Uitslapen is er in Peru gewoon niet bij ofwel is er al
vroeg lawaai, ofwel moeten we vroeg op omdat we nu eenmaal een druk programma
voor de boeg hebben, ofwel komen ze lossen en laden vlak onder mijn raam, zoals
vandaag. Maar dat is geen probleem, het weer ziet er schitterend uit, dus ik
kan niet langer dan tot tien voor acht blijven liggen luisteren naar wat er
buiten gebeurt.
De kinderen mogen uitslapen vandaag en die schijnen nooit
eens last te hebben van wat er buiten gebeurt. Ondertussen kan ik wassen,
douchen, oprommelen. Tegen negen uur zitten we wel met zn allen aan het
ontbijt. Een Americano deze keer dat betekent voor iedereen twee gepocheerde
eieren (ik denk dat we deze maand al allemaal veel te veel eieren gegeten
hebben- goe om allemaal nen arekop te krijge). Daarna is het tijd om te gaan
metten. In Pisac is het drie keer per week markt en niet geheel toevallig voor
ons ook op zondag. We besluiten om de
volledige voormiddag met zn allen souvenirs voor ons eigen en voor neefjes en
nichtjes te gaan kopen. Ik leen geld bij de bank = Debbie. De enige die hier
makkelijk geld kan afhalen (we hopen op beterschap na het weekend in Cusco).
Het hele marktplein en een aantal straatjes rondom zijn
verbouwd tot markt. Het aanbod is divers en immens (Ik ga uiteraard niet
verklappen wat we voor diverse familieleden aanschaffenJ). Maar voor elk van ons is er
wat wils. Thomas voegt zich later bij ons hij wil eerst wat bloggen en fotografeert en fotografeert
mensen, stoffen in alle formaten en kleuren, groenten en fruit. Tegen de middag
houden we het even voor bekeken; we eten in een vegetarisch eethuis vlak bij
ons Hospedaje. We moeten immers wat bijtanken vooraleer we de ruïnes van Pisac
gaan bezoeken. Maar vooraleer we vertrekken willen Debbie en Bart toch nog even
terugkeren naar de markt. Ze willen een tafelkleed kopen of tenminste een lap
die daarvoor zou kunnen dienen. Ze twijfelen lang over het formaat en over het
doel van de lap stof. Doeken in overvloed en allemaal erg mooi, maar waarvoor
gebruik je zon ding? Als tafelloper, als doek om over de zetel te hangen, of
hang je zoiets tegen de muur? Na veel overleg en afdingen gaan ze voor het
zetelformaat iedereen die wel eens bij hen op bezoek gaat zal er weldra kunnen
tegen leunen of hangen.
Ondertussen is het voorbij enen en wordt het tijd richting
ruïnes, alias the citadel te trekken. Normaalgezien kun je te voet naar de
ruïnes die 700 meter hoger en een dikke 90 minuten klimmen verderop liggen.
Maar gezien het voorbije klimwerk op Machu Picchu en in Ollantaytambo met
stijvigheid is sommige van onze kuiten tot gevolg besluiten we ons naar boven
te laten voeren door een taxi om dan later te voet af te dalen.
Al gauw blijkt dat het leven van de taxichauffeur niet
simpel is in Pisac. Je hoort bij de club of je hoort er niet bij. In het
laatste geval word je weggejaagd door de taxichauffeurs die wel in de club
zitten. En als je er dan al bijzit, krijg je stress omdat er plots 8 toeristen
vervoerd moeten worden en er maar 4 in je auto gaan. Stel dat je dan geen
belkrediet hebt om een collega te bellen, dan moet je snel een publieke
telefoon zoeken om te kunnen bellen en heb je weer stress omdat een ander met
je clientèle aan de haal zou kunnen gaan. En als er dan eindelijk een collega
opdaagt, blijkt dat er al andere mensen in zijn taxi zitten. Je probeert het
clientèle te overhalen om toch in de auto te stappen; desnoods duwen we er wel
eentje in de koffer maar dan is de maat vol. Wij het clientèle - houden voet
bij stuk, en eisen dat de gestresseerde chauffeur ons in twee keer naar boven
brengt we maken duidelijk dat we zeker zullen wachten en dat zn tweede
vrachtje niet zal gaan lopen. Een 45 min later zijn we allemaal eindelijk boven
hé, hé.
De citadel blijkt een enorme stad te zijn (geweest), langs
de verschillende flanken van de puntige bergen rond Pisac. Eens je boven bent
zie je overal waar je kijkt de restanten van huizen, immense Incaterrassen. In
de rotachtige wanden aan de overkant van de vallei zien we honderden gaten in
de rotsen. Hier begroeven de Incas hun mummies door de verrekijker ontwaren
we zelfs nog een schedel en een ribbenkas.
