over dat smalle paadje reizen is moeilijk te geloven, maar ondanks hun gewicht zijn het sierlijke en behoedzame dieren. We klimmen en na een tijdje komen we weer uit de jungle te voorschijn. Lunch om 12 uur. Na de lunch trekken we naar een waterval. Niet zo maar een. De waterval uit de film The Beach, de waterval waarvan Leonardo di Capprio zich naar beneden stort. Leo was evenwel niet present vandaag. Wel veel andere toeristen. Het is druk en heel wat toeristen slingeren zich op onelegante wijze aan een touw het water in. Christel en ik laten deze kelk aan ons voorbijgaan en genieten van het spektakel. Het is best een indrukwekkende waterval. De kinderen wagen zich wel in het water. Voor we het weten is Anna op weg naar het watergordijn. Er storten zich tonnen water naar beneden. Mensen beginnen spontaan te armwieken en te roepen wanneer Anna plots achter de waterval staat. Gelukkig hadden Christel en ik het op tijd in de gaten en met hard roepen hebben we haar daar weg gekregen. Bang van een spinnetje maar voor zulke halsbrekende toeren is ze wel altijd te vinden. Na een uurtje zetten we onze tocht verder met de pick up. Het spotten van de dieren is in de namiddag ook mogelijk vanuit de wagen. De gidsen zien echt alles. We zien nog het blaffend hert (het hertje blaft vandaar de naam), een groot hert, nog neushoornvogels, tal van andere vogels, een prachtige groene schorpioen en een ganse makakenfamilie die zich gewillig laat fotograferen. Olifanten zien we niet. Het is niet echt het seizoen en er zijn nogal veel toeristen in het park (tja dat zijn wij ook). Maar maakt echt niet uit. Het was een unieke dag. Vonden we allemaal. Een absoluut hoogtepunt. Ondertussen zitten we alweer op Koh Chang, een eiland nabij de grens met Cambodja. Hier slijten we de laatste dagen van ons verlof. Daarover morgen meer van Christel. Hopelijk hebben jullie ondertussen ook wat beter weer. Ik las onheilspellende temperaturen. 14 graden! Dan komen we niet terug hoor. HIer is het momenteel 34 graden. Heet en vochtig!
Hier zijn we dan weer. We zijn dus niet door de jungle opgeslokt. We hadden wat probleempjes om een pc te vinden en onze bloggen site werkte ook niet mee eergisteren. Vandaar dat jullie eventjes zonder nieuws zaten. Christel eindigde de laatste keer met de melding dat we van Ayutayya naar het nationale park van Khao Yai zouden gaan. Daarvoor namen we zaterdag dan de trein naar Pak Chong. Vanuit Autayya regelde onze gastvrouw dat we daar zouden opgepikt worden door de mensen die de trekking met ons zouden doen. Pak Chong ligt ten oosten van Ayutayya en is de uitvalbasis voor allerlei trekking in het nationale park. Khao Yai was het allereerste nationale park in Thailand en het is ook een van de grootste. Er huizen nog wilde olifanten en ook tijgers. Alleen laten die zich niet zo makkelijk zien. Neushoornvogels en gibbons zijn iets makkelijker te spotten. En ook de kortstaartmakaken worden makkelijk gezien. De treinrit naar Pak Chong duurde toch een drietal uur. Het is altijd wel een beetje vermoeiend, maar ik vind het leuker dan de bus. Goedkoper ook. Op de trein waan ik me altijd een beetje Michael Palin. Natuurlijk heeft die dan een hele cameraploeg bij en zijn diens toevallige ontmoetingen misschien niet altijd toevallig. Ik lust zijn programma's wel. De trein is ideaal om te observeren of om een praatje te slaan. Het is eigenlijk een beetje een rijdende markt want voortdurend wordt er van alles verkocht. Mannen en vrouwen sleuren manden voedsel en drank af en aan. Kant en klaar maaltijden, zakjes rijst, sateetjes, gedroogde vissen, fruit, snoepgoed, noem maar op. Die worden dan ook luidkeels aangeprezen, zodat je dutje steeds onderbroken wordt. In Pak Chong werden we opgewacht door Poo (spreek uit Poe) de vrouw van de man die de trekkings organiseert. We wachten in de pick up nog om een ander reizend stel. Marieke en haar moeder (28 en 54) uit Nederland worden op het perron immers overhaald om ook aan de trekking vanb anderhalve dag deel te nemen. Het guesthouse ligt eventjes buiten Pak Chong is is mooi in orde. Het is een heus familiebedrijfje en iedereen helpt mee. Jay doet de trekkings, Poo de administratie, beide tienerdochters helpen een