21 juli 2012 - Viva Belgica - vanuit Puno en vanop het Titicaca meer
Dag lieve luitjes thuis,
Er kan alweer een nieuwe dag beginnen in het zonnige Peru. We trekken jassen aan van 's ochtends. Hoewel ik een goeie nachtrust gehad heb - in een extra slaapzak en onder een paar kg dekens - klagen Bart en Debbie van te veel lawaai op straat. Er wordt geroepen, gefeest en het verkeer zorgt zoals gebruikelijk ook voor de nodige decibels. Anna vraagt zich vooral 's ochtends af waarom we tijdens onze zomervakantie - geassocieerd met warm weer (al hoor ik dat het niet vet is in België) - net in de kou moeten zitten. Maar tegen dat we vertrekken is iedereen goedgezind :) en kunnen we genieten van het frisse maar zonnige Puno. We wandelen langs het postkantoor om onze kaartjes te posten. en daarna zetten we koers naar de haven, waar we hopelijk de Yavari kunnen bezoeken, een oud Brits stoomschip uit de 19e Eeuw dat ze in stukken over de Andes hebben vervoerd - vandaag ingericht als museum. Bart heeft echter een afspraak met Ivo (kennis van iemand die Bart in België ken en die in Puno woont) aan wie hij een pakje uit België moet bezorgen; hij komt later naar de Yavari. De rest vertrekt naar Yavari. Daar aangekomen merken we dat de stoomboot een paar km verder op langs het meer ligt en dat we dat stuk onmogelijk te voet kunnen afleggen. Wat zullen we nu doen? Wachten op Bart aan de pier en hopen dat hij niet gewoon een taxi naar de Yavari neemt. Zelf een taxi naar de Yavari nemen en hopen dat Bart hetzelfde doet? Er ontstaat een beetje verwarring en ondertussen worden we op de pier door verschillende mensen aangesproken om ons met de boot naar Uros te brengen, of een tochtje te maken, of om iets te verkopen. We ontmoeten ook een zekere Roberto. Hij toont ons zijn boot en zegt dat hij ons best een uurtje wil rondvaren op het meer (dan hebben we toch een tocht op het beroemde meer gemaakt hé); hij kan zelfs voorbij de Yavari varen. Maar waar is Bart? Debbie besluit een eindje terug te wandelen en hem te gaan op wachten. Ze denkt er aan dat Bart met haar GSM naar Ivo gebeld heeft, en slaagt erin hem te bereiken. Bart was nog aan 't keuvelen met Ivo; we mogen hem subiet, binnen 10 minuten, direct verwachten... En dan maken we samen een tocht in de boot van Roberto voor 60 sol. Hij vaart ons naar een klein eilandje in het meer dat vol vliegen en muggen zit...omdat er ook 3 varkentjes wonen. Oké, we konden niet meer naar Uros (dat zien we wel heel in de verte liggen). Iedereen klimt wat op rotsen, geniet van het uitzicht, of van de vogels op het water en in het riet. Na een kwartiertje klimmen we terug in de boot en vaart Roberto ons netjes terug naar de haven. Het is ondertussen half twee en tegen twee uur zouden we worden opgepikt aan het hotel voor een trip naar de Sillustani graftombes. We wringen ons snel in enkele tuktuks en snorren naar het hotel... 'die van Thailand waren een pak sneller,' beweert William. We hebben amper tijd om nog iets te wisselen in het hotel, een empanada naar binnen te werken of we worden al geroepen door de man van het reisbureau en de gids van de tour. een vol programmaatje kun je 't noemen. De busrit naar de archeologische site in Sillustani duur ongeveer 45 minuten. Onderweg stoppen we een keer om het uitzicht over Puno aan het Titicacameer te kunnen fotograferen. De gids biedt alweer uitstekende service. Hij moet twee busjes (+/- ongeveer 30 mensen samen) gidsen in het Engels en het Spaans; beslist geen gemakkelijke klus. Ik zou jullie de hele santakraam kunnen herhalen... maar dan zit ik vast tot vannacht te bloggen, dus hou ik het bij de belangrijkste zaken: De Chullpa tombes van Sillustani zijn verschillende graftombes uit het pré-Incatijdperk (+/- 500 jaar oud) gebouwd door het Colla-volk; hoewel sommige stukken al in samenwerking met de Inca gebouwd werden ('t is beter samen te werken dan te blijven vechten zeker - want gevochten hebben ze zeker). De graftorens van de belangrijkste overledenen waren het grootst en mooist... steeds gebouwd in de vorm van een enorme fallus. De doden werden in foëtushouding in een binnenconstructie begraven. Betekenis: moeder aarde en de zonnegod zorgen samen voor een nieuw leven voor de dode = reïncarnatie eigenlijk. Soms werden ook anderen geofferd als er een belangrijke persoon doodging. Met gehandicapte kinderen hadden ze er minder moeite mee het offer sneller te brengen als bij anderen. De bouwwerken werden gebouwd met Sillar en vulkanisch gesteente. Vooral de Sillar (witte steen) zorgt voor problemen om de tombes te bewaren (te poreus). Na een grondige uitleg kunnen we de site nog eens rondwandelen en van een panoramisch uitzicht over het hoofd van het meer ( lake Umayo) genieten. Dit laatste ligt hoger dan Titicaca en smaakt minder zout. Op de terugweg naar de bus zit een jongentje met een kleine alpaca te wachten tot toeristen hem willen fotograferen. Hij palmt Mira en Anna helemaal in. Ze aaien de Alpaca en het jongentje vraagt wat het vreemde ding rond mijn nek is. Ik laat hem kijken door de verrekijker en zijn verwondering is minstens zo groot als de interesse van Mira en Anna in de Alpaca. We nemen en foto... en dat kost ons een centje voor zijn melk, zegt hij. Geen probleem uiteraard. Tegen de tijd dat we terug in Puno arriveren is de zon onder en dat voelt onmiddellijk veel kouder aan. We gaan een hapje eten in een lokale pub voor Peruvianen en spelen Uno tot lang nadat alle koffie en thee op is. Daarna trekken we naar het hotel. We checken de mail om te zien of er reacties zijn op onze reservatievragen voor verblijf in Cusco... slechts eentje blijkt vrij te zijn. 't Is een iets duurdere zaak - maar iedereen kijkt uit naar Peruaans ontbijtbuffet en lekker warme douches, dus bevestig ik 'Casa Elena'. En dan snel in onze koude bedjes, want morgen moeten we vroeg op. We hebben een busreis van 6 uur voor de boeg die ons naar cusco zal brengen. Maar dat verhaal zal Bart jullie vertellen.
We zijn ondertussen vrijdag 20 juli, 7u en 2 taxis brengen
ons naar het busstation, waar we voor de eerste keer een minder aangename kant
meemaken van de reisbureaus: Wonderland Peru had ons wel een ontvangstbewijs
gegeven voor de betaalde busrit van Arequia
naar Puno, maar er vergeten bij te vertellen dat we wel de tickets
zelf nog hadden moeten ophalen! Enfin,
snel naar de andere kant van de straat voor de tickets, de plaatsen waren
gelukkig nog niet doorverkocht, en dan met de bagage ingecheckt. We hadden al
een wantrouwen bij dat mens van Wonderland en dat bleek dan toch uitgekomen: ze
probeerde nogal hard tickets aan te prijzen voor de toeristenbus maar die vertrok pas om 13u zodat we na 6u rijden
laat in Puno zouden zijn, dan liever een busmaatschappij die we niet zo kenden
(Julsa) maar wel om 20u vertrok. het is niet zo te vertrouwen, let op je
bagage, er zijn geen toiletten aan boord, allemaal leugens dus, zo bleek .
Na een busrit van 6u komen we dus aan met enige vertraging
aan in Puno rond 15u, ondertussen had een man ons 2 hotelletjes aangeprezen en
belanden we dus in hotel Europa. Onze bustickets voor Puno-Cuzco voor 22 juli
hadden al we bij Colca Trek gekocht (en die hadden wel gezegd dat we nog de
echte tickets in Puno moesten ophalen bij een bevriend bureau) worden ons door
het bureau zelf gebracht en de man probeert ons wat trips voor de dag nadien
aan te prijzen. De tourist-trap een boottocht naar Uros, het drijvende
eiland, slaan we af (we zoeken morgen zelf op de één of andere manier op het
Titicacameer te varen) maar de uitstap
naar Sillustani, een site op een landtong met zicht op het meer en de bekende
graftombes van de Colla-bevolking (pre-inca) nemen we aan. Morgen gaan dus
tussen 14u30 en 18u naar deze plaats, ik
ben benieuwd
Belangrijkste feit vandaag. Nadat gisteren met de
antibioticakuur is begonnen is Arif weer helemaal de oude. Na de 2 prachtige
maar ook vermoeiende dagen in de Colca Canyon beginnen we onze laatste dag in
Arequipa erg rustig. We gaan zo laat
mogelijk ontbijten. Mira krijgt een aanvalletje van voedselheimwee. De broodjes
met confituur vinden niet langer genade. Ook Arif spreekt al enkele dagen van
een Lange Jan met frietjes, hij heeft er zelfs al over gedroomd.
Vandaag op het programma. Geld afhalen, alweer. Dat blijkt
echt wel een probleem. Voor al wie ooit van plan naar Peru te reizen: neem veel
cash geld mee. We dachten makkelijk geld te kunnen afhalen (in Zuid-Afrika was
dat alvast geen probleem), maar heel vaak is er iets mis met de bankautomaat en
als we geld kunnen afhalen is dat beperkt tot enkele honderden soles. Als je
dan bedenkt dat je telkens een commissie moet betalen dan zijn we daar al flink
wat euros aan kwijt. Heel vaak kunnen we ook niet betalen via een
kredietkaart. Dus kampen we voortdurend met cashflowproblemen.
Deze morgen verliezen we toch weer tijd met het afdweilen
van bankautomaten. In de voormiddag passeren we nog een laatste keer langs het bureau
van Colca Trek om daar onze bustickets van Puno naar Cuzco te regelen. Cuzco is
immers een erg populaire bestemming en we willen niet voor voldongen feiten
komen te staan (lees geen bus naar Cuzco).
Na de financiële en transportperikelen begeven we ons met de
hele ploeg naar het universiteitsmuseum. Want aldaar vinden we de
wereldberoemde Juanita, het meisje van Ampato, de ijsprinses. In 1995 barstte
de vulkaan Sabancaya uit. Algauw werd een expeditie uitgestuurd naar de vulkaan
Ampato om vandaaruit de erupties gade te slaan. Deze expeditie onder leiding
van Johann Reinhard vond toen boven de 6000 m het perfect bewaarde lichaam van
een Inca-prinses. Het meisje was door de vulkaanuitbarsting losgekomen en het
ijs waar ze in was bewaard was gezakt.
Haar gelaat was wel getaand door de felle zon tijdens de
dagen dat ze daaraan werd blootgesteld, maar de huid op haar lichaam was
griezelig goed bewaard. Bovendien werden op dezelfde vulkaan nog 3 andere mummies
gevonden. Deze kregen echter minder prozaïsche namen: meisje 2, meisje 3 en
jongen 1.