Als je één pad volgt en denkt dat je het eenmaal gehad hebt,
blijkt er na de volgende helling nog een stukje stad te liggen. Machu Picchu
was in vergelijking echt maar een buitenverblijfje (maar dan wel eentje in een
schitterende omgeving). We genieten van prachtige panoramas en volgen de
pijlen die ons uiteindelijk naar de andere kant van de berg brengen om
uiteindelijk terug te kunnen afdalen naar Pisac. Daar breken de marktkramers
hun kraampjes op en wordt de Plaza stilaan weer een leeg plein vol afval en
viezigheid. Wij voelen ons ook vuil en vettig van de wandeling. Er stond
daarboven een stevige wind en we plakken bijgevolg vol stof een douche doet
echter wonderen en een dik uurtje later zitten we alweer gezellig aan tafel
met een lekkere Alpacasteak, een Aji de Gallina of een zalmforel met
passievruchtensaus. We drinken een Pisco Saur con Maracuja op jullie ginder in
het verre België en op geweldige dag - schol!
Zoals gezegd na 2 nachten Ollanta, vertrekken we naar de
andere kant van de heilige vallei, richting Pisac, bekend voor zijn grote
inka-ruine en voor de grote markten 3x per week.
Gisteren was een rustige dag en we zouden toch graag nog
proberen onderweg te stoppen aan de Salinas de Maras de bekende zoutpannen
en de site Moray. Misschien wat moeilijk te organiseren met al onze bagage,
maar we zien wel.
We zijn onze straat nog niet uit en krijgen al een aanbod
(als je met 8 door de straat loopt met rugzakken op en handbagages, loop je wel in de kijker en bieden ze je
allerlei trips aan) ; voor 250 soles naar de beide sites met een busje hij
wacht telkens een half uur tot 1 uur tijdens ons bezoek en rijdt ons dan naar
Pisac. We laden in en opeens wordt het
300 soles; na wat gediscussieer houden we het op 270 en vertrekken rond 10u.
Na 3 kwartier rijden door de vallei is het even verschieten
je weet wel dat je er bijna bent, aan die zoutpannen, maar toch, na een bocht
word je opeens verblind door een witte vallei : 4000 terrasjes waar nog
steeds aan zoutwinning gedaan wordt door de bevolking, indrukwekkend. Als je
goed begint te kijken, is het zeker niet allemaal wit, maar hebben de
verschillende terrasjes verschillende kleuren, van lichtbeige over donkerbruin,
gelig, groenachtig, en op enkele terrasjes zijn bewoners bezig met zout te
scheppen en in zware zakken te laden. We wandelen er even rond en kopen enkele
zakjes zout als aandenken.
Onze chauffeur brengt ons wat verderop naar de site Moray
een bizar zicht : 3 putten die bestaan uit concentrische cirkels van
terrassen. Blijkbaar verbouwden de incas op elk terras verschillende gewassen en
dit op verschillende hoogtes zodat ze konden testen op welke hoogte welke gewas
het beste groeide . We wandelen er rond en enkelen zelfs helemaal naar beneden
ik niet aangezien mijn kuiten nogal pijnlijk zijn na de wandeling op Wayna
Picchu J
De 2 sites waren in elke geval nog de moeite om te bezoeken!
Na nog een uurtje rijden arriveren we in Pisac we hebben
hier nog geen verblijf, dus trekken de hoofdstraat in waar we al direct aan
aanbod krijgen. We gaan even kijken maar gaan toch voor iets vlakbij, Kinsa Cocha, gezellig met een binnentuintje.
Naar dagelijkse gewoonte weer op zoek naar een geldautomaat
waar we weer niets kunnen afhalen probleem aangezien we niet veel cash geld
meer op zak hebben. Met mijn visa lukt het wel, maar het hangt iedereen zijn
keel stilaan uit : soms gaat het wel, dan weer niet als je het nodig hebt ik
zou toch andere reizigers aanraden om, goed verstopt, meer dollars mee te nemen naar peru!
De inwoners liggen er niet wakker van vandaag het is
nationale feestdag! Op het plein zie je mensen in groepjes zitten : elk groepje
heeft zijn totem, er wordt in het midden van de groep gedanst, elke groep
verschilt in kledij en elke groep heeft een hoge stapel bierbakken staan met
flessen van 1 liter! Ben benieuwd hoe
lang dat hier gaat duren en wat wij hier morgenvroeg op straat gaan vinden.