handje mee in de keuken. Jay verontschuldigt zich voor de niet zo luxueuse kamers, maar hij vergist zich hoor. De kamer is dik in orde. De matrassen zijn erg onThais, niet hard dus. We gaan eerste een hapje eten in een restaurant even verderop en om drie uur vat onze tour aan. We maken kennis met een oudere dame die ons vervolgens naar de bronnen van een rivier brengt, naar de tempel en het daarbij horende grottencomplex en tegen valavond de vleermuizen die massaal hun grot verlaten om uit eten te gaan. De bron bevond zich midden in een jungleachtige omgeving. Zwemmen zat er voor de volwassenen onder ons echter niet in. Het was immers de tweede vakantiedag voor de Thai en dat zorgde voor een drukte van jewelste bij die bron. vrijdag en zaterdag waren immers Buddha-dagen. Een groot feest waarop niet gewerkt moest worden. Erg druk dus. Wel leuk om te aanschouwen. De Thai zwemmen niet in badpak, laat staan in bikini. Dat wordt echt niet getolereerd. Je ziet ze dan ook allemaal met t-shirt en korte broek het water induiken. De jongelui springen met hun jeans en ontbloot bovenlijf het natuurlijk bassin in. Onze gids raad Christel en Marieke af om in bikini te gaan zwemmen. Geen erg, morgen zouden we naar een prachtige waterval gaan. William en Anna plonsen naar hartelust, maar na 20 mimuten moeten we verder. Op naar de tempel en de grot. We krijgen eerst wat uitleg over Boeddhisme en de verschillende gebouwen van een tempel. Christel en ik onderscheidden ons als de beste leerlingen, vooraleer we een grot inkruipen. Het is best een aardige grot. Gelukkig heeft onze gids een zaklamp bij. Het is bloedheet in de grot. Onze Nederlandse metgezel is er niet zo happig op. Maar er kan ons niets overkomen want we krijgen vooraleer we de duisternis intreden een bandje van een monnik om het kwade te weren. Toch handig want we zien een bijzonder grote spin net onder een steen verdwijnen. Nijdig beestje blijkt ook. Giftig. De grot ruikt muf en daarvoor zijn de vleermuizen die hier wonen verantwoordelijk. Je kan ze heel goed zien als onze gids de toorts op hen richt. Er zitten twee soorten, beide klein. Hun kopjes zijn best leuk. Maar al dat gewriemel is niet besteed aan de moeder van Marieke, die toch maar probeert niet flauw te wezen. Na een passage langsheen een grote Boeddha verschijnen we weer aan het oppervlak. Met de pick up rijden we nu weer een eindje. We stoppen in een veld, waar al enkele andere reisgezelschappen hebben postgevat, sommigen van hen met camera annex verrekijker. We zijn uiteraard niet de enigen die het spektakel komen bekijken. Het spektakel zal beginnen om tien na zes, valavond. Ondertussen worden we getrakteerd op ananas en watermeloen. De toeschouwers worden in pick ups aangevoerd. Heel veel toeristen natuurlijk. Allen richten we onze blik op de grot die we in de bergflank kunnen zien. En mooi op tijd tijd begint het spektakel. Je gelooft je ogen niet. Langzaamaan komen de vleermuizen de grot uit. Eerst zie je enkele tientallen maar algauw worden dat honderden, duizenden, tienduizenden stipjes. Ze zijn individueel niet zo heel goed zien. Er is niet veel wind en blijkbaar vliegen ze dan niet laag. Maar het is een niet aflatende stroom. Het gefladder maakt ook een indrukwekkend constant geluid. Alsof er een machine aanstaat. Daarenboven komen de niet ultrasone geluiden die de beestejes zelf produceren. Het is bijzonder mooi. Ze vliegen naar Khao Yai, kilometers verderop. Omdat daar veel insecten zitten. Later die nacht zullen ze dan terugkeren naar de grot, dit keer in kleine groepjes op verschillende tijdstippen. Het uitvliegen duurt in totaal anderhalf uur. We wachten niet tot het einde en na een maaltijd in een wat overroepen restaurant kruipen we onder de wol. Morgen staat immers de jungletrek op het programma. Hopelijk gaan William en Anna niet flippen als ze te horen krijgen dat er veel bloedzuigers wonen.
Wel iets te vroeg, maar misschien kunnen we de komende dagen niet op het internet en dan zouden we weer te laat zijn.
We wensen je een fantastische verjaardag toe, waarop een hele dag de zon schijnt. Eet die dag heel veel lekkers, drink er een halfzoet wit wijntje bij, en kijk die avond minstens 4 afleveringen Prison Break.