In het museum krijgen we eerst een film te zien, gemaakt
door National Geographic. Dat is een mooie opbouw naar het eigenlijke bezoek en
geeft de nodige duiding. Vervolgens bezoeken we enkele zalen waar alle
voorwerpen gevonden bij Juanita worden tentoongesteld. Daaruit werd het verhaal
rond het meisje afgeleid. De Inca-prinses werd onder begeleiding tot bijna bij
de top van de Ampato gebracht om daar te worden geofferd aan de berg. Ze was om
en bij de 12 jaar en van adel. De reis begon waarschijnlijk in Cuzco dus het
gezelschap (priesters) moeten weken onderweg geweest zijn. Waarschijnlijk kreeg
ze daar een verdovend brouwsel te drinken en vervolgens werd ze met een klap
tegen de schedel ter dood gebracht. Vermoed wordt dat ze al erg onderhevig was
aan hoogteziekte. Ze moet erg bang geweest zijn maar ook trots. Ze zou immer
als halfgodin mogen plaats nemen tussen de berggoden.
Helemaal op het einde zien we dan uiteindelijk Juanita zelf.
In een erg donkere en koude kamer wordt ze bewaard in een glazen kast bij -20
graden. Het is een erg fascinerend beeld. Helaas zijn fotos niet toegelaten.
Dus wil je een beeld dan moet je ze even googlen.
Na het museum bezoeken we de markt van Arequipa. Erg leuk,
erg kleuurijk ook. We kopen fruit en brood voor de trip van morgen. Ook een
groot stuk kaas. We proeven voor het eerst een exotische vrucht van Peru.
Chirimolla. Ik ben niet zeker van de schrijfwijze maar dat het lekker is weet
ik wel. Blijkbaar is er op de markt ook een afdeling geneesmiddelen. Heel veel
kruiden uiteraard, sommigen heel bekend andere weer niet. Maar vooral de
gedroogde lamafoetussen vallen erg op. Op de markt worden ook levende dieren
verkocht, waaronder natuurlijk cavias.
Na de markt wandelen we naar een restaurant Tradicion
Aruiquipeña. Dat staat in de gids aangeprezen als etablissement waar je
streekgerechten kan proeven. Het is echter een heel eind wandelen en de zon
steekt nijdig. Het voordeel is dan wel dat je door de straten buiten het
centrum wandelt en dan kan je je ogen weer de kost geven. Het restaurant zelf
is wat prijzig maar het eten is lekker. Oh ja, voorlopig wagen Christel en Bart
zich nog niet aan de cavia, ook al staat die op het menu.
Morgen naar Puno, een stad aan het Titicaca meer. Met 3810
meter het hoogst bevaarbare meer ter wereld. Dus ijle lucht, warm overdag, erg
koud s nachts, droge neuzen, gesprongen lippen, de huid die afziet. Maar we
willen het voor geen geld van de wereld missen.
Colca Trek dag 2 - soundtrack: Simon and Garfunkel El Condor Pasa
Dag 2 van onze Colca-"trek". Het strak tijdschema blijft van kracht. Fris en monter verschijnen we aan de ontbijttafel. Iedereen heeft lekker geslapen (Viva el Diamox, viva el Enterol, viva el magistrale bereiding tegen hoogteziekte) . We starten met een korte wandeling vanuit Cabanaconde naar enkele miradors (= nen belvédère in schoon Nederlands). Het eerste deel loopt langs de "hoofdbaan" en is dus niet bijster boeiend. Daarna wijken we van de weg af en bewandelen we zandweggetjes langs de canon. Terwijl we genieten van de mooie vergezichten op de canon, doceert onze gids over de culturen in de Colca canon. Ik geef 1 voorbeeld van een cultureel gebruik mee aan de trouwe lezers van deze blog/ Je kan er dan altijd eens mee uitpakken bij den bakker of op een trouwfeest om een vervelende, pijnlijke stilte in een gesprek mee op te vullen. Wist je dat?... de bewoners van de colcacanon hun schedels uittrokken. Van jongsaf aan werd met hout een soort van bekisting rond de schedel gemaakt. Dat werd strakker en strakker opgebonden zodat de schedel langer werd gemaakt. In de dorpen waar de top van de vulkaan (bv. Ampato-vulkaan) puntig was, werd de schedel puntig uitgerokken, in de dorpen waar een platte vulkaan centraal stond in hun leefwereld werd de schedel afgeplat. Het soort vulkaantop bepaalde dus de vorm van de schedel. Dit gebruik werd door de Spaanse kolonisator verboden. Om de conversatie bij den bakker wat vlot te trekken kan je nog vermelden dat ook in het Noorden van Congo, bij de Azande en Mangbetu deze schedelvervorming gebeurde.
We stappen verder richting mirador cruz del condor. Deze mirador is het bekendste uitkijkpunt in de canon. Vanop dit punt kan je de condors zien opstijgen uit de canon. Daarvoor maken zij gebruik van de thermiek (s'morgens warme luchtstromen wanneer de zon opkomt). Bij aankomst aan de mirador staan er reeds 150 mensen te koekeloeren. Een persoonlijke audiëntie bij de condors zal er dus niet in zitten. Dat hoeft ook niet echt, aangezien er al een jonge condor af en toe boven deze massa scheert; hij voert zijn nummertje op en vliegt op 10-20 meter boven onze hoofden. Het gaat om een jonge, bruine condor (volwassen condors zijn zwart met wit). Dit is een machtige vogel: 1,20 meter groot, 3,30 meter spanwijdte, 15 kg zwaar. Iets verderop vliegt er ook nog een volwassen exemplaar.
Na een halfuurtje "condors kijken", rijden we verder met ons busje. Volgende halte zijn de thermische baden van Yancay. een warmwaterbron waarin je kan ontspannen. En dat doen we. De kinderen nog het meest. We eten nog in Chivay (Peruvaans buffet), nemen afscheid van onze Canadese kennissen en keren alleen terug naar Arequipa. Onderweg stoppen we nog even om watervogels te bekijken, maar na een vlotte busrit (zonder persoonlijke ongemakken) zijn we opnieuw in hotel Casa Del Sillar.
Iedereen is ondertussen bijna volledig hersteld. Hoogte ziekte werd/wordt bestreden met de juiste pillen. Ook Arif is weer beter.
17/07/2012 - Canyoning the Colca - Colca the Canyon - veel wauw en oh's
We springen te zevenen uit ons bed, letterlijk. Om half acht
MOETEN we ontbijten, want vanaf 8 uur zou het busje van Colca Tours al aan de
deur kunnen staan. Met de kinderen is dat niet altijd makkelijk. Je moet ze
aansporen om op te staan, snel te douchen, mee te helpen om hun rugzakken te
pakken en erop toezien dat ze niks laten liggen. Maar, finaal eindigen we
netjes op tijd aan tafel en zijn we bijna klaar op het ogenblik dat Ruswell
onze gids aanbelt. We smijten de grote rugzakken en alle bagage die we niet mee
willen nemen in een stockageruimte van Casa del Sillar en lopen door het
steegje de deur uit en hoppen op de bus. Daar zit al een Canadees koppel in uit
Quebec (tijd om wat contacten te leggen voor de volgende bestemming binnen twee
jaar misschien hé).Er komen nadien nog
twee mensen bij uit Duitsland, en dan rijdt onze chauffeur Jorgé richting
Colca.
Ruswell legt uit dat we eerst zullen stoppen in het
Reservas Nacional de Agua Salinas, dat we regelmatig stops zullen maken om de
drie grote vulkanen te bekijken (El Misti, Chanchani en Pichu-Pichu) alvorens
door te rijden naar het hoogste punt - 4910 meter (= hoger dan de top van de
Mont Blanc - daar heb je een goed zicht op Hualca-Hualcaen op El Misti, waaruit de Amazone
ontspringt) om dan opnieuw te dalen naar Chivay (3600 m).
t Is een goeie gids die met onmiskenbaar veel liefde voor
zijn land, behalve info over de natuur en de omgeving, ook politieke,
economische en culturele informatie geeft over Peru. Hij vertelt dat de Pueblos
Nuevos nieuwe dorpen in sneltempo groeien rond Arequipa, maar dat de huizen
ondanks het feit dat ze er al 20 jaar staan nog steeds geen stromend water
hebben. Mensen staan alle dagen om 5 u op om water te komen dat in grote
containers rondgebracht wordt (60 l voor 1 Sol = 3.21 ). 27 % van de bevolking
van Peru is heel arm. Dwz, ze leven van +/- 300 sol per maand (bedenk dat de
prijs van één trip naar de Colca voor 1 volwassene 380 Sol bedraagt en dat we
gisteren Lomo gekocht hebben tegen 22 Sol/kg).In ieder geval Ruswell hoopt dat de nieuwe president ervoor zal zorgen
dat zoals hij beloofde voor de verkiezingen elke Peruviaan binnen 5 jaar
zal voelen dat de economische toestand verbeterd is. Ollanta zal binnen een
jaar de oude contracten met verschillende buitenlandse mijnbedrijven moeten
heronderhandelen vandaag betalen de US, Candada, Noorwegen, Duistland, bv
nog steeds evenveel taksen op het koper dat ze ontgonnen dan in de jaren 90
terwijl de koperprijs enorm gestegen is ondertussen. Ik hoop met hem dat de
nieuwe president zijn beloftes inderdaad weet na te komen
Na een uurtje en half en na het landschap te hebben zien veranderen
in een mooie en uitgestrekte woestenij rijden we het Reservas Salinas binnen
daar merken we voor het eerst de vicuñas op, een van de twee wilde
kameelachtigen van Zuid-Amerika. (later zullen we de gedomesticeerde Lama en
Alpaca nog tegenkomen. Van de wilde Huanaco echter geen spoor van hen lopen
er nog slechts enkele duizenden rond in Peru en ze komen nooit dicht bij de weg).
De Vicuñas
grazen langs de kant van de weg, met op de achtergrond - ik weet al niet meer
de welke vulkaan. Een mens geraakt gedesoriënteerd op den duur door al dat
draaien en keren en stijgen.We kunnen
allemaal een sanitaire stop maken aan de ingang. De toiletten spoelen niet door
de toiletafvoer is bevroren. Vanaf nu trekken we om uit te stappen een warme
trui of zelfs een jasje aan. Vreemd, want de zon steekt enorm.
Kort na de inkom rijdt Jorgé van de weg af; we rijden nu
over een hobbelig pad door het woestijnachtige landschap tot we op het punt
gekomen zijn dat we te voet verder moeten. We maken een klein wandelingetje om
enkele bijzondere rotsformaties te bekijken. Die worden gevormd door de wind en
naar beneden stromend water (tijdens het regenseizoen). De bodem ligt bedekt
met vulkanische as van toen de vulkaan Chachani nog eens buikpijn had lang
geleden hoor.