We besluiten de dag met eten in Horno traditional hier
hebben ze cuy de peruviaanse cavia die Christel, Bart en William willen
proeven. We hadden het in een vorig restaurantje al eens gezien maar persoonlijk
vind ik dit niet zo appetijtelijk een geroosterde cavia met kop en tandjes en
al op je bord! De 3 peuzelen en zoeken naar vlees veel is er niet aan en besluiten dat het de
textuur heeft van kip, smaak moeilijk thuis te brengen. In elk geval niet zon
succes en we gaan nog een dessertje eten in een nabijgelegen koffiebar.
Na alle pracht van gisteren besluiten we het vandaag heel
rustig aan te doen. Slechts vier van ons halen het ontbijt van half negen, de
anderen slapen verder. Ontbijt dus voor Bart, Christel, Arif en ikzelf. We
installeren ons daarna in de tuin. Tijd om wat aan de blog te werken, een
beetje lezen, voetjes omhoog in het zonnetje. Ondertussen zoeven kolibries
voorbij en doe ik ampele pogingen om die snelle vogeltjes te fotograferen. Ze
zijn letterlijk vliegensvlug en schieten van de ene bloem naar de andere. De
voormiddag passeert op aangename bedaarde wijze.
Tegen de middag zijn ook de andere expeditieleden wakker.
Debbie, Mira, William en Anna gaan ontbijten aan de overkant van de straat.
Lunch annex middagmaal dus. Eens dat achter de kiezen besluiten we een
wandelingetje te maken in Ollantaytambo zelf. Het stadje werd door de Incas
gebouwd om dienst te doen als administratief centrum en heeft een plattegrond
dat gebaseerd is op een maiskolf. Het was de poort naar het Amazone-gedeelte
van het Inca-rijk. Na Ollantaybo wordt de vegetatie subtropisch. Dat hebben we
gisteren zelf vastgesteld in Machu Picchu.
Uiteraard waren hier al beschavingen voordat de Incas
arriveerden. Niet vergeten dat Peru echt wel meer te bieden heeft dan alleen de
Incas. Vele volkeren hebben over het ganse grondgebied tal van prachtige
steden nagelaten. Hier in Ollantaytambo zijn dat de Chanapata (800 300 v
Christus), de Qotacalla (500 900) en de Killki (900 1420). Ok, die Incas
zijn er dan in geslaagd dat immense rijk te stichten. Van Quito in Ecuador tot
in het zuidelijke Chili. En veel van hun geschiedenis is beschreven door de
Spanjaarden. Vandaar hun allesoverheersende bekendheid.
In Ollantaytambo leden de Spanjaarden een van hun zeldzame
nederlagen in hun veroveringstocht tegen de Incas. De rebellerende Inca Manco
trok zich hier terug naar een onsuccesvol beleg van Cuzco in 1536 - 1537. Hij
werd achterna gezeten door Hernando Pizarro, broer van Francisco. Deze werd
vergezeld door zon 70 ruiters, 30 voetsoldaten en groot contingent inlandse
krijgers. Toen ze hier arriveerden ontdekten ze niet alleen dat Manco een
rivier had omgelegd, waardoor de vallei onder het Inca-fort ontoegangkelijk
werd maar dat de Inca-stijdkrachten massaal werd uitgebreid met troepen uit de
jungle. Na ontelbare pogingen het fort in te nemen dropen de Spanjaarden
stilletjes af onder dekking van de nacht. Een knappe overwinning voor Inca
Manco
Helaas kwamen de Spanjaarden later dat jaar terug met 4 keer
zoveel manschappen en Manco moest vluchten om uiteindelijk in het beroemde Vilcabamba, een vesting in de jungle, nog
stand te houden en guerilla te voeren.
Het fort laten we even links liggen en we wandelen naar de
Urubamba, de rivier die Ollantaytambo doorkruist. Het is al namiddag en te laat
om Moray of de Salinas (zoutmijnen) te bezoeken. We lunchen op het plein en
enkel Debbie en Christel zien het nog zitten om het fort te bezoeken. Bart,
William en Arif kopen op de markt een voetbal en begeven zich naar een
voetbalterrein, waar ze een matchke 5 tegen 5 spelen. Ik keer terug naar het
hotel met Mira en Anna. Daar stellen we vast dat de openingsceremonie in Londen
op tv te zien is en we gaan er lekker voor zitten.
s Avonds een hapje eten, plannen voor morgen (vroeg
opstaan, pakken, vervoer regelen naar de Salinas, Moray en Pisac) en onze
rustdag zit erop.
Donderdag 26 augustus: Machu Picchu / Soundtrack: iets van âLos Hijos del solâ
Laten we hier maar met de deur in huis vallen: Machu Picchu
is één van de hoogtepunten van onze reis.