Eersgisteren zijn we aangekomen in Sukhothai. Zoals Christel al zei hebben we onderdak gevonden bij een vriendelijke Brit in het Mountain View Guesthouse. Hij is met een Thaise getrouwd en is sinds 2000 niet meer in Engeland geweest. Hij heeft daar geen familie meer en runt hier een guesthouse en restaurant in Sukhothai. Deze plek heeft iets. Het was ooit het allereerste Thaise koninkrijk en er het is een heuse historische site. We logeren vlak bij Old Sukhothai (New Sukhothai) ligt zo'n 16 km verderop (daar komen we niet). De tempels hier zijn ruines maar desalniettemin heel indrukwekkend. We gebruiken fietsen om de sites te bezoeken. Dat kan evenwel enkel in de voormiddag. Vanaf 13 u 30 is het echt niet meer te doen van de warmte. Gisteren haalden we 36 graden. Het fietsen moet dan ook erg kalmpjes aan geburen. William fietst ook en Anna zit bij acherop. de fiets laat ons toe om zelf onze route te bepalen en we komen op die manier ook veel makkelijker in contact met de Thai. Dat zijn echt heel vriendelijke mensen. Ze vinden het vast vreemd dat wij in die hitte willen fietsen. Maar zonder uitzondering groeten ze ons allemaal. Gisteren hebben we in het centrale gedeelte van de tempels een koerske gereden met wat schoolreiwende jongens. De leeftijd van William hadden ze. Ik, met Anna achterop werd toch maar knap derde. Ik heb een foto genomen van die bende en een e-mailadres gekregen. Zo kan ik die jongens de foto toesturen. In de namiddag doen we lekker niks. We hangen rond ons zwembad. Ons want we zijn immers de enige gasten. De kinderen weer enorm in hun nopjes natuurlijk. Het is leuk om met onze gastheer te converseren. Hij weet ons vanalles te vertellen over Thailand en de Thai. Over de prijs van rijst, hun carpe diem attitude, over het Boeddhisme, hun aangeboren vriendelijkheid. Hij volgt het nieuws via het internet en peinst er nog niet over om terug te gaan. Na enkele uren plonsen zijn we gisteren opnieuw op de fiets gekropen, voor nog twee uurtjes. Om zeven uur moeten we terug in ons verblijf zijn want dan is het hier al donker. En dan brengt de sympathieke Brit ons met zijn auto naar de enkele restaurantjes in Old Sukhothai. Waar het weer heerlijk eten is. Vooral de curries vind ik bijzonder lekker. Vannacht is onze enge-beesten-lijst aangevuld met een schorpioen. Christel had ze als eerste in de mot. Ze zat voor we gingen slapen in de badkamer. We hebben maar niks gezegd aan de kinderen. Ze sliepen gauw genoeg. De schorpioen zat op de muur. Christel vond dat maar niks, dus besloot ik ze te vangen. Het was geen grote laat dat duidelijk zijn. Ze zat nogal hoog en toen ik haar aanraakte met het houten zwaard van William kroop ze alweer vlug in een spleet. We hebben toch iets minder relaxed geslapen, maar we hebben er verder geen last van gehad. Ook op onze lijst: een slang (eergisteren in het water, klein en groen), ratten (niet in Chiang Mai Ed maar in Bangkok, ook aan het ravotten in de vuilniszakken), kakkerlakken (in de nachttrein) en gekko's. Al vind ik die niet echt thuishoren op de enge-beesten-lijst. Ik heb sympathie voor deze ondersteboven hangende rakkertjes. Ze houden immers de insectenpopulatie in toom. Hier in de tuin zijn ook ontzettend mooie dieren te zien. Vlinder in de meest onmogelijke kleuren, zo groot als vogeltjes en veel. En dan de vogels zelf natuurlijk. Een ornitholoog moet zeker naar Thailand komen. Hopelijk zijn jullie nog niet uitgeregend. Ik spring in het zwembad. Het is hier heerlijk warm. Meer nieuws van Christelijntje binnen twee dagen. Dan vertoeven we naar alle waarschijnlijkheid in Ayuthaya, alweer meer naar het zuiden. Godfather, bedankt voor het mailtje. Voor mama hebben we stoffen gekocht, voor jou gaan we op zoek naar Thais snoepgoed. Zet je maar schrap.
