Onze reis loopt onmiskenbaar ten einde. Dat valt moeilijk te ontkennen als je opnieuw rondloopt in de stad waar je als eerste toekwam. We proberen er echter niet al te veel aan te denken en al gauw hebben we een strijdplan voor vandaag. De familie Smeulders kon eindelijk uit dat muffe kamertje weg. We verhuizen in de loop van de morgen naar een andere, meer aan de verwachtingen voldoende, kamer.
Bij het ontbijt gaat iedereen nog eens voor de revueltos (roerei). We gaan immers flink stappen vandaag. Eerst op de agenda: souvenirs en cadeautjes. Ikzelf was aardig gecharmeerd door het het mooie terracotta in het Larco Herrera museum (zie blog eerste dagen in Lima). Een goeie replica zou niet misstaan op de schoorsteenmantel. Onze reisgidsen brengen ons naar artesania markten in onze wijk zelf (Miraflores). Maar hoewel die allen indrukwekkende namen dragen vind ik geen fatsoenlijk terracotta. Niet getreurd natuurlijk. Iedereen stort zich op de andere koopwaar. Veel toeristentroep maar ook hele leuke hebbedingetjes met link naar Peru. Ik zal niet uit de biecht klappen en zo het plezier van de kindertjes op het thuisfront vergallen.
Van al dat slenteren langs kraampjes krijg je honger dus een hapje eten. De kinderen hebben veel zin in een ijsje maar zijn wat te enthousiast bij het bestellen. Jullie moeten weten dat het geen sinecure is om aan een kraam of in een restaurant of bar een bestelling te plaatsen. De gasten hebben niet altijd zin voor realiteit en verwachten vaak dat dat wat op hun bord belandt beantwoordt aan het idee dat ze op die moment hebben. En dat zorgt dan voor ergernis. Dit keer is het Mira die dit en dat niet lust en met lange tanden muizenhapjes neemt. En wanneer mama doorkrijgt dat ze het broodje probeert te verstoppen op het toilet volgt er geen ijsje.
Het hoeft niet gezegd dat de kinderen nu allemaal wel aan voedselheimwee lijden. Ik denk dat er dit weekend een blij weerzien zal zijn met enkele gerechten. Ik hoor vaak: frietjes, de steak van nonkel Johan, Mira zweert bij macaroni. Ook choco, siroop en 'gewoon' brood.
Het blijft toch vreemd dat grijs van de garua hier in Lima. Het is niet fris of zo maar het voortdurend grijs. overdag zie je sommige auto's met de lichten aan rondrijden. Groot contrast met het klaterende zonlicht van Puerto Maldonado. Door de drukke stad wandelen we vervolgens naar een belangrijke archeologische site, Huaca Pucllana. Huaca betekent heilige plaats in het Quechua. Het is een wat gek zicht. De piramide (want dat is het) is ingesloten door hedendaagse bouwwerken. Op de top zagen de mensen vroeger de zee. Vandaag is dat voor de toeristen onmogelijk omdat het zicht wordt belemmerd door hoge moderne gebouwen.
De Huaca Pucllana is niet van de Inca's, maar werd gebouwd door de Lima cultuur (veel ouder) en later werd de site door de Wari omgebouwd tot een begraafplaats. Het bouwwerk is helemaal opgetrokken uit zongedroogde stenen. Erg indrukwekkend om zien. Die stenen werden dan ook ingenieus op elkaar gezet. Peru heeft regelmatig te kampen met aardbevingen en door de stenen zo te plaatsen wordt het ganse bouwwerk aardig aardbevingenresistent.
Na de archeologische site trekken we naar het winkelcentrum van Larco Mar. Dat ligt aan de zee en ligt ook in Miraflores. Het is duidelijk dat hier de rijkere Peruanen vertoeven. Hier zijn wij het die er sjofel bijlopen met onze Decathlon outfits. Er zijn veel tennisclubs en gyms alle met bewakingsagenten en lmet exclusieve lidmaatschappen. Niks voor de modale Peruviaan. Die zien we hier niet.
De avond wordt afgesloten met een Chinees restaurant, waar we sympathiek worden bediend door een fan van Jean-Claude Van Damme. En tot groot jolijt van de kinderen gaan we naar de bioskoop. The Dictator van Sacha Baron Cohen. Politiek incorrect, veel visuele gags en niet altijd even smaakvol. Maar we hebben ons heel goed geamuseerd.
Tussen Puerto Maldonado en Lima ligt 1650 km Peru. Het leek ons dus aangewezen om deze etappe per vliegtuig af te leggen. Terugkeren naar Lima betekent ook de laatste grote verplaatsing en een voorlaatste stap vooraleer terug naar België terug te keren. We zitten dus al een beetje met onze hoofden bij de terugreis. Maar eerst nog een paar dagen Lima.
In Puerto M. pakken we rustig ons gerief. Rond 11 uur moeten we op de luchthaven zijn. Christel maakt nog een wandelingetje rond de plaza de armas (vogels koekeloerern), de rest hangt in de zetels of in de hangmatten. Per taxi gaat het naar de INTERNATIONALE luchthaven van PM. Het is een charmant klein gebouw (met mogelijkheden). Vrij veel volk zit er binnen. Bijna alle toeristen komen per vliegtuig van en naar PM. We hebben gekozen voor Taca. Het gaat om een volwaardige, luchtwaardige maatschappij met echte piloten en alles. Onze voetbal geraakt helaas niet heelhuids door de veiligheidscontrole. Wegens lucht(druk) mag onze ronde vriend niet mee. Ze zetten hem plat en geven hem dan terug. Dat wordt nog leuk ballen in Lima!
We stappen in het vliegtuig, discussïeren nog wat met de stewardes over de plaatsen (kinderen mogen blijkbaar niet op de stoelen aan de nooduitgang zitten) en vliegen weg van PM. Na een korte tussenstop in Cuzco (veel turbulentie, hobbelig parcours wegens thermiek in de bergen) vliegen we door naar Lima.
Lima is ons een beetje bekend: 15-20 graden kouder, 'garua' (de typische mist die boven Lima hangt) en taxi-chauffeurs wachten ons op. We slapen in hotel International Hostal (ligt in Miraflores). We kozen voor een iets beter en dus duurder hotel met zwembad. Helaas pindakaas zit er geen water in het zwembad. ook de afmetingen van de kamer van de familie Smeulders valt tegen. Dat wordt na een gevatte tussenkomst opgelost.
Honger wordt gestild in restaurant Tropicana (probeer zeler de chulpe tropicana, als je in de buurt bent).
We wandelen door Miraflores en gaan slapen. Morgen gaan we weer op stap.
Ondertussen nog even meegeven dat het UNO-kampioenschap stilaan zijn ontknoping nadert. William leidt met 88 ptn. Christel volgt met 80 ptn. Ook Arif en Anna spelen nog mee voor de overwinning.
Bart P.S.: We komen zaterdag graag in blaasveld eten. We kijken er naar uit.
Elk afscheid is een beetje droevig, zeker als je weet dat je misschien nooit meer zult terugkeren. Ik heb dat gevoel wel eens als het erg leuk was op een bepaalde plek of in een stad. Cusco was zeker een van die plaatsen, maar deze plek, hier in de jungle, steekt de kroon. Misschien is het omdat ik weet dat het einde van de reis nadert, 't is in ieder geval niet leuk om onze rugzakken in te pakken en te zien wegdragen.
Marco spoort ons zoals altijd aan om ons aan het afgesproken tijdsschema te houden (die jongen lijkt wel een halve Europeaan:) ). We komen aan in een propvolle eetruimte... aan de tafel heel wat nieuwe gezichten. De volgende lading wordt onthaald met evenveel zorg.
Wij krijgen evaluatieformulieren van Marco en daarop vullen we grotendeels superscores in met een extra positieve vermelding voor keukenhulp en manusje van alles Nego en onze gids Marco.
Die ochtend zullen Ramon en zijn familie (een man of twintig) mee afreizen naar Puerto Maldonado omdat een deel van de familie terug naar Lima moet. Zet ons en een aantal andere toeristen, een immense lading bagage, de gidsen en wat draagpersoneel nog mee in de boot... en je ligt dadelijk een pak dieper in het water. Ook nu schommelt Marco de boot van de kant; we genieten van ons laatste boottochtje, onze laatste busrit langs het bureau van Cristina, onze eerste naar de luchthaven om een Nederlands gezin af te zetten en dan vervolgens zelf te worden afgedropt aan Tambopatahostel.
We hebben voor Marco een forse tip klaar en de boodschap dat hij ons altijd mag komen bezoeken met vrouw en kind in België als hij deze winter in Nederland is; hij geeft ons op zijn beurt een kaartje van 'Blue Butterfly Adventures'... zijn eigen kersverse en dus kleine reisbureau (voor alle mensen die deze blog lezen op zoek naar info over de jungle - contacteer hem ook eens/ Blue Butterfly Adventures kun je makkelijk terugvinden op het internet). We nemen afscheid met een stevige handdruk en een knuffel.
Daarna moeten we nog een poosje wachten op de kamers, want die zijn nog niet klaar. De jongen die het hostal openhoudt werkt zeven op zeven en is 24u aanwezig (vertelt hij me later) - de vakbond heeft hier nog wat werk - en hij doet werkelijk alles.... kuisen, wassen, het ontbijt klaarmaken en als de broodjes op zijn nog snel naar de Plaza spurten om er nieuwe te halen. Niemand vindt het erg om te wachten. In de zithoek hangt een groot scherm en kun je de hele dag 'Olympische spelen' kijken... we kijken zelfs door nadat we de bagage op de kamer zetten. Debbie en ik gaan tegen de middag in de Gelateria wat snacks halen... Causa, Papa Rellena, Empanadas con Carne en Hamburgesa met frisdrank (wil je weten wat het allemaal is, zoek dan gerust op - lekker, lekker). We wachten op het sprintnummer van de Borlées en willen niet eerder weg....naar mijn mening lopen ze goed, maar blijkbaar zijn ze erg teleurgesteld met het resultaat.
Het is al half vier in de namiddag als we eindelijk vertrekken naar de Inkaterra Butterfly Farm en het Serpentarium - een dagje niksen mag ook eens hé. Inkaterra is vlakbij de luchthaven en we nemen dan ook drie tuktuks om er te geraken. Ik kruip met Thomas en Anna in het bakje als de anderen al wegscheuren. De chauffeur stelt ons op het gemak (volgens hem toch), 'ik zal ze wel inhalen, maak jullie niet ongerust'. En die geeft me daar gas...én haalt de anderen inderdaad in - we komen eerst aan en moeten nog een tijdje wachten op de rest - hoera voor onze tuktuk!! Thomas zegt achteraf dat hij er niet helemaal gerust in was (en ik probeer die dingen dan alleen te denken:) ).
De Inkaterra Vlinder Farm zit in een mooi complex verborgen in de bocht van de straat die naar de luchthaven leidt. Het is 10 sol inkom - ik verwacht er veel van, maar 't valt een beetje tegen. Klein, en weinig vlinders (het grootste deel hebben we in't wild al gezien). Misschien was het beter geweest een bezoekje te brengen vóór onze jungeltocht. In ieder geval neemt Debbie een paar mooie foto's - dat ging iets moeilijker in het wild natuurlijk. 20 meter verderop ligt het serpentarium. Ik besluit om buiten op een bankje te wachten (er zitten nog wat vogels in de bomen - en slangen in gevangenschap zeggen me weinig.). Na een kwartiertje zijn de anderen rond. 't Was een beetje pover en shabby.
We rijden terug met een collectivobusje voor een sol per man (iets goedkoper dan de 10 sol per tuktuk van daarstraks) en laten ons afzetten aan de Plaza.