Ja, het kost geld en veel moeite om er te geraken (geen
wonder dat die Spanjaarden niet tot daar boven geraakten), maar het gaat hier
dan ook om één van de belangrijkste archeologische sites in de wereld en één
van de klassieke 7 wereldwonderen. Ondertussen staat MP ook op de lijst van
bedreigde sites. Niet dat er een Inkavloek op rust , wel dat de site wordt bedreigd
door zn eigen succes (ondanks de beslissing om het aantal toeristen per dag te
beperken tot 2400).
Hoe er te geraken?
Door de grote belangstelling voor een bezoek aan MP is het
eerst en vooral een kwestie om op voorhand ingangstickets te kopen. Nog vóór we
één voet op Peruviaanse bodem hadden gezet, hadden we onze tickets al gekocht
(met dank aan onze Edegemse-Peruviaanse connectie/ Muchos gracias a Luc, Violetta
e Ruby). We kochten tickets voor een beklimming van de Huayna Picchu en een
bezoek aan MP zelf.
In Peru zelf begint de voorbereiding al 2 dagen voor het
bezoek aan MP zelf. We moeten daar zien te geraken. In Cuzco kopen we treintickets
van Ollantaytambo tot in Agua calientes bij Incarail (de uren zijn interessanter
dan bij Perurail). MP is alleen te bereiken via trein (of helicopter). De
exploitatie van deze treinverbinding is
in handen van (monopolie) enkele maatschappijen. Ze hebben het monopolie en
vragen dus eigenlijk wat ze willen of wat de consument (wij dus) bereid is te
betalen voor een bezoek aan MP.
Gisteren vetrokken we dus met een busje van Cuzco naar
Ollantaytambo (ong. 2 uur rijden). Vanuit Ollanta vertrok onze trein naar Aguas
Calientes (1u30m) en vandaag staan we in Aguas Calientes klaar om per bus naar
MP te vertrekken. Een dag op voorhand is handig, want dan kan je vroeg arriveren
in MP en heb je de ganse dag om de site te bezoeken. Aan de bushalte staat om 6u15 al een lange rij
Mp liefhebbers. Blijkbaar gaan er vandaag 2500 bezoekers toegelaten worden.
Bussen brengen ons in 30 minuten naar boven. We klimmen met
de bussen steil naar boven (de haarspeldbochten lijken een beetje op Alpe dHuez)
langs een nog onverharde weg, maar te midden van een subtropischer vegetatie dan
we tot nu gezien hebben (palmbomen, bananenbomen, veel bamboe, ).
Wij geraken met onze picnic en flesjes en rugzakken door de
controle en stappen door (er was overal aangekondigd dat je niet met flesjes
drank, eten en grote rugzakken binnen mocht). Deze namiddag nemen we de tijd om de site grondig te
bezoeken, maar eerst-stappen we in snel tempo door de site om aan de andere
kant te geraken tot aan de voet van de Wayna Picchu (Huayna Picchu). Daar begint het eerste deel van ons bezoek.
(Wayna Picchu is de berg die je op alle fotos
van MP ziet. Het is de berg die hoog oprijst achter de site). Je kan bij
de aankoop van je tickets enkel kiezen voor de site Machu Picchu of ook toegang
en wandelen op de Wayna Picchu wat wij dus via Violetta gekocht hadden.
Op weg naar de Wayna Picchu krijgt de rug van Debbie nog
bezoek van een Atlasmot. We klimmen omhoog via uitgehouwen trappen en langs
steile afgronden. Best wel lastig op deze hoogte. Iedereen klimt of kruipt
(Gollem? Smeagol?) naar boven. Het laatste stukje loopt via een nauwe spleet in
een grot en boven vormen een aantal willekeurig op elkaar gegooide rotsblokken
de top. Van hier heb je uitzicht op MP, maar ook op de weider omgeving en een aantal
besneeuwde topen van de Andes. Je hebt
hier ook uitzicht op een Chileense vrouw die gedurende een halfuur de
toprotsblok kronkelend in beslag neemt. Ze kirt en vindt zichzelf redelijk fantastisch
en wij overwegen haar ego een duwtje te geven. Ze lost zichzelf op. Gracias.
We beslissen om er nog een goeie lap op te geven en kiezen
voor een extra wandeling naar een grot. Die wandeling loopt in eerste instantie
opnieuw naar beneden om dan rond de Wayna Picchu terug te komen. Stevige wandeling, maar koekjes, belegde
sandwiches zorgen voor een stimulans. Na een wandeling van nog eens 2 uur komen
we opnieuw in het zicht van MP zelf.
Na een sanitaire stop en een drankje starten we met het
bezoek aan de archeologische site zelf. MP is geen ceremonieel centrum geweest,
geen landingsplaats voor ETs, maar eerder een buitenverblijf voor de
inkakoning Pachacutec en zn gevolg.