Ruswell is onze tijdsbewaker, hij drijft zijn kudde tijdig
samen als het tijd is om naar de bus terug te keren. Maar valt dat tegen. De lucht
is ijler en de inspanning van 500 meter naar boven stappen voelt aan alsof ik
al kms gestapt heb. En nu gaan we stijgen naar 4900 m, zegt Roswell. Van daar
heb je een fantastisch uitzicht. Kan wel zijn, maar ik voel me toch minder en
minder happy worden. Ik vraag de anderen hoe ze zich voelen. Maar zij schijnen
zich niet even duizelig en mottig te voelen. Ik voel de druk achter mijn ogen,
krijg het erg benauwd en kan nog net het afvalzakje van onder mijn stoel
trekken zakje vol, vreselijk gevoel. Daarna stoppen we aan het uitkijkpunt en
bekijken we nog een bijzondere plant die alleen boven 4000 meter hoogte
voorkomt en op een rots lijkt (als je erin snijdt komt er een soort hars uit
dat gebruikt wordt om artritis te behandelen). t Is prachtig, maar ik heb nu
ook nog hoofdpijn. Dit is nu Soroché hoogteziekte; ik neem onmiddellijk een
Diamox-pilletje en hoop op beterschap.
We dalen tot 3600 meter en lunchen in Chivay (een
fantastisch Peruviaans buffet). Ondertussen blijken ook Debbie, Anna en Mira
wel wat last te hebben van hoofdpijn. Arif voelt zich al een paar dagen
slapjes, maar dat hoeft niet noodzakelijk van de hoogte te zijn. Voor de
zekerheid geven we Mira, Arif en Anna een halve Diamox. Debbie neemt het
preparaat dat zij door het tropisch instituut voorgeschreven kregen.
In de namiddag rijden we door naar Cabanaconde (we zullen
slapen op 3700 m). Maar voor we daar arriveren maken we nog verschillende
stops. Het landschap is prachtig. De terrassen van de Wari (pré-incacultuur)
zijn nog steeds in gebruik. Roswell geeft veel uitleg (gelieve zelf eens op te
zoeken op Wikipedia, hé iedereen lacht me nu al uit over mijn lange en
gedetailleerde verslaggeving). Hij toont ons de Waritombes die heel hoog tegen
de rotsen gebouwd werden. We zien verschillende soorten roofvogels én een Viscacha
of twee.
Na deze stop, hebben we nog een kleine wandeling voor de
boeg. Die gaat naar Mirador Cruz del Condor. Hopelijk zullen we daar voor het
eerst Condors zien. We stappen uit en lopen langs een pad op de rand van de
Colca Canyon. Ik vind geen woorden om de schoonheid van dit landschap te
beschrijven; het zit hier vol vogels. Ik had ze graag allemaal kunnen opzoeken
in mijn veldgids, maar de inspanning op deze hoogte speelt me alweer parten. Ik
voel me opnieuw even mottig als voorheen en stap erg traag naar de Mirador.
Onderweg zie ik de Kolibris fladderen en zoemen, groene parkieten in flocks
voorbij scheuren en voel ik me teleurgesteld over het feit dat ik me net nu zo
ziek moet voelen. Met de Mirador in zicht zien we ook grote schaduwen langs de
rotsen in de verte bewegen. Condors zegt Roswell. Hier zijn ze dan, die grote
majestueuze koningen van de Andes. Ik kijk een paar keer door de verrekijker en
probeer me daarna zo goed als mogelijk te handhaven tot aan het busje.
t Is niet ver meer, zegt Roswell. Binnen een kwartier
zijn we in Cabanaconde. Vlak voor aankomst moet ik een tweede keer braken. Ik
begeef me zo snel ik kan naar mijn hotelkamer en kruip in bed. We eten pas om
19 u 30, ik heb een uur en half om een beetje te bekomen. De anderen
installeren kinderen en bestellen eten ik laat hen maar begaan. Thomas neemt
de kinderen mee naar het feest dat op dat moment aan de gang is in Cabanconde
(Fiesta del Virgen Carmen) ze komen super enthousiast terug met geweldige
fotos en filmpjes.
Dat dutje heeft me goed gedaan en aan tafel was het best
gezellig. Bart en Debbie praten met de Canadezen en ik en Thomas babbelen met
het Duitse koppel over cultuur, reizen, politiek, kinderen en andere koeien en
kalveren. Morgenochtend zullen we mailadressen uitwisselen zowel met die van
Canada als met de Duitsers.
Ik kijk uit naar morgen. Het is hier immers zo bijzonder
mooi dat ik dit voor geen geld van de wereld zou willen missen, met of zonder Soroché. Liefs, Christel,
PS - aan iedereen thuis dikke kussen en knuffels - ook van de kinderen. Hopelijk alles in orde met Opa?
Na een goed nachtje slapen in casa de sillar, blijf ik bij de kinderen en gaan Christel, Thomas en Bart nog bij eens reisbureau checken en de knoop doorhakken. Arif is nog steeds niet goed, diarree - hevige buikkrampen en vorige avond tot 38,5° koorts; nu is hij al beter dan de vorige avond, William is beter. We houden het voorlopig bij enterol en paracetamol voor de koorts en houden het goed in het oog. Na een tijd komen de anderen terug. Aangezien de meeste reisbureaus blijven voorstellen om op een onmenselijk uur (3u!) te vertrekken, hebben ze geboekt bij Colca Trek - ze pikken ons morgen op rond 8u30 en rijden dan richting Chivay voor de lunch, met stops onderweg bij interessante natuurfenomenen, maar daarover zal Christel meer vertellen. Het kost ons wel 380 sol pp (ong. 125) maar hier is dan ook alles inbegrepen van overnachting, 2 lunchen, 1 avondmaal en 1 ontbijt, tot de inkomprijzen voor de vallei, de warmwaterbronnen en water en snacks op de bus. We vertrekken rustig aan naar het centrum om het Santa Catalina klooster te bezoeken. Dit gigantisch klooster herbergde in de vorige eeuwen tot 300 vrouwen (zusters en hun dienstmeiden) en is een wirwar van straatjes en'cellen', elke zuster had een eigen cel die bestond uit een slaapkamer, keuken, altaar en een 'bed' voor hun dienstmeid, vaak hebben ze ook een mooi binnentuintje. Rijke families stuurden 1 van hun dochters met bruidschat naar het klooster. We wanen ons een beetje in de Provence aangezien het eerste deel van gangen en de kloostergang helblauw geschilderd zijn. Het volgende deel is dan weer oker-bruin en de straten zijn genoemd naar Spaanse steden! Er is hier een beroemde bewoonster geweest, Ana , die in 1985 heilig werd verklaard; de paus heeft toen ook beslist dat de zusters vanaf dan mochten praten, iets wat ze tot dan niet mochten! Er is ook een uitkijkpunt vanwaar we de straatjes van het klooster, de stad errond en de verschillende vulkanen in de verte goed kunnen zien. We eten iets klein in de gezellige cafetaria, de kids kaarten of spelen UNO elke keer ze de gelegenheid hebben. Het was een mooi bezoek, de moeite waard. We wandelen richting plaza Armas en bezoeken ook de jezuïtenkerk op de hoek van het plein; Thomas gaat met de kinderen terug richting hostel en wij gaan nog even wat eten halen om zelf te koken. Dit blijkt niet zo gesmaakt: de pasta hier heeft een wat rare, melige smaak en de lomo stukjes die we gekocht hebben zijn wat taai, waren waarschijnlijk beter in een stoofpotje dat uren kan opstaan. Soit, iedereen eet wat en dan moeten we al wat pakken: we laten onze grote bagage hier achter en stoppen reservekledij en zwemgerief in kleinere rugzakken om morgenvroeg te vertrekken naar de Colca Canyon.
groetjes aan iedereen ! Dachny: groetjes van je neef en nicht - ze zijn benieuwd naar je verhalen en foto's over de filmste van twilight!
Onze eerste nacht op een bus zit er op. Met een uur vertraging reden we van Ica van naar Arequipa, opnieuw met Cruz del Sur. Zo'n nachtelijke busrit is om twee redenen nuttig. We sparen een overnachting uit en je wint een dag. Alleen het slapen wil niet voor iedereen lukken. En William en Arif blijken een beetje ziekjes. Niks erg maar ze zien er wat pipjes uit. Vooral Arif had het lastig en bezocht vaak het toilet. De meisjes doen het veel beter. Ze houden zich kranig. Uit het raam van de bus valt er niet veel te zien, maar tijdens het eerste gedeelte van de reis wordt er duidelijk veel gedraaid en geklommen.
Wanneer het weer licht wordt bevinden we ons boven de 2000 meter en rijden we stilaan Arequipa binnen. De witte stad, la ciudad blanca, omdat heel veel huizen hier gemaakt zijn uit 'sillar' een wit vulkanisch gesteente. Tijdens het binnenrijden maken we alvast kennis met drie vulkanen. De bekendste is El Misti (5800 m), verder nog Pichu Pichu (5700 m) en Chachani (6100 m). We nemen een taxi (altijd 2 voor ons) en installeren ons in de Casa del Sillar, een gezellig hostal in een oud koloniaal gebouw. We gaan het rustig aandoen. Even tijd om rustig bij te komen, een douche te nemen en voor de jongens wat bijslapen. Ondertussen probeer ik Skype uit met papa en dat lukt prima. De blog wordt bijgewerkt en we bedenken een strijdplan voor de komende dagen. De eerste dagen blijven we even in de stad. Op het programma waarschijnlijk een bezoek aan het Santa Catalina klooster en aan het universiteitsmuseum, waar we de beroemde ijsprinses Juanita kunnen zien, een heel bekende mummie. En we gaan uitpluizen hoe we best de Colca Canyon kunnen bezoeken. Belangrijkste zorg hier is dat de kinderen niet te zwaar moeten wandelen. We vertoeven al wat hoger en we moeten de tijd nemen om te acclimatiseren.
Het wordt een luie dag. Niemand die daar rouwig om is, de busrit was best vermoeiend. Christel en Debbie maken van de gelegenheid gebruik om de was van de eerste week naar de wasserette te doen. Onderweg springen ze al enkele reisagentschappen binnen om eens te horen wat de mogelijkheden zijn voor de Colca Canyon. Wanneer ze terug zijn is het al namiddag en dan doen we een wandelingetje richting Plaza de Armas. Dit blijkt een mooi en feestelijk plein. Heel veel mensen ook en de gebouwen zijn al verfraaid met vlaggen en reusachtige rosetten in aanloop naar de nationale feestdag binnenkort. We doen een supermarkt aan en besluiten ons eigen potje te koken. We kunnen immers gebruik maken van de keuken. Bart en ikzelf doen nog twee touroperators aan en vragen nog enkele voorstellen. 's Avonds bij het eten blijkt het niet zo eenvoudig om een tour te vinden die ook voor de kinderen aangenaam zal zijn. Er moet in de standaardtours van 2 of 3 dagen onmenselijk vroeg (voor kinderen toch) opgestaan worden en dat gaan we de gasten echt niet aandoen. 1 bureau (Colca Trek) heeft een interessant voorstel. Morgen stappen we daar nog eens binnen om te onderhandelen. Hopelijk is Arif dan ook weer wat beter.
Huacachina, zaterdag 14 juli - soundtrack: Guano Apes - The lords of the boards
Hola Belgica
Het is 14 juli, Franse feestdag (wordt in Peru "in zeer beperkte kring" gevierd) en tijd om uit te checken. We pakken alles in en vertrekken vanuit hotel Tambo Colorado, met alle bagage naar Paracas. Na de prachtige woestenij van Paracas, bookten we ondertussen nog een trip bij Alfredo en Joël ("Emotional Touring"). In Paracas spelen we, in afwachting van ons transport, nog een spelletje Uno (Debbie en Thomas zijn in de winning mood), drinken we iets (Arif lijdt aan een lichte Inca Kola verslaving, dat wordt afkicken) en bekijken we de lokale fauna en flora.