We sluiten de dag af met een ijsje in de gelateria (waar we Ramon en Cristina en hele familie nog tegenkomen) en een etentje in hetzelfde eethuisje waar we de eerste avond in Puerto gegeten hebben (ja, zo gaat dat op vakantie: eerst ijsjes, dan eten). De Sangria was waterig, maar toch nog lekker - de karaokebar open (hahaha) en Anna en Mira pakken na een tijdje de micro af van een lokaal gezin. We halen hen er na een nummer of drie weg en kruipen iets later allemaal onder het muskietennet,
we proberen de berichtjes snel op elkaar te laten volgen - 4 dagen zonder computer inhalen hè.
Na 2 dagen om 4u45 opstaan, kunnen we eindelijk eens uitslapen , allè toch tot 8u30 want om 9u ontbijt. Zoals elke morgen keuze uit pannenkoeken, broodjes, omeletvariaties, fruitsalade en yoghurt.
Om 10u moeten we klaar staan in de lobby heeft Marco gezegd: we gaan opnieuw een jungle-wandeling doen naar de La Torre lakes - La Torre is de naam van een groot gebied/gemeenschap waar een aantal meren/vijvers zijn. Luisa, een andere gaste, gaat met ons mee (pech voor haar want haar partner is ziek). Na enkele minuten fluit Thomas achteraan : hij ziet beweging bovenaan in de toppen van de bomen. enkele zwarte aapjes slingeren nogal wild, het blijken saddleback tamarins te zijn, wel wat ver om goed te zien. Marco geeft bij een aantal planten en bomen uitleg over de lokale gebruiken: schors die ruikt naar look, eem vrucht waarvan de kleurstof van de binnenste pitjes (oranje) gebruikt wordt als schmink, bamboe waarvan we van het water binnenin proeven (het proeft gewoon naar water - goed als overlevingsmiddel, hier gebruikt voor bloeddrukproblemen), ... We moeten ook 1 voor 1 een riviertje over een balk.
Na nog een halfuurtje verder trekken door de jungle komen we bij een vijver waar Marco met zijn machete even ruimte hakt aan de oever en het visgerief bovenhaalt. Christel en ik zien even toe hoe alles in gereedheid gebracht wordt en iedereen begint te vissen. Wij en ook Luisa zien het na 5 minuten al niet meer zitten en gaan op de hoofdweg wat hangen: het is echt een dik half uur `de hel` hier, in de buurt van water .... muggen, zoemende vliegjes, ... We spuiten ons vol spray en lopen het padje over en weer om toch maar niet stil te staan. Mira en Anna komen er ook al snel bij , het vissen beu. Eindelijk hebben de mannen gedaan met vissen en met 1 piraña van William stappen we flink door om op tijd terug bij de boot te zijn.
Na de lunch nemen we allemaal een koude douche en rusten even uit. Om aan de vraag van de kinderen tegemoet te komen gaan we in op het aanbod van Marco om te gaan zwemmen in de rivier - Christel en ik hebben hier onze bedenkingen bij (hebben we daar geen kaaimannen in gezien en capibara`s, piraña`s, ziektes ????). Enfin, iedereen trekt zijn zwemgerief aan en in short en sleffers gaan we langs een pad achter Marco aan. Thoma blijft in de lodge om wat te lezen. Marco laat ons onderweg nog enkele dingen proeven - cacaobonen, stervruchten , en toont ons `drakenbloedbomen`(als je in de schors snijdt komt er een rode vloeistof uit die gebruikt wordt voor wondjes).
We komen bij de rivier aan en de kids en bart beginnen te volleyballen. Marco heeft een mini-kikkertje ontdekt, Christel en ik kuieren wat langs het strand, ik achtervolg enkele vlinders - er zijn er ongelooflijk veel maar o zo moeilijk om te fotograferen: sommigen zijn al fladderend prachtig van kleuren maar als ze stil zitten gewoon bruin, het lukt me toch om de urania-mot te trekken: een mot met fantastische kleuren, het is me nog niet duidelijk wanneer iets een mot genoemd wordt en wanneer een vlinder - niet alle motten zijn dus gewoon bruin.
Wanneer de bal voor het eerst in de rivier geraakt, durft er ineens niemand meer in, Christel dan maar als eerste. Na wat voetballen en zweten, bevindt iedereen behalve Christel en ik, zich met kleren in het water, best veel lawaai maken zegt Marco en oh ja, niet plassen want dat trekt ook iets aan wat in je urinekanaal wil zwemmen! Ik weet terug waarom ik niet in het water wou ...
De zon begint stilaan onder te gaan en we moeten nu echt terug ... iedereen spijt dat ze een short en sleffers hebben aangetrokken : na deze uitstap is het aantal beten per persoon verdrievoudigd! Zandvlooien? iets anders in het water? ik had in elk geval geen muggen gezien ... maar tot nu had ik geen beten op mijn benen, nu 20 ... ik heb altijd al snel beten gehad, maar alles samen is 60 op mijn lijf toch wat teveel - we hebben in elk geval genoeg gesprayd, het busje is bijna leeg.
Terug in de lodge hangen we in afwachting van het avondeten wat aan de bar, drinken een pisco sour en kopiêren op de laptop het filmpje dat Marco had genomen van de `dansende' manakins.
Na een lekker avondmaal - ook de piraña krijgt William voorgeschoteld, kruipen we voor de laatste maal onder de lakens.
Eerst en vooral (met uitstel evenwel want waar we zaten op 4 augustus was geen wifi) een heel gelukkige verjaardag voor Pit, mijn broertje die momenteel met de familie in Frankrijk vertoeft. Altijd leuk je verjaardag in andere kontrijen vieren. Binnenkort zien we elkaar weer. Ik kijk er naar uit. Klein presentje zit al in de rugzak.
Voor een tweede opeenvolgende dag dienen we heel vroeg op te staan. Wie dieren wil zien moet immers vroeg uit de veren. Dat is wat Marco, de gids, voortdurend herhaalt. Vandaag nemen we de boot om even verderop opnieuw aan te leggen langs de Tambopata. Samen met twee Britse toeristen installeren we ons bij een claylick. Voor de niet ingewijden: een claylick is een mineraalrijke slijkmuur langs de rivier. Daar komen veel vogels op af. Die eten namelijk veel planten en sommige daarvan zijn giftig. Om de vertering van deze planten te verbeteren komen de vogels mineralen halen uit zo'n claylick. We houden ons schuil in een vogelhut met zicht op de oever. Nu is het enkel nog wachten. En wachten, en wachten. Het duurt inderdaad eventjes voor de parkieten, papegaaien en macaws (ara's) het aandurven om de kleimuur te benaderen. Uiteindelijk komen ze dan toch. We moeten stil zijn want bij het minste geluid vliegen ze op. Ik probeer zo goed en zo kwaad het kan foto's te nemen. Maar het blijft een beetje frustrerend. Mijn 300 m lens blijkt ontoereikend. Slechts af en toe lukt een foto. En die zal ik nog moeten inzoomen op de computer zelf.
Eerlijkheidshalve blijft de claylick een beetje onder de verwachtingen. Er zijn veel spectaculairder claylicks maar die zitten niet in ons programma en daarvoor zouden we nog enkele uren verder moeten varen. De grote ara's laten zich vanmorgen niet zien. Wel enkele middelgrote papegaaien. Vooral de blauwkoppapegaaien zijn de moeite.
Tijd om terug te keren naar de lodge voor het ontbijt. Om 10 uur al zijn we opnieuw op weg. Dit keer doen we een fikse wandeling richting Lago Cocococha. Onderweg zullen we afdrukken maken van diersporen. Marco heeft daarvoor was bij alsook een vuurtje. De wandeling begint spectaculair want we krijgen een brulaap te zien. Weliswaar hoog in de bomen, maar in het zonnetje zien we hem wel duidelijk oplichten met zijn mooie rosse vacht. Waarschijnlijk de laatste van een troep brulapen. Het geluid dat die beesten maken draagt kilometers ver.
In mijn haast om de brulaap te fotograferen raak ik het dekseltje voor mijn lens kwijt. Dat is wel vervelend, hopelijk lukt het om de lens krasvrij te houden. En de brulaap is me trouwens te snel af. Geen foto.
De wandeling gaat verder. Je mag zo'n excursie echt niet onderschatten. De hitte zorgt ervoor dat je binnen de kortste keren lekt van het zweet. Zolang je blijft wandelen gaat het nog, maar van zodra je stilstaat zijn er ook nog die vermaledijde muggen. Het gezoem vlak bij je oren is heel vervelend. Iedereen staat voortdurend met de handen rond het hoofd te wapperen. Enkel Marco is dat gezoem gewoon. Hij blijft zoals steeds stoicijns kalm. Bovendien moet ie ook nog eens in de modder op zoek naar sporen. Na een tijdje vindt ie die ook. Sporen van tapir, pekari en een hert. Het duurt echter een tijdje eer hij al dat kaarsvet heeft gesmolten. Ondertussen worden we uitgezogen door de muggen.
We wandelen nog verder, maar de mot zit er een beetje in. Maar dan gebeurt iets heel leuk. Plots zien we een aantal manakins. Drie mannetjes voeren een heuse show op voor 1 wijfje. Manakins zijn echt bijzondere vogels. Ze zijn in staat om geluid te maken met hun vleugels door die tegen een ongelooflijke snelheid te laten trillen. De exemplaren die wij zien zijn roodkopmanakins. Zwart met rode kop. Ze gaan helemaal op in het spektakel voor dat wijfje. We zijn erg blij dat we dat kunnen gadeslaan. Wat we zien is echt vrij uniek.
Op de terugweg proberen we de sporen uit de grond te halen. Maar de was is niet heel stijf en helaas breken vele sporen. We zijn heel moe als we terug in de lodge arriveren voor de lunch. Om 10 na 6 gaan we nog kaaimannen spotten. Terwijl we op het duister wachten laten Arif, Mira en Anna nog een tattoo zetten met plaatselijk plantaardige kleurstoffen. De tattoo zou 8 dagen moeten blijven staan. Het is vooral even een leuk en rustig tijdverdrijf.
Wanneer het duister valt stappen we in een volle boot om op zoek te gaan naar kaaimannen. Marco staat vooraan in de boot en met behulp van een straf zoeklicht gaat die de rivieroevers af op zoek naar kaaimanogen. Dat lukt vrij aardig. Een keer gaat hij zelfs aan wal op zoek naar een exemplaar van zo'n meter lang. Het beest is hem te snel af en roefelt als bezetene het water in. Een leuk moment ook als we 2 capibara`s kniehoog in het water zien staan. We kunnen heel dicht bij hen komen met de boot. Debbie slaagt er in om ze te filmen. De capibara is het grootste knaagdier ter wereld en wij zien 2 erg grote exemplaren op enkele meters afstand.
Na deze duistere tocht slepen we ons naar het avondeten. Mira dient wel wakker gemaakt te worden vooraleer we aan wal kunnen gaan. De dag was lang en erg vermoeiend. Ontzettend leuk ook. Het avondmaal is echter pas rond half negen. Dat is zelfs voor ons volwassenen wat laat. Vlug eten en gaan slapen. Gelukkig gaan we morgen pas om 9 uur op pad.
De ochtendstond geeft zweet in de mond. Overnachten in de jungle is een door weightwatchers aanbevolen methode. In een soort dolby surround systeem hoor je veel geluiden, vooral veel geluidjes die je totaal niet kan thuisbrengen. Onderdeel van dit concerto zijn o.a. knaagdieren (?) die, ondanks de waarschuwing om geen eten op de kamers te laten, komen eten van de koekjes bij Thomas en Christel. Ik hoor vooral veel getippel (kakkerlakken? hagedissen?, muizen? Arif die naar het toilet moet?).
Om 4u30 rollen we uit ons bed. Wie veel wildlife wil zien moet daarvoor vroeg opstaan. No pain, no game! Dieren verlaten 's morgensvroeg hun huisjes om eten te zoeken. Hét moment om ze te ontmoeten en een klappeke mee te doen. We drinken snel een tasje koffie/thee en wandelen naar de lobby.