Het bestaat uit een hoger en lager gelegen wijk. Wij
beginnen onze wandeling bovenaan. Het is van hieruit dat alle klassieke,
iconische panoramafotos van MP worden getrokken. Waarom is MP nu zo speciaal en zijn mensen
bereid om veel geld en tijd te besteden om het te zien?
Het is een uitgestrekte site gelegen op een fantastische
plek, omgeven met groen steile bergen /rotsmassas. Er doen ook veel mythische
verhalen de ronde. Iedereen heeft wel een interpretatie klaar. Maar vaak neemt
de fantasie het over van de realiteit. Kortom: MP spreekt tot de verbeelding.
Soit, we doen de grote wandeling op de oude berg en
wandelen doorheen de volledige site. We blijven tot laat in de namiddag ter plaatse
en de grote massa is ondertussen ook al huiswaarts gekeerd. We zien nog een
chinchilla en besluiten om naar Aguas Calientes terug te keren. De familie
Peleman-Nys neemt de bus, de familie Smeulders-Poelemans wandelt terug.
In Aguas calientes eten we nog iets, ontmoeten er nog oude
bekenden (zie foto), halen onze bagage op en stappen op de trein naar
Ollantaytambo. Daar checken we in in hospedaje Munay Tika. We zijn moe en gaan slapen.
Ter info: een bezoek aan MP (en Wayna Picchu) kost voor 1
volwassene: 150 euro. (inkom- trein-bus).
We spenderen een laatste halve dag in Cusco, voor we richting Ollantaytambo zullen reizen. We staan voor de gelegenheid iets vroeger op - anders is de voormiddag er dadelijk door en kunnen we beter meteen naar het busstation rijden. Ik maak Anna als eerste wakker - een erg gevaarlijke onderneming (enkel op eigen risico), omdat ik vind dat ze een keer moet douchen. Dat wordt hier wel eens uitgesteld, wegens te koud water, te heet water, te slaperig 's avonds. Gevolg - er zit er nadien eentje met een serieus ochtendhumeur aan tafel. We eten in de 'orangerie' van het hostal :) ons ontbijt en nadien stockeren we onze baggage in het achterkot van het hostal.
Bart, Debbie en Thomas willen graag de kathedraal aan de Plaza de Armas gaan bezoeken. 't Steekt er naar 't schijnt vol schatten en krijgt in de verschillende gidsen 'een de moeite waard' gequoteerd. Ik ben niet in een kerkenstemming en stel voor om met (kinder)liefhebbers naar het plaatselijke chocolademuseum te trekken. Uiteindelijk gaan alle kinderen met me mee. Het kleine museum is gevestigd op de tweede verdieping van een mooi koloniaal huis met een plankenvloeren loopgang aan de Calle Garcilaso. In het museum worden we verwelkomd met een chocoladethee - lekker! We mogen het museumpje zelf rondgaan. Ik vertaal voor de kinderen de belangrijkste zaken: De Maya's dronken hun chocolade gemengd met water en koud en liefst erg pikkant. De Azteken veroverden de Maya's en leerden op die manier chocoladebonen kennen. Zij vonden het zo'n fantastisch product dat ze het verwerken ervan perfectioneerden (om te kunnen vervoeren over een grotere afstand) en ze gebruikten de bonen zelfs als betaalmiddel. De Spanjaarden ontdekten (Columbus zelfs nog in Honduras) chocolade op hun beurt begin 1500... Azteken moesten al hun bonen aan hen geven. Via de Spanjaarden kwam chocolade naar Europa. Zij mengen de drank voor het eerst met suiker, voegden ook gember en kaneel toe (maar hielden het nog steeds pikkant). Pas in 1600 is ene Hans...en nog iets er melk gaan bij doen en werd de chocolademelk geboren. Daarna werd chocolade vervoerd naar andere delen van de wereld waar het ook verbouwd kon worden. Pas in de 20ste eeuw is chocolade een product voor de massa geworden...
In de keuken van het museum kun je een workshop volgen. Van het pellen van de bonen - tot je eigen stukje chocolade. De les begint om 11 u; jammer genoeg moest je op voorhand inschrijven, en duurt de cursus ook 2 uur. Anna en Mira zouden erg graag meedoen en vragen of ze niet mogen inschrijven voor de dag dat we terugkomen naar cusco. Het is 50 soles voor een kind. Ik zeg dat ik het zal bespreken met Debbie. Aan het einde van ons bezoek kiezen we 3 stukken chocolade (prijs zal ik maar niet vermelden) - een donker stuk met coca erin verwerkt, melkchocolade met zout van de Salinas de Maras en een gewoon stuk melkchocolade.