11u stipt vertrekt ons busje richting Ica (ligt op een uurtje rijden van Paracas). Vanuit Ica gaat het naar Huacachina. . Huacachina is een oase, omringd door hoge zandduinen. Het is een vrij populaire spot voor toeristen op doorreis in deze streek en dus bijgevolg redelijk druk.
In oorsprong was deze oase een exclusief resort (dat zie je nog aan sommige gebouwen en bv aan de kleedkotjes aan het water). Anno 2012 is deze oase de vertrekplaats om in de duinen te gaan sandboarden of met de buggy (het gaat hier niet over een Quinny-model, eerder een mad max model) te gaan crossen. Deze oase is dan ook volledig afhankelijk van het toerisme en heeft dus wel wat van z'n idylle en rust verloren.
Omdat we pas rond 16 uur met de buggy naar de duinen vertrekken, kunnen we de oase nog even verkennen: toerke doen rond de vijver, vogels spotten, bokes opeten, in het zand spelen. Thomas zoekt het al iets hogerop. Hij fotografeert vanop een hoge duin de oase. In de namiddag zoeken we een plaatsje bij het zwembad en eten een kleine hap. Arif, Mira en Anna springen in het zwembad.
Met enige vertraging stappen we in een sandbuggy (plaats voor 10 pers.), De laatste bank is gereserveerd voor de mama's en de papa's, kinderen zitten op de middelste bank. Iedereen snoert zich vast en we snorren zachtjes richting voet van de duinen. Vervolgens duwt de chauffeur (zelf rijden mag niet) het gaspedaal in en rijden we bergop (of duinop) de zandduinen in. Dat gebeurt aan een stevig tempo en het wordt al vrij duidelijk waarom de grote kinderen achteraan moesten zitten. Het gaat er namelijk vrij hobbelig en heftig aan toe. Een uitgestippeld, geasfalteerd racecircuit ligt er natuurlijk niet. Het is dus knallen in de duinen, op en neer, van links naar rechts, soms bergop over een scherpe duinrug om vervolgens steil naar beneden te bollen. Af en toe wordt er eens halt gehouden om een leuke foto te maken en er wordt ook gesandboard. Arif, William, Anna en Bart mogen/kunnen en willen graag met een sandboard van de duinen schuiven (buik op de plank) of op hun board naar beneden skiën. C'est cool quoi!
We sluiten af met een zonsondergang en keren, van kop tot teen met zandkorrels beplakt, terug naar het zwembad aan de oase.
Met het busje verlaten we de oase en worden in Ica aan de busterminal van Cruz del Sur gedropt. We drinken nog iets en stappen op de nachtbus naar Arequipa.
12 juli 2012 - Cruz del sur/ 13 juli - Ballestas en Paracas
Hallo,
zoals Thomas dus zei: donderdag inpakken, eerst nog wat bankzaken regelen en dan naar cruz del sur. Over die bankzaken: geld afhalen is hier toch niet zoals we dachten; je kan bij sommige automaten maar 400 sol afhalen (ong. 160) en als je daar telkens 3 à 4 dollar commissie op moet betalen, gaan we enkel de banken sponsoren; zelfs met de kredietkaart binnen in de bank kunnen thomas en christel maar 1300 sol afhalen; enfin, we zullen de volgende keren meer met visa trachten te betalen (als ze het hebben hé). Dan met 2 taxi's naar de startplaats van cruz del sur. Een grote mooie bus, met eten aan boord (beter dan in het vliegtuig zeggen de kinderen) en een beker inca cola (een geel medicamentendrankje of tuttefrutsmaak zoals je wil). Het was een aangename reis in goeie zetels, een 3,5u rijden langs de kust naar Paracas, door een toch wel desolaat landschap. Langs de ene kant de oceaan, langs de andere woestijnachtig beeld met af en toe kleine dorpjes met huisjes die voor ons 1 kamer lijken. Om 17u arriveren we in Paracas aan de busterminal. Toerisme is hier harde business blijkt direct. Wanneer we naar de straat willen gaan met onze bagage, worden we benaderd door "kikkeroog" (door ons al snel zo genoemd) en 2 jonge gasten die ons een taxi willen aansmeren en tegelijk een trip voor de volgende dag naar de Islas Ballestas en het Paracas natuurreservaat. Kikkeroog vertrouwen we niet dus nemen we het aanbod aan van de Joel en Alfredo. Een taxi brengt ons naar Pisco, hostel Tambo Colorado, een aangenaam hostel met vriendelijke mensen. We palmen onze kamers in en gaan naar de plaza de armas (zoals de grote markt bij ons, in elk dorp te vinden) om iets te eten in een restaurantje. De porties zijn hier gigantisch en met een volle buik gaan we vroeg slapen omdat ze ons vrijdagochtend om 7u komen halen voor de trip!
Over naar Christel
Het is vrijdag de 13e en vandaag varen we naar de Ballestas eilanden ('t zelfde als de Galapagos, maar dan voor de minder rijken) en naar Paracas National Reserve... als dat maar goed gaat. (By the way... gelukkige verjaardag, Jessy).We hebben onze wekker op 6u10 gezet. Om 15 na 7 komen ze ons immers halen. Die wekker blijkt echter niet nodig te zijn. Het lawaai dat vanuit de straten van Pisco onze kamer binnendringt valt niet te negeren. De hele nacht razen taxis en tuktuks toeterend door onze straat en ik zie dan ook alle uren van de nacht passeren op het scherm van mijn gsm. Ik sta dan ook iets vroeger op en pak warme jasjes, truien, verrekijker en vogelboek in. Kort nadien is iedereen wakker, ze hebben allemaal wel last gehad van de drukte op straat. Onze slechte nachtrust is snel vergeten als we eenmaal genoten hebben van broodjes en eitjes en vers geperst fruitsap. We worden stipt op tijd opgepikt en naar Paracas goevoerd met een busje. Net buiten de stad zien we bergen puin langs de weg liggen met hier en daar hoopjes afval ertussen. Puin dat ze ongetwijfeld geruimd hebben uit de stad na de aardbeving van 2007. et Daar staan de andere toeristen al te wachten aan het kantoor van Alfredo en Joël. We worden door Joël naar de kade geleid en zien een grote horde mensen wachten op de boot. In een motorboot kunnen 32 mensen en er liggen er minstens zeven. De benzinegeur is niet te harden - niet echt ecologisch eigenlijk. We worden ingedeeld bij de Nederlandstaligen (Hollanders dus...), betalen snel nog een kleine taks voor de nieuwe pier, want ook hier heeft een tsunamie na de aardbeving alles kapot gemaakt en zijn ze volop alles aan het heropbouwen. "Er komt hier nog een mooiere pier", zegt Joël, "met een restaurant - onthaalcentrum, met wifi; 't zal heel goed zijn". Ondernemende gast die Joël. We nemen plaats in een boot; de kinderen achteraan en de volwassenen vooraan. Ik en Thomas nemen plaats naast de gids en de kapitein en staan de hele tijd recht achter het scherm. We varen met een serieuze snelheid recht opo het doel af. Langs de kust van Paracas zet de kapitein zijn motor af. We kunnen van hieraf de kandelaar zien, een figuur uitgehouwen in de rots langs de kust. Zelfde principe als van de Nascalijnen - maar dan dieper en breder én bovendien te zien vanop het land en niet enkel vanuit de lucht...
Oeps; we moeten met een buggy door 't zand gaan rijden... nu direct. Ik vertel later verder...
Bij de Ballestas aangekomen zien we duizenden vogels op de rotsen zitten: pelikanen, incasternen, diverse soorten meeuwen, aalscholvers en jawel, enkele Humboldtpinguïns. De stank is op sommige plaatsen enorm. Dat komt door de vogelkak, ook wel Guano genoemd; om de 8 jaar wordt die geoogst om te verwerken tot landbemesters. Op een aantal rotsen liggen zeeleeuwen te slapen of gewoon te liggen. We hebben geen verrekijkers nodig om ze te bekijken, we varen tot vlak bij de rotsen. Het is de moeite, maar na een tijdje genoeg voor sommigen onder ons. Een bootje dat dobbert maakt misselijker dan een boot die stevig doorvaart...
Om 10u30 zijn we alweer aan de kaai in Paracas. We moeten ons haasten zeggen ze op pier al... er niet veel tijd voor het vertrek naar Paracas National Reserve, maar we laten ons niet opjutten. 11 u was er gezegd; eerst een koffietje en het nodige toiletbezoek.
Op de bus naar Paracas worden we vergezeld door 2 Franse meisjes en een Nederlands koppel met hun 3 kinderen. Paracas is een woestijngebied aan de kust. In het begin wist ik niet wat ik van dit landschap moest vinden. Maar hoe langer we erdoor rijden, des te meer kan ik het appreciëren. We maken verschillende stops langs aan de kust (waar ik zo gebiologeerd de horizon afspeur op zoek naar dolfijnen-activiteit te midden van de duizenden vogels, dat ik de golf niet zag komen. Vogelgids het water in, schoenen nat en iedereen lachen, gieren, brullen. Mijn boek is ondertussen netjes gedroogd hoor); De kinderen zoeken fossielen, we proeven zout van de grond, we spotten nog verschillende vogels en iets a de middag delen we een Ceviche of twee in het restaurant waar we afgedropt worden (om hopelijk zoveel mogelijk te consumeren). Daarna is het alweer snel, snel de bus op, om de andere stops af te werken. Het bezoekerscentrum, een uitkijkpost om flamingo's te spotten en daarna opnieuw de bus op richting Pisco. Toer Paracas zit erop. 't was een strak schema. We hadden liever wat meer tijd gekregen voor een wandelingetje en wat langer kuieren langs het strand. Maar al bij al was het leuk en hebben we veel gezien.
We sluiten een volle dag af met een bezoek aan de bank (geld moet rollen hé), wat aankopen in de supermarkt, een lekker etentje vlak bij ons hostal (vriendelijke mensen; we zijn de enige klanten en we zien ze vanuit het restaurant de kip en het vlees plat kloppen om vervolgens te frituren en te bakken). Voor we uitgeput gaan slapen, doen we wat mails naar hostals in Arequipa, want morgen zullen we daar de tijd niet voor hebben. We gaan immers sandboarden en met een buggy door de duinen rond een oase scheuren... wie had dat van ons ooit verwacht,
Voor wie zich ongerust maakt: hier zijn we weer. We doen even een inhaalbeweging en ik vertel jullie over onze belevenissen in Lima. Na een nachtje stapelbed waren sommigen onder ons al vroeg uit de veren (de vogelliefhebbers dus) want in de tuin vielen al enkele leuke exemplaren te spotten. Na een stevig ontbijt besloten we eerst en vooral onze ticketten voor Paracas te organiseren. Daarvoor stappen we een eind naar het busstation van Cruz del Sur, zonder bagage en zo weten we meteen of het morgen te doen is met de rugzakken. Niet dus het is een eind en langs een toch wel heel drukke baan. Het verkeer in Lima is bijzonder hectisch. Ik mag er niet aan denken hier te moeten rondrijden. Dus laten we ons rijden. We zorgden voor plaatsen op de bus naar Paracas om vandaar naar Pisco te gaan waar we zullen verblijven. In één beweging zorgen we voor kaartjes van Ica, een stad verder naar Arequipa in het zuiden van Peru.