Nog een bericht uit het verre Thailand. We zitten ondertussen in Sukhothai, de ooit de hoofdstad van Thailand, gelegen in het midden van het land. We zijn hier gisteren met de bus aangekomen in de gietende regen, na een rit van meer dat 4 uur. De twee vorige dagen verbleven we nog in Lampang... lijkt alweer een eeuwigheid geleden - dat komt door dat vreemde vakantie-ik heb tijd-gevoel. Omdat we slechts 2 dagen in Lampang hadden (1.5 eigenlijk), besloten we gedurende twee dagen vroeger op te staan, zodat we tegen een uur of 8 u 30 al op pad waren. Bij aankomst ontmoetten we een vriendelijke, oudere Sangtaew chauffeur (een soort pick-up taxi met twee lange zitbanken erin). We speken via iemand van het hotel met hem af om ons de volgende dag te komen oppikken rond 8 u 30 om het olifantenkamp te bezoeken. Hij spreekt geen woord Engels, maar is blijkbaar heel gelukkig met de deal want hij lacht al door en verlaat ons hotel met de duimen in de lucht. Wij nemen onze intrek in het Asia Lampang Hotel. We krijgen een kamer die 2 keer zo groot is als de onze thuis en over een ligbad beschikt. William en Anna willen er uiteraard onmiddellijk in - hoe kunnen ze? Met dit weer is douchen toch het allerbeste... maar bon, ik vermoed dat het motto is, 'wat je niet hebt, mis je en is dus beter'. We zijn ook in Lamang pas in de late namiddag aangekomen en rammelden van de honger. Het hotel bleek over een goeie keuken te beschikken, al heb ik er wel erg spicy gekozen. Ik heb het gerecht (inktvis in een zogezegd milde saus) met waardigheid opgegeten, dronk telkens kleine slokjes water tussendoor, alsof er niks aan de hand was, maar mijn keel stond zowat in brand. De volgende dag is onze chauffeur ons komen oppikken (hetzelfde lachende gezicht als de dag ervoor) om naar het olifantenkamp te trekken 40 km van Lampang. Toen we eindelijk in de buurt waren, bleek dat hij de weg niet echt kende. We reden een paar keer verloren, kamen per toeval terecht in het bijhorende ziekenhuis voor olifanten, waar ze een groot vrouwtje met een vulvaprobleem aan het behandelen waren - wel interessant om de dierenarts en zijn 5 assistenten even bezig te zien, om dan uiteindelijk toch bij de ticketstand uit te komen. Ik had een drukker gebeuren verwacht, maar het ging er redelijk rustig aan toe. Er waren evenveel Thai als buitenlanders die kwamen kijken. Het eerste gedeelte was een kleine show - demonstratie... van die typische pezige, kleine mahouts (olifantentrainers) in donkerblauwe pakjes toonden hoe de olifanten kunnen werken en spelen. Het waren vast de klassieke kunstjes zoals hout verslepen en stapelen, aan een bel trekken, zelf de kraan open en dicht draaien om te drinken, Fur Elise tokkelen op een flesseninstrument (nee, dat laatste is wat overdreven - gewoon tokkelen op een instrument), een bloemenschilderij maken, om dan uiteindelijk te buigen, te rollen en te knielen voor het publiek. We werden nadien vriendelijk verzocht bananen te kopen voor de dieren en ze zoveel mogelijk te voederen... het was onmiddellijk duidelijk waarvoor ze (de olifanten he) het deden. Anna en William voederden er lustig op los, waarna ze stelden dat ze echt wel een ritje op zo'n olifant wilden maken. We maakten een rit van een half uur door het bos in de buurt en waren blij als echte blije toeristen... Er werd een foto van ons gemaakt en ondertussen ingekaderd en netjes aangeboden tegen 200 bath (duur voor Thailand hoor) aan het einde van de rit. Maar al bij al was het een leuke uitstap en meer dan de moeite waard om naar hier te komen. We zijn nog even langs een vrouwtje met haar kalf gewandeld en in plaats van met de shuttle bus terug naar de parking te rijden, deden we het tochtje te voet... zweet, zweet. De rest van de namiddag deden we het rustig aan, en tegen het einde van de namiddag belandden we in een fantastisch restaurant met zicht op de rivier en de vissers die hun kleine netten door het water haalden. Ze hadden er zowaar cappuchino cake en blueberry cheese pie, en heel erg lekkere koffie. Wat wil een mens nog meer. Ahja, misschien nog een rit met een paardenkoets door de stad... kost hier ook maar 200 bath (4 euro). Jullie moeten maar eens in Antwerpen gaan vragen wat dat kost, en het is de wens van Anna sinds de tijd dat ze maar net kon spreken om met zo'n koets rond te rijden - et voila. 