Het is ondertussen half twaalf voorbij, dus neem ik de kinderen terug mee naar het hotel, waar we om twaalf u afgesproken hebben met Bart, Debbie en Thomas. W proeven allemaal van de chocolade op het dakterras van hostal Resbalosa en genieten nog heel eventjes van het uitzicht over Cusco. Dan is het tijd om op te stappen - we stappen de de steile trapjes af naar de Plaza, nemen een taxi naar de plek waar we een kleine collectivo kunnen nemen naar Ollantaytambo. Daar staan de busjes gewoon te wachten. Er is nog net plaats voor 8 op één van de collectivos. Voor 10 sol elk mogen we mee - de rugzakken worden snel op het dak gesmeten (sommige met, en andere zonder badge tegen de regen) de man van de bus vindt de badges maar onnozel... 't gaat toch niet regenen vandaag'.
Op de bus krijgen we tips van een oudere Peruaanse dame (Sonja)... over eten in Aguas Callientes; over waar we water en eten moeten kopen om mee te nemen naar Machu Picchu en over wat er te zien is in de dorpen en stadjes onderweg. Naast Thomas zit een Argentijns koppel die een korte citytrip naar Cusco en Machu Picchu doen... zij moeten inderdaad maar 4 u vliegen naar Lima natuurlijk. Ze denken er even over om een trektocht naar Choquequirai te doen, maar we leggen uit dat dit vanuit Abancay moet en een tocht van 65 km is over verschillende dagen. Misschien toch niet doenbaar op een tiendaagse trip. Next time dan maar. Onderweg zien we het landschap veranderen - 't wordt steeds groener en de beplanting meer en meer tropisch. Het gebied van de heilige vallei is immers grotendeels subtropisch. Uiteindelijk rijden we Ollantaytambo binnen, een klein stadje met een bescheiden plein en kleine straatjes, waar dan al de bussen doormoeten met toeristen die de trein willen nemen naar Aguas Calientes. Fijn voor dat dorp :) We worden afgezet aan het treinstation, waar we allemaal koeken (zonder cacao) eten. De kinderen hebben reuzenhonger. Thomas en ik gaan - we hebben toch nog een uurtje de tijd - even op zoek naar een verblijfplaats in Ollantay voor de 26ste en de 27ste. We doen er niet te lang over. In Hotel Munay Tika hebben ze nog 2 tripples en een matremonial - we reserveren voor twee nachten. De rest van de tijd wachten we in een klein café-eethuis aan het station en werken snel nog wat empanadas naar binnen.
Dan is het moment aangebroken om onze dure treinticketten te gebruiken. Incarail komt netjes op tijd. Het is een gedrum van jewelste op het perron - al die toeristen hé. Onze grote rugzakken moeten op het perron blijven staan - die worden achteraf in de trein gezet. Er is echt geen plaats om die grote zakken tussen onze benen te plaatsen. De trein vertrekt en rijdt door een ongelofelijk mooi landschap. Bergen foto-graferen lukt jammer genoeg niet, daarvoor schudt de trein te veel. We houden ons dan maar bezig met het raden van de nummers die instrumentaal gecoverd werden met een panfluit...; en we krijgen koffie en sapjes van de stuard en stuardess. Chique:)
Het Perron in Aquas is nog een grotere troep. Het staat vol met gillende mensen van hostals op zoek naar welbepaalde toeristen. Ook Angie van Supertramp staat ons op te wachten. Ze neemt ons mee door Aguas naar het hostal... niks anders dan winkeltjes, en kraampjes, zoals we wel verwacht hadden. We krijgen een dormitory voor 8 op de tweede verdieping - ziet er wel in orde uit. We zullen hier ook maar een korte nacht doorbrrengen. Iedereen kan nu nog aan een ding denken... iets gaan eten en dan gaan slapen. We eten in restaurant Treehouse... een beetje duurder, maar met de ganrantie op lekker en proper bereid eten. Eenmaal terug in de dorm, zetten we alarmen en sporen we kinderen aan om snel te slapen... de wekker staat op 5 u 15, want Machu Picchu staat op het programma.
In Cuzco zelf zijn er op zich niet veel grote
Inca-overblijfselen, buiten verschillende muren verspreid over de stad. Buiten
Cuzco zijn er wel een aantal te bezichtigen en aangezien die allemaal in onze
dure boleto turistica inbegrepen zitten en ze echt de moeite zijn volgens de
gids, gaan we hier een hele dag aan besteden. Na een lekker ontbijt we hebben
zelf wat vlees, fruit en yoghurt gekocht om eens iets anders te eten dan
broodjes confituur nemen we 2 taxis op de plaza armas en laten we ons 8km
hoger buiten de stad afzetten ,aan de hoogste site Tambomachay. Zo hadden ze
het in de gids aangeraden: de 4 sites liggen allemaal achter elkaar langs de
baan naar Pisac, dus laat je afzetten aan de bovenste en wandel naar beneden
terwijl je alles bezoekt.