Eens dat geregeld gaan we met een collectivo naar het museum Larco Herrera, een mooi museum waar je goed een overzicht kan krijgen van alle pre-colombiaanse culturen in Peru. Want wie denkt dat er enkel Inca's waren vergist zich. De Inca's regeerden ten tijde van de Spanjaarden, maar daarvoor had je andere belangrijke beschavingen, sommige wel zou oud als die van het oude Egypte. De Wari, Chimu, Paracas, Nazca (die van de beroemde lijnen), Moche etc. En die lieten allen hun sporen na. De rit met de collectivo (meestal gammele stadsbus) is best avontuurlijk aangezien je nooit weet waar precies je moet afstappen. Maar met behulp van vriendelijke medepassagiers raken we altijd op bestemming. Peruvianen helpen graag en zijn vaak heel vriendelijk. Met zo'n collectivo zien we bovendien grote stukken van Lima én we kunnen een praatje maken terwijl we ons door het drukke verkeer wurmen.
Het museum is echt de moeite. Ik verwachtte me aan een megagroot complex met zalen vol potscherven, maar dat draait helemaal anders uit. Heel overzichtelijk, heel mooie objecten, per thema gerangschikt. Bovendien was het er helemaal niet druk. De kunstzinnigheid van de oude culturen staat buiten kijf. Prachtig gekleurde veren mantels, sieraden in zilver en goud, aardewerk antropomorf en zoömorf en combinaties, want de oude culturen kenden heel wat vreemde wezens en goden.
En blijkbaar hielden ze ook van een goed potje sex. Want in een aparte zaal vinden we de erotische collectie. Laten we het er op houden dat ze van wanten wisten. Leuk.
Na het museum trekken we naar het historische centrum, waar we de San Francisco kerk bezoeken en de daarbij horende catacomben. Duizenden mensen werden in de catacomben begraven. Tot er geen plaats meer was en er uiteindelijk naar een 'bovengrondse' begraafplaats moest worden uitgeweken. na een hapje wandelen we nog in het centrum. Pogingen om een sim-kaart te pakken te krijgen lopen spaak op mijn gebrekkig Spaans. We willen geen contracten van zes maanden aan ons been. Het is leuk kuieren in een van de weinige autovrije winkelstraten. We nemen ook een kijkje in de supermarkt. Veel aardappelen natuurlijk.
Voor het avondeten belanden we in 'El Cordano' een restaurant waar we ons aan enkele Peruviaanse specialiteiten wagen. Grote porties en lekker. Lomo saltado en cebiche zijn enkele beroemde gerechten in Peru. Na het eten weer een busje in en door het donker (het is hier rond zes uur donker) naar de jeugdherberg.
Oh ja, voor de liefhebbers. In bijlage proberen we telkens enkele foto's te plaatsen. Niet te versmaden denk ik.
Het is 9 u 25 lokale tijd in Lima... we zijn na een boeiend busritje aangekomen in Hostal Malka in het stadsgedeelte San Isidro. Wat viel op - ze rijden hier als zotten = poco loco, wat 'armoede' is wordt iedereen weer eens duidelijk, én 't is bijzonder goed weer om winter te zijn. We hebben een lange en vermoeiende vlucht achter de rug, maar dat deert de jongens niet om de pingpongtafel in te palmen en een toernooi te installeren. Onze kleinste meisjes genieten al van de de gratis Wifi en ik en Debbie pluizen uit wat we kunnen doen... vandaag omdat we toch al een beetje moe zijn, en voor de komende dagen.
Zoals gezegd, eerst even verkennen na een vermoeiende vlucht en weer even wennen aan een qwerty-toetsenbord met dan ook nog een ñ op de plaats van een m.
Vanuit ons hostel gewandeld naar het bosque de olivas, een 400 jaar oud overblijfsel en nu een groot olijvenboompark; gezellig even gerust, een empenadake gegeten en UNO gspeeld - ja zijn opnieuw gestart met het grote uno-kampioenschap, ditmaal met eem zelfgemaakte Lima-versie ineen gestoken door Bart.
Daarna zijn we naar de piramide Huallamarca getrokken, een oude begraafplaats piramide in het midden van de stad - bizar. In het kleine museum ook een echte mummie te bezichtigen. Na dit bezoekje wilden we nu toch even de Grote Oceaan zien! Dus even naar de Avenida Arequipa die van San Isidro naar Miraflores loopt en daar een busje genomen. De stralende zon maakte het compleet: een mooi zicht op de kliffen, veel wind, parapentes, zitbanken a la Miro,... en dan moe maar voldaan terug met het busje.
Morgen trekken we naar het centrum van Lima, maar eerst nu slaap inhalen !
Is dit de laatste dag? Ja, dit is echt de laatste dag ... maar we gaan niet zitten grienen tot we 's avonds zullen opstijgen. Vandaag trekken we naar Soweto - of beter, we zullen gevoerd worden door een gids en een chauffeur - om ons te laten onderdompelen in een potje echte misérie en geconfronteerd te worden met de opmerkelijkste tegenstellingen die Zuid-Afrika te bieden heeft, en dat zijn er wel wat. We worden begeleid door Mandy Mankazana van Imbizo Tours (Mandy is een bron van informatie - ze deelt graag haar inzichten over politiek, onderwijs, voetbal, vrouwen en voetbal, Zimbabwanen en Congolezen. Als jullie ooit Soweto willen bezoeken, moet je beslist bij haar zijn: tel = 011 8382667 of 083 700 9098). Soweto is ongetwijfeld de beroemste township van Zuid-Afrika en staat eenvoudigweg voor South West Township. Er wonen ruim 4 miljoen mensen (denkt men, 't zijn er waarschijnlijk wel wat meer), waarvan een groot deel in hokjes van golfplaten, plastiek, karton, een enkele baksteen, jutte, kortom in alles wat rechtop blijft staan en blijft hangen. Bouwselen worden opgetrokken langs een wirwar van straatjes, paadjes en weggeltjes zonder naam. Welcome in the slums, waar mensen wat rondhangen en publiek de was doen aan de pomp en waar je de weldadigste glimlach naast de wanhopigste grijns ontmoet. Maar Soweto is meer dan dat. Er zijn ook nieuwe en chique wijken. We rijden langs het in lichtblauw geschilderde huis van Desmund Tutu (met slechts een enkele garagepoort, bescheiden). De huizen worden er van de straten gescheiden door grasperkjes en borduurs. We zien een jongeman een van die perkjes bewateren met de tuinslang - groene perkjes zijn mooier. Dan ineens aan de overkant van zo'n straat begint dat gebied van golfplaten constructies. Dat kan allemaal in Soweto, want rijkdom is niet fout, het is een voorbeeld. En ik veronderstel dat voorbeelden 'hoop' geven. Dát en de nieuw opgerichte kerken en kerkgemeenschappen. Tot blijkt dat de oprichters - Brazilianen bijvoorbeeld - het zuurverdiende geld pikken van goedgelovige mevrouwtjes. Dan wordt zo'n complex wel eens opgedoekt - zegt Mandy... ik zei al dat ze een bron van informatie is. Zo'n tour voert je niet alleen door de verschillende wijken van Soweto, er wordt ook regelmatig gestopt op belangrijke politieke plaatsen (wij doen bv Freedom Square aan met het ANC freedom charter; de gedenkplaats aan de studentenoproer van '76, tegen het invoeren van het Afrikaans als voertaal in het onderwijs, waarbij menig student de dood vond). Een traditionele tour voert je ook nog langs het voormalige huis van Nelson Mandela en Winnie Mandela, en eventueel langs een plaatselijke Shebeen. Maar omdat wij vooraf gevraagd hadden of het eventueel mogelijk was om een school te bezoeken, brengt Mandy ons naar Kliptown Youth Program. Een jongeman, Sipho, legt ons het project uit en begeleidt ons over het terrein - dat zich trouwens midden in the slums bevindt. Ze geven een basiscursus Engels aan jongeren die opgevoed werden in een andere taal en zo hun schoolcarrière al beginnen met een achterstand. In Zuid-Afrika is de voertaal in het onderwijs immers Engels. Kliptown kan dmv sponsoring schooluniformen aankopen voor jongeren die dit anders nooit zouden kunnen betalen, zodanig dat ze naar school kunnen. Ze voorzien (deel met groenten uit eigen moestuin) in 350 gratis maaltijden per dag voor de kinderen die komen. Sipho toont ons de minibibliotheek en de 100$computers die ze van Microsoft gekregen hadden, om ook de jongeren in het midden van de slums met de computer en het internet te laten kennis maken. Naast dit project komen we via een poortje terecht bij een kinderopvangproject en de voorbereidende school van ene Pamela - de forse directrice van het schooltje. Massa's kleine en uiteraard onweerstaanbare chocolade kinderen komen ons tegemoet en steken hun duim in de lucht om ons met een 'chup' te begroeten. We worden langs zelfstandig etende eenjarigen gevoerd, langs de keuken waar maaltijden voor de oudere kinderen worden bereid en langs het klasje waar al echt onderwezen wordt... en daar wordt er uiteraard gezongen. Na een welkomstlied, psalm 23 (die kinderen zijn wel 5 jaar hé... zo'n psalm is verschrikkelijk lang hoor) en na veel yeehs en yahs worden we verzocht terug naar ons busje te keren, we worden immers nog verwacht in een andere school. Daar is de ontvangst even vriendelijk, maar wel korter. Er is weinig te doen, want de leraren staken (net zoals de spoorwegmensen) voor een aanvaardbaar loon. Dit is meteen het eindpunt van de tour en we hebben dorst. We kopen ons een aantal blikjes frisdrank en water in een winkeltje op de hoek naast de school en worden door Mandy en de chauffeur terug naar de cottages gevoerd. We betalen minstens een dollar per blikje, exact het bedrag waarmee een gezin in de slums per dag moet toekomen, genoeg om 's ochtends en 's avonds pap te kunnen koken... rijkdom is niet fout, maar werd ons, heel toevallig, toebedeeld. Er resten ons nu slechts enkele uren om te genieten van Zuid-Afrika en dat kan perfect in de tuin van the Cottages. Een laaste keer springen op de trampoline voor de kinderen (met een dikke lip tot gevolg voor Anna), een laatste keer rennen en verstoppertje spelen in een prachtige tuin, een laatste keer het gemaskerde wevertje spotten, een laatste keer Thee and Coffee in Africa, een laatste keer Uno (de finale spelen we uiteindelijk in de transitzone in Caïro met Debbie als winnaar - ze moet dat reuzenijsje nog altijd ergens bestellen)... Maar het is onvermijdelijk, uiteindelijk worden we om 18u15 opgepikt door een taxi en naar de luchthaven gevoerd - exit Zuid-Afrika. De vlucht verloopt gesmeerd, het eten is erg vliegtuigachtig, wachten in Caïro duurt lang - maar misschien niet lang genoeg, we landen ergens rond 15 uur op 17 augustus in Brussel. We stellen het afhalen van de bagage uit door nog allemaal naar het toilet te gaan, maar dat helpt echt niet. De reis is voorbij.