Marco, onze gids, is een stipte gast en staat ons dus al op te wachten. We wandelen naar de aanlegsteiger, stappen in de boot en varen stroomopwaarts op de Tambopata. Een paar bochten verderop meren we aan. Vanaf nu gaat het even te voet. Vogels horen we in overvloed, vogels spotten is door de dichte vegetatie, een stuk moeilijker. Na een halfuurtje door het woud langs een breed pad, arriveren we aan het oxbow lake. Er ligt voor ons een catamaran klaar. Enfin, die is niet direct gebruiksklaar. Het roer is in 2 stukken en de boot maakt water. Ondertussen worden we gepasseerd door 2 groepen toeristen die aankomen, aan boord van hun catamaran gaan en het meer opvaren. We staan er een beetje knullig, maar geduldig naar te kijken. Gelukkig is Mac Gyveros in de buurt en na wat schepwerk en macramé aan het roer kunnen we vertrekken.
Oxbow lake is de woonplaats van de reuze rivierotter (Los Lobos del Rio - "de wolven van de rivier"). In het wild leven er nog zo'n 5000 exemplaren. 1 otterfamilie woont in dit meer. Na 5 minuten dobberen duiken er 6 otters op. Ze jagen op vis en kibbelen om de vangst. Ze zwemmen op 6 meter van onze catamaran. Goed dat we zo vroeg zijn opgestaan. De otters blijven nog een tijdje in onze buurt om daarna verder weg te zwemmen naar een deel van het meer dat ontoegankelijk is voor bezoekers. Achteraf zal blijken dat we veel geluk hebben gehad. De otters hebben zich de rest van de week bijna niet meer laten zien. In de bomen spotten we ook nog een hoatzin, toekan en macaws.
In dit meer zwemmen ook wel wat piranhas. Er wordt een kleine viswedstrijd georganiseerd. Met een in stukken gesneden biefstuk, een stok en draad met vishaakje haalt eerst Mira en daarna Anna een piranha binnen. De boys slagen er niet in een visje op te halen. Snelle beestjes die piranhas. Piranha fishing evolueerde naar piranha feeding. Vanop de boot zien we nog een zwarte kaaiman voorbijdrijven.
We keren te voet en met de boot terug naar ons basiskamp Inotawa. We rusten uit; nemen een koude douche, bengelen wat in de hangmat, lezen een boek (Cement garden - Ian Mac Ewan, Open stad - Teju Cole, het goud van Thomas Vargas-Isabel Allende,...).
Over de middag eten we een hapje (We krijgen hier ook 's middags een warme maaltijd). Vanaf 15 uur (jaja, strak schema) worden we opnieuw in de lobby verwacht voor een wandeling naar de lokale boerderij. Dat blijken de buren te zijn die een plantage met veel fruit hebben. We krijgen wat info over de fruitsoorten, de landbouwtechnieken en proeven van wat rijp is. Arif en William mogen elk met een machete een bananenboom omhakken.
Tegen valavond keren we terug naar de lodge. We eten iets en kruipen in ons nestjes.
Vandaag is de dag dat we eindelijk vertrekken naar de
jungle. Technisch gesproken zijn we er al, maar Puerto Maldonado is nog altijd
een stuk van de bewoonde wereld. Dat zal nu anders worden, want ik verwacht
niet dat er zendmasten in de jungle zullen staan.
Vooraleer het zover is moeten we echter nog pakken, douchen,
ontbijten en de kinderen vertrekkensklaar krijgen. Dat brengt altijd wat
hectische situaties met zich mee. We zijn bijna te laat voor het ontbijt normaalgezien tot 9 u 30 in Tambopata Hostal
maar dat uur hebben we net overschreden en er is niemand meer te bespeuren in
de keuken. Bijna besluiten we om aan de overkant van de straat te gaan
ontbijten wanneer we ze vant Hostal met broodjes komen binnengestormd 5 more
minutes please and breakfast will be ready
Ik loop snel nog even naar de winkel voor een grote voorraad
water en koekjes (we verwachten dat dit duur zal zijn in de lodge) en om 11 u
komt iemand van Inotawa ons halen om te vertrekken. Er staat een bus voor de
deur (stijl collectivo) en ene Marco stelt zich voor als onze gids. We kunnen
niet meteen vertrekken, want er moeten ook nog andere mensen opgehaald worden aan
de luchthaven en hun vluchten hebben
vertraging dus dat kan nog eventjes duren. Ze stellen voor dat we naar het bureau
rijden een kleine 10 minuten buiten Puerto - om de rest van het bedrag te betalen dat we
hen verschuldigd zijn. Het is er al direct een pak groener en dichtbegroeider.
Cristina Weybrauch verwelkomt ons als de eigenares van
Inotawa. Het is met haar dat ik eerder contact had. Ze zegt dat ze
oorspronkelijk met haar ouders uit Zwitserland gekomen is, maar zich nu eerder
Peruviaanse voelt. Bart en ik denken wel dat ze zo vlak naar de oorlog verhuist
moet zijn en dat Zuid-Amerika voor bepaalde mensen een goeie bestemming was
toen. Wat de reden van de verhuis ook geweest moet zijn, maakt nu niet meer uit
je bent niet verantwoordelijk voor wat je ouder uitrichtten hé.Cristina is vriendelijk en ze heeft een
geweldige zwarte hond die zo lief is als Lisa (hond van ouders van Thomas) en
die kwispelend zijn balletje komt brengen naar de kinderen. Na een half rondje
Uno komt er een Amerikaans gezin toe van de luchthaven; ook zij zullen moeten
wachten op de laatste groep (vlucht). De twee gidsen stellen voor om terug naar
Puerto te rijden en daar een ijsje te gaan eten om het wachten wat aangenamer
te maken, dus hup iedereen opnieuw de bus op. Op de bus spelen we ons rondje
Uno uit en laten we de kaarten zien aanMarco. Hij ziet kaart van de Manakin (Bart heeft hem voor de grap
Okapi genoemd) en hij vraagt welke vogels we graag zouden zien. Zon Manakin
wil ik wel zien zeg ik, en ik zie aan zijn gezicht dat hij dat niet echt kan
beloven. Manakins zijn nu eenmaal niet zo eenvoudig te spotten. Ze zitten meestal
diep in het bos en dan ook nog eens redelijk hoog. Dat weet ik wel, maar ik kan
toch wel hopen niet?
De ijssalon aan de Plaza van Puerto is gelukkig open. We
bestellen allemaal een potje met twee bollen de Peruvianen kunnen ook ijs
maken. Ondertussen vertelt Marco wat meer over zichzelf - dat hij eco-toerisme
studeerde en zijn thesis maakte over één bepaalde vlindersoort (de naam ben ik
kwijt); dat hij binnen een maand en half papa wordt, maar dat zijn vrouw een
Nederlandse is en hij er niet bij zal zijn als de baby geboren wordt. t Lijkt
me niet echt een makkelijke situatie om de halve wereld tussen een relatie te
hebben.
Tegen een uur of half twee zitten we eindelijk op de bus om
richting Inotawa lodge te vertrekken. We passeren nog een keer langs het
bureau, tekenen er het reglement van de lodge kaarsjes uitblazen voor het
slapengaan, wc-papier in de mandjes en niet in het toilet, geen koekjes in de
kamers bewaren tenzij je knaagdiertjes op bezoek wil, stil communiceren omdat
de lodge redelijk open gebouwd is, etc We zijn benieuwd.
Ze hadden vooraf gezegd dat de rit naar de boot lang zou
duren, minstens een uur. Maar na een twintigtal minuten zijn we er al later
zal blijken dat tijdsbesef en afstandsbesef hier toch iets anders werkt dan het
onze. De bagage wordt door personeel van Inotawa in de boot geladen. Al wat wij
dienen te doen is netjes instappen in een lange rivierboot met afdakje en plek
voor een twintigtal mensen. We worden
verplicht een reddingsvest om te gespen, wat het moeilijker maakt om te bewegen
en te eten. We krijgen vrij snel een lunchpakket een vegetarische rijstmaaltijd
die verpakt is in een bananenblad, een banaan, koekjes, water en koekjes.
Allemaal prima verzorgd.
Onderweg zien we het eerste wildlife: schildpadden met
vlinders op hun kop, een witte kaaiman,een eenzame capibara, (grootste knaagdier ter wereld), gieren, verschillende
reigers en de eerste Macaws (ARAs) die overvliegen. De tijd vliegt ook, want
na wat in werkelijkheid meer dan een uur en half varen is, lijkt slechts een
kwartiertje. We meren aan langs de oever van de Tambopata, aan een houten trap die
recht de jungle in loopt. Ook nu moeten we onze bagage niet dragen, die worden
voor ons in onze hutten afgezet.
Wat eerst opvalt zijn de geluiden van cicaden, vogels en wie
weet wat nog meer. We wandelen langs een pad door het woud naar Inotawa en
verwonderen ons over de vegetatie en de reuzen ijzerboom die we onderweg
passeren. De lodge staat volledig op palen en heeft twee gemeenschappelijke
gedeelten. We worden verwelkomd door de gastvrouw Patricia met stervruchtlimonade
in het eerste gedeeltje de lobby, waar je in hangmatten kunt liggen of in een
van de bamboezeteltjes kunt luieren. Er staan twee lange tafels opgesteld met
allerlei schedels van zoogdieren, een immense kaaimannenschedel en een aantal diertjes
op chloroform.
Achter het zitgedeelte loopt een gang waarlangs
verschillende kamers liggen. Ze hebben geen deuren, maar eenvoudige gordijntjes.
Er is weinig privacy, vandaar de vraag om niet te veel lawaai te maken in die
kamertjes. Aan het einde van de gang splitst het palenpad; een deel loopt recht
naar achter waar de eetruimte en de bar is. Het andere deel buigt links af naar
de tuin waar verschillende bungalows op palen staan. Debbie en Bart krijgen
twee bungalows voor hun gezin aan het einde van het eerste palenpad. Ons gezin
krijgt er ook twee, ietsje verder in de tuin. Ik zie in de struik bij ons
huisje een mooie Trogon zitten (niet de makkelijkste vogel om te spotten) dit
belooft goed te worden, ze zitten gewoon in den hofJ.
Het hele complex is gebouwd met veel oog voor detail. Onze bungalows zijn
eenvoudig maar smaakvol ingericht, en alles is enorm netjes. Voor de ramen zit
muggengaas, maar verder is alles redelijk open. Er is enkel koud water, maar
dat kan echt geen kwaad je zweet je hier met momenten kapot en hebt behoefte
aan een (frisse) douche na elke vorm van activiteit. Marco vertelt ons dat we
in de eetruimte altijd fruit, koekjes, water, thee en koffie kunnen nemen dat
zit allemaal in de prijs inbegrepen (dus onze enorme voorraad water was
eigenlijk niet nodig). Het water komt uit de rivier maar wordt gezuiverd met
chloride. Het water om te douchen mogen we niet drinken. Het is ondertussen
half vier, tijd om ons op te frissen en aangepaste kledij aan te trekken voor s
avonds (lange mouwen). We mogen nog even rondwandelen in den hof, maar om 18 u
15 worden we verwacht in de lobby om onze eerste activiteit aan te vangen the
noctural walk.
Die avondwandeling is een geweldige eerste activiteit. We
moeten uitkijken voor kogelmieren; een beetje van die centimeterlange beestjes
geven je 24 uur pijn en koorts (goed om weten, want ook die zitten gewoon in
den hof en wandelen wel eens langs op het trapje van ons huisje). Marco zet
vervolgens redelijk snel zijn lamp op het hol van tarantula. Hij haalt haar er
terug uit met een stokje als ze snel naar binnen wil glippen. Ze knelt even
haar poten om de stok en we krijgen allemaal ruim de tijd om te kijken. Niemand
is bang niet nodig ze ziet er best mooi en indrukwekkend uit. Even later
krijgen we een piepkleine slang te zien - (red clea). We zien nog een tarantula
met babys, een gifgroene salamander en heel wat insecten. En als Marco ons
vraagt alle lichten uit te doen en even stil te zijn, zijn we allemaal eventjes
onder de indruk van het geluid van de natuur en dus ook van de muggen die
rond mijn kop zoemenJ
- toch beter in beweging blijven.