Tambomachay dus: een badplaats buitenverblijf voor de
Inca-koningen. In het voor hen heilige water werd ritueel gebaden; de gidsen
verschillen wat hier. Mooie terrassen en ruïnes en met wat fantasie zal dit wel
een mooi buitenverblijf geweest zijn. Wat verderop, 200m, langs de baan, ligt een kleinere site Puka
Pukara, het rode fort, een verdedigingsvesting geweest en opslagplaats voor
Tambomachay. Na een kilometer verder wandelen langs de baan, worden er tot
grote vreugde van de kinderen paardenritten aangeboden. Ze waren ervoor een
offensief begonnen tegen de ouders om nog eens iets leuks te doen en met dit
aanbod konden we hier toch al aan tegemoet komen. De kinderen en Bart voor 30
soles per persoon dus met de paarden naar de volgende site Qenko. Een leuk
tochtje, de 3 anderen al fotograferend ervoor en achter hollend, een mooie
wandeling langs de heuvels ipv langs de baan. De kinderen vonden het in elke
geval heel plezant, Anna had een briesend paard!
Qenko (labyrint) is dan weer iets speciaals: niets
spectaculairs gebouwd door de Inca deze keer maar een religieuze tempel
uitgehouwen in de rotsen. Op de terrassen van Qenko hebben we dan even gerust
en uno gespeeld om dan aan de laatste en grootste site te beginnen
Sachsahuaman. Pachutec heeft hier dit grote verdedigingsfort laten bouwen. 2
lange zigzaggende muren waarvan de voorste steen van elke zigzag een gigantisch
blok was van wel 3 ton! Er konden hier tot 1500 mensen in wonen, er was een groot plein waar de koning naar
wedstrijden en parades keek, maar waar de Inca een bloederige nederlaag hebben
geleden tegen de spanjaarden. Een prachtig zicht op Cuzco. We
zakken vanuit deze site nog wat af langs
de weg en wandelen de stad terug in naar ons hostal. We beslissen om terug te
gaan eten waar het gisteren zo goed was. Een fijne dag, morgen vertrekken we
naar Aguas Calientes!
Na de vermoeiende reis van gisteren doet het deugd om eens wat langer te slapen. Het nieuws dat het ontbijt tot half 10 wordt geserveerd werd gisteravond goed ontvangen. Tijdens een vakantie zoals wij ze momenteel beleven is er niet altijd gelegenheid tot uitslapen. We hebben al vele kilometers afgelegd en vaak moeten we vroeg opstaan.
Vandaar dat we om 10 uur nog op het terras aan het ontbijt zitten. Er moeten wat tafeltjes bijgezet worden, we zijn immers met z'n achten. Prachtig zicht op de Plaza de Armas en het zonnetje schijnt. Maar toch is het zo'n zeldzame dag, zo'n dag die je slechts 1 keer hebt in die lange reis die je samen maakt. Iedereen een beetje moe en iedereen wat kribbig. Kinderen mopperen en volwassenen niet al te best gehumeurd. Des mensen he.
Reizen zoals wij het doen impliceert ook dat er tijdens de reis nog dingen moeten worden geregeld. We zijn hier niet met een all-in formule en vandaag willen we de trein van Ollantaytambo naar Aguas Calientes in orde krijgen. Dat betekent eerst geld afhalen, ons dagelijks ritueel, inlichtingen inwinnen bij het toeristisch informatiebureau. Vervolgens lang aanschuiven bij Peru Rail om daar te horen dat er geen plaats meer is. Dan wachten bij Inca Rail om daar uiteindelijk erg hoge prijzen te krijgen voor de treintickets. Ter informatie Aguas Calientes is de laatste halte voor Machu Picchu. Het is geen bijzondere plek. Slechts een verzameling hotels en restaurants, maar je moet er nu eenmaal heen als je naar Machu Picchu wil. De treintickets zijn erg duur en jammer genoeg moeten Anna en William ook de volle pot betalen. Het is echt wel even slikken, maar we hebben onze entree voor Machu Picchu al betaald vanuit België. Dus even door de zure appel heen en gaan betalen.
Terwijl wij zitten te vitten over die hoge prijzen loopt een demonstratie over de Plaza de Armas. Politie met schild en knuppels zijn prominent aanwezig en zien toe op een betoging van studenten en arbeiders, vakbonden. Er heerst duidelijk ontevredenheid over het eerste jaar van Ollanta, de huidige president (voor 5 jaar verkozen). Hij deed veel beloftes en veel Peruanen zijn ongeduldig en willen vooruitgang zien. Ollanta wordt tijdens de demonstratie herhaaldelijk een leugenaar genoemd.