Christel
PS - Nieuws van vandaag 19 augustus : "In Zuid-Afrika schiet de politie met rubberkogels op betogende leraren." Geef die mensen toch gewoon een beter loon! Dat moet er na het WK toch nog wel afkunnen.
zondag 15 augustus "It's sunday, so this must be Johannesburg" ("Jo'burg" voor de vrienden, "Gauteng" voor onze Afrikaanse vrienden, "gangsters' paradise" voor de criminologen). Jo'burg is geen van de officiële hoofsteden van Z-Afrika, maar officieus is het wel de economische hoofdstad van zuidelijk Afrika. Het is een aantrekkingspool voor iedereen uit zuidelijk Afrika die op zoek is naar enige economische en financiële slagkracht. Die migratie naar Jo'burg zorgt wel voor veel onderlinge strubbelingen en druk op de ketel (weinig jobs - veel werkzoekenden). Na aankomst en onderweg naar onze cottage, blijkt al snel hoe immens deze stad is. We rijden 40 minuten via de ring rond de stad (als we dat vanuit Boom doen, zitten we al bijna voorbij Brussel) en op de kaart blijkt het om een korte afstand in de stad te gaan. 't Stad telt minimaal 7,5 miljoen inwoners, maar eigenljik weet men het niet zo goed met hoeveel men hier rondloopt (bv. voor Soweto alleen lopen de schattingen van 4 tot 6,5 inwoners).
Voor onze laatste verblijfplaats op zuid-afrikaanse bodem hebben we niet gekeken op een ZAR meer of minder. Het leek ons wijselijk om tussen "moeizame" overnachtingen op een trein en in een vliegtuig, een beetje comfort en rust te huren. En rust en comfort was er: We verblijven in "the cottages", gelegen in de wijk Observatory op de flanken van de hoogste heuvel in Jo'burg. Het gaat om en aantal Britse cottages die verspreid over een tuin staan. Het wordt gerund door een sympathieke Zuid-Afrikaan. Na aankomst ontdekken de kinderen algauw een trampoline en een zwembad, wij (Christel en ikzelf) halen opnieuw onze verrekijkers boven, want het is officiël !!: Er kunnen en mogen weer vogels gespot worden. Theetje drinken, chillen op één van onze terrassen (?!) en dan toch weer in beweging komen om toch nog even iets te bezoeken.
Jo'burg is niet alleen de economische hoofdstad, maar was ook de politieke hoofstad van het Afrikaanse verzet tegen het apartheidsregime. Het is dan ook niet meer dan logisch dat het belangrijkste apartheidsmuseum hier is opgebouwd. Gelegen naast een pretpark en op een steenworp van een casino in een buitenwijk (eigenlijk hoort dit museum op een symbolische plek in het centrum van Soweto te staan) staat een moderne nieuwbouw. Het museum geeft een historische, chronologisch, volledig overzicht van het ontstaan van apartheid, via het verzet tegen dit systeem tot het opbouwen van de "regenboognatie". Debbie neemt de kinderen mee op sleeptouw, vertaalt, vat samen, roept "amandla": awethu. De anderen proberen de vele info te lezen, we bekijken propagandafilms (hilarisch!), proberen zo veel mogelijk te bekijken, maar er is zeer veel. We raken niet ver in het museum: Christel en Thomas zitten nog in de jaren '70, ik kijk naar de begrafenis van Steven Biko en plots gaat alle licht uit. Iemand roept dat het museum gesloten is (subtiel aangebracht). We strompelen naar de uitgang. Als je dit museum grondig wil bezoeken, heb je zeker 3-4 uur nodig.
In afwachting van onze taxi, doen we nog een terrasje. We keren terug naar onze heuvel, bestellen pizza, pasta, spelen UNO en gaan slapen. Morgen gaan we naar Soweto. Amandla!
De laatste dag dag Durban; om 17u30 de nachttrein naar Johannesburg maar eerst .... pakjesdag !! We laten onze bagage achter in de hippo hide en trekken te voet naar het winkelcentrum , hebben gehoord dat Victoria Market de moeite is maar eerst passeren we onderweg de wekelijkse zaterdagmarkt, waar we toch ook al wat leuke zaken vinden: pareltjeskettingen en -diertjes, oorbelletjes, een t-shirt van Steve Biko voor Bart, allerlei leuks om te bekijken. Na een wandeling komen we aan in Victoria Street waar we dus de overdekte market binnenvallen: ook daar kettingskes, beeldjes, ..... al bij al valt het wat kleiner uit dan verwacht maar toch leuk en goedkoop. Verderop in de straat vinden we eindelijk een sportwinkel met wat voetbaltruitjes, iets waar William en Arif al een tijd naar uitkeken en na wat gepas en gezoek hebben ze een vest van Kameroen en Zuid-Afrika; ook de meisjes vinden in een Indische winkel verderop leuke rinkelrokjes en tasjes. Nog flessen Amarula voor de grootouders en alles is klaar voor een taxi-belletje die ons naar hippo hide brengt. We laden alles in en worden afgezet aan het centraal station. We zijn zoals gevraagd een uur voor vertrek aanwezig, er is 1 loket open waar ik, ondanks een rij zittende wachtenden, even check of ik mijn voucher nog moet veranderen in tickets. Dit blijkt niet te lukken, de printer macheert ni, 'jullie mogen in de wachtzaal zitten'. Na 2 spelletjes uno en wat ongeruste blikken van iedereen en aanspreken van personeel dat rondloopt, blijkt dat er 'technische mankementen zijn' en er vertraging is. Ondertusen zijn we druk in gesprek geraakt met een blank Zuid-Afrikaans gezin, met 1 ondertussen slapend kindje, dat naast ons zit en waarvan de man een imposante 2meter ex-rugbyspeler is - dit blijkt nog van pas te komen, ik zou er in elk geval geen ruzie mee willen! Ze hebben nog een pizza over en geven die aan onze kinderen. Terwijl het gesprek gaat over de verschillen tussen Belgie en Zuid-Afrika, lonen en kosten van de huizen en school, wordt het toch al bijna 20u en na aandringen van 'onze maat' wordt er afgeroepen dat er geen trein zal zijn en er bussen ingelegd worden ! Commotie alom, dit zien we echt niet zitten, we keken er naar uit om te slapen op een trein en niet te zitten op een overvolle bus. De manager wordt ter plekke geëist, we geloven ook niet dat ze op deze korte tijd nog bussen gaan vinden enfin, onze maat trekt mee naar het bureau. Na een uur - ondertussen is er een volledige school in uniform met reistas gepasseerd, we verdenken hen ervan om onze trein ingepikt te hebben - wordt er plots omgeroepen dat de trein toch zal hersteld worden en we nog even geduld moeten hebben. Eindelijk kunnen we rond 22u op de trein - van defecten geloven we al helemaal niets meer, een ex-werkneemster heeft ondertussen komen zeggen dat er waarschijnlijk een staking was en ze geen chauffeurs hadden. Enfin, eindelijk in onze slaapwagon waar onze bedden opgemaakt worden en we nog rijst met kip eten - dat valt nog mee, de koffie en thee zijn niet te drinken. De kinderen slapen goed - die slapen overal - ik heb het gevoel dat ik op een trilplaat lig, één ding dat ik niet mocht doen na mijn rugoperatie - ik begrijp waarom aan het loket hing "geen vrouwen vanaf 5 maanden zwangerschap". Enfin, toch blij dat we kunnen liggen in een trein en niet moeten zitten in een bus, slapen we toch voldoende na een vermoeiende avond in een treinstation .... in elk geval wel de mensen van het hotel in Johannesburg verwittigd dat we 4uur later dan gepland moeten opgehaald worden.
Over voetbalstadions, Bunny Chow en eenzame mensen
Vrijdag 13 augustus
Vandaag bezoeken we het Joseph Madhiba voetbalstadion. Hebben jullie allemaal al gezien. Jawel hoor. Al wie de halve finale Duitsland - Spanje bekeek op televisie heeft het stadion gezien. Alleen gaan wij vandaag net iets dichter. Het is weer opnieuw een beetje zoeken tot we een busje vinden dat ons naar het stadion brengt. De Mynah busmaatschappij vindt in ons geen klanten. De busjes zijn zoveel spannender. En je krijgt er telkens snoeiharde muziek bovenop.
Wanneer we aan het voetbalstadion aankomen zijn we vrijwel onmiddellijk onder de indruk. Vooral de kinderen vinden het een leuk uitstapje. Een heuse voetbaltempel bezoeken, waar de "echten" niet zo heel lang geleden voor het oog van de hele wereld het speelveld betraden. Wie zich het stadion nog voor het oog kan halen herinnert zich nog de hele lange sierlijke boog die over het stadion heen loopt. Wel, daar loopt dus een lift over die je zo een prachtig uitzicht geeft op Durban en omstreken. Dat doen we eerst. We kunnen de stranden zien, de Indische Oceaan, het gloednieuwe treinstation (gebouwd voor de World Cup), de verschillende wijken van Durban, hoge flatgebouwen incluis. Onze verrekijkers komen ook nu weer van pas.
Na het mooie uitzicht nemen we de lift naar beneden voor een bezoekje van zo'n 45 minuten in het stadion zlef. Ik ben zelf geen echte kenner maar eens op het veld maakt het echt indruk. Tienduizenden mensen hebben een magnifiek zicht op het veld. De kinderen mogen langs het veld lopen en algauw worden kiekjes genomen op de reservebank en de spelerstunnel. Een gids vertelt ons honderduit. Zo komen we te weten hoe een man er tijdens de halve finale in slaagde het veld te betreden. Iedereen vroeg zich toen af hoe dit mogelijk was. Nu bleek de man zicg voorgedaan te hebben als een rolstoelgebruiker. En toen ie in het stadion was bleek hij plots miraculeus genezen en stormde hij het veld op. Vrij snel werd hij ook kordaat het veld afgesleurd.
De gids vertelt ons ook over de Big Rush, een bungeesprong vanop de overspanning. We hebben geluk, een durfal, maakt zich tijdens ons bezoekje op om een vrije val van 80 meter te doen, waarna hij over het veld heen zal slingeren. Hij krijgt prompt applaus.
Na ons bezoek besluiten we richting strand te lopen. Geen zwemmen vandaag, want de sardienentrek is volop bezig en dan worden de haaiennetten weggehaald. We vinden het niet erg. Na een tijdje wordt duidelijk dat ook de inwoners niet onbetuigd laten wanneer het om sardienen gaat. Op het strand is veel activiteit. Enkele jonge mannen zijn in de weer met netten en algauw staan tientallen mensen naar sardienen te graaien. Dat levert een leuk schouwspel op. Plastic zakken worden gevuld en weggesleept. Vrijdag visdag?
Het is goed vertoeven op het strand. Maar we krijgen wat honger en Christel en ik willen kennismaken met de Bunny Chow. Dat is een specialiteit van hier. Het is take away met een Indische oorsprong. Een Bunny Chow kan je in drie maten verkrijgen. Een kwart, een helft of een volledige. Het gaat dan om een volledig uitgehold wit brood dat dan opgevuld wordt met Indische spijzen. Dat kunnen groenten zijn, bonen, kip, beef. Alles flink gekruid. De meesten van ons gaan voor de Bunny Chow. Ik neem een helft, Zuid-Afrikanen zeiden immers dat dat meer dan voldoende zou zijn. En ja hoor. Ik moet zwoegen om mijn Bunny op te krijgen. IK kan geen pap meer zeggen. Ik ben niet de enige en we wankelen naar het strand om een dutje te doen. In het zonnetje. De kinderen maken zandsculpturen. Flink geïnspireerd door zwarte Durbanners die dat ook doen om een centje bij te verdienen.