Na de wandeling mogen we aanschuiven aan het buffet. Er
wordt gevraagd niet meer te nemen dan we willen eten; anderzijds staat het je
vrij te kiezen en combineren wat je wilt t is goeie fret. Als dit zo 3 keer
per dag aangeboden wordt, hebben we goed gekozen. Tijdens het eten zegt Marco
dat we morgenvroeg om 4 u 45 op moeten, want om 5 u verwacht hij ons in de
eetzaal. We mogen dan fruit, water en koekjes meenemen voor de eerste expeditie
naar the Oxbow Lakes. Daar zullen we hopelijk Reuzenotters zien en pirañas
vissen.
We stoppen de kinderen én onszelf snel in bed ook al is
het pas 9 u steken overal de muskietennetten onder de matrassen en zijn klaar
voor de eerste nacht in de jungle.
Hallookes, Zoals Thomas al zei, gisterennacht vertrokken om 21u in Cuzco met de nachtbus; aangekomen vanmorgen om 7u in Puerto Maldonado. In de bus al goe warm, geen airco en plots wordt het toch kouder tegen 5u: ze hebben de airco gevonden. Echt niets voor mij in een bus slapen: Arif ligt half op mijn schoot, hij slaapt redelijk, ik zie elk uur passeren .... Waar het vorige week in Puno 's nachts rond het vriespunt lag, zitten we nu echt in de tropen: zelfs om 7u 's morgens als we uitstappen, is het al wreed warm! Bij het binnenrijden in Puerto valt direct de andere 'sfeer' op,want ik voel me precies in Afrika kweet niet waarom, het broeierige? meer dorpssfeertje? we worden opgepikt aan de bushalte door tuc tucskes: met ons 8 en de bagage hebben we drie tucs nodig en een lawaaierige en trillerige rit later, arriveren we in hostel Tambopata waar we ons over 3 kamers verdelen. We zijn wat vroeg om in te checken dus hangen we in de zetels voor de TV om naar de Olympische spelen te kijken; we proberen de Belgen te volgen, maar hier laten ze vooral de zuid-amerikaanse sporters zien. Enfin, we ontbijten en installeren ons in de kamers. Iets na de middag slenteren we naar de Plaza en naar het haventje. Christel en Bart ontdekken nog enkele mooie vogels maar wat hier direct opvalt zijn de ontelbare vlinders! heel mooi en nog maar een voorproefje van wat we in de jungle gaan zien! ik ben benieuwd, ze zijn alleen zo verdomd moeilijk te fotograferen, ze zitten niet allemaal zo vastgeplakt als die atlasmot op mijn trui in Machu Picchu! Na een ijsje en genoeg drinken (want het zweet loopt van ons lijf - het is echt wel 35 graden); ga ik met de jongsten terug naar de hostel want die willen gewoon wat in de hangmat hangen, het is te warm voor hen. Thomas, Christel, William en Bart wandelen nog verder naar de markt, kopen lekker fruit en maken voor iedereen een lekkere fruitsla. Christel en ik gaan nadien nog op zoek naar het bureau van Taca, want we willen de vliegtuigtickets die we maanden geleden gekocht hebben (om op 7/8 van Puerto terug te vliegen naar Lima), bevestigen. Alles blijkt in orde te zijn, toch een geruststelling.
Voila, we hebben net gegeten, kinderen onder de muggennetten, malariapillen nemen we 's morgens op een gezamenlijk vast moment (2 dagen op voorhand beginnen en tot 7 dagen nadat we uit de jungle zijn!) en we zijn klaar voor ons 4 daags verblijf in Inotawa aan de Tambopata rivier. Thomas heeft het al gezegd, we kunnen dus even geen nieuws meer bloggen: 6 augustus zijn we in de namiddag (voor jullie avond dus) terug in Tambopata Hostel en we zullen zo snel mogelijk iets laten weten!
Vandaag onze laatste dag in Cuzco. Een laatste
keer het ontbijt met broodjes en confituur op het dakterras. De groep wordt
opgesplitst, William, Bart en ik besluiten om nog enkele zaken te bezichtigen in de stad. Christel, Debbie, Arif, Anna en Mira gaan hun eigen chocolade maken in het museum voor chocolade. We hebben geen haast dus we trekken eerst nog samen naar dat museum. Het chocolade maken vindt plaats tussen 11 en 13 uur. Met z'n drieën gaan we eerst een aantal winkeltjes af. Op zoek naar een leuk voetbalshirtje. Dat van de Peruviaanse nationale ploeg valt in de smaak, maar wanneer William ergens de nationale outfit van Angola vindt is Bart meteen verkocht. Daarvoor kom je immers toch voor naar Peru. Pogingen om een muziekhandel te vinden draaien op niets uit. Dus ik weet niet of ik er in zal slagen de gevraagde muziek mee te brengen. We hebben nog een kans in Lima.
Vervolgens trekken we naar het Inca-museum. Daar krijgen we een mooi overzicht van enkele pre-Inca culturen maar het gaat uiteraard in hoofdzaak over de Inca's. Veel terracotta, mooi textiel, foto's van Hiram Bingham, mummies uiteraard. Eigenlijk hadden we het museum beter bezocht vóór we naar Machu Picchu trokken, maar geen nood. Op de binnenplaats zitten enkele lokale vrouwen te werken aan hun weefgetouw. Op een rek liggen enkele prachtig geweven stukken. De grote doeken zijn erg prijzig. terecht ook want elk stuk is uniek. Op kaartjes kan je niet enkel de kostprijs zien maar ook wie het stuk heeft gemaakt en in welke stijl. Het geeft een extra kwaliteit aan de stukken. De grote doeken zijn niet voor mijn portemonnee maar ik laat me maar wat graag verleiden tot aanschaf van een prachtige sjaal in 100% alpaca.
Het is ondertussen bijna 13 uur dus tijd om naar onze chocoladeliefhebbers te gaan. Eens daar blijkt dat die nog duchtig bezig zijn. Het is duidelijk dat ze zich goed amuseren. Debbie won bvb een zak chocoladethee (jawel dat bestaat blijkbaar). En het is lekker ook. dat stellen we zelf vast wanneer we spontaan een kopje aangeboden krijgen. Rond half twee kan de chocolade in de koelkast. Voor half zes moeten we die gaan ophalen. We zijn benieuwd naar de kinderen hun creaties. Aangezien we gisteren niet in het museum van natuurwetenschappen zijn geraakt haasten we ons daar nu naar toe. Dat draait echter uit op een teleurstelling want ook vandaag staan we voor gesloten deuren. We zijn een half uur te laat. Dat vinden we toch wel jammer. Ok, het gaat grotendeels om opgezette dieren maar we zouden zo een mooi overzicht krijgen van de fauna in de jungle.
Veel enthousiasme om nog iets anders te bezoeken is er niet meer. Enkel Debbie en ik willen nog een bezoekje brengen aan het klooster van La Merced. De anderen gaan de chocolade halen. We hebben alvast geen spijt van ons bezoekje. We komen op een bijzonder mooie kloostergang terecht. Rijk versierd met houten plafonds en schilderijen. De tuin is ook prachtig en op de koop toe krijgen we bezoek van een bijzonder mooie kolibri die zich maar wat graag laat fotograferen. Jammer voor Christel en Bart, die toch bekend staan als de grootste vogelliefhebbers.
In het chocolademuseum blijkt de chocolade nogal naar de fondantkant uit te vallen. En daar zijn de kindjes niet zo zot van. Maar toch leverden ze uitstekend werk af. Zo hebben we nu hopen donkere chocolade. Op het San Blasplein gaan we nog iets drinken en in de late namiddag trekken we naar de Ierse pub van Paddy. Daar kunnen we immers de tijd doden en ons avondeten nuttigen. En op groot scherm toch een beetje naar de Olympische Spelen kijken. Een beetje beachvolley, basketbal, zwemmen. Maar geen Belgen. Buiten Van Snick hebben we nog niet te veel gepresteerd blijkbaar.
Oh ja voor alle duidelijkheid. Vanavond trekken we met de bus naar Puerto Maldonado. Wanneer je de kaart van Peru bekijkt zal je vaststellen dat die stad in geheel ander landschap ligt dan Cuzco. We trekken naar de jungle. Temperatuur aldaar: 34 °C. Vanuit Puerto Maldonado trekken we naar een lodge midden in de jungle. 3 uur varen op de Tambopata rivier. We kunnen nu al met zekerheid zeggen dat we een aantal dagen niet zullen bloggen wegens geen internet. Toch even melden. We willen niet dat jullie op het thuisfront denken dat ons iets is overkomen. Van zodra het kan zijn we terug online.
Om 21 uur vertrekken we dan uit Cuzco. Met de nachtbus naar Puerto Maldonado. In het pikdonker kijk ik uit het raampje van de bus. Ik zie niks, maar mijn oren vertellen me dat we flink aan het dalen zijn. Meer nieuws vanuit Puerto Maldonado van Christel. We vermoeden toch dat we daar nog internet zullen hebben.
Vandaag wordt het een korte overgangsetappe in onze Tour de Peru. Een etappe met één licht euforisch moment. Vanuit Pisac reizen we terug naar Cuzco. In Pisac stappen we in een collectivo (= busje voor 12 tot 20 pers.) en verlaten definitief de heilige vallei. Na een korte rit nemen we opnieuw onze intrek in Hostel Resbalosa. We doen onze vuile was binnen en relaxen. We zien een Noord-Koreaan Olympische kampioen worden in het gewichtheffen. Via de sporza website kunnen we de sportprestaties van onze jongens volgen.
Na een korte wandeling naar de Plaza de Armas ondernemen we een zoveelste poging om via de bankcontact ons geld uit die muur te krijgen. Hip hip hoera, Christel doet een vreugdedansje en de handjes gaan in de lucht. Er komt weer geld uit!! (een voorlopig einde aan de episode: Lenen bij Mevrouw Nys is lenen bij een vriendin). Met dat geld eten we broodjes en kopen nog wat souvenirs voor de familie.
Met onze boleto turistico bezoeken we het museo popular (niet veel soeps) en gaan nog langs in het centre of native art. Dit centre is in feite een zaal met podium waarop traditionele muziek en dans wordt opgevoerd. Best wel leuk.
Daarmee hebben we voor de laatste keer onze boleto gebruikt ("No more boletooooooooooooooo's")
Ondertussen is het 22u30 en dus bedtijd voor Bonzo.
Uitslapen is er in Peru gewoon niet bij ofwel is er al
vroeg lawaai, ofwel moeten we vroeg op omdat we nu eenmaal een druk programma
voor de boeg hebben, ofwel komen ze lossen en laden vlak onder mijn raam, zoals
vandaag. Maar dat is geen probleem, het weer ziet er schitterend uit, dus ik
kan niet langer dan tot tien voor acht blijven liggen luisteren naar wat er
buiten gebeurt.
De kinderen mogen uitslapen vandaag en die schijnen nooit
eens last te hebben van wat er buiten gebeurt. Ondertussen kan ik wassen,
douchen, oprommelen. Tegen negen uur zitten we wel met zn allen aan het
ontbijt. Een Americano deze keer dat betekent voor iedereen twee gepocheerde
eieren (ik denk dat we deze maand al allemaal veel te veel eieren gegeten
hebben- goe om allemaal nen arekop te krijge). Daarna is het tijd om te gaan
metten. In Pisac is het drie keer per week markt en niet geheel toevallig voor
ons ook op zondag. We besluiten om de
volledige voormiddag met zn allen souvenirs voor ons eigen en voor neefjes en
nichtjes te gaan kopen. Ik leen geld bij de bank = Debbie. De enige die hier
makkelijk geld kan afhalen (we hopen op beterschap na het weekend in Cusco).