's Avonds gingen Thomas en ik nog iets drinken in het hotel beneden, terzijl William en Anna naar de Thaise Ketnet zaten te kijken. Er bleek een trouwerij aan de gang in het zaaltje ernaast... en Thomas wilde natuurlijk ook foto's maken, samen met de andere fotografen, en aangezien iedereen dat erg grappig scheen te vinden, moesten wij ook op de foto met de bruid en de bruidegom... zo sparen we wel een vreemd soort fotoalbum bijeen natuurlijk. De laatste dag in Lampang staan we even vroeg op en vertrekken we met onze lachende chauffeur naar de Wat Pra That Lampang Luang. Het is een enorm houten tempelcomplex dat gebouwd werd in 1476 (uniek omdat het zo oud is en toch zo goed bewaard bleef in hout). Naar het schijnt zit er een haar van Boedha in een van de chedi's en een voetafdruk in een andere kleinere stupa, naast de grote tempel... heiliger kan toch niet. Omdat ik geen monniken kon fotograferen, heb ik hun bergen oranje gewaden dan maar op een plaatje gezet... die gasten mogen best wat meer de was doen. Het was een redelijk korte uitstap, maar evengoed de moeite waard. en het betekende ook dat we ruim op tijd terug waren om de bus te nemen naar Sukhothai... een lange en vrij vervelende rit. De vorige dag hadden ze via het internet een kamer geboekt in het Mountain View Guest House... verrassing voor de kinderen - met zwembad. Toen we aankwamen bleek dit 20 km van het busstation te liggen en werden we serieus geript om ons er heen te laten voeren. De eigenaar, een vriendelijke Brit, had ons nog teruggemaild dat hij ons zelf wilde komen halen (hebben we dus gemist), verwelkomde ons hartelijk. Het is laagseizoen en ze zijn op dit moment zijn enige gasten. Een zwembad voor ons alleen; en een ober voor ons alleen; en een chauffeur die ons naar de historische plekken verwijst voor ons alleen; en iemand die ons fietsen bezorgt; enz... dus we zijn zeer goed terecht gekomen, op het platte land, te midden van een pachtige tuin, te midden van een gezeldig landschap - rijstvelden en bergen tegen de horizon. En dan is er uiteraard het prachtige Sukhothai. Ja, als het allemaal te geweldig en te fantastisch klinkt - het is gewoon zo. Op de achtergrond hoor ik twee, nee drie gillende kinderen in het zwembad... ik denk dat ik maar eens ga meespelen. Hopelijk gaat het jullie ook allemaal goed en horen we spoedig nog wat nieuws,
Laatste dag in Chiang Mai vandaag. Zo dadelijk nemen we een tuk-tuk richting station en proberen we een trein te vinden die ons naar Lampang brengt. Lukt dat niet dan wordt het de bus. Voor Lampang hebben we hoge verwachtingen. Van daaruit maken we immers een daguitstap naar het Elephant Training Centre. Hier in de buurt kan je ook naar zo'n olifantenkamp gaan, maar nabij Lampang krijgen we naar het schijnt echt wel veel uitleg over de olifanten en de geschiedenis van het werken met deze geslurfde viervoeters. Uiteraard gaan we dan ook een ritje maken. De kinderen kijken daar al naar uit. Ik ook wel moet ik bekennen. We brengen nog verslag uit. Eergisteren zijn we Ciang Mai niet uitgeweest. Na het ochtendlijke zwemmen annex ontbijt zijn we er te voet op uitgetrokken richting Night Bazaar. De Thanon Tha Phae vertrekt vanaf de stadsgracht en is eigenlijk een opeenvolging van allerlei winkels. Chiang Mai staat immers bekend als de plaats waar je ambachtelijk werk kan kopen. Dat gaat van keramiek, zilveren juwelen, porselein, kleding (ik probeerde Christel een mooi getailleerde Aziatische jurk in zijde aan te praten maar zonder succes (wanneer ga ik dat dragen?)) die je ter plaatse kan laten maken, juwelen (vooral met robijnen), zijde, antiek uit Birma, katoenen stoffen, heel veel mooi handwerk van de bergvolkeren en nog veel meer. Je kan al raden dat we er eventjes over gedaan hebben. Onderweg zijn we dan ook even gaan uitrusten (je loopt hier immers voortdurend in het regenwoudgebouw van de Antwerpse zoo x 3) in een prachtig teak theehuis. Eigenlijk ging het om een adresje uit de gids ontdekten we ook later. Siam Celadon. Magnifiek gebouw en een prachtige tuin achterin. Heel rustig, very relaxed. Ik vond het theeservies zo mooi. Handgemaakt, mooi lichtgroen en met craquele. Ik besloot dan ook om over te gaan tot onmiddellijke aanschaf (mijn souvenir he). Nu bleek echter dat nu net dit theeservies niet in de winkel was. En laat ik die nu net niet zo mooi vinden. Geen nood. Thai zijn vriendelijke