Zalig toch, het strand, boekje bij, lekker ontspannen. Vakantie kortom.
In de late namiddag lopen we langs de boulevard naar West Street. In het begin is daar nog een en ander te beleven maar later is die straat vrij verlaten en minder interessant. Plots wordt het een tikkeltje moeilijker om iets te vinden voor het avondmaal. Alhoewel dat voor de meeste geen groot maal moet zijn. Bunny Chow heeft gewerkt, amai. Als we terug in de buurt van het stadhuis komen springen we weer op een busje. Gekkenwerk opnieuw. Dat flitst. Jonge snaken die onverantwoord hard rijden en zich ondertussen goed amuseren met muziek. Vele van die busjes hebben een sterk uitgebouwde geluidinstallatie. Boxen opzij en dan de muziek keihard. De muziek is heel leuk. Een harde beat en het past helemaal bij onze snelle rit. Ik laat Bart informeren naar de muziek en die blijkt van een Durbanner afkomstig te zijn. Hij draagt de illustere artiestennaam DJ Clock. Daar moet ik morgen naar op zoek. Het is immers cadeautjesdag morgen.
Het busje is snel, maar ze zetten ons wel verkeerd af. We worden afgezet aan het Berea Centre, wat totaal iets anders is dan de Berea wijk. We dralen even en algauw worden we door een ongeruste Indiër aangesproken. hij woonrt hier en zegt ons dat het hier echt geen veilige buurt is. De man staat er op om ons te voet naar de juiste wijk te brengen. Bezorgd om de kinderen. We doen een stukje te voet en hij spreekt nog een busje aan. Daar moeten we niks voor betalen en algauw staan we aan een "Italiaans" etablissement waar we nog een hapje eten. Het is vrijdagavond en er zijn veel bezoekers in het cafégedeelte. Anna vindt al die bierdrinkende volwassenen maar niks. Helaas voor haar maken we nog kennis met Shane een 47-jarige droevige man. Hij trakteert prompt op ijsjes voor de kinderen. Simpelweg omdat hij ons zo'n mooie families vindt. De man heeft duidelijk een paar biertjes teveel op. Hij zegt "Ive got no one" Zijn dochter is weg, hijzelf gescheiden. Hij is dakwerker. Maar een beetje eenzaam zoveel is duidelijk. Hij begint ook spontaan geld uit te delen. Af en toe komen bezorgde barbezoekers eens polsen of ie niet vervelend wordt. Het sowieso bijna bedtijd wanneer we "ontsnappen" aan Shane. Debbie zegt de man dat ie voor zichzelf moet zorgen waarop hij ze bedankt met een heuse dronkemansknuffel. Daarmee wordt Debbie de eerste die echt intiem is geweest met een Zuid-Afrikaan. Proficiat!
Opnieuw naar warmere oorden. Vandaag verlaten we de Drakensbergen. Onze laatste autorit in Zuid-Afrika. We ontbijten een laatste keer in het allegaartje van meubilair. Onze gastvrouw Trish brengt nog eventjes een lammetje binnen. Dat moet blijkbaar met de fles worden gevoed. Dat is weer leuk voor de kinderen natuurlijk. Ze is ook zo vriendelijk om ons bij het achteruit rijden te sturen. En dan gebeurt het, door de niet zo goede aanwijzingen rijdt Debbie met de Nissan nog op een paaltje. Een paaltje dat we hier dagenlang hebben kunnen ontwijken door voorzichtig achteruit te manouevreren. In de andere auto denk ik eerst dat we een van de honden hebben aangereden, maar dat is gelukkig niet het geval. Debbies auto is echter wel wat gehavend. Het voorste stuk is een beetje losgekomen. We proberen het zo goed en zo kwaad als kan terug te duwen. Uiteindelijk vertrekken we. Richting Durban. Dat is al autostrade en niet zo heel ver. Je ziet op de autosnelweg dat we een drukke stad naderen. Durban is echt wel een uit de kluiten gewassen stad. Bekend om de grote Indische gemeenschap, Ghandi heeft er ooit vertoefd en ze hebben natuurlijk dat hele mooie stadion.
We moeten vandaag goed plannen. We hebben de auto,s nog tot 17 u, dus het lijkt ons verstandig om eerst nog iets te doen buiten Durban en dan pas de auto's binnen te leveren. We halen de gids erbij en onze keuze valt op KZN Shark Board, een centrum dertig km ten noorden van Durban in Uhmlanga. Het is een officieel onderzoekscentrum voor haaien. Ze houden zich ook bezig met de haaiennetten die Durbans stranden veilig moeten houden. Want als er ergens haaien zitten dan is het wel hier in Durban. Het plaatselijke rugby team heetdan ook toepasselijk de Sharks. We zijn wat vroeg ter bestemming dus rijden we even naar de zee enkele minuutjes naar beneden, waar we op een terrasje iets drinken en op de dijk iets eten. Ja we zijn echte kolboxtoeristen, zoveel is duidelijk. In Uhmlanga wonen duidelijk geen arme mensen. Heel sjieke villa's en joggers kijken een beetje meewarig naar het zootje ongeregeld dat boterhammen zitten smeren. Deert ons niet en iets voor twee gaan we naar de Sharks Board. Daar krijgen we een film te zien over haaien. Beetje vreemd om plotseling weer in een zaal te zitten, in een groep mensen, kijkend naar een film. De film is zeer interessant. We leren dat de meeste haaien ongevaarlijk zijn en dat zelfs de gevaarlijke meestal per vergissing een mens aanvallen. De beesten zijn enorm bijziend. Hun reukzin daarentegen is fantastisch. In een miljoen deeltjes ater ruiken ze 1 deeltje bloed. De drie gevaarlijke jongens zijn de Zambezi haai, die ook in zoet water kan voorkomen, de tijgerhaai en natuurlijk de o zo bekende grote witte. We zien hun tanden en je wil niet gebten worden door een van deze jongens. Het centrum probeert echter zoveel mogelijk misverstanden over haaien uit de wereld te helpen. Dat doen ze niet enkel met de film, want na de film worden we naar een openluchtaula geleid. Iedereen ziet onmiddellijk de grote tijgerhaai op de dissectietafel liggen. Een beetje jammer evenwel is dat niet de tijgerhaai wordt opengesneden maar wel een kleine Daky haai. Heel interessant allemaal. De lever, de maag, het hart we aanschouwen het allemaal. De tijgerhaai wordt een dag later opengesneden. We krijgen opnieuw heel veel uitleg over de toch wel prachtige beesten. De grote witte (je weet wel Jaws) blijkt bedreigd te zijn.
Zwemmers en vooral surfers dienen echt wel te aanwijzingen van de badmeesters te volgen. Dat zullen we later nog op de stranden zien.
Momenteel is zwemmen niet mogelijk omdat de netten voor de stranden zijn weggehaald. Dat is omdat de grote sardienentrek aan de gang is. Miljoenen sardienen zwemmen deze dagen voorbij en dan dienen de netten te verdwijnen. De haaien zijn namelijk druk in de weer die sardienen aan te vallen. Noem het gerust een vreetfestijn.
Na dit bezoek rijden we vlug naar de Hippo Hide Lodge waar we zullen verblijven. De auto,s worden goedegekeurd omdat we vlak bij 17 uur nog komeb binnegevallen en de mensen daar naar huis willen. De avond wordt afgesloten in een Indisch restaurant. Spicy en heel lekker.
De bedden van de dormitory in de Hippo Hide zijn zalig. Een hele verademing na de planken in Rosetta. Toch kon ik de eerste dag van ons verblijf in Durban niet lang tussen die aangename lakens blijven liggen. Ik was vroeg uit de veren, klaar om te ontbijten, te internetten, de stad in te trekken... maar met een groep van 8 moet je geduld oefenen. Pas als er een paar uren weggetikt waren, gingen we op stap. We zouden de bus nemen, of liever twee bussen. Eentje richting centrum en dan eentje richting West Coast, om het geweldige Ushaka Marine World te bezoeken. Naar het schijnt zou dit een van werelds beste aquariums bezitten en bovendien voorzien in de combinatie met een tropisch zwemparadijs... de kinderen vonden een bezoek uiteraard de normaalste zaak van de wereld. Maar die bussen, dat zat niet dadelijk mee. Eerst gingen we wat staan lummelen langs de weg en toen bleek dat de kleine busjes - met zelfmoordchauffeurs achter het stuur - allemaal vol voorbijreden, besloten we alvast in de richting te gaan lopen van onze bestemming. Na een tijdje beseften we dat we de eerste bus niet meer zouden moeten nemen; voor we 't wisten bevonden we ons in het drukke zeer Afrikaanse centrum van Durban. Ik hou wel van die drukte, wil graag cakejes kopen aan een van de stalletjes, staren naar de mensen, zien wat ze uitrichten - maar ook dat is niet altijd even makkelijk met 8 mensen, die stappen en groene lichten willen halen zonder onder de wielen van die zelfmoordchauffeurs te geraken... mijn tijd van staren zou nog wel komen. Zo gaat het immers altijd. Aan de Cityhall vinden we een soort busstop - niet meer dan een plek langs de kant, waar de busjes elkaar verdringen, de deuren opengereten worden door gehaaide zwarte jongens die luidkeels schreeuwen dat je moet instappen en zonodig wel aan je arm komen rukken. Bij de minste interesse - en die was er, want we moesten nog naar de West Coast - wordt duidelijk hoe groot de concurrentie wel niet is. 'he sister, I spoke to you first - go away, I spoke to them first' Debbie gilt dat er slechts 3 plaatsen in zijn busje zijn - ' NO PROBLEM - children go free' - 'still not enough space', lacht Debbie terug. Uiteindelijk stapten we in een busje waar ons voldoende ruimt leek te zijn en werden we voor een schamele 27 Rand (2.7 Eur) netjes bij Usaka afgezet. Het is daar dat ik me realiseerde dat ik de zwempakken van de kinderen mee had, maar niet dat van mezelf - zo gaat dat soms met mama's - dus besluit ik er snel eentje te kopen in de eerste de beste sportwinkel voor de inkom van Ushaka. Een erg dure aangelegenheid, en nog lelijk ook, maar niet getreurd, ik kon toch ook op de reuzenglijbaan nu. We gingen eerst wel een bezoek brengen aan het aquariumgedeelte. Daar stond eerst de dolfijnenshow op het programma. Een spectakel met muziek, begeleid door een soort van begeleiders-acteurs en een diaprojectie op de achtergrond, waarop Shaka - de grote Zulukoning - regelmatig heel dramatische uitspraken doet. De show heet niet voor niks 'Shaka's tears'. Maar de dolfijnen waren uiteraard de sterren, en terecht. Geweldige beestjes zijn het. Na de show trokken we rechtstreeks naar het aquarium... waar we een uurtje en half in ronddoolden. Alles is er inderdaad pikfijn verzorgd; je krijgt er de mogelijkheid om door horoscopen te kijken, die permanent bemand zijn met mensen om uitleg te geven over wat er te zien valt. De aquariums zelf bevatten het lokale zeeleven - de reuzen schildpadden en de hamerhaaien vond ik