Het hele marktplein en een aantal straatjes rondom zijn
verbouwd tot markt. Het aanbod is divers en immens (Ik ga uiteraard niet
verklappen wat we voor diverse familieleden aanschaffenJ). Maar voor elk van ons is er
wat wils. Thomas voegt zich later bij ons hij wil eerst wat bloggen en fotografeert en fotografeert
mensen, stoffen in alle formaten en kleuren, groenten en fruit. Tegen de middag
houden we het even voor bekeken; we eten in een vegetarisch eethuis vlak bij
ons Hospedaje. We moeten immers wat bijtanken vooraleer we de ruïnes van Pisac
gaan bezoeken. Maar vooraleer we vertrekken willen Debbie en Bart toch nog even
terugkeren naar de markt. Ze willen een tafelkleed kopen of tenminste een lap
die daarvoor zou kunnen dienen. Ze twijfelen lang over het formaat en over het
doel van de lap stof. Doeken in overvloed en allemaal erg mooi, maar waarvoor
gebruik je zon ding? Als tafelloper, als doek om over de zetel te hangen, of
hang je zoiets tegen de muur? Na veel overleg en afdingen gaan ze voor het
zetelformaat iedereen die wel eens bij hen op bezoek gaat zal er weldra kunnen
tegen leunen of hangen.
Ondertussen is het voorbij enen en wordt het tijd richting
ruïnes, alias the citadel te trekken. Normaalgezien kun je te voet naar de
ruïnes die 700 meter hoger en een dikke 90 minuten klimmen verderop liggen.
Maar gezien het voorbije klimwerk op Machu Picchu en in Ollantaytambo met
stijvigheid is sommige van onze kuiten tot gevolg besluiten we ons naar boven
te laten voeren door een taxi om dan later te voet af te dalen.
Al gauw blijkt dat het leven van de taxichauffeur niet
simpel is in Pisac. Je hoort bij de club of je hoort er niet bij. In het
laatste geval word je weggejaagd door de taxichauffeurs die wel in de club
zitten. En als je er dan al bijzit, krijg je stress omdat er plots 8 toeristen
vervoerd moeten worden en er maar 4 in je auto gaan. Stel dat je dan geen
belkrediet hebt om een collega te bellen, dan moet je snel een publieke
telefoon zoeken om te kunnen bellen en heb je weer stress omdat een ander met
je clientèle aan de haal zou kunnen gaan. En als er dan eindelijk een collega
opdaagt, blijkt dat er al andere mensen in zijn taxi zitten. Je probeert het
clientèle te overhalen om toch in de auto te stappen; desnoods duwen we er wel
eentje in de koffer maar dan is de maat vol. Wij het clientèle - houden voet
bij stuk, en eisen dat de gestresseerde chauffeur ons in twee keer naar boven
brengt we maken duidelijk dat we zeker zullen wachten en dat zn tweede
vrachtje niet zal gaan lopen. Een 45 min later zijn we allemaal eindelijk boven
hé, hé.
De citadel blijkt een enorme stad te zijn (geweest), langs
de verschillende flanken van de puntige bergen rond Pisac. Eens je boven bent
zie je overal waar je kijkt de restanten van huizen, immense Incaterrassen. In
de rotachtige wanden aan de overkant van de vallei zien we honderden gaten in
de rotsen. Hier begroeven de Incas hun mummies door de verrekijker ontwaren
we zelfs nog een schedel en een ribbenkas.
Als je één pad volgt en denkt dat je het eenmaal gehad hebt,
blijkt er na de volgende helling nog een stukje stad te liggen. Machu Picchu
was in vergelijking echt maar een buitenverblijfje (maar dan wel eentje in een
schitterende omgeving). We genieten van prachtige panoramas en volgen de
pijlen die ons uiteindelijk naar de andere kant van de berg brengen om
uiteindelijk terug te kunnen afdalen naar Pisac. Daar breken de marktkramers
hun kraampjes op en wordt de Plaza stilaan weer een leeg plein vol afval en
viezigheid. Wij voelen ons ook vuil en vettig van de wandeling. Er stond
daarboven een stevige wind en we plakken bijgevolg vol stof een douche doet
echter wonderen en een dik uurtje later zitten we alweer gezellig aan tafel
met een lekkere Alpacasteak, een Aji de Gallina of een zalmforel met
passievruchtensaus. We drinken een Pisco Saur con Maracuja op jullie ginder in
het verre België en op geweldige dag - schol!
Zoals gezegd na 2 nachten Ollanta, vertrekken we naar de
andere kant van de heilige vallei, richting Pisac, bekend voor zijn grote
inka-ruine en voor de grote markten 3x per week.
Gisteren was een rustige dag en we zouden toch graag nog
proberen onderweg te stoppen aan de Salinas de Maras de bekende zoutpannen
en de site Moray. Misschien wat moeilijk te organiseren met al onze bagage,
maar we zien wel.
We zijn onze straat nog niet uit en krijgen al een aanbod
(als je met 8 door de straat loopt met rugzakken op en handbagages, loop je wel in de kijker en bieden ze je
allerlei trips aan) ; voor 250 soles naar de beide sites met een busje hij
wacht telkens een half uur tot 1 uur tijdens ons bezoek en rijdt ons dan naar
Pisac. We laden in en opeens wordt het
300 soles; na wat gediscussieer houden we het op 270 en vertrekken rond 10u.
Na 3 kwartier rijden door de vallei is het even verschieten
je weet wel dat je er bijna bent, aan die zoutpannen, maar toch, na een bocht
word je opeens verblind door een witte vallei : 4000 terrasjes waar nog
steeds aan zoutwinning gedaan wordt door de bevolking, indrukwekkend. Als je
goed begint te kijken, is het zeker niet allemaal wit, maar hebben de
verschillende terrasjes verschillende kleuren, van lichtbeige over donkerbruin,
gelig, groenachtig, en op enkele terrasjes zijn bewoners bezig met zout te
scheppen en in zware zakken te laden. We wandelen er even rond en kopen enkele
zakjes zout als aandenken.
Onze chauffeur brengt ons wat verderop naar de site Moray
een bizar zicht : 3 putten die bestaan uit concentrische cirkels van
terrassen. Blijkbaar verbouwden de incas op elk terras verschillende gewassen en
dit op verschillende hoogtes zodat ze konden testen op welke hoogte welke gewas
het beste groeide . We wandelen er rond en enkelen zelfs helemaal naar beneden
ik niet aangezien mijn kuiten nogal pijnlijk zijn na de wandeling op Wayna
Picchu J
De 2 sites waren in elke geval nog de moeite om te bezoeken!
Na nog een uurtje rijden arriveren we in Pisac we hebben
hier nog geen verblijf, dus trekken de hoofdstraat in waar we al direct aan
aanbod krijgen. We gaan even kijken maar gaan toch voor iets vlakbij, Kinsa Cocha, gezellig met een binnentuintje.
Naar dagelijkse gewoonte weer op zoek naar een geldautomaat
waar we weer niets kunnen afhalen probleem aangezien we niet veel cash geld
meer op zak hebben. Met mijn visa lukt het wel, maar het hangt iedereen zijn
keel stilaan uit : soms gaat het wel, dan weer niet als je het nodig hebt ik
zou toch andere reizigers aanraden om, goed verstopt, meer dollars mee te nemen naar peru!
De inwoners liggen er niet wakker van vandaag het is
nationale feestdag! Op het plein zie je mensen in groepjes zitten : elk groepje
heeft zijn totem, er wordt in het midden van de groep gedanst, elke groep
verschilt in kledij en elke groep heeft een hoge stapel bierbakken staan met
flessen van 1 liter! Ben benieuwd hoe
lang dat hier gaat duren en wat wij hier morgenvroeg op straat gaan vinden.
We besluiten de dag met eten in Horno traditional hier
hebben ze cuy de peruviaanse cavia die Christel, Bart en William willen
proeven. We hadden het in een vorig restaurantje al eens gezien maar persoonlijk
vind ik dit niet zo appetijtelijk een geroosterde cavia met kop en tandjes en
al op je bord! De 3 peuzelen en zoeken naar vlees veel is er niet aan en besluiten dat het de
textuur heeft van kip, smaak moeilijk thuis te brengen. In elk geval niet zon
succes en we gaan nog een dessertje eten in een nabijgelegen koffiebar.
Na alle pracht van gisteren besluiten we het vandaag heel
rustig aan te doen. Slechts vier van ons halen het ontbijt van half negen, de
anderen slapen verder. Ontbijt dus voor Bart, Christel, Arif en ikzelf. We
installeren ons daarna in de tuin. Tijd om wat aan de blog te werken, een
beetje lezen, voetjes omhoog in het zonnetje. Ondertussen zoeven kolibries
voorbij en doe ik ampele pogingen om die snelle vogeltjes te fotograferen. Ze
zijn letterlijk vliegensvlug en schieten van de ene bloem naar de andere. De
voormiddag passeert op aangename bedaarde wijze.
Tegen de middag zijn ook de andere expeditieleden wakker.
Debbie, Mira, William en Anna gaan ontbijten aan de overkant van de straat.
Lunch annex middagmaal dus. Eens dat achter de kiezen besluiten we een
wandelingetje te maken in Ollantaytambo zelf. Het stadje werd door de Incas
gebouwd om dienst te doen als administratief centrum en heeft een plattegrond
dat gebaseerd is op een maiskolf. Het was de poort naar het Amazone-gedeelte
van het Inca-rijk. Na Ollantaybo wordt de vegetatie subtropisch. Dat hebben we
gisteren zelf vastgesteld in Machu Picchu.
Uiteraard waren hier al beschavingen voordat de Incas
arriveerden. Niet vergeten dat Peru echt wel meer te bieden heeft dan alleen de
Incas. Vele volkeren hebben over het ganse grondgebied tal van prachtige
steden nagelaten. Hier in Ollantaytambo zijn dat de Chanapata (800 300 v
Christus), de Qotacalla (500 900) en de Killki (900 1420). Ok, die Incas
zijn er dan in geslaagd dat immense rijk te stichten. Van Quito in Ecuador tot
in het zuidelijke Chili. En veel van hun geschiedenis is beschreven door de
Spanjaarden. Vandaar hun allesoverheersende bekendheid.
In Ollantaytambo leden de Spanjaarden een van hun zeldzame
nederlagen in hun veroveringstocht tegen de Incas. De rebellerende Inca Manco
trok zich hier terug naar een onsuccesvol beleg van Cuzco in 1536 - 1537. Hij
werd achterna gezeten door Hernando Pizarro, broer van Francisco. Deze werd
vergezeld door zon 70 ruiters, 30 voetsoldaten en groot contingent inlandse
krijgers. Toen ze hier arriveerden ontdekten ze niet alleen dat Manco een
rivier had omgelegd, waardoor de vallei onder het Inca-fort ontoegangkelijk
werd maar dat de Inca-stijdkrachten massaal werd uitgebreid met troepen uit de
jungle. Na ontelbare pogingen het fort in te nemen dropen de Spanjaarden
stilletjes af onder dekking van de nacht. Een knappe overwinning voor Inca
Manco
Helaas kwamen de Spanjaarden later dat jaar terug met 4 keer
zoveel manschappen en Manco moest vluchten om uiteindelijk in het beroemde Vilcabamba, een vesting in de jungle, nog
stand te houden en guerilla te voeren.