mensen en stelden snel hun eigen servies uit de zaak ter beschikking. Ik kocht geen volledig servies maar twee keer een volledige set voor 1 persoon. Debbie is als fervent theedrinkster hierbij vriendelijk uitgenodigd om er gebruik van te komen maken. Voor een luttele 44 euro. We moesten nu echter een postkantoor vinden om het per post naar Belgie te zenden. Per schip. Het zal dan wel even onderweg zijn maar het was de goedkoopste oplossing. Het verschepen kostte bijna evenveel als het servies zelf (het temperde mijn enthousiasme een beetje) maar kom. In onze zoektocht naar een postkantoor waren we reeds voorbij de Night Bazaar gegaan. Maar verkeersagenten in hun hokje wezen ons vriendelijk de weg. Toen ze William en Anna zagen gaven ze prompt de helft van hun lychees mee. Het is echt waar. Thai houden van kinderen. Uiteraard lopen er hier ook mensen rond die kinderen iets te graag zien, maar daar willen we liever niet aan denken. Anna en William zijn graag gezien. Regelmatig worden ze over de bol geaaid of in de wang geknepen. Vooral William is heel populair. De ober in ons guesthouse vindt zijn kapsel ogelooflijk en gaat eerstdaags naar de kapper voor een "Coupe William" lang langs een kant kort aan de andere. Je zou kunnen vermoeden dat de generositeit t.o.v. de kinderen bijbedoelingen heeft maar dat is echt wel niet het geval. We hebben ondertussen wel door wanneer een vriendelijke babbel gemeend is en wanneer het een verkoopspraatje is. Dat de kinderen hun draai vinden bewijst het volgende: ze beginnen Thai te praten. Ze zeggen al goeiedag en dank u wel. Maar het meest frappante is dat Anna nu al de Tuk-Tuk chauffeurs gebiedt om door te rijden wanneer we ff stilstaan om op de kaart te kijken. Uiteindelijk waren we ter plaatse, de Night Bazaar, een shop till you drop area om u tegen te zeggen. We waren echter de vroeg. 17 uur betekent Afternoon Bazaar. Maar we hebben dan een terrasje gedaan. En achteraf hebben we ons op de souvernirs gestort. Dat lukte wonderwel. Kleine maar leuke spulletjes. Makkelijk weg te stoppen in de rugzak. Later zijn we nog gaan eten op de Anusan Markt. De kinderen hadden een beetje last van 'voedselheimwee' (bedankt voor de mooie term Ed) en bestelden een pizza terwijl Christel het bij haar lievelingsgerecht hield (Tom Ka Kai). Ik nam Phad Thai. Gisteren hadden we het rond de middag wat moeilijkheden om juist vervoer te regelen naar de Sai Namphung Orchideeentuin en de botanische tuinen van koningin Sirikit (die van Bhumibol). Blijkbaar waren vooral die botanische tuinen geen evidente keuze want niemand kende die. We zijn eerst naar Chinatown gebracht waar we vervolgens een mevrouw die Engels sprak vonden. De chauffeurs aanbaden haar talenkennis. De vriendelijke mevrouw zorgde ervoor dat we een sangthaw (dat is een soort pick-up annex taxi) konden charteren. De cahffeur zou ons de ganse dag rondrijden. De orchideeen waren zeer de moeite (mijn kennis reikt hier niet ver evenwel), maar het is de nationale bloem van Thailand. Met recht en rede me dunkt. In de botanische tuinen word je normaliter rondgereden met een busje. Maar dat vonde wij voor softies dussen zijn we ook daar gaan stappen. Nou moe, dat hebben we geweten. Lekken van het zweet. Bovendien kreeg Anna in die toch al wat meer jungleachtige omgeving een hysterisch toevalletje toen ze een een nogal grote vreemde spin een prooi zag verslinden. Kalmte is dan niet aan de orde. Huilen en overal zag ze beestjes en begon ze te krabben en aan haar kleren te trekken. Uiteindelijk zijn we wel aan de serres geraakt. Veel bergop, veel liters zweet. Typisch weer iets voor gekke farang om om het warmst van de dag zulke exploten uit te voeren. Late namiddag terug naar Chiang Mai, douche en de dag heel plezant afgesloten met een maaltijd en een tocht op de rivier Ping. Heel ontspannend. Ik wil iedereen nog eens bedanken voor jullie fijne reacties. Tante Vera, Bomma en Bompa, Gaby en Robert, Ed en Smoef, Bart en Debbie, Marleen, Eveline. We kunnen niet al jullie mailtjes afzonderlijk beantwoorden, maar blijf lezen en reageren. De kinderen vinden het leuk dat hun avonturen met zoveel interesse worden gevolgd. Wat jammer dat jullie zo'n slecht weer hebben. Martine, Debbie en Bart veel plezier in Oostenrijk en Zwitserland. Ed en Smoef ontzettend bedankt voor de vele tips. Tot gauw, we have a train to catch.