persoonlijk het geweldigst. En dan was het eindelijk - na een stukje fish en chips - tijd voor dolle waterpret; de kinderen konden haast niet meer wachten. Het was wel warm, maar toch niet tropisch warm, en er stond een stevige bries - Debbie en ik zagen die zwempret toch niet helemaal zitten. Maar er was geen houden aan. De honderdduizend glijbanen, wildwaterbanen met rubberbanden, blauwe bootjes en dolle tunnels moesten allemaal beleefd worden. Dus gingen we op zoek naar een plekje om ons te positioneren, en naar onze badpakken te grijpen..BADPAKKEN? Het was daar dat we ons realiseerden dat het nieuwe badpak niet lang het mijne was geweest... hoe het gebeurd is kunnen we niet meer helemaal achterhalen. Maar het nieuwe - weliswaar lelijke, doch dure ding was zoek - had ik niet gezegd dat mijn staarmoment nog zou komen? Thomas trok nog naar de verloren voorwerpen, heeft een inbraakpoging in het dolfinarium toegepast - zonder succes. Ik vond het al bij al niet zooo erg - had een goed boek bij en massa's mensen rond me om stiekem naar te kijken, te gluren en te begniffelen. We verlieten na een paar uurtjes jaren '80 muziek en tegen sluitingstijd als bijna allerlaatste klanten het zwemparadijs. We zetten onze avondwandeling in naar een verderopgelegen visrestaurant, waar we voor het eerst tijdens de deze vakantie een duur maal aten -Thomas en Bart bestelden een visschotel voor 2. Ik proefde na het maal een ' Belgian Chocolate Mouse' - om te keuren he. Na afloop bellen we de taxidienst van de dag ervoor en laten ons veilig en wel naar huis voeren door Henry van Eagletaxis. Alweer een fijn dagje Z-A ten einde,
Drakensbergen part 2, the revenge of the bearded vulture
Dag 2 in de Midlands en we rijden opnieuw naar Giants castle. Vroeg op want we worden om 8 uur in Giants castle verwacht en van bij ons naar de drakensbergen is toch een uurtje rijden. IK merk dat Christel beter en beter de putten in het wegdek kan ontwijken. Het begint meer en meer op een videospelletje te lijken waarbij extended time kan verdiend worden wanneer er snel wordt gereden tussen 2 punten. Als gevolg van de mist lopen ze een beetje vertrqging op, maar tegen 8 uur vetrekken we (Chris, Thom, Will en Bart) in een 4x4, bestuurd door een ranger van 2 kubieke meter met acterin een emmer vol botten met vlees (ons lokaas)> DE bestemmimg wordt geheim gehouden, men wil niet bte veel pottenkijkers rond de gieren. Na 45 miutem komen we aan een vogelhut, gelegen aan de rand van een rots ongeveer 400 meter boven den asfaltweg. DE ranger maakt zijn emmer met lokaas leeg en zegt bye bye. Een beetje duiding over de lammergier (= bearded vulture, maar wordt lammergier genoemd omdat men verkeerdelijk denkt dat deze gier lammetjes pakt) kriigen we niet van de ranger, maar kunnen we lezen in de qfgsloten vogelhut. Daar zitten we dan met zn vieren in de hut wachtend op de lammergier met het lokaas op 4 meter voor de hut uitgestrooid. Er passeren allerlei vogels de revue en we kunnen voor ons nieuwe soorten aanduiden (withalskraai, stonechat, en een zeer mooie jackhals buizerd). ONdertussen cirkelen de lammergieren rond boven de hut, wachtend totdat de andere vogels het vlees van het bot hebben afgeknaagd. Lammergieren eten namelijik alleen de botten. Na 2 uur en half wachten moeten we terug naar het basiskamp beneden. Het bleek ijdele hoop dat die lammergieren zich mooi positionerend gingen laten zien, die beesten laten zich natuurlijk niet programmeren en niet vergeten dat er verderop nog 3 paardenkarkassen lagen te stinken. Uiteidenlijk hebben we de gieren zien overvliegen op 4 ;meter hoogte. WE wandelen terug naar het basiskamp beneden, eten een quiche en keren terug naar de boerderij. We zijn dus opnieuw op volledigwe sterkte (8stuks) en rijden naar de Howick watervallen. We stoppen onderzeg even voor een gednksteen, op de laats waar Nelson Mandela in 1962 werd gearresteerd (hebben we een leuke parodie over gefilmd) en arriveren bij de Howickfalls, Voort een wandelimg naar de bodem van de kloof is het al te laat, maar we genieten nog van het uitzicht ondanks het miezerige herfstweer. We gaan iets eten en gaan slapen in ons hok> Morgen is er ee andere dag.
Dag 3 Als volleerde rallypiloten snellen we ook vandaag richting drakensbergen. Na het ontbijt makem we 2 groepen. DEbbie en Mira gaan een kleine wandeling (bergview) doen (5 km) re anderen gaan voor de Langalibalele wandeling (17 km) De langer wandelimg blijkt geen technisch moeilijke wandeling te zijn. Het klimt geleidelijk, blijft vervolgens op hoogte om tenslotte de laatste 7 km te dalen. we zien onderweg bavianen, oribi, elanden en een groep Hollanders. De kinderen doen het goed ( de extra cadeautjes in het verschiet blijken voldoende motiverend te werken). We verenigen met Debbie en Mira beneden aan de rivier die de laatste 2 km meewandelen. Beschrijving geven van de uitzichten en vergezichten doe ik niet, de foto's zullen een beter beeld geven. WE keren tergu naar onze huispub/restaurant en kruipen moe in ons nestje. We zijn klaar voor de volgende etappe naar Durban.
Kennismaking met de Drakensbergen in Giant's Castle
8 augustus
Vandaag zijn we niet fanatiek vroeg opgestaan. De ontgoocheling over onze accomodatie gisteren heeft plaatsgemaakt voor berusting. We maken er het beste van. De kinderen zijn alvast in hun nopjes over de vele dieren op de boerderij. Anna heeft al kennisgemaakt met alle honden en ook de lammetjes en konijnen zijn populair. Mira en Arif zijn evenwel op hun hoede voor de honden. Dat zijn brave beesten maar ze zijn er niet gerust in, zoveel is duidelijk. Het is heel zonnig rond de boerderij en iedereen heeft geweldig goed geslapen. Waar we een beetje voor vreesden (koude tijdens de nacht) werd niet bewaarheid. Integendeel, persoonlijk had ik het zelfs wat te warm. Dus dat viel allemaal goed mee.
Het plan voor vamdaag is een tochtje naar Giant's Castle. Dat is een reservaat dat vrij jong is. Als ik het me goed herinner is dat pas in 1903 in het leven geroepen, meerbepaald om de tanende populatie elanden te beschermen. Stel je hier geen eland voor zoals je die kent uit het Hoge Noorden. Hier gaat het om Afrikaanse elanden. Dat zijn heel grote antilopen met een schofthoogte van 1,3 m. Mooie dieren. De kans dat we gaan zien is klein, maar we trekken niet naar Giant's Castle om dieren te zien. We zijn van plan om er mooie wandelingen te maken en om rotstekeningen van de San (vroeger Bosjesmannen genoemd) te bekijken.
Aangezien we een rustige ochtend hebben rijden we pas rond de middag naar Giant's Castle. Eerst naar Moor River en dan recht op de bergen af. Het blijkt toch een grote afstand te zijn. 70 km. De baan tussen Mooi River en de de ingang van het park is een regelrecht verschrikking. Enrme putten teisteren het wegdek en het is laveren om te ontsnappen aan verschrikkelijke klappen. Erg geconcentreerd rijden dus. Enkele kilometers voor Giant's Castle liggen enkele dorpen. Het is duidelijk zondag want het is erg druk. Sommigen gaan naar de kerk weer anderen amuseren zich op het voetbalveld. Het is dat laatste dat ons er toe aanzet om ff langs de kant te gaan staan om een kijkje te nemen. Dat is natuurlijk wel een beetje vreemd. De mensen hier zien de toeristen door hun dorpen rijden op weg naar Giant's Castle, maar die stoppen nooit. En nu staan daar plotseling twee blanke families. We worden echter sypathiek onthaald langs de kant van het speelveld. We kijken een klein kwartiertje naar de match, een erg stoffige bedoening), maken een praatje met enkele jongelui en rijden weer verder.
Bij de receptie van Giant's Castle krijgen we de nodige info en rijden door naar het enige kamp. Het landschap is wondermooi. De bergen rijzen links en rechts op, de heuvels zijn goudkleurig. Het is immers winter en droog. Kijk zeker even naar wat foto's via Google. Probeer Central Drakensbergen en/of Giant's Castle. In de winkel staat een opgezette lammergier, een prachtige vogel. Je kan hier naar een schuilplaats gaan van waaruit je deze beesten kan observeren. In de gids staat echter dat je ruim een jaar op voorhand moet reserveren om van de vogelhut gebruik te maken. Ik raad Christel toch aan om te informeren en we hebben geluk als we willen kunnen we morgen terugkeren om de plaats in te nemen van enkele afzeggers. Dat is alvast fantastisch nieuws.
We gaan eerst echter naar de tekeningen van de San kijken. Daarvoor moeten we zo'n 45 minuten wandelen door dit prachtige gebied. Het is een makkelijke wandeling. Bij de ingang wachten we op de gids. Een jonge vrouw opent voor ons de deur en samen met de andere toeristen worden we naar de rotstekeningen gebracht. De San tekeingen zijn heel oud maar moeilijk te dateren. Ze zijn niet altijd groot en je moet ook goed kijken om de antropomorfe figuurtjes te onderscheiden, De gids weet ons te vertellen de tekeningen heel wat te lijden hebben van water en eerdere bezoekers die de tekeningen aanraakten. Het is allemaal heel mooi. Met een stok wijst ze voor ons alle dieren aan. Ik vind ze niet allemaal even herkenbaar maar wie ben ik om te beweren dat iets meer op een wildebeest lijkt dan op een buffel. De gids vertelt ons ook dat de San een kliktaal gebruiken. Met drie Afrikanisten in ons midden (ok Bart tzee Cultuurwetenschappers dan) is dat geen nieuws voor ons. Maar ze demonstreert een drietal letters en dan vinden we allemaal heel leuk klinken. De kinderen gaan spontaan over tot het nabootsen van de drie letters en het moet gezegd ze doen dat vrij goed. Voor ons blijft het fascineren die klikken die je ook af en toe in het straatbeeld of op de radio hoort. Want niet enkel de San gebruiken die. Ook in enkele van de 11 officiele talen worden die gebruikt. Xhosa bvb.
Na een korte wandeling terug, krijgen we bevestiging dat vier mensen morgen naar de vogelhut kunnen gaan. De plek wordt geheim gehouden en wordt vaak gebruikt door professionele fotografen om de zeldzame lammergier te fotograferen. De vogel is enkel nog te zien hier en in de heuvels rond de Himalaya. Dus dat wordt morgen een unieke belevenis. Maar daar vertelt Bart meer over.