Het fort laten we even links liggen en we wandelen naar de
Urubamba, de rivier die Ollantaytambo doorkruist. Het is al namiddag en te laat
om Moray of de Salinas (zoutmijnen) te bezoeken. We lunchen op het plein en
enkel Debbie en Christel zien het nog zitten om het fort te bezoeken. Bart,
William en Arif kopen op de markt een voetbal en begeven zich naar een
voetbalterrein, waar ze een matchke 5 tegen 5 spelen. Ik keer terug naar het
hotel met Mira en Anna. Daar stellen we vast dat de openingsceremonie in Londen
op tv te zien is en we gaan er lekker voor zitten.
s Avonds een hapje eten, plannen voor morgen (vroeg
opstaan, pakken, vervoer regelen naar de Salinas, Moray en Pisac) en onze
rustdag zit erop.
Donderdag 26 augustus: Machu Picchu / Soundtrack: iets van âLos Hijos del solâ
Laten we hier maar met de deur in huis vallen: Machu Picchu
is één van de hoogtepunten van onze reis.
Ja, het kost geld en veel moeite om er te geraken (geen
wonder dat die Spanjaarden niet tot daar boven geraakten), maar het gaat hier
dan ook om één van de belangrijkste archeologische sites in de wereld en één
van de klassieke 7 wereldwonderen. Ondertussen staat MP ook op de lijst van
bedreigde sites. Niet dat er een Inkavloek op rust , wel dat de site wordt bedreigd
door zn eigen succes (ondanks de beslissing om het aantal toeristen per dag te
beperken tot 2400).
Hoe er te geraken?
Door de grote belangstelling voor een bezoek aan MP is het
eerst en vooral een kwestie om op voorhand ingangstickets te kopen. Nog vóór we
één voet op Peruviaanse bodem hadden gezet, hadden we onze tickets al gekocht
(met dank aan onze Edegemse-Peruviaanse connectie/ Muchos gracias a Luc, Violetta
e Ruby). We kochten tickets voor een beklimming van de Huayna Picchu en een
bezoek aan MP zelf.
In Peru zelf begint de voorbereiding al 2 dagen voor het
bezoek aan MP zelf. We moeten daar zien te geraken. In Cuzco kopen we treintickets
van Ollantaytambo tot in Agua calientes bij Incarail (de uren zijn interessanter
dan bij Perurail). MP is alleen te bereiken via trein (of helicopter). De
exploitatie van deze treinverbinding is
in handen van (monopolie) enkele maatschappijen. Ze hebben het monopolie en
vragen dus eigenlijk wat ze willen of wat de consument (wij dus) bereid is te
betalen voor een bezoek aan MP.
Gisteren vetrokken we dus met een busje van Cuzco naar
Ollantaytambo (ong. 2 uur rijden). Vanuit Ollanta vertrok onze trein naar Aguas
Calientes (1u30m) en vandaag staan we in Aguas Calientes klaar om per bus naar
MP te vertrekken. Een dag op voorhand is handig, want dan kan je vroeg arriveren
in MP en heb je de ganse dag om de site te bezoeken. Aan de bushalte staat om 6u15 al een lange rij
Mp liefhebbers. Blijkbaar gaan er vandaag 2500 bezoekers toegelaten worden.
Bussen brengen ons in 30 minuten naar boven. We klimmen met
de bussen steil naar boven (de haarspeldbochten lijken een beetje op Alpe dHuez)
langs een nog onverharde weg, maar te midden van een subtropischer vegetatie dan
we tot nu gezien hebben (palmbomen, bananenbomen, veel bamboe, ).
Wij geraken met onze picnic en flesjes en rugzakken door de
controle en stappen door (er was overal aangekondigd dat je niet met flesjes
drank, eten en grote rugzakken binnen mocht). Deze namiddag nemen we de tijd om de site grondig te
bezoeken, maar eerst-stappen we in snel tempo door de site om aan de andere
kant te geraken tot aan de voet van de Wayna Picchu (Huayna Picchu). Daar begint het eerste deel van ons bezoek.
(Wayna Picchu is de berg die je op alle fotos
van MP ziet. Het is de berg die hoog oprijst achter de site). Je kan bij
de aankoop van je tickets enkel kiezen voor de site Machu Picchu of ook toegang
en wandelen op de Wayna Picchu wat wij dus via Violetta gekocht hadden.
Op weg naar de Wayna Picchu krijgt de rug van Debbie nog
bezoek van een Atlasmot. We klimmen omhoog via uitgehouwen trappen en langs
steile afgronden. Best wel lastig op deze hoogte. Iedereen klimt of kruipt
(Gollem? Smeagol?) naar boven. Het laatste stukje loopt via een nauwe spleet in
een grot en boven vormen een aantal willekeurig op elkaar gegooide rotsblokken
de top. Van hier heb je uitzicht op MP, maar ook op de weider omgeving en een aantal
besneeuwde topen van de Andes. Je hebt
hier ook uitzicht op een Chileense vrouw die gedurende een halfuur de
toprotsblok kronkelend in beslag neemt. Ze kirt en vindt zichzelf redelijk fantastisch
en wij overwegen haar ego een duwtje te geven. Ze lost zichzelf op. Gracias.
We beslissen om er nog een goeie lap op te geven en kiezen
voor een extra wandeling naar een grot. Die wandeling loopt in eerste instantie
opnieuw naar beneden om dan rond de Wayna Picchu terug te komen. Stevige wandeling, maar koekjes, belegde
sandwiches zorgen voor een stimulans. Na een wandeling van nog eens 2 uur komen
we opnieuw in het zicht van MP zelf.
Na een sanitaire stop en een drankje starten we met het
bezoek aan de archeologische site zelf. MP is geen ceremonieel centrum geweest,
geen landingsplaats voor ETs, maar eerder een buitenverblijf voor de
inkakoning Pachacutec en zn gevolg.
Het bestaat uit een hoger en lager gelegen wijk. Wij
beginnen onze wandeling bovenaan. Het is van hieruit dat alle klassieke,
iconische panoramafotos van MP worden getrokken. Waarom is MP nu zo speciaal en zijn mensen
bereid om veel geld en tijd te besteden om het te zien?
Het is een uitgestrekte site gelegen op een fantastische
plek, omgeven met groen steile bergen /rotsmassas. Er doen ook veel mythische
verhalen de ronde. Iedereen heeft wel een interpretatie klaar. Maar vaak neemt
de fantasie het over van de realiteit. Kortom: MP spreekt tot de verbeelding.
Soit, we doen de grote wandeling op de oude berg en
wandelen doorheen de volledige site. We blijven tot laat in de namiddag ter plaatse
en de grote massa is ondertussen ook al huiswaarts gekeerd. We zien nog een
chinchilla en besluiten om naar Aguas Calientes terug te keren. De familie
Peleman-Nys neemt de bus, de familie Smeulders-Poelemans wandelt terug.
In Aguas calientes eten we nog iets, ontmoeten er nog oude
bekenden (zie foto), halen onze bagage op en stappen op de trein naar
Ollantaytambo. Daar checken we in in hospedaje Munay Tika. We zijn moe en gaan slapen.
Ter info: een bezoek aan MP (en Wayna Picchu) kost voor 1
volwassene: 150 euro. (inkom- trein-bus).
We spenderen een laatste halve dag in Cusco, voor we richting Ollantaytambo zullen reizen. We staan voor de gelegenheid iets vroeger op - anders is de voormiddag er dadelijk door en kunnen we beter meteen naar het busstation rijden. Ik maak Anna als eerste wakker - een erg gevaarlijke onderneming (enkel op eigen risico), omdat ik vind dat ze een keer moet douchen. Dat wordt hier wel eens uitgesteld, wegens te koud water, te heet water, te slaperig 's avonds. Gevolg - er zit er nadien eentje met een serieus ochtendhumeur aan tafel. We eten in de 'orangerie' van het hostal :) ons ontbijt en nadien stockeren we onze baggage in het achterkot van het hostal.
Bart, Debbie en Thomas willen graag de kathedraal aan de Plaza de Armas gaan bezoeken. 't Steekt er naar 't schijnt vol schatten en krijgt in de verschillende gidsen 'een de moeite waard' gequoteerd. Ik ben niet in een kerkenstemming en stel voor om met (kinder)liefhebbers naar het plaatselijke chocolademuseum te trekken. Uiteindelijk gaan alle kinderen met me mee. Het kleine museum is gevestigd op de tweede verdieping van een mooi koloniaal huis met een plankenvloeren loopgang aan de Calle Garcilaso. In het museum worden we verwelkomd met een chocoladethee - lekker! We mogen het museumpje zelf rondgaan. Ik vertaal voor de kinderen de belangrijkste zaken: De Maya's dronken hun chocolade gemengd met water en koud en liefst erg pikkant. De Azteken veroverden de Maya's en leerden op die manier chocoladebonen kennen. Zij vonden het zo'n fantastisch product dat ze het verwerken ervan perfectioneerden (om te kunnen vervoeren over een grotere afstand) en ze gebruikten de bonen zelfs als betaalmiddel. De Spanjaarden ontdekten (Columbus zelfs nog in Honduras) chocolade op hun beurt begin 1500... Azteken moesten al hun bonen aan hen geven. Via de Spanjaarden kwam chocolade naar Europa. Zij mengen de drank voor het eerst met suiker, voegden ook gember en kaneel toe (maar hielden het nog steeds pikkant). Pas in 1600 is ene Hans...en nog iets er melk gaan bij doen en werd de chocolademelk geboren. Daarna werd chocolade vervoerd naar andere delen van de wereld waar het ook verbouwd kon worden. Pas in de 20ste eeuw is chocolade een product voor de massa geworden...
In de keuken van het museum kun je een workshop volgen. Van het pellen van de bonen - tot je eigen stukje chocolade. De les begint om 11 u; jammer genoeg moest je op voorhand inschrijven, en duurt de cursus ook 2 uur. Anna en Mira zouden erg graag meedoen en vragen of ze niet mogen inschrijven voor de dag dat we terugkomen naar cusco. Het is 50 soles voor een kind. Ik zeg dat ik het zal bespreken met Debbie. Aan het einde van ons bezoek kiezen we 3 stukken chocolade (prijs zal ik maar niet vermelden) - een donker stuk met coca erin verwerkt, melkchocolade met zout van de Salinas de Maras en een gewoon stuk melkchocolade.
Het is ondertussen half twaalf voorbij, dus neem ik de kinderen terug mee naar het hotel, waar we om twaalf u afgesproken hebben met Bart, Debbie en Thomas. W proeven allemaal van de chocolade op het dakterras van hostal Resbalosa en genieten nog heel eventjes van het uitzicht over Cusco. Dan is het tijd om op te stappen - we stappen de de steile trapjes af naar de Plaza, nemen een taxi naar de plek waar we een kleine collectivo kunnen nemen naar Ollantaytambo. Daar staan de busjes gewoon te wachten. Er is nog net plaats voor 8 op één van de collectivos. Voor 10 sol elk mogen we mee - de rugzakken worden snel op het dak gesmeten (sommige met, en andere zonder badge tegen de regen) de man van de bus vindt de badges maar onnozel... 't gaat toch niet regenen vandaag'.
Op de bus krijgen we tips van een oudere Peruaanse dame (Sonja)... over eten in Aguas Callientes; over waar we water en eten moeten kopen om mee te nemen naar Machu Picchu en over wat er te zien is in de dorpen en stadjes onderweg. Naast Thomas zit een Argentijns koppel die een korte citytrip naar Cusco en Machu Picchu doen... zij moeten inderdaad maar 4 u vliegen naar Lima natuurlijk. Ze denken er even over om een trektocht naar Choquequirai te doen, maar we leggen uit dat dit vanuit Abancay moet en een tocht van 65 km is over verschillende dagen. Misschien toch niet doenbaar op een tiendaagse trip. Next time dan maar. Onderweg zien we het landschap veranderen - 't wordt steeds groener en de beplanting meer en meer tropisch. Het gebied van de heilige vallei is immers grotendeels subtropisch. Uiteindelijk rijden we Ollantaytambo binnen, een klein stadje met een bescheiden plein en kleine straatjes, waar dan al de bussen doormoeten met toeristen die de trein willen nemen naar Aguas Calientes. Fijn voor dat dorp :) We worden afgezet aan het treinstation, waar we allemaal koeken (zonder cacao) eten. De kinderen hebben reuzenhonger. Thomas en ik gaan - we hebben toch nog een uurtje de tijd - even op zoek naar een verblijfplaats in Ollantay voor de 26ste en de 27ste. We doen er niet te lang over. In Hotel Munay Tika hebben ze nog 2 tripples en een matremonial - we reserveren voor twee nachten. De rest van de tijd wachten we in een klein café-eethuis aan het station en werken snel nog wat empanadas naar binnen.