Na alle administratieve poespas kunnen we eindelijk beginnen aan onze geplande stadswandeling. Die brengt ons door de drukke starten van Cuzco. We doen even de markt aan en kopen naast voor ons bekend fruit ook pepito's. Smaakt naar meloen en ze worden met enthousiasme onthaald door de kinderen. Cuzco is een mooie stad omringd door bergen. En het is natuurlijk de Inca-hoofdstad. Vandaag zijn we daar getuige van. Heel veel fundamenten van koloniale gebouwen zijn immers van Inca makelij. De Spanjaarden zorgden ervoor dat de Inca-tempels bedekt werden met kerken om zo de Inca-cultuur te muilkorven. Desalniettemin zie je hier heel veel straten en steegjes die bestaan uit originele Inca-muren. Hoe die Inca's die stenen op elkaar kregen blijft bijzonder, geen metselwerk en elke steen gaat naadloos (nou ja) in elkaar over. Indrukwekkend. Uiteraard zie je in die steegjes de obligatoire vrouwen in klederdracht met een lama. Sommigen onder hen worden zelfs door de stad betaald om te poseren voor toeristen. Vele anderen vragen een kleinigheid wanneer je hen op de foto wil zetten. Overal zie je ook mensen die typisch Peruviaanse waren aan de man willen brengen. Veel truien, sjaals, mutsen, wanten, al dan niet van baby alpaca. Vrouwen nestelen zich dan op de stoep en hopen zo al breiend hun breiwerk te slijten. Veel meer dan elders in Peru word je aangesproken met de vraag een kleinigheid te kopen.
De wandeling brengt ons naar het Koricancha paleis (Zie foto), eerst een belangrijke plaats voor de Wari (pre-Inca) en later voor de Inca-koningen. De Spanjaarden roofden eerst het paleis leeg en bouwden er dan een klooster annex kerk op. Koricancha betekent gouden omwalling. Toen de Spanjaarden in Cuzco arriveerden konden ze hun ogen niet geloven. Het enorme bouwwerk had muren die bovenaan volledig met goud bedekt waren. Bovendien bevond er zich in het complex een zonneschijf, uiteraard ook weer in puur goud. Onder het tempelcomplex was er een artificieele tuin die bestond uit gouden planten, bloemen, lama's, bomen. Alles gemaakt in goud en zilver en bedekt met edelstenen. Hongerig naar goud waren de Spanjaarden er als de kippen bij om al die rijkdom te plunderen. Voor de Inca's had goud een andere betekenis. Ze vonden het gewoon een mooie kleur hebben.
In een straat verderop vinden we de beroemde Steen der Engelen, een enorme steen met 12 hoeken. Een knap staaltje van Inca-architectuur. Heden ten dagen de plek om een foto te nemen en bewaakt door een 'Inca' die gromt wanneer je de steen durft aan te raken.
Stilletjes aan eindigt onze wandeling bij de Plaza San Blas. Maar eerlijkheidshalve doen we wel erg lang over het laatste stukje daarnaartoe. Er zijn immers leuke winkeltjes en we geven onze ogen de kost. En we houden het uiteraard niet enkel bij windowshopping. Altijd is er wel iets leuk om te kopen. Zo koop ik een prachtig geweven doek. Geen idee wat ik daar mee ga doen, maar ik kon niet weerstaan aan het vakmanschap waarmee de doek werd vervaardigd. Hecho a mano natuurlijk, zoals zoveel spullen hier. Uiteraard is er ook veel 'toeristenrommel'.
We sluiten de wandeling af met een bezoek aan een leuk restaurant waar William zich als eerste waagt aan de cuy (cavia). Het beest belandt echter niet integraal op zijn bord maar in stukjes. Dat is natuurlijk een beetje valsspelen. Bart en Christel hebben immers de intentie om het beestje in zijn volledigheid te veroberen. Geloof me dat is geen vrolijk zicht. Zoals zoveel restaurant in Peru wordt ook dit etablissement 'overvallen' door een drietal muzikanten. Ik ben daar meestal verre van enthousiast over maar deze drie kerels zijn echt de moeite. Met een aanstekelijke vrolijkheid brengen ze een viertal nummers ten berde. Geen 'El Condor Pasa' maar andere minder bekende nummers. De samenstelling is vrij uniek want een van hen is een accordeonist uit Toulouse. Dat geeft een leuke combinatie. Instrumenten van dienst: dubbele panfluit, een blokfluit-achtig instrument, de cajón (kistvormig instrument waar je opzit en met vlakke hand ritmes produceert), kleine gitaar, belletjes en ratels. Een mooie afsluiter voor een eerste dag Cuzco.