We zijn vanmorgen gearriveerd in Chiang Mai, zo'n 850 km naar het noorden. We zijn in ons hotel een beetje aan het bekomen van de treinreis. Niet dat ze niet meeviel hoor. Opnieuw een allereerste ervaring voor William en Anna. Ze vonden het geweldig, de slaapcouchette, de maaltijd aan boord. Anna is evenwel vaak moeilijk te temperen en daardoor 's morgens met geen stokken in beweging te krijgen. Momemteel zit ze met William al ruim een uur in het zwembad van het hotel. En het is koud water hoor. Zo dadelijk trekken we er op uit. Wat slenteren zonder onmiddellijk doel. Als de plaatselijke marchanten het toelaten natuurlijk. Aan het station was het immers al drummem om ons in een tuk-tuk te krijgen en al arrangementen aan te smeren voor allerhande uitstappen. Christel en ik doen dat toch liever zelf. Eergisteren in Bangkok was het een bijzonder warme dag (veel zon) en dat maakte het erg drukkend. We zijn met de boot naar Teweth Pier gevaren (voor de kenners). We waren al eerder geweest toen we naar Dusit Park gingen. Toen hadden we al gemerkt dat er toch wel heel veel vissen aan die pier zaten. Pas eergisteren hadden we door dat het de gewoonte is om daar korrels of brood te voeren. Het Boeddhisme indachtig verdien je op die manier verdienste, wat je dan later weer een beter leven kan bezorgen. Bij de kinderen zat dat na 5 minuten voeren al flink goed. Vimanmek is een teak paleis van Rama V. Het is echt wel groot en opgetrokken in Victoriaanse stijl. Rondleiding met gids en wel drie keer vernomem dat His Majesty died from a kidney disease in 1910. Dit zijn pas monarchisten. Gisteren bezochtten we Chatuchak Markt. Bijna een verkoudheid opgedaan in de metro. Chatuchak (bedankt voor de tip Ed en Smoef) is ongelooflijk de moeite. Noem het en je kan het er kopen. Het is een ontzettend grote markt in het noorden van Bangkok. Je kan er een volledige dag rondslenteren. Af en toe bijtanken aan de kraampjes natuurlijk (nog steeds geen sprinkhanen of larven Pit). Zoetigheid en onbekend fruit gaat er al goed in. Alsook de Oishi ijsthee. We zijn eerst in het dierengedeelte verzeild geraakt. Taferelen zat, leuk maar niet altijd even fraai. Honden, katte, papegaaien, allerlei soorten eekhoorns en konijnen (met truitje natuurlijk), heel veel vissen (vechtvissen, koi, en allerlei tropisch gewriemel). Chinese nachtegalen, ganzen, vechthanen noem maar op. Om maar niet te zwijgen van al de ambachtelijke koopwaar. Zilver, stoffen, keramiek. We gaan dat echter hier in Chiang Mai bekijken. Een voorkeur mama? Zilver? Kennis van stoffen zit niet in mijn genen vrees ik. Een vraagje voor Ed en Smoef ook. Hadden jullie het niet over Wat U Mong als must see tempel hier in Chiang Mang? Chedi in het bos? Na al het geslenter zijn we dan gaan uitchecken in ons hotel. Ik zal de bedrijvigheid van Chinatown echt wel missen. Ik vond de sfeer er geweldig. Mensen slapen, eten, verkopen en kopen, kortom leven op straat. Uitputtend en energiek is het. OK fans, binnen twee dagen meer nieuws. Ik ga die enkele woordjes Thai nog eens uitproberen. Ik weet dat jullie allen uitkijken naar foto's maar uploaden is niet zo simpel. Ik zit nu in een hutje naast een gigantische ventilator. Foto's gaan voor thuis zijn. Als jullie echt nieuwsgierig zijn dan raad ik jullie aan om Chatuchak Market of Vimanmek Mansion te googlen.
Veel liefs, Thomas
PS: collega's nog ff op de tanden bijten en jullie hebben ook verlof. Geniet ervan.
Hier zijn we dan. Gezond en wel in Bangkok, een wereldstad waar miljoenen mensen in razend tempo door elkaar wriemelen. Onze vlucht verliep voorspoedig. Een lange vlucht evenwel. 40 minuten naar Zurich is niks, maar 10 uur en 20 minuten naar Bangkok. Geen zon hier, maar wel heel warm. Een groot dik wolkenpak verhindert de zon te schijnen, het is immers regenseizoen. Vroeg of laat zullen we de zon wel zien. Toen we gisterennamiddag te luchthaven instapte was de warmte het eerste van Thailand waarmee we kennis maakten. Het was nog een heel eind rijden naar ons hotel in Chinatown. Het hotel boekten we via het internet vanuit Belgie. Het is een beetje sjofel. Ik vermoed dat de enige echt presentabele kamer op de site staat. Maakt niet uit. We zijn hier niet om op onze kamer te blijven zitten. We hebben ons onmiddellijk in het strijdgewoel geworpen. Chinatown verkennen, te voet. Heel veel indrukken. Volk, overal memsem die kraampjes uitbaten met allerlei voedsel dat je absoluut niet kan thuisbrengen. Chinezen eten echt alles lijkt wel. De haaievinnen schijnen hier echt de moeite te zijn. Rijke Chinese zakenlui komen hier kapitalen uitgeven om exclusieve zwaluwnestjes te eten en tal van andere bijzondere gerechten. Anna en William waren flink onder de indruk van de vele indrukken. Ze worden plotseling in een wereld gestort waar ze absoluut geen referenties hebben. Ze ondergaan, net zoals wij trouwens. Anna lijkt me het er nog het meest rustig onder te blijven. Ze kijkt haar ogen uit. William is een denker en wil alles ook onmiddellijk kunnen plaatsen. Hij werd vannacht dan ook plots wakker uit een droom en moppelde dat de riem van Jiri, een vriendje uit de klas, 200 baht kostte. Na een wandelingetje tot bij de Chao Praya, zijn we een restaurant binnengegaan om een lekker maal te nuttigen. Alles was heel lekker. Vandaag probeer ik een kraampje uit. Heb net rijst als ontbijt genomen. Dat viel al goed mee. We trekken zo dadelijk naar Dusit park, daar is onder andere een dierentuin. Daar gaan we een kijkje nemen. Tot later voor meer nieuws uit een broeierig warm Bangkok. Oh ja, foutjes liggen aan het qwerty-klavier. Lastig hoor.