Dan is het moment aangebroken om onze dure treinticketten te gebruiken. Incarail komt netjes op tijd. Het is een gedrum van jewelste op het perron - al die toeristen hé. Onze grote rugzakken moeten op het perron blijven staan - die worden achteraf in de trein gezet. Er is echt geen plaats om die grote zakken tussen onze benen te plaatsen. De trein vertrekt en rijdt door een ongelofelijk mooi landschap. Bergen foto-graferen lukt jammer genoeg niet, daarvoor schudt de trein te veel. We houden ons dan maar bezig met het raden van de nummers die instrumentaal gecoverd werden met een panfluit...; en we krijgen koffie en sapjes van de stuard en stuardess. Chique:)
Het Perron in Aquas is nog een grotere troep. Het staat vol met gillende mensen van hostals op zoek naar welbepaalde toeristen. Ook Angie van Supertramp staat ons op te wachten. Ze neemt ons mee door Aguas naar het hostal... niks anders dan winkeltjes, en kraampjes, zoals we wel verwacht hadden. We krijgen een dormitory voor 8 op de tweede verdieping - ziet er wel in orde uit. We zullen hier ook maar een korte nacht doorbrrengen. Iedereen kan nu nog aan een ding denken... iets gaan eten en dan gaan slapen. We eten in restaurant Treehouse... een beetje duurder, maar met de ganrantie op lekker en proper bereid eten. Eenmaal terug in de dorm, zetten we alarmen en sporen we kinderen aan om snel te slapen... de wekker staat op 5 u 15, want Machu Picchu staat op het programma.
In Cuzco zelf zijn er op zich niet veel grote
Inca-overblijfselen, buiten verschillende muren verspreid over de stad. Buiten
Cuzco zijn er wel een aantal te bezichtigen en aangezien die allemaal in onze
dure boleto turistica inbegrepen zitten en ze echt de moeite zijn volgens de
gids, gaan we hier een hele dag aan besteden. Na een lekker ontbijt we hebben
zelf wat vlees, fruit en yoghurt gekocht om eens iets anders te eten dan
broodjes confituur nemen we 2 taxis op de plaza armas en laten we ons 8km
hoger buiten de stad afzetten ,aan de hoogste site Tambomachay. Zo hadden ze
het in de gids aangeraden: de 4 sites liggen allemaal achter elkaar langs de
baan naar Pisac, dus laat je afzetten aan de bovenste en wandel naar beneden
terwijl je alles bezoekt.
Tambomachay dus: een badplaats buitenverblijf voor de
Inca-koningen. In het voor hen heilige water werd ritueel gebaden; de gidsen
verschillen wat hier. Mooie terrassen en ruïnes en met wat fantasie zal dit wel
een mooi buitenverblijf geweest zijn. Wat verderop, 200m, langs de baan, ligt een kleinere site Puka
Pukara, het rode fort, een verdedigingsvesting geweest en opslagplaats voor
Tambomachay. Na een kilometer verder wandelen langs de baan, worden er tot
grote vreugde van de kinderen paardenritten aangeboden. Ze waren ervoor een
offensief begonnen tegen de ouders om nog eens iets leuks te doen en met dit
aanbod konden we hier toch al aan tegemoet komen. De kinderen en Bart voor 30
soles per persoon dus met de paarden naar de volgende site Qenko. Een leuk
tochtje, de 3 anderen al fotograferend ervoor en achter hollend, een mooie
wandeling langs de heuvels ipv langs de baan. De kinderen vonden het in elke
geval heel plezant, Anna had een briesend paard!
Qenko (labyrint) is dan weer iets speciaals: niets
spectaculairs gebouwd door de Inca deze keer maar een religieuze tempel
uitgehouwen in de rotsen. Op de terrassen van Qenko hebben we dan even gerust
en uno gespeeld om dan aan de laatste en grootste site te beginnen
Sachsahuaman. Pachutec heeft hier dit grote verdedigingsfort laten bouwen. 2
lange zigzaggende muren waarvan de voorste steen van elke zigzag een gigantisch
blok was van wel 3 ton! Er konden hier tot 1500 mensen in wonen, er was een groot plein waar de koning naar
wedstrijden en parades keek, maar waar de Inca een bloederige nederlaag hebben
geleden tegen de spanjaarden. Een prachtig zicht op Cuzco. We
zakken vanuit deze site nog wat af langs
de weg en wandelen de stad terug in naar ons hostal. We beslissen om terug te
gaan eten waar het gisteren zo goed was. Een fijne dag, morgen vertrekken we
naar Aguas Calientes!
Na de vermoeiende reis van gisteren doet het deugd om eens wat langer te slapen. Het nieuws dat het ontbijt tot half 10 wordt geserveerd werd gisteravond goed ontvangen. Tijdens een vakantie zoals wij ze momenteel beleven is er niet altijd gelegenheid tot uitslapen. We hebben al vele kilometers afgelegd en vaak moeten we vroeg opstaan.
Vandaar dat we om 10 uur nog op het terras aan het ontbijt zitten. Er moeten wat tafeltjes bijgezet worden, we zijn immers met z'n achten. Prachtig zicht op de Plaza de Armas en het zonnetje schijnt. Maar toch is het zo'n zeldzame dag, zo'n dag die je slechts 1 keer hebt in die lange reis die je samen maakt. Iedereen een beetje moe en iedereen wat kribbig. Kinderen mopperen en volwassenen niet al te best gehumeurd. Des mensen he.
Reizen zoals wij het doen impliceert ook dat er tijdens de reis nog dingen moeten worden geregeld. We zijn hier niet met een all-in formule en vandaag willen we de trein van Ollantaytambo naar Aguas Calientes in orde krijgen. Dat betekent eerst geld afhalen, ons dagelijks ritueel, inlichtingen inwinnen bij het toeristisch informatiebureau. Vervolgens lang aanschuiven bij Peru Rail om daar te horen dat er geen plaats meer is. Dan wachten bij Inca Rail om daar uiteindelijk erg hoge prijzen te krijgen voor de treintickets. Ter informatie Aguas Calientes is de laatste halte voor Machu Picchu. Het is geen bijzondere plek. Slechts een verzameling hotels en restaurants, maar je moet er nu eenmaal heen als je naar Machu Picchu wil. De treintickets zijn erg duur en jammer genoeg moeten Anna en William ook de volle pot betalen. Het is echt wel even slikken, maar we hebben onze entree voor Machu Picchu al betaald vanuit België. Dus even door de zure appel heen en gaan betalen.
Terwijl wij zitten te vitten over die hoge prijzen loopt een demonstratie over de Plaza de Armas. Politie met schild en knuppels zijn prominent aanwezig en zien toe op een betoging van studenten en arbeiders, vakbonden. Er heerst duidelijk ontevredenheid over het eerste jaar van Ollanta, de huidige president (voor 5 jaar verkozen). Hij deed veel beloftes en veel Peruanen zijn ongeduldig en willen vooruitgang zien. Ollanta wordt tijdens de demonstratie herhaaldelijk een leugenaar genoemd.
Na alle administratieve poespas kunnen we eindelijk beginnen aan onze geplande stadswandeling. Die brengt ons door de drukke starten van Cuzco. We doen even de markt aan en kopen naast voor ons bekend fruit ook pepito's. Smaakt naar meloen en ze worden met enthousiasme onthaald door de kinderen. Cuzco is een mooie stad omringd door bergen. En het is natuurlijk de Inca-hoofdstad. Vandaag zijn we daar getuige van. Heel veel fundamenten van koloniale gebouwen zijn immers van Inca makelij. De Spanjaarden zorgden ervoor dat de Inca-tempels bedekt werden met kerken om zo de Inca-cultuur te muilkorven. Desalniettemin zie je hier heel veel straten en steegjes die bestaan uit originele Inca-muren. Hoe die Inca's die stenen op elkaar kregen blijft bijzonder, geen metselwerk en elke steen gaat naadloos (nou ja) in elkaar over. Indrukwekkend. Uiteraard zie je in die steegjes de obligatoire vrouwen in klederdracht met een lama. Sommigen onder hen worden zelfs door de stad betaald om te poseren voor toeristen. Vele anderen vragen een kleinigheid wanneer je hen op de foto wil zetten. Overal zie je ook mensen die typisch Peruviaanse waren aan de man willen brengen. Veel truien, sjaals, mutsen, wanten, al dan niet van baby alpaca. Vrouwen nestelen zich dan op de stoep en hopen zo al breiend hun breiwerk te slijten. Veel meer dan elders in Peru word je aangesproken met de vraag een kleinigheid te kopen.
De wandeling brengt ons naar het Koricancha paleis (Zie foto), eerst een belangrijke plaats voor de Wari (pre-Inca) en later voor de Inca-koningen. De Spanjaarden roofden eerst het paleis leeg en bouwden er dan een klooster annex kerk op. Koricancha betekent gouden omwalling. Toen de Spanjaarden in Cuzco arriveerden konden ze hun ogen niet geloven. Het enorme bouwwerk had muren die bovenaan volledig met goud bedekt waren. Bovendien bevond er zich in het complex een zonneschijf, uiteraard ook weer in puur goud. Onder het tempelcomplex was er een artificieele tuin die bestond uit gouden planten, bloemen, lama's, bomen. Alles gemaakt in goud en zilver en bedekt met edelstenen. Hongerig naar goud waren de Spanjaarden er als de kippen bij om al die rijkdom te plunderen. Voor de Inca's had goud een andere betekenis. Ze vonden het gewoon een mooie kleur hebben.
In een straat verderop vinden we de beroemde Steen der Engelen, een enorme steen met 12 hoeken. Een knap staaltje van Inca-architectuur. Heden ten dagen de plek om een foto te nemen en bewaakt door een 'Inca' die gromt wanneer je de steen durft aan te raken.
Stilletjes aan eindigt onze wandeling bij de Plaza San Blas. Maar eerlijkheidshalve doen we wel erg lang over het laatste stukje daarnaartoe. Er zijn immers leuke winkeltjes en we geven onze ogen de kost. En we houden het uiteraard niet enkel bij windowshopping. Altijd is er wel iets leuk om te kopen. Zo koop ik een prachtig geweven doek. Geen idee wat ik daar mee ga doen, maar ik kon niet weerstaan aan het vakmanschap waarmee de doek werd vervaardigd. Hecho a mano natuurlijk, zoals zoveel spullen hier. Uiteraard is er ook veel 'toeristenrommel'.
We sluiten de wandeling af met een bezoek aan een leuk restaurant waar William zich als eerste waagt aan de cuy (cavia). Het beest belandt echter niet integraal op zijn bord maar in stukjes. Dat is natuurlijk een beetje valsspelen. Bart en Christel hebben immers de intentie om het beestje in zijn volledigheid te veroberen. Geloof me dat is geen vrolijk zicht. Zoals zoveel restaurant in Peru wordt ook dit etablissement 'overvallen' door een drietal muzikanten. Ik ben daar meestal verre van enthousiast over maar deze drie kerels zijn echt de moeite. Met een aanstekelijke vrolijkheid brengen ze een viertal nummers ten berde. Geen 'El Condor Pasa' maar andere minder bekende nummers. De samenstelling is vrij uniek want een van hen is een accordeonist uit Toulouse. Dat geeft een leuke combinatie. Instrumenten van dienst: dubbele panfluit, een blokfluit-achtig instrument, de cajón (kistvormig instrument waar je opzit en met vlakke hand ritmes produceert), kleine gitaar, belletjes en ratels. Een mooie afsluiter voor een eerste dag Cuzco.
Zaterdag 22 juli Puno-Cuzco / Soundtrack: Agurk Players - The bus
Ola Todos
Aangezien Peru nogal een groot uitgevallen land is (40x
België) en wij toch graag zo veel mogelijk willen (af)zien, spenderen we wel
wat tijd in een taxi, collectivo (kleine busjes), bus, vliegtuig, tuk-tuk,
De meest aangewezen manier om hier afstanden op een comfortabele
en relatief goedkope manier af te leggen is een bus nemen. Het bus netwerk is
vrij goed uitgebouwd met een ruim aanbod aan busmaatschappijen die op
regelmatige tijdstippen rondrijden. Met 8 reizigers zijn we echter wel genoodzaakt
om op voorhand bustickets te regelen.
Vandaag kozen we Transzela. Zij zulllen ons van Puno naar Cuzco brengen.
Het wordt een dagetappe van 6 uur (voor langere afstanden kiezen we voor
nachtbussen, zie Lima-Arequipa en binnenkort Cuzco - Puerto Maldonado).
Na een kleine, valse start (Debbie moest vanuit de
busterminal nog even naar het hotel om wat vergetenbezittingen op te pikken: knuffeluiltje van Mira,
tandenborstel Bart en de teensletsen van
Willam die zich niet echt bewust was van deze vergetelheid) stappen we op de
bus.
We zitten bovenin (dubbeldekkers) vooraan in comfortabele
zetels (we kunnen die naar achter leggen met een extra voetsteuntje). Mira en
Anna zitten zelfs helemaal voorin met een panoramisch zicht van 180° (Celsius
zal later blijken wanneer de zon vol op hun raam scheen). Op deze bus echter
geen airco, TV-animatie en warm eten. Voor animatie en eten zorgen we zelf
(zoals thuis werd gezegd:gezelligheid mokt te zelf héé)
Vanuit Puno reizen we via Ayaviri en Sicuani tot in Cuzco.
We rijden door de altiplano (hoogplateau/hoogvlakte) en het landschap veranderd
van een open, dorre vlakte naar een meer gesloten, steiler engroener landschap (De Spanjaarden hebben hier
massaal veel eucalyptus bomen geïmporteerd).
Na een busreis van 7 uur arriveren we in Cuzco. We nemen een
taxi naar Hotel Casa Helena. Zij hadden via mail laten weten dat er nog plaats
was voor 8 pers. Bij aankomst blijkt echter dat alles al verhuurd is. Blijkbaar
had ze onze laatste mailter bevestiging
niet ontvangen. Bullshit. Over naar plan B: Debbie en Thomas gaan te voet op
zoek naar een andere huisvesting.
Uiteindelijk kunnen we terecht in Hospedaje Resbalosa. Een eenvoudig
hostal met, vanop het dakterras, een mooi
uitzicht op de plaza de armas.
We eten nog iets en kruipen dan in onze nestjes. Morgen
verkennen we Cuzco.
21 juli 2012 - Viva Belgica - vanuit Puno en vanop het Titicaca meer
Dag lieve luitjes thuis,
Er kan alweer een nieuwe dag beginnen in het zonnige Peru. We trekken jassen aan van 's ochtends. Hoewel ik een goeie nachtrust gehad heb - in een extra slaapzak en onder een paar kg dekens - klagen Bart en Debbie van te veel lawaai op straat. Er wordt geroepen, gefeest en het verkeer zorgt zoals gebruikelijk ook voor de nodige decibels. Anna vraagt zich vooral 's ochtends af waarom we tijdens onze zomervakantie - geassocieerd met warm weer (al hoor ik dat het niet vet is in België) - net in de kou moeten zitten. Maar tegen dat we vertrekken is iedereen goedgezind :) en kunnen we genieten van het frisse maar zonnige Puno. We wandelen langs het postkantoor om onze kaartjes te posten. en daarna zetten we koers naar de haven, waar we hopelijk de Yavari kunnen bezoeken, een oud Brits stoomschip uit de 19e Eeuw dat ze in stukken over de Andes hebben vervoerd - vandaag ingericht als museum. Bart heeft echter een afspraak met Ivo (kennis van iemand die Bart in België ken en die in Puno woont) aan wie hij een pakje uit België moet bezorgen; hij komt later naar de Yavari. De rest vertrekt naar Yavari. Daar aangekomen merken we dat de stoomboot een paar km verder op langs het meer ligt en dat we dat stuk onmogelijk te voet kunnen afleggen. Wat zullen we nu doen? Wachten op Bart aan de pier en hopen dat hij niet gewoon een taxi naar de Yavari neemt. Zelf een taxi naar de Yavari nemen en hopen dat Bart hetzelfde doet? Er ontstaat een beetje verwarring en ondertussen worden we op de pier door verschillende mensen aangesproken om ons met de boot naar Uros te brengen, of een tochtje te maken, of om iets te verkopen. We ontmoeten ook een zekere Roberto. Hij toont ons zijn boot en zegt dat hij ons best een uurtje wil rondvaren op het meer (dan hebben we toch een tocht op het beroemde meer gemaakt hé); hij kan zelfs voorbij de Yavari varen. Maar waar is Bart? Debbie besluit een eindje terug te wandelen en hem te gaan op wachten. Ze denkt er aan dat Bart met haar GSM naar Ivo gebeld heeft, en slaagt erin hem te bereiken. Bart was nog aan 't keuvelen met Ivo; we mogen hem subiet, binnen 10 minuten, direct verwachten... En dan maken we samen een tocht in de boot van Roberto voor 60 sol. Hij vaart ons naar een klein eilandje in het meer dat vol vliegen en muggen zit...omdat er ook 3 varkentjes wonen. Oké, we konden niet meer naar Uros (dat zien we wel heel in de verte liggen). Iedereen klimt wat op rotsen, geniet van het uitzicht, of van de vogels op het water en in het riet. Na een kwartiertje klimmen we terug in de boot en vaart Roberto ons netjes terug naar de haven. Het is ondertussen half twee en tegen twee uur zouden we worden opgepikt aan het hotel voor een trip naar de Sillustani graftombes. We wringen ons snel in enkele tuktuks en snorren naar het hotel... 'die van Thailand waren een pak sneller,' beweert William. We hebben amper tijd om nog iets te wisselen in het hotel, een empanada naar binnen te werken of we worden al geroepen door de man van het reisbureau en de gids van de tour. een vol programmaatje kun je 't noemen. De busrit naar de archeologische site in Sillustani duur ongeveer 45 minuten. Onderweg stoppen we een keer om het uitzicht over Puno aan het Titicacameer te kunnen fotograferen. De gids biedt alweer uitstekende service. Hij moet twee busjes (+/- ongeveer 30 mensen samen) gidsen in het Engels en het Spaans; beslist geen gemakkelijke klus. Ik zou jullie de hele santakraam kunnen herhalen... maar dan zit ik vast tot vannacht te bloggen, dus hou ik het bij de belangrijkste zaken: De Chullpa tombes van Sillustani zijn verschillende graftombes uit het pré-Incatijdperk (+/- 500 jaar oud) gebouwd door het Colla-volk; hoewel sommige stukken al in samenwerking met de Inca gebouwd werden ('t is beter samen te werken dan te blijven vechten zeker - want gevochten hebben ze zeker). De graftorens van de belangrijkste overledenen waren het grootst en mooist... steeds gebouwd in de vorm van een enorme fallus. De doden werden in foëtushouding in een binnenconstructie begraven. Betekenis: moeder aarde en de zonnegod zorgen samen voor een nieuw leven voor de dode = reïncarnatie eigenlijk. Soms werden ook anderen geofferd als er een belangrijke persoon doodging. Met gehandicapte kinderen hadden ze er minder moeite mee het offer sneller te brengen als bij anderen. De bouwwerken werden gebouwd met Sillar en vulkanisch gesteente. Vooral de Sillar (witte steen) zorgt voor problemen om de tombes te bewaren (te poreus). Na een grondige uitleg kunnen we de site nog eens rondwandelen en van een panoramisch uitzicht over het hoofd van het meer ( lake Umayo) genieten. Dit laatste ligt hoger dan Titicaca en smaakt minder zout. Op de terugweg naar de bus zit een jongentje met een kleine alpaca te wachten tot toeristen hem willen fotograferen. Hij palmt Mira en Anna helemaal in. Ze aaien de Alpaca en het jongentje vraagt wat het vreemde ding rond mijn nek is. Ik laat hem kijken door de verrekijker en zijn verwondering is minstens zo groot als de interesse van Mira en Anna in de Alpaca. We nemen en foto... en dat kost ons een centje voor zijn melk, zegt hij. Geen probleem uiteraard. Tegen de tijd dat we terug in Puno arriveren is de zon onder en dat voelt onmiddellijk veel kouder aan. We gaan een hapje eten in een lokale pub voor Peruvianen en spelen Uno tot lang nadat alle koffie en thee op is. Daarna trekken we naar het hotel. We checken de mail om te zien of er reacties zijn op onze reservatievragen voor verblijf in Cusco... slechts eentje blijkt vrij te zijn. 't Is een iets duurdere zaak - maar iedereen kijkt uit naar Peruaans ontbijtbuffet en lekker warme douches, dus bevestig ik 'Casa Elena'. En dan snel in onze koude bedjes, want morgen moeten we vroeg op. We hebben een busreis van 6 uur voor de boeg die ons naar cusco zal brengen. Maar dat verhaal zal Bart jullie vertellen.
We zijn ondertussen vrijdag 20 juli, 7u en 2 taxis brengen
ons naar het busstation, waar we voor de eerste keer een minder aangename kant
meemaken van de reisbureaus: Wonderland Peru had ons wel een ontvangstbewijs
gegeven voor de betaalde busrit van Arequia
naar Puno, maar er vergeten bij te vertellen dat we wel de tickets
zelf nog hadden moeten ophalen! Enfin,
snel naar de andere kant van de straat voor de tickets, de plaatsen waren
gelukkig nog niet doorverkocht, en dan met de bagage ingecheckt. We hadden al
een wantrouwen bij dat mens van Wonderland en dat bleek dan toch uitgekomen: ze
probeerde nogal hard tickets aan te prijzen voor de toeristenbus maar die vertrok pas om 13u zodat we na 6u rijden
laat in Puno zouden zijn, dan liever een busmaatschappij die we niet zo kenden
(Julsa) maar wel om 20u vertrok. het is niet zo te vertrouwen, let op je
bagage, er zijn geen toiletten aan boord, allemaal leugens dus, zo bleek .
Na een busrit van 6u komen we dus aan met enige vertraging
aan in Puno rond 15u, ondertussen had een man ons 2 hotelletjes aangeprezen en
belanden we dus in hotel Europa. Onze bustickets voor Puno-Cuzco voor 22 juli
hadden al we bij Colca Trek gekocht (en die hadden wel gezegd dat we nog de
echte tickets in Puno moesten ophalen bij een bevriend bureau) worden ons door
het bureau zelf gebracht en de man probeert ons wat trips voor de dag nadien
aan te prijzen. De tourist-trap een boottocht naar Uros, het drijvende
eiland, slaan we af (we zoeken morgen zelf op de één of andere manier op het
Titicacameer te varen) maar de uitstap
naar Sillustani, een site op een landtong met zicht op het meer en de bekende
graftombes van de Colla-bevolking (pre-inca) nemen we aan. Morgen gaan dus
tussen 14u30 en 18u naar deze plaats, ik
ben benieuwd