Het is 10 u 's ochtends, we hebben ons ontbijt binnengewerkt (rijst met gestoomde groenten voor Thomas en mezelf en alweer toast met eieren voor William en Anna) en zijn klaar voor nog een dagje Bangkok. Een dag duurt niet lang genoeg hier. Er is ook zo veel te zien, te doen, en te beleven dat 4 dagen veel te kort is om het aanbod van de Stad van de Engelen te kunnen verwerken... maar we doen een poging. Ons hotel ligt aan de rand van het drukke Chinatown en dus het oude stadgedeelte. Het geeft ons een goed idee hoe het er hier in vroegere tijden aan toe moest gaan... drukke steegjes vol bedrijvigheid en handel; de wijken nog steeds netjes gesorteerd volgens ambacht. In onze buurt vind je alle schoenwinkels bij elkaar en vlak bij het station situeren zich de ijzerhandelaren, pakhuis na pakhuis (hun magazijnen herbergen rekken die tot de nok toe vol zitten met kleine en grote dozen) In de richting van de aanlegplaats waar wij de boot nemen (Ratchawong), hebben de handelaren in deegwaren, kruiden en kroepoek dan weer hun stek. En overal is het even hectisch, moet je in slalom van de ene borduur naar de andere, tussen de motoren, bussen en tuktuks en tussen de kraampjes en stalletjes (het aanbod lijkt wel oneindig... van pannenkoekjes, gefrituurde etenswaren en fruit tot allerhande snuisterijen en absoluut overbodige hebbedingetjes...). Kortom, Chinatown bruist van het leven en ik voel me er best thuis. Het is ongelofelijk hoe flexibel William en Anna zijn als het gaat over het ontdekken en uitproberen van nieuwe dingen. Ze eten alles en overal (alhoewel, de man met de bakfiets vol gegrilde en gefrituurde sprinkhanen en maden kon ons geen van allen verleiden...) Anna heeft fruit ontdekt dat smaakt als kiwi, maar een paarse buitenkant en een fuxia binnenkant heeft (aan de naam valt niet te beginnen, we zijn echte dommeriken als het op de Thaise taal aankomt); William houdt van de groene Falang (een combinatie tussen een appel en een peer). Anna heeft ons gisteren dan eindelijk kunnen overhalen met een tuktuk terug naar het hotel te rijden (een tropische plensbui trok ons over de streep). De chauffeurs van de omgebouwde motorfietsen met 3 wielen rijden als gekken tussendoor het moordende verkeer... maar Anna was in haar sas. Vooral omdat het haar een tocht van een uur stappen bespaarde, denk ik. Eergisteren zijn we helemaal te voet van de zoo terug komen wandelen. Het is de beste manier om veel van de stad te zien, maar achteraf bekeken was het voor de kinderen misschien toch iets te ver. Gisteren zijn we na een bezoek aan Wat Po en Wat Arun (tempels met de grote zittende Boedha en de immense liggende Boedha en torentjes ingelegd met Chinees porselein) terug gekomen met de boot. Dat is toch iets relaxer, bovendien moeten we de kindenen (vooral Anna) een beetje temperen. Ondanks de tropische warmte (die we allemaal goed verteren trouwens), denken ze dat ze op de tempeltrappen naar boven kunnen spurten...wat moeten die monniken wel niet denken. De oudere monniken dan toch, want de nieuwelingen (kleine jongens nog) hebben nog niet veel pap gegeten van de onthechting... zij spelen computerspelletjes en telefoneren op de tempeltrappen. Foei! Oeps, alweer 10 u 30... ik moet er maar eens vandoor. Overmorgen zijn we er terug met meer nieuws,